7 Arbeidsmarktbeleid zorg

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 9 maart 2011 over het arbeidsmarktbeleid zorg.

De heerVan Gerven (SP):

Voorzitter. Ik dien drie moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zorgmedewerkers die de noodklok luiden over slechte kwaliteit van zorg niet altijd gehoord worden door de werkgever;

overwegende dat zorgmedewerkers die klachten hebben over slechte kwaliteit van zorg gehoord moeten worden;

van mening dat deze klokkenluiders niet beschermd worden door een onafhankelijke regeling;

verzoekt de regering, een onafhankelijke klokkenluidersregeling in te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 112 (29282).

MevrouwAgema (PVV):

Wat is volgens de heer Van Gerven het verschil met het individuele klachtrecht dat volgens het gedoogakkoord bij de inspectie geregeld gaat worden?

De heerVan Gerven (SP):

Ik weet niet wat er precies allemaal gezegd is in het algemeen overleg, maar de SP-fractie is er voorstander van om de positie van de klokkenluiders goed te regelen. De huidige praktijk is dat als mensen een zaak aanhangig maken, zij vaak het kind van de rekening zijn. Wij vinden dat dit moet stoppen en dat mensen zaken aan de orde moeten kunnen stellen. Dat moet deugdelijk en goed geregeld worden.

MevrouwAgema (PVV):

Ik ben het daar helemaal mee eens. Wat de heer Van Gerven zegt is ook helemaal juist. Er moet geen heksenjacht op personeel ontstaan als het misstanden aan de kaak stelt. Dat gaan wij ook regelen. Wat wil de heer Van Gerven hieraan toevoegen en wat is er aan zijn voorstel anders dan de afspraken die wij hebben gemaakt in het gedoogakkoord?

De heerVan Gerven (SP):

We hebben altijd gepleit voor een soort medische ongevallenraad waar mensen medische missers kunnen melden. De voorstellen die nu worden gedaan, zijn aan kritiek onderhevig. De V&VN en NU'91 vinden het voorstel teleurstellend. Daarom leggen wij met deze motie nog eens goed vast dat dit goed geregeld moet worden, in een duidelijke regeling.

MevrouwAgema (PVV):

Ik heb zelden zo veel gezwets gehoord van de heer Van Gerven. Ik heb een heel normale vraag gesteld: in hoeverre is het voorstel van de SP-fractie voor klokkenluiders anders dan wat wij hebben afgesproken in het gedoogakkoord en wat er ook komt?

De heerVan Gerven (SP):

Ik heb al gezegd dat de SP-fractie voorstander is van een medische ongevallenraad voor het melden van zaken, waarbij de positie van de klokkenluiders goed geborgd wordt. Ik heb de discussie die in het algemeen overleg is gevoerd niet uitentreuren nagelezen. De SP-fractie constateert echter dat er niet voldoende geregeld is en dat er nog vele leemtes zijn. Daarom heb ik deze motie ingediend.

Ik dien mijn tweede motie in. Deze gaat over ongekwalificeerd personeel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ongekwalificeerd personeel wordt ingezet dat voorbehouden handelingen uitvoert, zoals geformuleerd in het BIG-register;

overwegende dat de inzet van ongekwalificeerd personeel de kwaliteit van zorg ondermijnt;

overwegende dat werkgevers die ongekwalificeerd personeel inzetten in strijd handelen met de Kwaliteitswet zorginstellingen;

verzoekt de regering, te onderzoeken of het mogelijk is om werkgevers die ongekwalificeerd personeel inzetten aansprakelijk te stellen voor wanbestuur en daarover de Kamer voor de zomer van 2011 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 113 (29282).

