10 Telecommunicatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 mei 2011 over telecommunicatie.

De voorzitter:

Ik heet de minister van ELI van harte welkom. Ik heb begrepen dat u allen vers uit het AO komt. We hoeven dus niet tot in alle details over te doen wat u zojuist hebt besproken. Dat is allemaal genotuleerd en opgeschreven. We kunnen het dus kort en puntig houden.

Mevrouw Verburg (CDA):

Voorzitter. U hebt volstrekt gelijk: wij komen vers uit het algemeen overleg. Dat betekent dat ik weinig toelichting nodig heb. Ik heb drie moties. De eerste motie gaat over de veiling in het 800 MHz-spectrum.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het 800 MHz-spectrum een belangrijke rol speelt in het aanbieden van mobiele communicatiediensten, juist ook aan burgers en bedrijven in het landelijk gebied;

van mening dat daarbij de landelijke dekkingsgraadverplichting van 15% na vijf jaar aan herziening toe is;

verzoekt de regering, de dekkingsgraad voor alle spelers in het 800 MHz-spectrum te verzwaren naar 40% na vijf jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verburg en Schaart. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 273 (24095).

Mevrouw Verburg (CDA):

Ik heb nog een motie over de veiling en die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat meer concurrentie op de markt voor mobiele communicatie gewenst is voor innovatie, tarieven en kwaliteit van dienstverlening;

van mening dat er ruimte in het 800 MHz-spectrum gemaakt dient te worden voor nieuwkomers zonder dat een van de bestaande aanbieders hoeft te verdwijnen;

verzoekt de regering, de veilingregeling van kavels in het gereserveerde 800 MHz-spectrum zodanig aan te passen dat, als er twee of meer nieuwkomers meedoen, twee nieuwkomers elk een blok van 2x5 MHz kunnen verwerven, zonder dat een van de bestaande aanbieders hoeft te verdwijnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verburg en Schaart. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 274 (24095).

Mevrouw Verburg (CDA):

De laatste motie gaat over het bereik van nationale radiozenders in delen van Nederland. Wij hebben zojuist het probleem in het noorden van het land opgelost, waarvoor hulde en dank. Het probleem van Zeeland is daarmee nog niet opgelost. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat nationale radiozenders overal in Nederland ontvangen moeten kunnen worden;

overwegende dat dit nu niet het geval is in Zeeland;

van mening dat een simpele verplaatsing van de zendmast dit probleem kan oplossen;

verzoekt de regering, zo nodig gebruik te maken van de discretionaire bevoegdheid om bereikproblemen voor Radio 2 te doen oplossen door verplaatsing van de zendmast, waarbij de kosten door betrokken ondernemers worden gedragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verburg en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 275 (24095).

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. We hebben zojuist in het AO hoofdzakelijk gesproken over de verdeling van frequenties voor mobiel internet. Eigenlijk hebben wij daarbij geconstateerd dat we met de minister misschien niet meer van mening verschillen over het principe dat het wenselijk zou zijn om twee nieuwkomers te accommoderen, maar wel over de mate waarin dit zou moeten gebeuren. Mijn persoonlijke overtuiging is dat je daarvoor het beste niet alleen 2x10 MHz in de 800 MHz-band vrij kunt maken maar ook dezelfde hoeveelheid in de 900 MHz-band. Dat geeft volgens mij de beste garantie dat twee nieuwkomers de markt zullen betreden. Zij krijgen daarbij een flink steuntje in de rug. Ik denk dat dat de beste weg zou zijn. Ik heb moeten constateren dat daarvoor op dit moment geen meerderheid in de Kamer bestaat. Mede namens mij zal de heer Verhoeven daarom straks een motie indienen die een alternatief biedt: zij reserveert iets minder ruimte maar wel meer dan wat de minister wil.

