8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Verbeet, in verband met het bijwonen van de bijzondere bijeenkomst van de Staten van Aruba ter gelegenheid van 25 jaar status aparte en de viering van het 25-jarig jubileum van de Staten van Aruba, de gehele week;

Van der Ham;

Wiegman-van Meppelen Scheppink, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ontvangen is een bericht van overlijden op 12 oktober jl. van het oud-lid de heer L.J. Giebels. De heer Giebels was lid van de Kamer voor de fractie van de PvdA van 28 mei 1973 tot en met 7 juni 1977. Namens de Kamer heb ik een bericht van deelneming aan de familie gezonden.

Ingekomen zijn een aantal beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal:

  • - een, inzake aanwijzing van de Eerste Kamerleden Huijbregts-Schiedon, Vlietstra en Lokin-Sassen en de Tweede Kamerleden Van Raak, Elias, Bosma, Biskop, Beertema, Van der Ham, Lucas en Smeets tot lid in de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie;

  • - een, inzake aanwijzing van de Eerste Kamerleden Meurs en Smaling en de Tweede Kamerleden Çörüz, Wilders, Kortenoeven, Ferrier, Dikkers en De Caluwé tot lid van de parlementaire OVSE-Assemblee;

  • - een, inzake aanwijzing van het Tweede Kamerlid Jasper van Dijk tot lid en het Eerste Kamerlid Popken tot plaatsvervangend lid in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa;

  • - een, inzake aanwijzing van het Eerste Kamerlid Machiel de Graaf en de Tweede Kamerleden Ten Broeke en Arib tot lid in de Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblee;

  • - een, inzake aanwijzing van de Eerste Kamerleden Huijbregts-Schiedon, Quik-Schuit, Postema en de Tweede Kamerleden Biskop, Van Bochove, Knops, Van der Veen, Pechtold, Heijnen, Bosman, Dijkhoff, Braakhuis, Albayrak en Straus tot lid en het Eerste Kamerlid Putters en de Tweede Kamerleden Koppejan, Schouw, El Fassed, Ten Broeke, Schaart en Van Nieuwenhuizen-Wijbenga tot plaatsvervangend lid in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

Ik stel voor, deze beschikkingen voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO luchtvaart/consumentenrechten, met als eerste spreker het lid Van Gent (GroenLinks);

  • - het VAO ov-chipkaart, met als eerste spreker het lid Van Gent (GroenLinks);

  • - het VAO waterkwaliteit, met als eerste spreker het lid Grashoff (GroenLinks).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Driessen.

De heer Driessen (PVV):

Voorzitter. Vlak voor het reces kwam de Rekenkamer met een rapport dat een ontluisterend beeld schetst van hoe de rijksoverheid omgaat met subsidies. Het komt erop neer dat er bijna blindelings 6 mld. aan belastinggeld wordt weggegeven. Dit rapport schreeuwt om een debat. Dat zou ik graag voeren met de minister van Financiën.

De heer Harbers (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie is het met de heer Driessen eens dat wij politiek indringend aandacht moeten besteden aan dit rapport. Ik vind alleen de vraag om een debat erg prematuur. Het rapport is net aangeboden. Wij hebben het nog niet eens in de procedurevergadering van de commissie voor de Rijksuitgaven gehad. Daar staat het volgens mij volgende week geagendeerd. Volgens mij is dat de plek waar wij ons erover kunnen beraden hoe wij dit rapport politiek zullen behandelen.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Harbers.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Voorzitter. Ik sluit me ook aan bij de woorden van de heer Harbers. Dit hoort in de procedurevergadering thuis. Dit is te prematuur.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Wij sluiten ons daar ook bij aan.

De voorzitter:

Ik ga terug naar de heer Driessen. Dit punt staat geagendeerd voor de komende procedurevergadering van de commissie voor de Rijksuitgaven. Daar zou u tot een procedureafspraak kunnen komen. De collega's zijn het daarmee eens.

De heer Driessen (PVV):

Ik ben bang dat er niets anders op zit.

De voorzitter:

Daar hoeft u niet bang voor te zijn. Het maakt alle kans!