De heerVan Gerven (SP):

Tot slot mijn derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat goede arbeidsvoorwaarden van belang zijn om werken in de zorg aantrekkelijk te houden;

constaterende dat regelmatig werkgeversorganisaties in cao-onderhandelingen vergaande voorstellen doen om arbeidsvoorwaarden te verslechteren, zoals het afschaffen van leeftijdsregelingen, scholingsmogelijkheden en onregelmatigheidstoeslagen;

van mening dat de arbeidsmarkt in de zorg aantrekkelijk moet blijven om aan de toekomstige vraag naar verpleegkundigen te kunnen voldoen;

spreekt uit dat scholingsmogelijkheden, leeftijdsregelingen en onregelmatigheidstoeslagen belangrijke onderdelen zijn van de arbeidsvoorwaarden in de zorg en dat deze niet mogen worden uitgeruild tegen procentueel meer loon,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven, Leijten, Voortman en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 114 (29282).

MevrouwKuiken (PvdA):

Voorzitter. Dit VAO dient om een aantal moties in te dienen, allemaal met het doel, ervoor te zorgen dat we ook in de toekomst voldoende goed opgeleid personeel hebben dat op de juiste manier wordt beloond en dat de juiste arbeidsvoorwaarden heeft. In dat kader heb ik één vraag aan het kabinet. Die betreft de recente uitspraak van minister Schippers, dat zij het zeer moeizaam vindt om 12.000 extra verzorgenden en verplegenden in de zorg te realiseren. Ik wil haar vragen deze uitspraak toe te lichten.

Ook heb ik een tweetal moties. De eerste betreft een oproep om de ontwikkelings- en opleidingsmogelijkheden in de zorg te verbeteren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Fonds Ziekenhuis Opleidingen, dat is ingesteld omdat er een tekort was aan gespecialiseerde verpleegkundigen, succesvol van start is gegaan;

overwegende dat niet alleen in de ziekenhuiszorg maar ook in de langdurige zorg behoefte is aan meer en beter geschoolde krachten en dat bovendien (bij)scholing en opleiding een bijdrage kunnen leveren aan het behouden van personeel in de zorg;

overwegende dat in meerdere sectoren een sectorbreed opleidings- en ontwikkelingsfonds is waarin werkgevers een bijdrage storten en waaruit bij- en nascholing worden vergoed;

verzoekt de regering, het Fonds Ziekenhuis Opleidingen uit te breiden tot een sectorbreed opleidings- & ontwikkelingsfonds zorg,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 115 (29282).

MevrouwKuiken (PvdA):

Voorzitter. Mijn volgende motie gaat over goede zorg dicht bij mensen, met de capaciteit en kwaliteit die daarvoor nodig is.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zorg in de buurt heel belangrijk is voor mensen die zorg nodig hebben maar in hun eigen omgeving willen blijven wonen;

overwegende dat goede eerstelijnszorg in de buurt valt of staat met de wijkverpleegkundige, die niet alleen tijd heeft voor zorg maar ook voor een praatje, die nauw contact houdt met de huisarts en ondersteuning biedt aan vrijwilligers en mantelzorgers;

constaterende dat bestuurders in de zorg, een eigen inkomensnorm mogen hanteren van € 230.000, maar liefst € 50.000 hoger dan het salaris van de minister-president;

overwegende dat als bestuurders in de zorg zich ook aan de balkenendenorm zouden houden er een bedrag vrijkomt waarvan maar liefst 2000 extra wijkverpleegkundigen betaald kunnen worden;

verzoekt de regering, de motie-Wolbert (32500-XVI, nr. 73) uit te voeren en de besparing te gebruiken voor het instellen van een fonds voor wijkverpleegkundigen van 100 mln., waaruit thuiszorgorganisaties extra budget kunnen krijgen op voorwaarde dat gewerkt wordt met vaste verpleegkundigen en niet met kleine, parttime contracten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 116 (29282).

MevrouwKuiken (PvdA):

Voorzitter. Mijn collega Voortman van GroenLinks heeft mede namens de PvdA-fractie een motie ingediend over de 12.000 extra verzorgenden en verpleegkundigen. Betreffende onze steunbetuiging voor goede arbeidsvoorwaarden heeft mijn collega van de SP-fractie mede namens mijn fractie een motie ingediend.