Ik heb nog wel een andere motie. In het algemeen overleg ging het er ook over dat je moet voorkomen dat de frequentieruimte wordt gebruikt met het doel om te speculeren. Bijvoorbeeld door de frequentieruimte na vijf jaar door te verkopen aan een andere partij die al spectrum heeft, waardoor de markt alsnog uit minder partijen gaat bestaan. Die motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering de veiling van frequenties in de 800 MHz- en de 900 MHz-band wil benutten om de mate van concurrentie op de markt voor mobiele dienstenaanbieders te vergroten;

overwegende dat alleen duurzaam van meer concurrentie sprake zal zijn indien gedurende de looptijd van de uit te geven frequentielicenties geen consolidatie optreedt van marktpartijen die in bezit zijn of komen van spectrum;

verzoekt de regering, in de voorwaarden van de veiling op te nemen dat verworven spectrum gedurende de gehele looptijd van de licentie niet mag worden doorverkocht aan andere eigenaren van het spectrum en dat bij eventuele consolidatie van marktpartijen het spectrum van een van beide partijen moet worden teruggegeven zodat het kabinet kan beslissen het spectrum opnieuw te veilen, en op dat moment kan besluiten of het spectrum in handen mag komen van een van de bestaande marktpartijen met spectrum,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Dam en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 276 (24095).

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik heb één enkele motie. Die gaat over een niet gekregen toezegging van de minister om de Kamer tijdig te informeren over de stand van zaken bij het opengaan van de kabelmarkt; een dossier waarmee wij al heel lang bezig zijn. Ik leg het bij dezen maar even in een VAO neer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds lange tijd een ruime meerderheid in de Kamer concurrentie op de kabel wenselijk vindt;

verzoekt de regering, de Kamer voor het einde van het zomerreces 2011 te informeren over de stand van zaken ten aanzien van de opening van de kabel voor concurrentie en de consultatie naar aanleiding van het nieuwe besluit van de OPTA dat voor 23 juni 2011 wordt verwacht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 277 (24095).

De heer Van Bemmel (PVV):

Voorzitter. Er is al heel veel gezegd. Ja, de PVV is een warm voorstander van nieuwkomers op de markt. Een aantal moties van collega's die toetreding makkelijker maken, zullen wij dan ook steunen. Ja, wij zijn voor een uitrolverplichting. En ja, wij zijn blij met de toezeggingen van de minister aangaande mijn mondelinge vraag gisteren over het privacyonderzoek. Wij zijn ook blij met de toezegging van de minister aangaande de storingsproblematiek.

Wij houden zorgen over het Agentschap Telecom. De minister heeft er wel iets over gezegd, maar het werd me toch niet helemaal duidelijk. Vandaar dat ik toch de volgende motie indien. Mocht het de komende dagen toch duidelijker worden, dan ik altijd beslissen om haar aan te houden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er vanuit de markt, waaronder in ieder geval de publieke en commerciële omroepen alsook de zenderoperators, een enorme hoeveelheid klachten aangaande de rol van Agentschap Telecom binnenkomt;

overwegende dat het van groot belang is dat Agentschap Telecom zich marktgericht gaat opstellen;

overwegende dat Agentschap Telecom vanwege zijn houding en gedrag de publieke en commerciële radiostations opzadelt met onnodige kosten die oplopen tot miljoenen euro's;

verzoekt de regering, te komen tot een dialoog met de relevante marktpartijen en naar aanleiding daarvan uiterlijk eind september 2011 te komen met concrete verbeteringen ten aanzien van het functioneren van Agentschap Telecom waarbij het doel moet zijn dat er veel meer vanuit een marktgerichte dan vanuit een juridische rol wordt gehandeld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Bemmel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 278 (24095).