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik wil een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aanvragen omdat heel veel jongeren die op een verblijfsvergunning wachten, geen stage kunnen lopen en daardoor ook geen diploma kunnen krijgen.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik weet niet wat de aanleiding voor dit verzoek is, maar wellicht is het gelegen in het feit dat de CDA-fractie, samen met de fracties van de PvdA en GroenLinks, niet zo lang geleden een motie heeft ingediend. Hierover heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vlak voor het reces een brief aan de Kamer gestuurd, die vanmiddag op de agenda van de procedurevergadering staat. Ik wil voorstellen om dit punt daar met elkaar te bespreken, want er is best iets over te zeggen.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dit is een volstrekt idiote situatie. Het zijn allemaal kinderen die hun best doen en mee willen doen, en dan moeten we ze die kans ook geven. Mijn fractie steunt dus dit debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Mijn fractie steunt dit verzoek.

De heer Spekman (PvdA):

Ik steun collega Van Hijum. Ik vind het een volstrekt waardeloze brief. Dat ben ik helemaal eens met mevrouw Koşer Kaya, maar ik steun het voorstel van de heer Van Hijum.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Mijn fractie steunt het debat ook niet. Ik sluit mij aan bij de motivering van de heer Van Hijum. Het kan vanmiddag prima bij de procedurevergadering aan de orde worden gesteld.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Idem dito. Overigens is er wel een reden waarom deze mensen niet direct aan de slag kunnen.

De voorzitter:

Ik constateer dat er geen meerderheid is voor een debat, maar dat uw collega's daar graag met u in de procedurevergadering nadere afspraken over willen maken, mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

We zijn jarenlang met dit onderwerp bezig. Er zijn verschillende moties ingediend, ook eerder. Er zijn schriftelijke vragen gesteld. Ik vind dat het nu opgeschaald moet worden naar de plenaire zaal. We wachten al heel lang. Ook de kinderen wachten lang en die willen een diploma. Dan maar een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat kan. Dat komt op de lijst te staan.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

De spreektijd zal drie minuten per fractie zijn.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Er wordt wat weggepest in Nederland. Homostellen hebben het zwaar te verduren, gewoon om wie ze zijn. Vorige week bleek dat weggepest worden vanwege je afkomst, je kleur, je etniciteit nog veel vaker voorkomt. Dat lijkt mij onacceptabel in een open en vrije samenleving. De PVV-fractie heeft al een belangrijk debat aangevraagd over weggepeste homostellen. Ik verzoek hierbij om dat debat uit te breiden met de cijfers van de Landelijke Branchevereniging van Antidiscriminatiebureaus, waaruit blijkt dat weggepest worden vanwege je afkomst vaak voorkomt in Nederland. Graag wil ik dat in de reeds aangevraagde brief van het kabinet ook een reactie komt op die laatste cijfers. Mocht het kabinet de beschikking hebben over actuelere of andere cijfers, dan wil ik graag dat het die ook in de brief vermeldt. Tot slot wil GroenLinks graag dat het kabinet in die brief aangeeft dat het uitgangspunt van beleid wordt dat niet de mensen die gepest worden, moeten verhuizen, maar de mensen die pesten.

De voorzitter:

De heer Van Klaveren van de PVV-fractie heeft dit debat aangevraagd. Als hij geen bezwaar heeft tegen de toevoegingen, dan kunnen wij ze opnemen.

De heer Van Klaveren (PVV):

Ik heb wel bezwaar. We hebben dit debat aangevraagd om specifiek te spreken over de terreur en de haat tegen homo's. We hebben gezien dat D66 dat totaal onbelangrijk vindt, want zij steunen het debat niet. Nu merken we dat GroenLinks het debat breder wil trekken, maar hiermee laten de "progressieve" partijen zien de ernst niet in te zien. Wij willen specifiek over deze materie spreken. Wij vinden dit te belangrijk om dat weer onder te laten sneeuwen in een algemeen breed debat.

Mevrouw Berndsen (D66):

Ik word aangesproken op het feit dat ik vorige keer het verzoek om een interpellatie niet wilde steunen, maar die ging over een Haagse aangelegenheid. We hebben het nu over een onderzoek dat heeft plaatsgevonden. Ik denk dat het heel goed is dat daar een breed debat over plaatsvindt. Dus steun voor het voorstel van GroenLinks.

