7 Vragenuur

Vragen van het lid Klaver aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij afwezigheid van de minister, over de koopkrachtcijfers van Nibud.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ben geschrokken, maar niet verrast door de koopkrachtcijfers van het Nibud. Een alleenstaande moeder in de bijstand met twee dochters, waarvan er één werkt en zo'n € 700 verdient en de andere in de Wajong zit, gaat er in 2012 ruim € 4000 per jaar op achteruit, oftewel € 340 per maand. Dit is het verschil tussen het kunnen betalen van je huur en het op straat komen te staan. Een alleenstaande vrouw van 75 jaar met alleen een AOW-uitkering ontvangt thuiszorg en hulp in de huishouding. In 2012 gaat zij er € 312 per jaar op achteruit, oftewel € 26 per maand. Dit is het verschil tussen een warme hap als avondmaaltijd of geen warm eten. Ik noem nog een voorbeeld. Man en vrouw werken beiden. Zij hebben drie kinderen. Voor deze kinderen maken zij gebruik van de kinderopvang. In 2012 gaan zij er ruim € 1900 per jaar op achteruit, oftewel € 159 per maand. Dit is het verschil tussen enerzijds kunnen werken én ouder kunnen zijn, en anderzijds thuis komen te zitten op de bank.

Dit is een direct gevolg van het gebrek aan lef om te hervormen. Wij hebben het nu pas over het eerste jaar. Wat staat Nederland te wachten na de extra bezuinigingen waarover de VVD, het CDA en de PVV op dit moment spreken? Hoe gaat de staatssecretaris garanderen dat bij volgende bezuinigingen de rekening niet wordt neergelegd bij mensen met de allerlaagste inkomens en bij de jonge gezinnen? Hoe gaat hij zich ervoor inspannen dat in de volgende bezuinigingsronde wordt hervormd in plaats van onintelligent wordt bezuinigd? Kan de staatssecretaris bevestigen dat er in de volgende bezuinigingsronde geen taboe rust op hervormingen van de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld op het sneller verhogen van de AOW-leeftijd en op het moderniseren van de ontslagbescherming?

Staatssecretaris De Krom:

Ik dank de heer Klaver voor zijn vragen. Ik ga niet vooruitlopen op debatten die wij eventueel in de toekomst zullen voeren. De heer Klaver weet echter uiteraard dat het kabinet elk jaar de koopkrachtcijfers beziet. Dat heeft het kabinet het afgelopen jaar ook gedaan. Toen hebben wij een heel evenwichtig pakket weten samen te stellen. Wij hebben gezegd: iedereen gaat er iets van merken en iedereen gaat erop achteruit. Wij hebben ook grote lastenverschuivingen binnen de begroting doorgevoerd om ervoor te zorgen dat de koopkrachteffecten zo evenwichtig mogelijk over alle groepen zouden worden verdeeld. Daarin is het kabinet heel goed geslaagd, gezien de koopkrachtcijfers. Over het algemene beeld zijn wij dus volstrekt helder geweest.

Uiteraard zijn de koopkrachteffecten niet voor iedereen gelijk. Het kabinet heeft echter gezegd dat het rekening wil houden met de gevallen waarbij dit een onevenredig groot beslag zou leggen. Daarvoor wil het een open oog hebben. Daarom heeft het kabinet 90 mln. extra in de pot voor de bijzondere bijstand gedaan. Dat geld is juist bedoeld om in die gevallen mensen tegemoet te komen.

Ik begrijp eerlijk gezegd niet waarover de heer Klaver zo verbaasd is. Al deze situaties hebben wij namelijk al uitvoerig besproken, tijdens de algemene beschouwingen en bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken. Over de maatregelen in de WWB hebben wij een debat gevoerd dat zestien uur heeft geduurd. De heer Klaver zou hierover dus niet verbaasd moeten zijn, want dit is allemaal al aan de orde geweest.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik heb niet zozeer gezegd dat ik verbaasd was, als wel dat ik ben geschrokken. Wij zagen het immers inderdaad al aankomen.