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Het was de tweede termijn van een AO en het was een heel ingewikkeld debat. We hebben gesproken over een aantal varianten om de veiling van de nieuwe telecomfrequenties op de 800 MHz-band zo goed mogelijk te doen. Het afwegen van een aantal belangen is nodig om tot de beste balans te komen. Mijn fractie steunt niet het voorstel van de regering om twee nieuwkomers met slechts 2x5 MHz toe te staan. Wij denken dat beide dan met te weinig worden afgescheept om een serieuze kans op de markt te maken. Wij hebben daarvoor een alternatief gevonden, dat ik als volgt heb verwoord in mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de OPTA heeft gesignaleerd dat op de mobiele telecommunicatiemarkt het risico bestaat van stilzwijgende coördinatie van marktgedrag, met als dreigend gevolg collectieve aanmerkelijke marktmacht, en daarom adviseert het frequentiebeleid zo in te richten dat toetreding van potentiële nieuwkomers mogelijk is;

overwegende dat de minister in het veilingvoorstel voor de 800 MHz-frequenties via een reservering van in totaal 2x10 MHz onvoldoende ruimte creëert voor twee kansrijke nieuwkomers;

verzoekt de regering, bij de aanstaande veiling van de 800 MHz-frequenties niet 2x10 MHz maar 2x15 MHz vrij te maken voor nieuwkomers, met een maximum van 10 MHz per partij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verhoeven en Van Dam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 279 (24095).

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb zonet een vraag gesteld over de clausulering van het kavel A8. De achterliggende reden van mijn vraag was eigenlijk dat clausulering een beetje uit de tijd lijkt. Je kunt alles kiezen, of je kiest niets. Je kunt er ook voor kiezen om alleen heel weinig clausules te maken, waarin je bepaalde specifieke doelen wel reserveert, zoals diversiteitszenders als FunX of Kink FM, en dat gebeurt nu juist niet.

Om die reden dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de clausulering van het kavel A8 beperkt is tot jazz/klassiek;

van mening dat een pluriform en eigentijds radiostelsel van belang is;

van mening dat naast oldies, nieuws, bijzondere muziek, Europese muziek, Nederlandstalig, jazz en/of klassiek bijvoorbeeld urban ontbreekt;

verzoekt de regering, het besluit aangaande de clausulering van het kavel A8 in te trekken en een nieuw besluit te nemen waarbij de clausulering uitgebreid wordt met de stijlen urban en alternative,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 280 (24095).

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Een heikel punt voor GroenLinks is de netneutraliteit. Wij zien op dit moment een beweging die de opmaat vormt naar het voor het eerst doorbreken van netneutraliteit. Het zou een minister van ELI, waarbij de I voor Innovatie staat, toch sieren als onder ogen wordt gezien dat de telecomaanbieders alleen nog hun oude verdienmodellen proberen te handhaven, terwijl die de facto al zijn achterhaald. Twee derde van het inkomen wordt gegenereerd uit digitaal transport en niet meer uit de oude spraakdiensten. Dat is de waarheid der dingen. Dit betekent dat de telecommarkt zich langzaam ontwikkelt tot een mobiele isp-markt.

De voorzitter:

En dat schreeuwt om een motie.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Dat schreeuwt om een motie. Omdat dit begrip nog niet helemaal tot de minister is doorgedrongen, ga ik hem ongelooflijk helpen.

De motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel KPN als Vodafone aangekondigd heeft de netneutraliteit te doorbreken door bepaalde diensten zwaarder te gaan belasten of blokkeren;

overwegende dat hiermee innovaties op het gebied van nieuwe communicatiemiddelen op internet worden geblokkeerd;

constaterende dat bepaalde soorten datagebruik weliswaar meer belasting opleveren voor het netwerk, maar dat ook te belasten valt op basis van de mate van datagebruik;

concluderende dat er voor telecomaanbieders daarmee geen reden is om bepaalde diensten extra te belasten of te blokkeren;

verzoekt de regering, in de telecommunicatiewet op te nemen dat telecomaanbieders niet op basis van het soort gebruik van dataverkeer mogen differentiëren en daarmee netneutraliteit te garanderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Braakhuis, Gesthuizen en Van Dam. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 281 (24095).

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik dank de Kamer. Gezien de hoeveelheid moties zou je bijna denken dat wij tijdens het algemeen overleg een enorme clash hebben gehad en dat er een totaal verschil van mening tussen de Kamer en de regering bestond. Ter geruststelling kan ik zeggen dat dit niet het geval is.

