4 Jaarverslagen 2010

Aan de orde is de aanbieding door de minister van Financiën van de jaarverslagen en de slotwetten over het jaar 2010 en de aanbieding door de president van de Algemene Rekenkamer van de rapporten bij de jaarverslagen.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Financiën en de president van de Algemene Rekenkamer van harte welkom, net als de leden van het college van de Algemene Rekenkamer: de heer De Jong en de heer Vendrik. Ook heet ik de heer Tuitt van harte welkom. Hij is voorzitter van het college van Sint-Maarten. Fijn dat u er allemaal bent. Dat geldt ook voor de anderen die vandaag te gast zijn bij de Kamer.

Ik geef eerst het woord aan de minister van Financiën.

Minister De Jager:

Voorzitter. Verantwoordingsdag, vandaag voor de elfde keer, is traditioneel het moment van de feiten en de cijfers. Het draait op deze dag niet om gewenste toekomstbeelden, maar om de harde gegevens van het jaar dat achter ons ligt. Toch gaat het vandaag om veel meer dan de kale getallen alleen. Voor mij voert bij deze terugblik de gezamenlijke politieke wil om Nederland er weer bovenop te krijgen de boventoon. Dat is de rode draad.

Ik wil niet te vroeg juichen, maar ik durf toch de wapenspreuk van mijn Zeeuwse geboortegrond, luctor et emergo, te gebruiken ten aanzien van de Nederlandse economie in 2010. Er is flink strijd geleverd om de financiële en economische crisis te bedwingen. Terugkijkend kunnen wij concluderen dat wij de goede weg zijn ingeslagen. Wij zijn er echter nog lang niet.

Uit het financieel jaarverslag van het Rijk over 2010 blijkt: wij worstelen en komen langzaam boven. 2010 was een postcrisisjaar. Bij voorbaat stond al vast dat er veel ongewis was over hoe het zou gaan. Daarvoor speelden er te veel factoren mee, waar wij maar weinig grip op hadden en hebben. Denk aan het vertrouwen op de financiële markten of de ontwikkeling van de wereldhandel. Een ding was wel duidelijk toen mijn voorganger in 2009 de Miljoenennota 2010 presenteerde: de extra investeringen, de extra werkloosheidsuitkeringen en de teruglopende belastinginkomsten zouden wij gaan voelen in de schatkist. In 2009 was ons bruto binnenlands product met bijna 4% gekrompen, waar wij normaal gesproken uitgaan van groei. Er waren dus grote stappen te zetten op de weg naar boven.

2010 was zowel in financieel als in politiek opzicht een zeer turbulent jaar. Dat heeft ons er niet van weerhouden een stevig begin te maken met het op orde brengen van de overheidsfinanciën. In de nacht van 19 op 20 februari 2010 viel het vorige kabinet. De Kamer en het demissionaire kabinet waren het erover eens dat ze het zich niet konden veroorloven om achterover leunend te wachten op een nieuw kabinet. Dat had in de economisch kwetsbare situatie van dat moment mogelijk desastreuze gevolgen. De crisis vroeg om een antwoord.

Vorig jaar hebben wij gericht 2,9 mld. uitgegeven om de economie weer de goede richting op te krijgen. In mei 2010 sloeg de schuldencrisis over op Europa. Dat was de aanleiding voor een tijdelijk noodfonds en strengere begrotingsregels voor de eurolanden. Terwijl de besprekingen over een nieuw kabinet volop in gang waren, kwam het demissionaire kabinet met een pakket van 3,2 mld. aan besparingen. Het huidige kabinet, dat op 14 oktober aantrad, nam dit pakket geheel over en breide het tot een totaal van 18 mld. structureel aan tekortreducerende maatregelen.

De economie krabbelde voorzichtig op. De groei in 2010 was 1,8% van het bruto binnenlands product, terwijl wij in de Miljoenennota nog uitgingen van groei noch krimp. Die meevaller komt vooral op het conto van het snelle herstel van de export als gevolg van de oplevende wereldhandel. Dat is een bemoedigende ontwikkeling. Toch is er nog geen reden om te juichen. Door de enorme krimp in 2009 van 3,9% zijn wij een groot stuk van onze welvaart kwijtgeraakt. Ook in 2010 zaten wij nog onder het productieniveau van voor de crisis. Zoals bekend, heeft dat ook grote gevolgen voor de overheidsfinanciën. Terwijl de uitgaven flink zijn gestegen ten opzichte van het niveau van voor de crisis, komt er veel minder geld binnen. Het Nederlandse tekort op de begroting was vorig jaar 32 mld. oftewel 5,4% van het bbp. Onze schuld groeide aan tot 371 mld. oftewel 62,7% van het bbp. Dat is overigens zoals verwacht, maar wel boven de EU-norm van maximaal 60%.