MevrouwAgema (PVV):

Voorzitter. Ik vond het een vruchtbaar debat. Er is een aantal goede toezeggingen uit voortgekomen. Bijvoorbeeld dat de minister ook in de cure een pilot wil starten met regelarme instellingen. Daar zijn we enorm blij mee. De staatssecretaris gaat een brief sturen aan alle zorginstellingen dat voorbehouden handelingen door ongeschoolde medewerkers niet toegestaan zijn. Er komt een onderzoek naar de kleine financiële prikkel voor scholing van niveau 2 naar niveau 3. En de staatssecretaris heeft toegezegd, te gaan bezien of we een specialisatie kunnen maken in het ABO voor een dementieverpleegkundigen. Dat zijn toezeggingen waar wij enorm blij mee zijn. Daarom zullen wij op dit moment geen moties indienen.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Voorzitter. Belangrijk punt in het AO over het arbeidsmarktbeleid was dat van de 12.000 extra verzorgenden die er moeten komen. Wij hebben gevraagd: wanneer komen ze, wat zijn de tussendoelen en komt er een concreet plan van aanpak? Er werd verwezen naar de arbeidsmarktbrief die over enkele maanden komt. Ik wil het echter concreet maken. Ik wil duidelijk maken wat de tussendoelen zijn. Die 12.000 extra verzorgenden moeten er echt komen. Als ik de uitspraken van de minister van vorige week of de week ervoor lees, maak ik mij daar wel zorgen over. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet in zijn regeer- en gedoogakkoord heeft staan dat er 12.000 extra medewerkers aan het werk kunnen voor de dagelijkse verzorging van onze ouderen en gehandicapten;

overwegende dat, ondanks het feit dat de staatssecretaris aangaf dat "de teller reeds bij aantreden van het kabinet is gaan lopen", er sindsdien niet één verzorgende extra is bijgekomen;

overwegende dat onder meer VVD en PVV via het steunen van de motie-Pechtold bij het beleidsprogramma 2007–2011 (31070, nr. 18) er blijk van hebben gegeven, prijs te stellen op concrete uitwerking van kabinetsdoelstellingen door inzichtelijk te maken welke instrumenten worden ingezet, van welke nulmeting wordt uitgegaan, welk tijdpad aan de doelstellingen is verbonden en welke middelen beschikbaar zullen zijn;

overwegende dat nu onduidelijk is ten opzichte van welk aantal er 12.000 extra medewerkers bovenop het basispad bij moeten komen, doordat er geen nulmeting voor handen is;

van mening dat wegens het ontbreken van een helder beginpunt en duidelijke tussendoelen de Tweede Kamer niet in staat is, haar controlerende taak ten aanzien van dit kabinetsdoel uit te voeren;

verzoekt het kabinet, tegelijkertijd met de toegezegde arbeidsmarktbrief met een plan van aanpak te komen, voorzien van jaarlijkse tussendoelen en de Kamer jaarlijks bij de begroting over de voortgang te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman, Kuiken, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Dijkstra, Van Gerven en Uitslag.

Zij krijgt nr. 117 (29282).

MevrouwAgema (PVV):