Desalniettemin is er een grote hoeveelheid moties ingediend. De verschillende standpunten lopen behoorlijk uiteen, niet zozeer tussen regering en Kamer als wel tussen de Kamerleden onderling. Tijdens het algemeen overleg heb ik met name bekeken of wij op basis van de verschillende standpunten een modus zouden kunnen vinden. Helaas is dat niet gelukt. Derhalve is men weer teruggevallen op de oorspronkelijke posities. Dit lokt natuurlijk uit om ook van mijn kant terug te vallen op de oorspronkelijke positie.

Dan kom ik op de moties. Allereerst is dat de motie op stuk nr. 273 van mevrouw Verburg en mevrouw Schaart over de dekkingsgraad. Ik heb tijdens het algemeen overleg al gezegd dat ik bereid ben om bij wijze van compromis te bekijken of ik de dekkingsgraad kan verhogen tot 30% in vijf jaar, maar dat ik niet bereid ben om naar 40% in vijf jaar te gaan. Derhalve ontraad ik deze motie. Overigens is er geen motie waarin gevraagd wordt om de dekkingsgraad te verhogen tot 30% in vijf jaar. Derhalve blijft de bestaande 15% overeind, omdat hier geen uitspraak over is gedaan. Deze motie moet ik ontraden, gelet op mijn argumentatie in het algemeen overleg.

Vervolgens kom ik op de motie op stuk nr. 274 van mevrouw Verburg en mevrouw Schaart met betrekking tot het aanpassen van de veilingregeling, zodat twee nieuwkomers elk een blok van 2x5 MHz kunnen verwerven. Ook dit heb ik op een gegeven moment als compromis voorgesteld. Ik vond mijn eigen voorstel beter. Derhalve laat ik het oordeel over de motie aan de Kamer. Ik heb namelijk gezegd dat als hierover tijdens het algemeen overleg geen overeenstemming zou kunnen worden bereikt, ik mijn oorspronkelijke voorstel zou handhaven, zoals ik dat aan de Kamer heb meegedeeld. Ik wacht de uitkomst van de stemming af.

Ik kom op de motie op stuk nr. 275 van mevrouw Verburg en de heer Verhoeven over Zeeland. Ik heb sympathie voor de motie, maar ze kan niet worden uitgevoerd. Ik kan beide indieners verzekeren dat ik deze motie ontraad en zelfs als zij aanvaard zou worden niet kan uitvoeren, omdat dit een schending van het Verdrag van Genève uit 1984 zou betekenen. De Kamer mag veel, maar zij mag de minister niet oproepen tot het schenden van een verdrag. Ik ben wel bereid om nogmaals met de Belgische autoriteiten te overleggen om ertoe te komen dat zij ermee instemmen om de mast te verplaatsen om een betere ontvangst van Radio 2 in Zeeland mogelijk te maken. Als de Belgen echter blijven bij hun afwijzing, dan houd ik mij uiteraard aan het Verdrag van Genève en zal ik niet eenzijdig overgaan tot het schenden van het verdrag en het verplaatsen van de zendmast. Als ik de motie mag lezen als een verzoek om conform de bepalingen van het verdrag al het mogelijke te doen om de verplaatsing van die mast met instemming van de Belgen te bewerkstelligen, dan ben ik daartoe bereid. Ik zou namelijk net als de indieners van de motie een nog betere ontvangst van Radio 2 over het hele land willen garanderen.

Mevrouw Verburg (CDA):

Als onder "alles doen" ook overleg met juristen die er anders tegen aankijken geschaard kan worden, dan zouden wij daar erg blij mee zijn.

Minister Verhagen:

Dat heb ik eerder ook al gedaan, maar ik vind het geen enkel probleem om dit nog eens te doen.