Voor ons land zijn dat zorgelijke cijfers, al zijn andere eurolanden nog minder te benijden. Bij de Miljoenennota 2010 hielden wij overigens rekening met een nog somberder beeld. Dankzij de lichte economische groei kwam er toch meer geld binnen dan oorspronkelijk was voorzien. Ook hoefden we minder uit te trekken voor werkloosheidsuitkeringen, rente en EU-afdrachten. En we hebben in het voorjaar van 2010 voorkomen dat door tegenvallende uitgaven, met name in de zorg, de uitgaven hoger opliepen dan het eerder afgesproken uitgavenplafond.

Mevrouw de voorzitter. Dan kom ik op de kwaliteit van het financieel management bij het Rijk, ook een zwaarwegend onderdeel van deze Verantwoordingsdag. Gelukkig kan ik melden dat het financieel beheer in 2010 van hoog niveau was. De rechtmatigheid van de uitgaven lag boven de 99,5%. De rijksoverheid spant zich in om het financieel management waar mogelijk nog te verbeteren door steeds transparanter te werken en meer op tijd te betalen. Dat brengt voor de komende jaren een grote uitdaging met zich mee. Vanzelfsprekend krijgt ook de financiële kolom te maken met taakstellingen. We zullen ons dus tot het uiterste moeten inspannen om met minder mensen het hoge niveau van het financiële beheer van de ministeries te behouden en mogelijk zelfs nog op een hoger plan te krijgen.

Al met al is 2010 een jaar waar ik met gemengde gevoelens op terugkijk. De cijfers geven nog geen reden voor tevredenheid, maar de gezamenlijke wil om Nederland er bovenop te krijgen, stemt optimistisch. Op Prinsjesdag 2010 zei ik hier in de Kamer: "Het gaat beter dan slecht, minder dan goed en nog lang niet goed genoeg." Dat geldt nog altijd. De cijfers van 2010 overziend waag ik me graag aan een variant: "Het gaat beter dan we dachten, minder slecht dan we vreesden, maar we hebben nog een lange weg te gaan."

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de aanbieding van de verslagen.

Ik geef het woord aan de president van de Algemene Rekenkamer.

Mevrouw Stuiveling (president van de Algemene Rekenkamer): Mevrouw de voorzitter, leden van de Tweede Kamer, minister De Jager.

Hartelijk dank, mevrouw de voorzitter, voor de uitnodiging om hier in uw midden een toelichting te geven op de rapporten die wij vandaag aan u aanbieden.

Verantwoordingsdag 2011 ziet er uit zoals te doen gebruikelijk, maar alles is eigenlijk anders dan vorig jaar. Minister De Jager zat hier vorig jaar ook, maar was toen minister in het demissionaire kabinet-Balkenende IV. U zat er ook, mevrouw de voorzitter, maar als Voorzitter van de vorige Tweede Kamer. Ik stond er ook, maar als president van een ander college. Collega Gijs de Vries is vertrokken naar de Europese Rekenkamer en sinds enkele weken is het college hier weer compleet met het aantreden van Kees Vendrik. Ook Caraïbisch Nederland is sinds de vorige Verantwoordingsdag anders dan voorheen: sinds 10-10-10 kennen we daar drie eilanden en drie landen met elk een eigen Rekenkamer. Dank voorzitter, dat als uw gast vandaag ook de kersverse voorzitter van de Algemene Rekenkamer van Sint-Maarten, de heer Roland Tuitt, hier in de zaal erbij mag zijn.

En er is nog meer anders dan voorheen. De verantwoording over het boekjaar 2010 die vandaag aan de orde is, gaat immers over cijfers en maatregelen die nog horen bij het vorige kabinet. Sinds 14 oktober 2010 is het kabinet-Rutte/Verhagen aan de slag, is de rijksdienst anders ingedeeld, zijn er elf in plaats van dertien departementen, en is daarmee ruim 150 mld. in termen van ministeriële verantwoordelijkheid "verplaatst". Ook zijn er ingrijpende bezuinigingen ingezet. Het is dus van het allergrootste belang dat we overzicht houden, want: geen overzicht, geen inzicht. In het houden van overzicht en het op die manier bijdragen aan een goede informatiepositie voor de Tweede Kamer heeft de Algemene Rekenkamer voor deze Verantwoordingsdag extra energie gestopt. Naast deze doos met de 28 rapporten bij de jaarverslagen en de Staat van de Rijksverantwoording 2010 heb ik straks ook nog een paar boodschappen voor u. Ik heb hier een transparante tas, die ik nu weer even wegzet, want daar kom ik straks over te spreken. Eerst behandel ik de rapporten bij de jaarverslagen en het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2010.