We hebben dit debat in twee termijnen gevoerd. We hebben afgelopen vrijdag nog een debat gevoerd in Enschede. Al die keren heb ik mevrouw Voortman bijgebracht, verteld dat het budget van 860 mln., dat erbij komt op de contracteerruimte, per 1 januari 2012 erbij komt; dus nog niet dit jaar. Ik verwonder mij over de standvastigheid van mevrouw Voortman, zoals verwoord in het tweede blokje in de motie. Zij zou zelf inmiddels wel moeten weten dat die teller nog helemaal niet gestart kan zijn, dat er op 1 januari 2012 geen 12.000 medewerkers bij zullen zijn, en ook op 2 januari niet. Toch houdt zij vol. Over de vierde overweging heb ik ook een vraag. We hebben hier namelijk eerder over gedebatteerd. Waarom heeft mevrouw Voortman nog steeds niet StatLine van het CBS geraadpleegd? Dan had ze het antwoord al kunnen hebben.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Mevrouw Agema zegt dat pas volgend jaar de extra budgetten erbij komen. Het lijkt alsof ze daarmee aangeeft dat ze het wat minder belangrijk vindt. Ik wil dat zo snel mogelijk begonnen wordt, en niet pas als de budgetten er zijn. Ik heb echt de ambitie om die 12.000 extra verzorgenden te regelen. Mevrouw Agema blijkbaar wat minder. Verder zegt ze dat ik het CBS niet geraadpleegd heb. Dat heb ik wel degelijk gedaan. Volgens mij wil mevrouw Agema daarmee zeggen dat die doelstelling van 12.000 gemakkelijk te halen is. Het kabinet gaf een tijdje geleden echter nog aan dat het juist heel moeilijk zou worden. Het is dan toch logisch dat je je zorgen maakt? Ik zou willen dat mevrouw Agema zich daar ook wat meer zorgen over maakt, in plaats van dat ze het kabinet de hele tijd zo verdedigt.

MevrouwAgema (PVV):

We kunnen stellen dat het kabinet of wie dan ook verdedigd wordt, maar de realiteit is dat het budget, de begroting van dit jaar, gemaakt is door het vorige kabinet. Pas vanaf 1 januari 2012 is het huidige kabinet aan zet. Meteen vanaf het eerste jaar komt er 168 mln. per jaar bij om dit te realiseren. Door te beginnen over 2012, erover door te praten en zelfs te zeggen dat er beloften verbroken worden, roeptoetert mevrouw Voortman een jaar voor de troepen uit. Als zij volgend jaar, in het voorjaar van 2012, benieuwd is hoe het ermee staat, kan ik dat begrijpen. Dit is echter niets anders dan blijven hameren op iets waarvan zij inmiddels zelf zou moeten weten dat er geen barst van klopt.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Als mevrouw Agema wil dat er in 2012 extra verpleegkundigen bijkomen, moeten daar nu de plannen voor worden gemaakt. Dan moet je niet achterover leunen. Dat heeft niets te maken met budgetten die pas later beschikbaar komen. Verder wijs ik mevrouw Agema er even op dat ik haar gevraagd heb hoeveel verpleegkundigen er volgend jaar, en het jaar daarna, en het jaar daarna bij moeten zijn gekomen. Daar kreeg ik geen concreet antwoord op van mevrouw Agema. Blijkbaar vindt zij het minder belangrijk om die tussendoelen te stellen. Dan vraag ik me af hoe belangrijk zij het vindt om de 12.000 extra verzorgenden daadwerkelijk te realiseren.

MevrouwAgema (PVV):

We geven de instellingen veel meer budgetruimte. Het CPB heeft becijferd dat dit leidt tot circa 12.000 extra verpleegkundigen en dat de instellingen ook veel geld kunnen gaan uitgeven aan bijvoorbeeld tilliften, waarmee ze het werk ook veel lichter kunnen maken. Als de instellingen het geld alleen uitgeven aan verpleegkundigen, kunnen ze zelfs meer dan 18.000 verpleegkundigen aannemen. Eigenlijk weten we niet wat er gaat gebeuren en eigenlijk heeft de Kamer daar geen zeggenschap over.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Ik vind het wel heel erg stuitend dat de Kamer geen zeggenschap zou hebben over hoe we het kabinetsdoel van 12.000 extra verpleegkundigen gaan bereiken. Ik wil dat hier plannen voor gemaakt worden en daar moeten we nu mee beginnen, zodat we die extra verpleegkundigen aan het einde van die periode ook hebben.