De heer Marcouch (PvdA):

Ook van de fractie van de Partij van de Arbeid steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij zijn ook voor een verbreding van het debat, maar dan vragen wij ons af of het niet beter een algemeen overleg zou kunnen zijn in plaats van een spoeddebat hier met spreektijden van drie minuten.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van de heer Dibi.

De heer Van Raak (SP):

Op zich steun. Een breed debat is goed, maar dan steunen wij ook de opmerking dat wij even moeten kijken of wij het in deze zaal doen of in een algemeen overleg, want dat lijkt mij beter dan een spoeddebat over een breed onderwerp.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun en ik zou dan willen voorstellen om de spreektijden wat te verruimen.

De voorzitter:

Dat laatste lukt al helemaal niet gezien de agenda. Eens even kijken hoe wij hier uitkomen. U hebt brede steun, mijnheer Dibi, maar de enige van wie ik op steun had gehoopt, was de vertegenwoordiger van de PVV, want dan was het probleem in een keer opgelost.

De heer Dibi (GroenLinks):

Misschien mag ik daar kort iets over zeggen?

De voorzitter:

Dat mag u.

De heer Dibi (GroenLinks):

De initiatiefnemer heeft het debat aangevraagd en er een meerderheid voor gekregen. Hij moet natuurlijk een belangrijke stem krijgen in het voorstel. Als hij bereid is om er een AO van te maken of het debat plenair te houden, dan wil ik het ook steunen. Het gaat GroenLinks erom dat het niet moet uitmaken waarom je wordt weggepest. Of dat nu op basis van je seksualiteit is of je afkomst, het moet even veel aandacht krijgen in deze Kamer. Ik hoop dat de heer Van Klaveren bereid is om toch in het plenaire debat die ruimte te laten.

De voorzitter:

Ik wil voorkomen dat wij hier een debat gaan voeren. De vraag was hoe het procedureel moest lopen. De heer Van Klaveren mag nu wat zeggen. Ik hoop eigenlijk dat hij, gezien de brede steun die er is, akkoord gaat met de verbreding van het debat, ook in verband met de agendaproblemen.

De heer Van Klaveren (PVV):

Dat ga ik niet. De PVV blijft erbij dat zij dit specifieke onderwerp graag behandeld wil zien. Het gaat ons erom dat dit specifieke punt wordt behandeld en dat het niet ondersneeuwt in een debat over van alles en nog wat. De onderwerpen die de heer Dibi aandraagt, kan hij natuurlijk op een ander moment in de commissie agenderen.

De voorzitter:

De heer Van Klaveren heeft hiertoe het recht, maar het debat gaat gewoon door. De heer Dibi kan een apart dertigledendebat aanvragen.

De heer Dibi (GroenLinks):

Dan doe ik hierbij het verzoek voor een apart dertigledendebat over Nederlanders die op basis van hun afkomst worden weggepest. Voorzitter, u gaat over de orde van de agenda, maar het is eerlijk gezegd wel vrij bizar dat wij een debat hebben over mensen die worden weggepest en dat wij daarin onderscheid maken.

De voorzitter:

Mijnheer Dibi, ik wil geen politieke discussie met u voeren. U hebt brede steun voor uw aanvraag. We zullen dat debat opnemen op de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie.

In verband met de andere door u gestelde vragen zullen we het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Van Raak (SP):

Ik wil dingen niet onnodig ingewikkeld maken, maar mijn steun was voor een verbreding van het debat en niet per se voor een nieuw dertigledendebat.

De voorzitter:

Goed dat u die opmerking maakt, maar er blijft een ruime meerderheid voor een apart debat. Nogmaals, de oorspronkelijke aanvrager heeft het recht om te zeggen wat hij heeft gezegd.

Het woord is aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag een debat aan naar aanleiding van het bericht dat de Algemene Onderwijsbond zich heeft teruggetrokken uit het overleg met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de invoering van het passend onderwijs. De Algemene Onderwijsbond maakt zich ernstig zorgen over de 6000 begeleiders die straks aan de kant komen te staan.

De heer Beertema (PVV):

De PVV-fractie steunt dit verzoek niet. Wij vragen ons af waar dit toe leidt. Als de AOb als volwassen organisatie besluit om niet meer te komen, dan moet zij dat zelf weten. Laat zij maar lekker wegblijven.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Steun van de D66-fractie voor een debat.

