5 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Devoorzitter:

Ingekomen is een beschikking van de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het lid Heijnen tot lid in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 29398-238; 29502-36; 22894-286; 31322-102; 32500-VIII-71; 32500-V-41; 32500-XIII-145; 32500-XIII-151; 32500-XV-36; 32500-XV-38; 32500-XV-39; 32500-VIII-95; 32500-A-48; 32500-VIII-101; 32500-VIII-102; 32500-VIII-106; 32500-VIII-111; 32500-VIII-114; 32500-VIII-124; 32500-V-120; 32521-10; 29502-48; 32500-V-80; 32500-V-100; 32500-V-104; 32500-V-109; 32500-V-112; 29248-162; 31001-100 en 312500-XVI-60.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO externe veiligheid en gevaarlijke stoffen (AO van 23 maart), met als eerste spreker het lid Ouwehand van de PvdD;

  • - het VAO stelselwijziging cultuursubsidiëring, met als eerste spreker het lid Klijnsma;

  • - het VAO AWBZ, met als eerste spreker het lid Wolbert;

  • - het VAO Visserij, met als eerste spreker het lid Ouwehand.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Devoorzitter:

Het woord is aan de heer Van Raak van de SP.

De heerVan Raak (SP):

Voorzitter. Gisteren werd uit een uitzending van EenVandaag duidelijk dat burgemeesters, Kamerleden en ministers, zoals minister Rosenthal, de afgelopen tijd zijn afgeluisterd via hun voicemail. Dat kan een groot gevaar zijn voor de staatsveiligheid. Ik wil daarover graag een spoeddebat aanvragen met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Veiligheid. Ik wil voorts per ommegaande een brief van beide ministers, waarin zij aangeven hoe het gat is gedicht en of zij kunnen achterhalen wie die burgemeesters, Kamerleden en ministers de afgelopen tijd hebben gebeld. Volgens mij moet dat mogelijk zijn. Dan kunnen wij bezien of er wellicht sprake is van spionage of andere afluister ...

Devoorzitter:

Dames en heren. Ik neem aan dat het aan het mooie weer ligt, maar wilt u alstublieft een beetje stiller zijn? Dit is echt te roezemoezig.

Dank u wel.

De heerVan Raak (SP):

Moet ik het verzoek herhalen, voorzitter?

Devoorzitter:

Nee, dat zou u wel willen.

De heerRecourt (PvdA):

Steun van onze fractie.

De heerSchouw (D66):

Voorzitter. Het is een ernstig probleem, maar ik heb het idee dat wij het lek voor een belangrijk deel boven water hebben. Ik wil het voorstel voor een brief honoreren. Afhankelijk van de inhoud daarvan wil ik bezien of er al of niet nog een debat nodig is.

De heerVan Hijum (CDA):

Wij steunen het verzoek om een debat niet. Een brief kan altijd, maar ik wijs erop dat wij hierover al in januari via de mail zijn geïnformeerd. Sinds 9 februari staat er een waarschuwing op Intranet die alle fracties ter harte kunnen nemen. De heer Van Raak mag dus ook wel even bij zichzelf te rade gaan.

De heerElissen (PVV):

Ook wij zien het spoedeisende karakter van een debat niet. Eventueel wel de brief. Daarna zien wij verder.

De heerVan Beek (VVD):

Wij zouden graag een brief ontvangen en op dat moment beoordelen of een debat wenselijk is.

De heerBraakhuis (GroenLinks):

Hoewel ik het op zichzelf eens ben met de heer Van Raak heb ik toch het vermoeden dat de problemen bij de telecommers inmiddels zijn opgelost en ga ik mee met het verzoek van D66. Ook wij verzoeken dus om een brief.

MevrouwThieme (PvdD):

Steun voor het verzoek van de fractie van de SP.

De heerRouvoet (ChristenUnie):

Een brief lijkt mij goed. Dan bekijken wij daarna niet alleen of het nog zinvol is, maar ook of het, gelet op bepaalde verantwoordelijkheden, opportuun is om hierover een debat te voeren.

De heerVan der Staaij (SGP):

Ook mijn fractie wil met een brief volstaan.

Devoorzitter:

Mijnheer Van Raak, u vroeg om een spoeddebat. U heeft met de steun van de PvdA voldoende steun voor dat spoeddebat, maar is het een idee om toch eerst de brief af te wachten?