MevrouwDijkstra (D66):

Voorzitter. Tijdens het debat over het arbeidsmarktbeleid hebben we gesproken over het belang van goede opleidingen en carrièremogelijkheden voor personeel in de zorg. De staatssecretaris liet zich daar ontvallen dat het aantal van 12.000 extra medewerkers in de zorg ook slaat op mantelzorgers en vrijwilligers. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat vooral het opleidingsniveau van medewerkers de kwaliteit van de ouderenzorg en gehandicaptenzorg waarborgt;

overwegende dat de regering zichzelf ten doel stelt om 12.000 extra medewerkers aan te stellen voor de dagelijkse verzorging van ouderen en gehandicapten;

van mening dat vrijwilligers en mantelzorgers niet tot de beloofde 12.000 extra medewerkers mogen worden gerekend;

verzoekt de regering, uit te spreken dat zij 12.000 extra gekwalificeerde medewerkers voor de ouderenzorg en gehandicaptenzorg zoekt;

verzoekt de regering tevens om van zorginstellingen te eisen dat die 12.000 extra te werven krachten beschikken over een getuigschrift op kwalificatieniveau 2, 3 of 4,

en gaat over tot de orde van de dag.

Devoorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkstra, Kuiken en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 118 (29282).

MevrouwAgema (PVV):

We weten dat veel jongeren beginnen aan een opleiding in de zorg, maar dat zij die uiteindelijk niet afmaken of dat zij kiezen voor de ziekenhuizen in plaats van de verpleeghuizen. Het zou juist mooi zijn als instellingen de gelegenheid krijgen mensen binnen te halen als helpende of zorghulp die zij dan zelf kunnen opleiden tot verzorgende of verpleegkundige. Mevrouw Dijkstra stelt iets heel anders. Zij stelt dat die mensen bij binnenkomst al een bepaald niveau moeten hebben. Dan wordt het inderdaad wel lastig.

MevrouwDijkstra (D66):

Ik wijs op de noodzaak om goed gekwalificeerd personeel in de verzorgingshuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg te hebben. Wij hebben in dit huis en ook op andere plekken gedebatteerd over misstanden die zich in de zorg voordoen. Het is juist heel belangrijk dat je mensen vanaf een bepaald niveau zoekt en dat je je inspanningen daarop richt. Dat is ook de strekking van deze motie.

MevrouwAgema (PVV):

Stel je voor dat die motie wordt aangenomen, dat de vijver waaruit wij kunnen vissen niet meer iedereen is die gemotiveerd is, die wil en kan en die dus ook op het eerste niveau binnenkomt als zorghulp en dan intern wordt opgeleid volgens dezelfde standaarden ...

Devoorzitter:

Mevrouw Agema, het is een VAO. Een beetje kort.

MevrouwAgema (PVV):

Maar wij hebben het hier in het AO niet over gehad. Dan komt er een motie en moet je toch een vraag kunnen stellen.

Devoorzitter:

Maar heel kort. Dat is ook de strekking van mijn verzoek.

MevrouwAgema (PVV):

Als deze motie wordt aangenomen, hebben wij een groot probleem.

MevrouwDijkstra (D66):

Die 12.000 zijn extra. Er zijn natuurlijk heel veel meer medewerkers nodig en daarvoor kun je uit die helpenden putten. Ik vind het heel belangrijk dat juist deze extra groep medewerkers van een goed niveau is.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

MinisterSchippers:

Voorzitter. Ik begin met de motie van de heer Van Gerven en mevrouw Leijten over een onafhankelijke klokkenluidersregeling. Dit is ook in het AO aan de orde gekomen en gewisseld. Pas sinds 2010 is er een regeling van het veld. Die moet eerst een kans krijgen, anders moet je zo'n regeling van het veld niet vragen. Ik wil de motie ontraden.

Ik kom bij de motie-Van Gerven c.s. over de scholingsmogelijkheden, leeftijdsregelingen en onregelmatigheidstoeslagen, die niet mogen worden uitgeruild tegen procentueel meer loon. De overheid stelt marktconforme arbeidsvoorwaarden ter beschikking. Werknemers zijn mans genoeg om eigen arbeidsvoorwaarden te bedingen en zelf te kiezen wat zij willen. Als zij iets anders willen in plaats van de zaken die de heer Van Gerven opsomt, zie ik niet in waarom de overheid hen dat moet verbieden. Ik wil deze motie ontraden.