Mevrouw Smits (SP):

Steun van de SP voor het verzoek.

De heer Çelik (PvdA):

Ook steun van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Dan hebt u geen meerderheid, mijnheer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Dan maak ik er graag een dertigledendebat van. Ik merk tot slot op dat ik hier niet sta om de positie aan een tafel van welke bond dan ook te verdedigen, maar het gaat om het signaal dat er grote problemen zijn met de borging van expertise. Verder gaat het om deze kinderen. Daarover wil ik graag een debat.

De voorzitter:

Dan wordt het een dertigledendebat met drie minuten spreektijd per fractie. Overigens komt het op een redelijk lange lijst te staan.

De heer Elias (VVD):

Mag ik een beroep doen op de heer Klaver om zijn verzoek om een debat in te trekken? We gaan immers praten over het passend onderwijs. Er ligt een wetsvoorstel. Het komt allemaal langs. Ik zeg dit niet om flauw te doen, maar omdat we dit op een ander moment kunnen bespreken. Het komt er aan.

De voorzitter:

Er is nu echter besloten om dit debat op te nemen op de lijst met nog te houden debatten.

Het woord is aan de heer Slob.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb hier het vergaderschema van onze collega's van de Deutsche Bundestag in de hand. Morgen informeert de Duitse meerderheidsregering het Duitse parlement over de inzet voor de belangrijke Europese top die dezelfde dag zal plaatsvinden. De Duitse regering vraagt het parlement om een duidelijk mandaat voordat mevrouw Merkel naar Brussel zal afreizen. Wij kennen in ons land een minderheidsregering. We hebben afgelopen zaterdag gezien dat de minderheidsregering op cruciale onderdelen onduidelijk en vaag was over de Nederlandse inzet en dat gerichte vragen vanuit het parlement niet werden beantwoord. Het verweer van de minister-president was afgelopen zaterdag dat de minister van Financiën nog aan het onderhandelen was en hij hem niet voor de voeten wilde lopen. Hij zei dat hij de Kamer dan eventueel verkeerd zou kunnen informeren, omdat dingen nogal snel veranderen in zo'n onderhandelingsproces. Die situatie is op dit moment niet aan de orde. Ik kom daarom op voor de positie van het parlement bij een dergelijk groot onderwerp en vraag een debat aan met zowel de minister-president als de minister van Financiën, zodat wij de top van morgen fatsoenlijk kunnen voorbereiden, zoals het hoort. Als we het vandaag zouden doen, vraag ik u om enige creativiteit omdat de minister-president natuurlijk vastzit bij de algemene politieke beschouwingen in de Eerste Kamer. U kennende, zal dat echter wel lukken.

De heer Pechtold (D66):

Ik steun het verzoek van de ChristenUnie. We hebben zaterdag gezien dat het een belangrijk debat was. De aanwezigheid van de minister-president was een belangrijk signaal dat de minderheidsregering het parlement serieus neemt.

Maar misschien moeten we, om de collega's in de Eerste Kamer niet te schofferen, bekijken of we het debat zouden kunnen beginnen met de minister van Financiën. Die was er afgelopen zaterdag niet bij. In de loop van de avond kan de minister-president dan aanhaken. Ik denk namelijk wel dat het van belang is om de conclusies ook in het bijzijn van de minister-president te trekken.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ook namens de GroenLinks-fractie steun voor het terechte verzoek van de heer Slob. Ik sluit me aan bij de suggesties van de heer Pechtold.

De heer Irrgang (SP):