Het is heel gemakkelijk om in algemene beelden te spreken. Daarom probeer ik deze zaak te vertalen. Wat betekent dit? Op papier ziet het er allemaal wel beschaafd uit. Wat betekent dit echter in de praktijk voor mensen? Wat betekent het als je er als bijstandsgerechtigde € 4000 per jaar op achteruitgaat? Dat betekent dat je straks wellicht de huur niet meer kunt betalen. Willens en wetens heeft dit kabinet het besluit genomen om toch die huishoudtoets in de bijstand in te voeren, met dit tot gevolg. Wij verkeren in een crisis, maar het is te gemakkelijk om te zeggen dat de gevolgen voor de koopkracht hierdoor veroorzaakt worden. Een en ander heeft te maken met de keuzes die dit kabinet heeft gemaakt of, liever gezegd, de keuzes die het niet heeft gemaakt door alleen maar simpelweg te bezuinigen. Alle experts, alle economen, alle topinstituten zeggen: ga niet verder bezuinigen, ga hervormen. Kan de staatssecretaris mij in ieder geval geruststellen dat er wordt gesproken over verdere hervormingen van bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, in plaats van domme bezuinigingen door te voeren, zoals die huishoudtoets, opdat wij aan de ene kant de economie sterker maken en aan de andere kant de lasten niet op de schouders leggen van de mensen met de laagste inkomens en van jonge gezinnen?

Staatssecretaris De Krom:

De heer Klaver roept op om te hervormen. Laat ik hem geruststellen, er komt een heel grote hervorming aan, namelijk de hervorming aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Ik zal binnenkort met de Kamer spreken over het wetsvoorstel werken naar vermogen. Gelet op de woorden van de heer Klaver reken ik op de volle steun van de fractie van GroenLinks voor dit wetsvoorstel. Hiermee is immers sprake van een fundamentele hervorming. Als de heer Klaver hiervoor zo'n pleidooi houdt, nodig ik hem van harte uit om die kans te grijpen. Ik ben zeer benieuwd naar de houding van GroenLinks ten aanzien van dit onderwerp.

De heer Klaver (GroenLinks):

De staatssecretaris kent de houding van GroenLinks maar wat goed: met ons valt over iedere hervorming te spreken, maar dan moet er wel beweeglijkheid zijn, ook bij dit kabinet, om van welke regeling dan ook echt een investeringsregeling te maken. Ik concludeer dat niemand in Nederland straks meer veilig is. Dit kabinet gaat door op een bezuinigingsvoet in plaats van te hervormen op de woningmarkt en de arbeidsmarkt of rekeningrijden in te voeren, en wel zo dat niet de jonge gezinnen, de mensen met de laagste inkomens de rekening gaan betalen. Op papier en in spreadsheets zien de cijfers er heel rustig uit, maar het is het verschil tussen het kunnen betalen van je huur of niet, 's avonds warm eten hebben of niet, je kinderen naar een sportvereniging kunnen sturen of niet. Dat is het gevolg van het beleid van dit kabinet.

De voorzitter:

Ik hoorde niet echt een vraag, dus ik geef het woord aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik heb het debat tussen de staatssecretaris en de heer Klaver van de GroenLinksfractie zo verstaan, dat de heer Klaver aan de staatssecretaris probeert te vragen wat hij gaat doen ter verbetering van de positie van de mensen aan de onderkant. Vervolgens geeft de staatssecretaris aan dat hij dit gaat doen via zijn wetsvoorstel werken naar vermogen. Ik weet niet of hij daarmee bedoelt te zeggen dat ook die mensen straks geconfronteerd worden met een lege portemonnee. Ik neem aan dat de staatssecretaris weet dat er per dag 200 werklozen bij komen die in dezelfde problemen komen. In navolging van de heer Klaver wil ik vragen wat het kabinet gaat doen om de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt te helpen. Wij weten dat de Wet werken naar vermogen voorlopig geen enkele baan oplevert.

Staatssecretaris De Krom:

Wat het kabinet betreft, gaat werk boven een uitkering. Werken moet lonen. Iedereen die kan werken, moet ook aan het werk. Met de Wet werken naar vermogen organiseren wij het beter voor werkgevers. Wij gaan het systeem beter, doelmatiger en efficiënter inrichten. Wij gaan via het instrument van loondispensatie ervoor zorgen dat het voor werkgevers aantrekkelijker wordt om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Wij hebben een hele gereedschapskist vol instrumenten om mensen op weg te helpen naar de arbeidsmarkt. Die loondispensatie is daar een belangrijke aanvulling op. Met dat instrument van loondispensatie kunnen naar mijn stellige overtuiging straks veel meer mensen een kans maken op de arbeidsmarkt, eenvoudigweg omdat zij nu niet de kans krijgen maar straks wel. Ik verwacht er dus positieve effecten van. Uiteraard komen wij hierover nog uitvoerig te spreken bij de behandeling van het wetsvoorstel werken naar vermogen.

Kortom, het kabinet is hard bezig om zo veel mogelijk mensen die kunnen werken, ook de kans op werk te bieden.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording en voor het feit dat hij zijn minister wilde vervangen.

Naar boven