Mevrouw Kuiken en mevrouw Voortman vragen naar mijn uitspraken bij RTL dat het lastig is om 12.000 mensen extra in de zorg aan de slag te krijgen. Dit was in de context van 154 dagen ministerschap. Ik vind het een vervlakking van het politieke debat dat je niet meer kunt zeggen dat iets moeilijk is en dat iedereen dan meteen bij de microfoon staat en zegt: o, de minister zegt "het is moeilijk", dus het zal wel niet gebeuren. Dat heb ik niet gezegd. Sterker nog, ik heb gezegd: ik ben pas 154 dagen minister. Het is lastig, want wij hebben geen blikken mensen die wij zo open kunnen trekken, maar wij gaan het uiterste doen om het te realiseren; wij zetten onze schouders eronder. Het is de portefeuille van de staatssecretaris – dat heb ik toen ook al gemeld – maar wij gaan dit gewoon regelen. Dan is het toch ontzettend oppervlakkig dat zij mij om zo'n uitspraak na 154 dagen ter verantwoording roepen, terwijl de staatssecretaris druk bezig is plannen te maken en mevrouw Agema meerdere malen terecht heeft gezegd dat het geld dat wij bij het regeerakkoord hebben uitgetrokken pas per 2012 ter beschikking komt. Sorry, dan kan ik het niet meer volgen.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Dit kabinet zegt dat het afrekenbare doelen heeft waarop het mag worden aangesproken. Die 12.000 extra verzorgenden is een van die doelen. U zegt dat het moeilijk wordt, maar mevrouw Agema zegt dat het gemakkelijk is en verwijst naar het CBS.

Devoorzitter:

Via de voorzitter graag.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mevrouw Agema geeft aan dat het gemakkelijk is. Blijkbaar zijn de minister en mevrouw Agema het daar niet over eens. Ik spreek de minister aan op het bereiken van doelen. Vandaar ook mijn motie om te komen met tussendoelen.

Devoorzitter:

Dank u wel. De minister vervolgt haar betoog.

MinisterSchippers:

Ik ben niet de woordvoerder van mevrouw Agema noch andersom. Zij kan denken dat het misschien iets gemakkelijker gaat en ik kan denken dat het iets lastiger gaat, maar u kunt mij toch niet euvel duiden dat …

Devoorzitter:

Via de voorzitter graag.

MinisterSchippers:

Mevrouw Voortman kan mij toch niet euvel duiden dat ik na 154 dagen nog geen 12.000 mensen extra in de zorg heb, terwijl zij uit alle debatten weet dat de staatssecretaris druk bezig is met plannen maken. De staatssecretaris zet zich daar volledig voor in en heeft daar ook alle vertrouwen in. Dan kan ik deze opmerking toch echt niet begrijpen.

Devoorzitter:

Mevrouw Voortman, heel kort graag. Dit is een VAO en het is al half zes.

MevrouwVoortman (GroenLinks):

Amper een week na het AO waarin de minister en de staatssecretaris aangaven dat gewacht moest worden op de arbeidsmarktbrief, wordt er opeens gezegd: het bereiken van dat doel is toch wel moeilijk. Eerst zeggen de bewindslieden dat het nog komt en vervolgens lijkt het alsof het kabinet zich neerlegt bij het niet bereiken van dat doel.

MinisterSchippers:

Als ik zeg dat iets lastig is, wil dat niet zeggen dat ik het niet ga doen. Sterker nog, ik vind het een extra uitdaging om het te realiseren en het zal ons ook lukken.

MevrouwKuiken (PvdA):

Voorzitter. Ik hoor de minister zeggen: het zal ons ook lukken. Dan kan zij de motie toch ruimhartig omarmen en uitvoeren?