Steun voor het verzoek van de heer Slob.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik steun het verzoek. Ik voeg daaraan toe dat ik het eigenlijk nog belangrijker vind, en misschien moeten we dat ook afspreken, dat wanneer er woensdagavond iets uit de top op komt, we zo snel mogelijk met de Kamer bekijken of we dat parlementair steunen. Ik kan me voorstellen dat we dat bijvoorbeeld aanstaande dinsdag doen. Dan kunnen we er aan de ene kant serieus naar kijken en zitten we er aan de andere kant zo dicht mogelijk op als nuttig en nodig is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Partij voor de Dieren steunt het verzoek van de heer Slob.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ik heb begrip voor het verzoek. Wat de VVD-fractie betreft is de suggestie van de heer Pechtold om te beginnen met de minister van Financiën een goede. Dat zou ook in de vorm van een algemeen overleg kunnen, om de plenaire agenda niet overhoop te gooien. De suggestie van de heer Plasterk om begin volgende week een debat te voeren, vinden wij ook zinnig.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Ook wij steunen het verzoek van de heer Slob. De aanvulling van de heer Pechtold om te starten met een algemeen overleg met de minister van Financiën heeft de voorkeur op dit moment. Het verzoek van de heer Plasterk om na de Eurotop op dinsdag met elkaar in plenair verband te vergaderen, steunen wij ook.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voor de PVV-fractie is het belangrijk dat de minister-president erbij is. Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. Laten we beginnen met een AO met de minister van Financiën. Dan kunnen er ook wat meer detailvragen aan bod komen. Daarna kunnen we het plenair afronden, als dat uitkomt aan de overkant.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Ik steun het verzoek van de heer Slob. Wat mij betreft beginnen we met een AO. Dan kunnen we rustig met de minister van Financiën van gedachten wisselen. Daarna kunnen we het plenair afsluiten.

De heer Slob (ChristenUnie):

Ik dank de collega's voor hun steun. Ik denk dat collega Pechtold een goede suggestie heeft gedaan om eerst met de minister van Financiën te spreken. Daarna kunnen we zo snel als mogelijk en verantwoord is ten opzichte van de Eerste Kamer de minister-president erbij halen en het plenair afsluiten. We moeten namelijk de mogelijkheid hebben om uitspraken voor te leggen. Ik hecht aan een juiste volgordelijkheid. Daarom moet er eerst een ordentelijke voorbereiding van de top plaatsvinden. Als er een uitkomst is van de top, dan zal die hier weer moeten terugkomen. Het lijkt me goed om alvast af te spreken dat we volgende week, mocht er een uitkomst zijn – dat moeten we nog afwachten – daar een stevig debat over zullen voeren.

De voorzitter:

Er is natuurlijk overleg gevoerd met de Eerste Kamer. Daar worden nu de algemene beschouwingen gehouden. Het is echt niet mogelijk om de minister-president daar volledig uit te trekken. We kunnen wel om 16.00 uur een AO houden met de minister van Financiën. In de avondpauze van de Eerste Kamer die ongeveer anderhalf uur duurt, kunnen we hier een VAO houden in de aanwezigheid van de minister-president. Dat maakt dat we niet tot na de afronding van het debat in de Eerste Kamer hoeven te wachten om eventueel tot stemmen over te gaan. Die stemmingen kunnen dan meteen daaropvolgend worden gehouden. Daarmee zouden we het aan het begin van de avond kunnen afronden.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter, ik weet niet of u bewust het woord "VAO" – verslag van een algemeen overleg – gebruikt in plaats van "derde termijn". We hebben afgelopen zaterdag gezien dat er zo maar een termijn aan vast kan worden geknoopt als blijkt dat de regering niet helder is. Een VAO is volgens mij meer een slotstuk waarbij we niet veel mogelijkheden meer hebben. Bovendien kent een VAO beperkte spreektijd. Ik zou liever gewoon een plenaire tweede of derde termijn houden afhankelijk van wat er in het AO gebeurd is.

De voorzitter:

Ik sprak over een VAO omdat de eerste sessie een AO is en het niet ongebruikelijk is om een plenair vervolg een VAO te noemen. Ik begrijp echter de achtergrond van uw vraag. Ik denk dat we daar nu geen lang debat over moeten voeren. Als we het op deze manier geregeld krijgen dan passen we onze planning van de vergadering zo aan dat we het in de avondpauze van de Eerste Kamer hier plenair kunnen afronden.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik heb voor de goede orde nog een opmerking. We kunnen niet uitsluiten dat er daarna nog stemmingen zullen zijn.

De voorzitter:

Dat heb ik zojuist ook gezegd. Ik ga ervan uit dat het debat wordt afgerond met stemmingen en dat we die meteen aan het begin van de avond houden om te voorkomen dat iedereen tot het eind van de avond moet wachten.

De heer Slob (ChristenUnie):

Dat lijkt mij een goede route. Het enige waarop we nu nog moeten wachten zijn echte antwoorden op onze vragen, maar daarvoor zijn we afhankelijk van de regering. Dat zal dus de komende uren moeten blijken.