Ik begin met goed nieuws: de rechtmatigheid. Net als in de afgelopen jaren is in 2010 de rechtmatigheid van de verplichtingen, ontvangsten en uitgaven van het Rijk van hoog niveau. We signaleren een marginale stijging van het geheel aan fouten en onzekerheden, maar tezamen blijft het allemaal ruim binnen de grenzen. Ik kan u dan ook melden dat de Algemene Rekenkamer de Rijksrekening en de Saldibalans van het Rijk 2010 heeft goedgekeurd. Zoals gebruikelijk geldt er één voorbehoud: de Staten-Generaal moeten de wetsvoorstellen van de bij de Rijksrekening behorende slotwetten nog aannemen.

Minder positief zijn wij over de beleidsinformatie. De beschikbaarheid en bruikbaarheid van de beleidsinformatie zijn in 2010 helaas niet toegenomen. Onze aanbeveling aan u is dan ook om hier bij de komende begrotingsbehandeling in het najaar werk van te maken. Hoe beter u in staat bent concrete beleidsafspraken vast te laten leggen in de begrotingen, hoe groter de kans dat u bruikbare verantwoordingsinformatie krijgt na afloop van het jaar. Die informatie is uiteraard nodig om uw controlerende taak goed te kunnen vervullen. Ook de burger heeft er recht op te weten wat er met het belastinggeld is bereikt. Tijden van bezuinigingen stellen extra hoge eisen aan soberheid, efficiency en effectiviteit. Maar daar moet je dan wel goede informatie over aangeleverd krijgen.

Ten slotte de bedrijfsvoering in 2010. Onze conclusie voor het rijksbrede beeld is dat de bedrijfsvoering redelijk op orde is, mede doordat zowel het ministerie van Buitenlandse Zaken als het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2010 vooruitgang heeft laten zien. Twee departementen springen er echter wat ons betreft nog uit: Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Defensie.

Voor het twaalfde jaar op rij is het subsidiebeheer bij VWS niet op orde. VWS verstrekt ongeveer 4400 subsidies in totaal voor 2,3 mld. per jaar. Wij kwalificeren het als een ernstige onvolkomenheid door alle varianten van onzorgvuldigheid in de administratie: dossiers zijn niet compleet, termijnen worden overschreden, argumentatie ontbreekt en er zijn gebreken in verantwoording en controle. Er gaat zo veel fout dat de effectiviteit van de subsidies niet of moeilijk is na te gaan. Zeker in tijden van bezuinigingen – ik zei het al – is dat ernstig. Vanwege de hardnekkigheid van dit probleem hebben we dit jaar ons zwaarste middel ingezet: we hebben bezwaar gemaakt tegen het subsidiebeheer bij VWS. De minister van VWS heeft ons een verbeterplan voorgelegd; daar zijn we mee akkoord gegaan. We hebben de minister ook gevraagd u voor 1 oktober aanstaande te informeren over de voortgang daarvan. Tot zover VWS.

Dan het ministerie van Defensie. Vorig jaar constateerden wij dat Defensie met inzet werkte aan de zeer noodzakelijke verbeteringen, defensiebreed, in het financieel beheer en het materieelbeheer. Defensie kent ook in 2010 verreweg de meeste onvolkomenheden, 22 om precies te zijn. De verbeterplannen zijn doorgezet, maar er is enige vertraging opgetreden, vooral bij het materieelbeheer.

De uitgangssituatie van de afgesproken verbeteringen is echter intussen drastisch gewijzigd door de diep ingrijpende bezuinigingen en reorganisaties. De verbeterplannen moeten dan ook worden herijkt. De Algemene Rekenkamer heeft daarom de minister aanbevolen, de verbetering van het beheer integraal deel uit te laten maken van die reorganisatieplannen. De minister van Defensie geeft aan dat hij onze zienswijze deelt. Als het goed is krijgt u voortaan als onderdeel van de voortgangsrapportages op het terrein van de bezuinigingen tevens informatie over de vooruitgang van het beheer. Tot zover Defensie.