MinisterSchippers:

Nee, daar heb ik geen zin in. Als ik op de vraag wat ik heb gerealiseerd na 154 dagen ministerschap ten eerste antwoord dat het mijn portefeuille niet is maar dat de staatssecretaris er hard aan werkt en als ik vervolgens de inschatting maak dat het lastig is maar dat we het wel gaan realiseren, dan vind ik het storend dat dit zo wordt gezegd. Dan heb ik geen zin om mee te doen aan dit feestje.

MevrouwKuiken (PvdA):

We behandelen nog steeds een VAO over het arbeidsmarktbeleid zorg, waarbij het gaat over de vraag hoe we over vijftien à twintig jaar voldoende handen aan het bed krijgen. Dan is het heel logisch dat we met elkaar duidelijke doelen afspreken waar we elkaar op af kunnen rekenen. Met deze motie legt de Kamer dit voor. Schijnbaar wordt hier een gevoelige snaar geraakt, maar ik zie het probleem eerlijk gezegd niet zo. De minister heeft alle vertrouwen dat het lukt. Dan zeg ik: omarm de motie, voer haar uit en dan zijn we elkaars vrienden weer.

MinisterSchippers:

Ja, je kunt ook zeggen dat de motie overbodig is. Wij hebben in het regeerakkoord heel scherpe doelen neergezet waar we op afgerekend kunnen worden.

Devoorzitter:

U vervolgt uw betoog.

MinisterSchippers:

Voorzitter. Ik kom bij de motie-Kuiken op stuk nr. 115, waarin de regering wordt verzocht het Fonds ziekenhuisopleidingen uit te breiden tot een sectorbreed O&O-fonds Zorg. Ik zou deze motie willen ontraden. Het Fonds ziekenhuisopleidingen is ingesteld voor dure opleidingen waarbij van marktfalen sprake is. Er wordt te weinig in die sector opgeleid omdat er sprake is van freeriderschap: een ander leidt op; ik huur ze in; dat is eigenlijk dan een heel goede deal. Daar wilden we een einde aan maken. Dit fonds wordt volledig gefinancierd door de sector zelf. Dat betekent dat we het eerst hebben weggehaald bij de instellingen en dat we het vervolgens weer over instellingen hebben verdeeld. Dergelijke opleidingen zijn er ook in de care en die vallen onder het opleidingsfonds, ook als het die dure opleidingen betreft. Bij- en nascholing is geen marktfalen, dus ook geen taak om speciaal in een fonds te creëren of aan een fonds toe te voegen. Bij een O&O-fonds moet de sector het zelf regelen in cao-onderhandelingen. Daar moet ik me niet in mengen. Daarom ontraad ik de motie.

Tot slot de motie-Kuiken op stuk nr. 116, waarin de regering wordt verzocht de motie-Wolbert (32500-XVI, nr. 73) uit te voeren en de besparing te gebruiken voor het instellen van een fonds voor verpleegkundigen. De motie-Wolbert wordt betrokken bij het wetsvoorstel dat de heer Donner momenteel in behandeling heeft. Hij doet daarbij een iets ander regelingsvoorstel. Dus ik kan mij voorstellen dat dit punt niet hierbij maar bij dat wetsvoorstel aan de orde komt.

Dat was het, voorzitter.

Devoorzitter:

Minister, er liggen nog twee moties.

MinisterSchippers:

We hebben ook nog een staatssecretaris.

Devoorzitter:

Heel goed. Ik zeg niets meer. Ik geef met veel genoegen het woord aan de staatssecretaris.

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. De eerste motie die ik voor mijn neus heb liggen, is de motie van de heer Van Gerven en mevrouw Leijten over het al dan niet gekwalificeerd zijn van personeel. Daarin wordt de regering gevraagd te onderzoeken of het mogelijk is om werkgevers die ongekwalificeerd personeel inzetten, aansprakelijk te stellen. Ik vind het een sympathieke motie, maar zij is overbodig. Een orgaan dat cliënten vertegenwoordigt, heeft namelijk op dit moment al via de Wet toelating zorginstellingen het recht om bij de rechter een enquête te doen. Met de beoogde Wet cliëntenrechten zorg wordt dat nog makkelijker omdat dan ook de bestuurder aansprakelijk kan worden gesteld. Ik vind de motie wel sympathiek, maar vanwege de ontwikkelingen moet ik haar overbodig verklaren.