De voorzitter:

Ja, een dergelijke toezegging kan ik u inderdaad niet doen.

Het woord is aan mevrouw Jacobi.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

In het mondelinge vragenuur hebben we kort stilgestaan bij de affaire rond de Hedwigepolder. De staatssecretaris heeft toegezegd dat hij met Europa gaat praten. Maar voordat hij dat doet, wil ik graag dat hij in een debat met de Tweede Kamer ingaat op de voorstellen die hij naar Europa brengt.

De voorzitter:

Is dat een mededeling?

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Nee, een verzoek tot een dertigledendebat, zoals ook op uw papier staat.

De voorzitter:

Ik kijk even of dit gesteund wordt.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Wij steunen dit verzoek. Ik kan me voorstellen dat de CDA- en VVD-fractie ook willen weten wat de staatssecretaris in Brussel gaat weggeven voordat hij dat daadwerkelijk doet.

We willen dus eerst een brief van hem. Ik zou daarin ook informatie willen over hoe de onderhandelingen lopen met de Belgen over het geld dat zij moeten bijdragen aan het realiseren van de plannen.

Mevrouw Lodders (VVD):

Tijdens het vragenuur heeft de staatssecretaris zowel de brief van de Europese Commissie als een toelichting van hemzelf toegezegd. De VVD-fractie wil die brief graag afwachten. Wij geven op voorhand geen steun aan een dertigledendebat.

De heer Koppejan (CDA):

Ook mijn fractie steunt het dertigledendebat niet. Wij willen eerst die brief weleens lezen. Daarnaast houden wij de staatssecretaris onverkort aan zijn toezegging dat de Hedwigepolder droog blijft.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Als er niet voldoende steun zou zijn voor een debat, dan stel ik voor dat we een spoed-AO houden waarin wij het voorstel van de VVD volgen dat we de brief van de regering daar onmiddellijk bij betrekken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Mij lijkt het van belang dat we daar spoedig over spreken. Als dat hier niet kan, dan graag in een spoed-AO. Wij steunen dat. Ik zou wel van de staatssecretaris een analyse willen hebben van de soorten die afhankelijk zijn van dit estuarium, onder andere de scholekster, en met uitsterven worden bedreigd. Het duurt nu al zeventien jaar voordat het natuurherstel is gerealiseerd. Ik ontvang graag een analyse van de staatssecretaris hoe het staat met de biodiversiteit en welke gevaren de natuur loopt met dit getalm.

De heer De Mos (PVV):

Scholekster of niet, de PVV steunt het verzoek zeker niet. Wij wachten gewoon de brief van de staatssecretaris af. We hebben volop vertrouwen dat het helemaal goed komt met de Hedwigepolder.

De heer Van Gerven (SP):

De SP-fractie pleit er om praktische redenen voor om snel een AO te plannen. Dat is het meest praktisch en voldoet ook aan de wensen van de meeste fracties.

De voorzitter:

Mevrouw Jacobi, u hebt steun voor een dertigledendebat. Ik ga niet over AO's, maar de lijst met dertigledendebatten is zo groot dat ik mij kan voorstellen dat u via de route van de commissie eerder een AO te pakken hebt dan een dertigledendebat.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Het is belangrijk dat we eerst de onderzoeksresultaten hebben. Een AO geeft meer mogelijkheden tot een langere spreektijd en tot zorgvuldigheid. Ik ben daartoe bereid, maar ik laat het verzoek staan omdat ik nog niet weet hoe het verder afloopt.

De voorzitter:

Ik zal het dertigledendebat voorlopig op de lijst opnemen. Ik ga ervan uit dat u het aan de orde stelt in de commissie. Ik zal dit deel van het stenogram doorgeleiden aan de staatssecretaris, zodat hij weet hoe de gevoelens op dit onderwerp zijn.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Mede namens de PVV-fractie vraag ik een VAO aan over het elektronisch patiëntendossier. Er is een algemeen overleg geweest op 6 oktober, maar er zijn nieuwe ontwikkelingen. Die vereisen volgens de SP- en de PVV-fractie een VAO deze week, waarbij de stemmingen over de moties volgende week dinsdag zouden kunnen plaatsvinden.