Naast de jaarverslagen hebben wij ook een aantal zaken rijksbreed onderzocht. Voor één van die kwesties vraag ik uw aandacht omdat onze bevindingen een wijdere strekking hebben. Het betreft P-Direkt, het digitale centrale personeelssysteem van bijna alle ministeries. Hierbij verdient de rol van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties extra aandacht. Als coördinerend minister moet hij ervoor zorgen dat het systeem op orde is vóórdat het geïmplementeerd wordt bij de departementen. Bovendien moet hij erop toezien dat de departementen hun eigen beheer op orde hebben, voordat zij overstappen op P-Direkt. We constateren dat dit beslist niet vlekkeloos is verlopen. Er zijn hieruit belangrijke lessen te leren voor de introductie van elke zogenaamde shared service voor de komende compacte rijksdienst. Voor je het weet rol je namelijk geen oplossingen rijksbreed uit, maar problemen.

Mevrouw de voorzitter. Ik heb u aan het begin beloofd om nog een paar boodschappen mee te geven om de Kamer te helpen overzicht te houden:

  • - we hebben in de Staat 2010 een overzicht van de departementale herindeling opgenomen met de verplaatsing van ruim 150 mld.;

  • - we hebben in de Staat 2010 in verband met de voorgenomen personele krimp van de rijksdienst en de daarmee verbonden organen een nulmeting voor personeel opgenomen, zodat u kunt volgen hoe die krimp verloopt;

  • - ons rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring biedt een beeld van de ruim 1 mld. aan Europese middelen die in Nederland in gedeeld beheer met Europa worden besteed;

  • - we bieden ook een vijfde voortgangsbericht over de ontwikkelingen in het laatste kwartaal van 2010 en het in eerste kwartaal van 2011 in de kredietcrisisarrangementen en in de Nederlandse betrokkenheid bij interventies op het gebied van de EU-landencrises, bijvoorbeeld in Griekenland en Ierland;

  • - op uw verzoek bieden wij u naar aanleiding van de motie-Van Geel c.s. uit het verantwoordingsdebat van vorig jaar een overzicht over kwesties rond de staatsbalans: hoe houdt u zicht op het staatsvermogen?;

  • - ten slotte bieden wij u de Bezuinigingsmonitor 2011: een overzicht van de in 2011 ingeboekte bezuinigingsmaatregelen uit het regeerakkoord. Ook de Algemene Rekenkamer let namelijk op de kleintjes.

Ik dank u voor uw aandacht en wij zien uit naar het verantwoordingsdebat.

De voorzitter:

Ik dank de minister van Financiën en de president van de Algemene Rekenkamer voor de aangeboden stukken, die samenhangen met de verantwoording over de rijksbegroting voor 2010.

Deze overhandiging is inmiddels een bijzonder moment geworden in onze parlementaire agenda. Zoals gebruikelijk zullen deze rapporten de leden van de Kamer behulpzaam zijn bij het beoordelen van het gevoerde kabinetsbeleid in 2010. Ook heeft de Kamer een brief ontvangen van de minister-president betreffende Verantwoordingsdag met de laatste stand van zaken op het terrein van zeventien hervormingen.

Het vooraf beschikbaar stellen van al die documenten is een goede zaak. Daardoor heeft de Kamer zich grondig kunnen voorbereiden op het debat dat hier morgen de hele dag zal worden gevoerd. Omdat de stukken al eerder openbaar waren, is het ook voor de buitenwereld gemakkelijker om het debat te volgen.

Ik maak u er overigens op attent dat vandaag in het kader van het verantwoordingsproces ook de Jaarrapportage 2010 Regeling Grote Projecten door de commissie voor de Rijksuitgaven aan de Kamer is aangeboden. Jaarlijks blikt de commissie voor de Rijksuitgaven op Verantwoordingsdag terug op de werking en de toepassing van het instrument Regeling Grote Projecten.

In de weken na het plenaire debat zullen de vaste Kamercommissies de stukken bestuderen en behandelen. De afrondende besluitvorming over de jaarverslagen en de slotwetten is voorzien in de laatste vergaderweek voor het zomerreces.

Ik wens de Kamer veel succes bij het belangrijke werk dat haar te wachten staat bij de behandeling van de stukken die vandaag zijn aangeboden. Daar zullen wij morgen een begin mee maken.

Ik dank de president van de Algemene Rekenkamer hartelijk, ook voor de boodschappen. Ik dank ook de minister van Financiën.

De vergadering wordt van 13.25 uur tot 13.45 uur geschorst.

Naar boven