De heerVan Raak (SP):

Ik wil graag een spoeddebat. Er zitten heel veel sloten op de deur, maar ondertussen hebben we het raam opengezet. Er is dus wel degelijk reden om met de ministers te spreken over het gat in de beveiliging. Ik dank de PvdA en de PvdD voor hun steun. Dat debat kan dus gepland worden.

De brief waar ik om vroeg en waarvoor heel veel steun is, kan per ommegaande komen. De ministers kunnen per ommegaande vertellen hoe het gat is gedicht, hoe het raam weer is gesloten. Ik heb ook gevraagd of te achterhalen is wie de afgelopen tijd de voicemail van bijvoorbeeld minister Rosenthal en van andere ministers heeft afgeluisterd. Zijn het journalisten, zijn het misschien ambassadeurs? Wie heeft dat allemaal gedaan? Dit kan per ommegaande gebeuren. Het debat kan gewoon worden gepland.

Devoorzitter:

Wij zullen het in de lijst opnemen en het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijd is drie minuten per fractie. In deze zaal is overigens alles af te luisteren.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

MevrouwLeijten (SP):

Voorzitter. Er zoemen al tijden cijfers rond over de hoogte van de overschrijding van de begroting van het ministerie van VWS. Vandaag horen wij dat de overschrijding 2,1 mld. is. Er is al eerder gevraagd om opheldering over de cijfers die rondzoemen. Mede namens de fracties van D66 en GroenLinks vraag ik om dinsdag te kunnen beschikken over de cijfers. Vervolgens kunnen wij bezien of wij daar een debat over moeten voeren.

MevrouwAgema (PVV):

Voorzitter. Hetzelfde onderwerp heeft mevrouw Voortman vorige week al aangekaart naar aanleiding van de uitspraken van de minister bij RTL Z. In wezen gaat het om dezelfde aanvraag. Wij krijgen de cijfers bij de Voorjaarsnota.

Devoorzitter:

Dat punt maakte u de vorige keer ook. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Na ontvangst van de brief komt u eventueel weer terug. Dat stelt mevrouw Leijten voor en zo gaan wij het doen. Dank u zeer.

Het woord is aan de heer Slob.

De heerSlob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ons bereikte via de media het bericht dat de onderhandelingen over het pensioenakkoord, op de uitkomst waarvan wij nu al zo lang zitten te wachten, zoals het er nu naar uitziet zijn stukgelopen. Dat is heftig, want dan lijken wij weer terug bij af te zijn. Wij willen graag minister Kamp naar de Kamer vragen voor een spoeddebat volgende week om van hem te horen hoe hij de laatste stand van zaken rond deze procedure inschat en om te bezien hoe wij verder moeten. Het gaat dus niet om een inhoudelijk debat over pensioenen. Dat zullen wij op een later moment voeren. Wij willen alleen de stand van zaken opnemen met betrekking tot een heel ernstige situatie, voor zover de berichten die wij gehoord hebben, kloppen.

Devoorzitter:

Vraagt u om een spoeddebat of om een debat?

De heerSlob (ChristenUnie):

Ik vraag om een spoeddebat volgende week.

De heerOmtzigt (CDA):

Voorzitter. Wij willen net als de heer Slob opheldering hebben. Wij steunen hem dus in zijn verzoek om een brief over de vraag wat er aan de hand is. Voor het overige hebben wij afgesproken om even te wachten op een reactie van de regering. Wij willen nu dan ook geen spoeddebat plannen.

Ik heb nog wel een vraag aan u, voorzitter. Op dit moment hebben wij 26 debatten en spoeddebatten gepland. Zojuist hebben wij er weer 2 gepland, dus nu zijn het er 28. Klopt het dat als wij nu een spoeddebat plannen, wij dit debat in het najaar voeren? Is dat ongeveer waar wij nu met ons allen zijn?

Devoorzitter:

Ik had al gehoord dat u heel goed kon rekenen en dat bewijst u vandaag.

MevrouwKoşer Kaya (D66):

De minister is al maanden aan het polderen. Ik prijs zijn geduld, maar het wordt tijd voor een debat in de Kamer over het pensioenakkoord of in ieder geval over pensioenen. Een brief hoeft niet meer, want wij hebben daar al twee keer om gevraagd. Wat mij betreft steun voor een debat.