De heer Omtzigt (CDA):

Het betreffende AO is nog niet eens afgerond. Dat zal pas over twee weken gebeuren, want dan is het vervolg van het overleg. Daarvoor zou er een brief van de minister komen. Ik vraag de minister om met spoed een brief te sturen over het IGZ-rapport waar de heer Van Gerven naar verwijst. Ik vraag haar om in die brief in te gaan op de volgende vragen. Bestaat er voldoende steun voor het voorstel van de sector en Nictiz? Welke wetswijzigingen worden er gepland? Wie dwingt een uniform systeem af? Iedereen heeft immers een eigen systeem en zegt dat de rest dat moet volgen. En waar is de patiënt in dit verband gebleven? Tot nu toe gaan alleen de IGZ, de artsen en de apothekers erover, maar zijn de patiënten weggelaten. Wij ontvangen die brief graag morgen. Daarna kunnen we bekijken of het beter is om een VAO te houden dan wel om zo snel mogelijk het vervolg van het AO te plannen. Zonder meer informatie is het toch een beetje lastig om moties in te dienen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij steunen het verzoek om een snelle brief. Daarna kunnen we het VAO houden.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

Ook wij ontvangen eerst graag een brief waarin wordt ingegaan op de ontwikkelingen van 4 november. Daarna kunnen we het VAO houden.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voor D66 geldt hetzelfde: eerst een brief en dan verder kijken.

De voorzitter:

Laten we afspreken dat wij dit doorgeleiden met de afspraak dat wij morgen voor 12.00 uur de brief ontvangen. Wij houden dan in de planning rekening met een VAO dat nog donderdag plaatsvindt. Dinsdag kan vervolgens worden gestemd. Dan is de zaak rond voor 4 november, een datum die kennelijk nogal van belang is.

De heer Van Gerven (SP):

Akkoord.

De voorzitter:

Dan doen we het zo.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De palmolie die de regering duurzaam wil noemen in het kader van het Initiatief Duurzame Handel blijkt in de praktijk te zorgen voor grove mensenrechtenschendingen, verlies van tropisch regenwoud en illegaal gebruik van gif. Daarom wil ik, mede namens de fractie van de Partij van de Arbeid, een dertigledendebat aanvragen met de staatssecretaris die hiervoor verantwoordelijk is, te weten de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

De heer Paulus Jansen (SP):

Er is al een meerderheid voor dit verzoek. Ik wil echter suggereren om dit onderwerp te betrekken bij een al gepland algemeen overleg over duurzaam inkopen en daar dan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie bij uit te nodigen; dan heeft mevrouw Ouwehand op veel kortere termijn wat zij graag wil.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik steun de aanvraag voor een debat over dit onderwerp. Laten wij kijken waar wij dit zo snel mogelijk in een heel drukke agenda kunnen inpassen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik spreek ook mijn steun uit om dit inhoudelijk zeer belangrijke onderwerp te bespreken. Ik sluit mij aan bij het voorstel van de heer Jansen om na te gaan of dit niet veel sneller aan de orde kan komen door het toe te voegen aan een AO, maar dan moet de tijd ook iets langer zijn.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Het is een belangrijk onderwerp, maar de CDA-fractie zou graag eerst een brief van de minister hierover zien.

De heer Leegte (VVD):

Ook de VVD-fractie wil graag eerst een brief. Daarna kunnen wij verder kijken.

De voorzitter:

Er is voldoende steun voor een dertigledendebat. Wij zullen het opnemen in de lijst, maar de leden zullen begrijpen dat de lijst steeds langer wordt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat begrijp ik. Mag ik nog even reageren op de gemaakte opmerkingen? Ik ontvang ook graag een brief naar aanleiding van de uitzending van ZEMBLA. Ik ben zeker bereid om te onderzoeken of wij het onderwerp in een AO kunnen agenderen, maar ook in de commissies is het lang niet gemakkelijk om nog een debat te agenderen. Ik zal nagaan of het in een AO kan. Als dit mogelijk is, zal ik u laten weten dat het van de lijst kan. Ik dank de betreffende leden voor hun steun voor een debat.

De voorzitter:

Dit lijkt mij een goede afspraak. Ik leid dit deel van het stenogram door naar het kabinet om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar komt. De spreektijd voor het debat is drie minuten per fractie.

Wij gaan nu over tot de stemmingen.

Naar boven