Ik ga verder met de motie-Van Dam/Verhoeven op stuk nr. 276. Ik zie eveneens de noodzaak om te voorkomen dat frequenties eventjes gekocht worden voor speculatie en dat zij daarna worden doorverkocht. De leden Van Dam en Verhoeven pleiten in hun motie eigenlijk voor een soort doorverkoopverbod. De indieners zijn in de motie vrij creatief in vergelijking met hun bijdrage in de voorgaande debatten, aangezien deels tegemoet gekomen wordt aan het bezwaar dat ik tegen zo'n doorverkoopverbod had. Als een partij in de tussentijd failliet zou gaan, zou een frequentie niet meer beschikbaar zijn. Daaraan komen de leden in hun motie nu min of meer tegemoet. Als een frequentie binnen vijf jaar teruggegeven wordt, gaat deze terug naar de overheid en kan zij deze in principe veilen. Een termijn van vijf jaar levert wel weer een extra drempel voor nieuwkomers op. Het voornaamste bezwaar, namelijk dat een deel van het spectrum niet meer beschikbaar zou zijn doordat je het niet aan een bestaande partij zou kunnen aanbieden, wordt deels ondervangen doordat het aangeboden wordt voor veiling. Ik laat het oordeel over deze motie daarom over aan de Kamer. Er staat op mijn briefje dat ik de motie zou moeten ontraden, maar ik ben vandaag maar eens vriendelijk. Ik wil de toegeeflijkheid van de heer Van Dam en de heer Verhoeven namelijk best serieus meewegen, maar alleen als de Kamer daar ook zo over denkt. Anders houden we gewoon vast aan het bestaande beleid.

Ik kom te spreken over de motie-Gesthuizen op stuk nr. 277 over de opening van de kabel. Zij vindt het noodzakelijk dat de Kamer daar niet alleen bij betrokken is, maar dat zij ook op de hoogte wordt gesteld van het verder openbreken van de kabel. Net als mevrouw Gesthuizen vind ik concurrentie op de televisiemarkt erg belangrijk. Ik voer gesprekken met bedrijven om ze ervan te overtuigen dat ze vrijwillig samenwerken. Ik hoop dat dit nog lukt voordat de OPTA met haar besluiten komt. De OPTA is nu bezig met de marktanalyses van de televisiemarkt en heeft aangekondigd marktbesluiten eind juni te publiceren. Ik zal de Kamer meteen daarna informeren over mijn bevindingen en over de gesprekken die ik dan gevoerd heb. Voor het zomerreces zal ik de Kamer op de hoogte stellen zoals in de motie ook gevraagd wordt. Ik zie de motie dus als ondersteuning van beleid.

Dan kom ik op de motie-Van Bemmel op stuk nr. 278 over het Agentschap Telecom waarin ook het verzoek wordt gedaan een dialoog met de marktpartijen te starten en de Kamer eind september van de resultaten daarvan op de hoogte te stellen. Ik heb in het algemeen overleg toegezegd dat ik de mogelijkheid van een mediator wil bekijken. Ik zie deze motie daarom als ondersteuning van beleid en ik laat het oordeel erover aan de Kamer over.

De motie-Verhoeven/Van Dam op stuk nr. 279 gaat over de beschikbaarstelling van de 2x15 MHz in plaats van de 2x10 MHz. Hiervoor geldt dezelfde argumentatie als voor de motie van mevrouw Verburg en mevrouw Schaart. Ik ontraad deze motie omdat ik mijn oorspronkelijke voorstel meer recht vindt doen aan de uitgangspunten die Kamerbreed worden gedeeld.