MevrouwVermeij (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben gisteren een stand-van-zakenbrief ontvangen over het nieuws van vorige week. Vanochtend is deze ingehaald door de voorpagina van De Telegraaf. Ik steun het verzoek van de heer Slob. Volgens mij heeft het geen zin om nog een keer om een brief te vragen, want de inhoud daarvan wordt almaar ingehaald door nieuwe informatie. Graag volgende week een debat.

De heerUlenbelt (SP):

De heer Slob noemt het een ernstige situatie. Ik zou het eerder willen kenschetsen als een blije situatie. Op het lijstje van de heer Omtzigt staat op nummer 4 een debat over pensioenen. Als de voorzitter dat nu zou weten te plannen voor de eerste week van april, opdat wij over deze blije situatie kunnen spreken, dan is volgens mij voldaan aan het verzoek van de heer Slob, van mij en van alle anderen.

Devoorzitter:

Als de hoorzittingen geweest zijn. Wij hadden immers begrepen dat wij moesten wachten met het plannen van dat debat tot na de hoorzittingen.

De heerUlenbelt (SP):

De hoorzittingen worden omgezet in een gesprek, dat volgende week plaatsvindt. In de week daarop kunnen wij dan een debat houden. Het debat staat in het lijstje op nummer 4, dus misschien komt dat zelfs overeen met uw planning.

Devoorzitter:

Dat zou zomaar kunnen.

De heerVan den Besselaar (PVV):

Ik geef geen steun aan een spoeddebat. Wij hebben inmiddels een paar brieven gekregen, zoals al werd aangegeven. De stand van zaken kan de minister prima nog eens in een brief weergeven. Het zijn overigens de bonden die roet in het eten gooien.

Devoorzitter:

Mijnheer Van den Besselaar, u bent al te inhoudelijk. Dat siert u, maar niet op dit moment.

MevrouwDezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Voorzitter. Geen steun van de VVD. Wat er nu gebeurt, hoort thuis aan de onderhandelingstafel en niet in deze politieke arena.

MevrouwSap (GroenLinks):

Voorzitter. De heer Ulenbelt stelde een fantastisch compromis voor. Daar sluit ik me van harte bij aan. Steun voor dit verzoek.

Devoorzitter:

Zeker, maar het was geen compromis.

MevrouwSap (GroenLinks):

Een compromis tussen degenen die dit niet willen en degenen die het verzoek om een spoeddebat wel steunen. Er staat al een verzoek om een debat. Het gesprek is dan geweest. Het kan dus mooi een debat worden in de week van 1 april.

De heerSlob (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij hebben steeds gezegd dat wij zouden wachten tot er een akkoord is. Als dat akkoord er niet komt, ontstaat er dus een nieuwe situatie. Daarover wil ik met de minister spreken. Als het de eerste week van april wordt, betekent dit dat het niet volgende week maar de week daarna zou moeten plaatsvinden. Als daarvoor steun in de Kamer is, voeg ik me daarnaar.

Devoorzitter:

Voor alle duidelijkheid: er staat al een aangevraagd debat. Dat heb ik niet gepland, omdat de Kamer eerst hoorzittingen wilde. Die zijn volgende week. Daarna is dat debat dus gewoon aan de beurt en kunnen wij dat plannen. Zo gaan wij dat doen. Aldus besloten. Het debat over de pensioenen was al aangevraagd. De spreektijd kan dan iets langer dan drie minuten per fractie zijn.

De heerOmtzigt (CDA):

Voorzitter. Misschien zou u er vijf minuten van kunnen maken. De bedoeling van dat debat was namelijk niet om de interne situatie in de FNV te bespreken, maar de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel. Daarvoor is toch wel iets meer tijd, hoop ik.

Devoorzitter:

Dan doen wij vijf minuten per fractie. Dat is prima. Het was ook een gewoon debat, geen spoeddebat.

Het woord is aan de heer Dijkgraaf voor een aantal rappellen.

De heerDijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Het is er maar één. Dit rappel betreft de onbeantwoorde schriftelijke vragen aan de staatssecretaris van EL&I over Waterdunen. Hierover hebben wij een schriftelijk overleg op 29 maart. Ik zou graag uiterlijk 28 maart de antwoorden op die vragen hebben.

Devoorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Hiermee zijn wij aan het eind van de regeling gekomen. Wij kunnen gaan stemmen.

Naar boven