De motie van de leden Dijkstra, Kuiken en Voortman gaat over het opleidingsniveau van de 12.000 medewerkers die wij in deze regeringsperiode voor de zorg gaan werven. De regering wordt verzocht te eisen dat deze medewerkers een getuigschrift hebben op kwalificatieniveau 2, 3 of 4. Ik ben niet alleen bezig met mensen naar de zorg te halen die al zijn opgeleid, maar ik zorg er ook voor dat herintreders weer aan het werk gaan en houd mij verder bezig met opleidingen, de 30-plusregeling en het versterken van het stagefonds. Ik ben dus op allerlei manieren bezig om mensen binnen te halen. Als ik de motie zo mag interpreteren, zie ik haar als een ondersteuning van het beleid. Het is echter ook mogelijk dat ik personeel zal werven dat nog moet worden opgeleid voor de diploma's die in de motie zijn genoemd als zij in de zorg gaan werken. Hierbij wil ik benadrukken wat mevrouw Agema inbracht, namelijk dat goed moet worden gekeken naar het moment waarop de teller ging lopen: toen ik begon met het nemen van deze maatregelen voor de zorg en op het moment waarop de extra gelden daarvoor zijn ingezet. Die opmerking was heel terecht.

MevrouwUitslag (CDA):

Ik mis nog een niveau, namelijk niveau 5. Is de staatssecretaris bereid om hierbij ook niveau 5 te betrekken?

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat krijg je als je niveaus gaat noemen. In de ziekenhuizen zijn inderdaad buitengewoon veel mensen nodig met een getuigschrift op kwalificatieniveau 5. Daardoor is het zo ontzettend ongelukkig om dit zo gedetailleerd te bespreken. Wij hebben extra geld voor de zorg en wij hebben extra mensen nodig. Daar zijn we mee bezig. De plannen daarvoor worden in de brieven uiteengezet. Ik denk dat het heel ongelukkig is om op de details in te gaan. De mensen op kwaliteitsniveau 2, 3 en 4 hebben een heel belangrijke portefeuille in de care. Natuurlijk mag niveau 5 er ook bij. Dan zie ik het nog steeds als een ondersteuning van het beleid.

Devoorzitter:

Dan laat u ook het oordeel over aan de Kamer?

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Ja.

MevrouwDijkstra (D66):

Ik wil hieraan toevoegen dat deze motie natuurlijk gaat over de care. Vandaar deze niveaus.

MevrouwAgema (PVV):

Ik vind dit toch heel erg teleurstellend. In het dictum van de motie staat dat de mensen die er komen werken, van tevoren moeten beschikken over een getuigschrift op het genoemde kwalificatieniveau. Dat staat er en dat vind ik onverstandig. Daarmee maak je de vijver waaruit wij kunnen vissen, wel erg klein.

StaatssecretarisVeldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat is helemaal terecht. Ik heb het erbij gezegd. Ik haal met al die regelingen natuurlijk ook mensen naar binnen die nog worden opgeleid. In die zin is de motie inderdaad ongelukkig geformuleerd. Misschien kan mevrouw Dijkstra dat nog veranderen. Eerlijk gezegd, vind ik dat wij op dit moment erg met de details bezig zijn en niet met de grote lijnen.

MevrouwDijkstra (D66):

Voorzitter. Ik wil graag met mevrouw Agema in gesprek gaan over een verandering in het dictum.

Devoorzitter:

Prima. Dan gaan wij iedereen gelukkig maken. Dat vind ik een mooi einde.

De beraadslaging wordt gesloten.

Devoorzitter:

De stemming over de moties vindt aanstaande dinsdag plaats.

Naar boven