De motie van de heer Braakhuis op stuk nr. 280 gaat over de clausulering voor kavel A8. Ik vind het op zich wel aardig dat hij nu ineens te hoop loopt tegen de clausulering. Het denken staat natuurlijk nooit stil. Ik herinner me dat de Kamer jaren terug, toen ik ten tijde van de eerste veilingen nog Kamerlid en woordvoerder op dit terrein was, geëist heeft dat de huidige clausulering opgenomen werd. Voortschrijdend inzicht kan zich natuurlijk altijd voordoen. Ik heb heel nauw samengewerkt met de Kamer en met mijn collega van OCW. De keuze voor het verlengings- en digitaliseringsbeleid impliceert dat de bestaande clausuleringen ongewijzigd blijven, dus ook de clausulering jazz/klassiek voor kavel A8 die toen als een wens van de Kamer bijna unaniem is geformuleerd. Een clausulering voor urban is heel mooi, maar is daarmee niet aan de orde. Wel kan het bedrijf dat de vrije vergunning op A7 verwerft, die gebruiken om muziek in dit genre uit te zenden. Als dat binnen zijn businessmodel past, staat het de exploitant vrij om urban uit te gaan zenden. Het is zelfs zo dat voor de twee landelijke commerciële vergunningen, waaronder die op A8 valt, de formele aanvraagprocedure al gestart is. Tussentijds kun je natuurlijk niet meer gaan wijzigen. Dan zouden we echt de poppen aan het dansen hebben; al dan niet op urban music.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Het gaat om urban en alternative. De huidige clausulering laat iets na wat we hiermee wel willen realiseren, namelijk het toegang bieden aan een paar kleine spelers. Mijn fractie vind het belangrijk dat zij zich een laagdrempelige toegang tot deze commerciële markt kunnen verwerven.

Minister Verhagen:

Ik heb geschetst hoe wij gekomen zijn tot deze clausulering, waarbij ik gewezen heb op het verleden en het overleg met OCW. Ik ontraad deze motie omdat je op dit punt juist enige zekerheid moet bieden.

De motie op stuk nr. 281 is ingediend door de heer Braakhuis, mevrouw Gesthuizen en de heer Van Dam. Wij zijn het echt absoluut erover eens dat het niet zo kan zijn dat er geblokkeerd wordt. Het moet niet zo zijn dat je bij een bepaalde operator een abonnement kunt krijgen waarbij het mogelijk is dat je bepaalde diensten niet krijgt. Differentiatie in verschillende abonnementen vind ik juist een vergroting van de mogelijkheden voor de consument, als men daar maar transparant over is. Dit doet namelijk recht aan de individuele voorkeur van de consument. Wij zijn bovendien met transparantie-eisen gekomen en met mogelijkheden om in te grijpen omdat het voor de klant volstrekt duidelijk moet zijn wat er aangeboden wordt en wat niet, voordat hij het abonnement neemt. Verder moet een tussentijdse verandering van de voorwaarden helder gecommuniceerd worden. Het moet de cliënt dan vrijstaan om het abonnement te beëindigen en om kosteloos over te stappen op een ander abonnement of een andere provider.

Ik ben het dus absoluut met de indieners eens dat de consumenten in Nederland de mogelijkheid moeten hebben tot toegang, maar het is hun eigen keuze of zij daarvan gebruikmaken en welk abonnement zij nemen. De indieners nemen echter in hun motie dwingend op dat je ook niet in de tarifering – dat is namelijk de consequentie van de motie – mag differentiëren. Derhalve moet ik de aanname van de motie ten zeerste ontraden. Anders krijgen wij namelijk een situatie waarin mensen meebetalen voor diensten waaraan zij helemaal geen behoefte hebben of waarvan zij geen gebruikmaken. Ik vind het dus juist terecht dat er gedifferentieerd kan worden. Er moet concurrentie zijn. Er moet transparantie zijn. Voor de consument moet er bovendien keuzevrijheid zijn. Dat alles hoort doorslaggevend te zijn. Ik vind het echter onwenselijk als iemand die totaal geen behoefte heeft aan bepaalde diensten en dus een abonnement wenselijk vindt waarin die niet zitten, als consequentie van de motie mee moet betalen voor deze diensten waaraan hij geen behoefte heeft. Derhalve ontraad ik dus de aanname van deze motie en hiermee ben ik aan het eind van mijn beantwoording gekomen.

De voorzitter:

Ik dank de minister van ELI voor zijn bijdrage aan het ingelaste VAO Telecommunicatie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij stemmen morgen na het middaguur over de tijdens dit VAO ingediende moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven