Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011 (32500 VII).

(Zie vergadering van 1 december 2010.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De Partij voor de Dieren is een groot voorstander van vergroting van de opsporingscapaciteit bij de politie om kinderporno en kindermisbruik op te sporen. Wij vinden het echter te gemakkelijk om de middelen daarvoor in mindering te brengen op de nog op te richten dierenpolitie. Er ontstaat een verkeerde vorm van leedconcurrentie, waarmee de suggestie gewekt zou kunnen worden dat er gekozen dient te worden tussen het leed dat kinderen wordt aangedaan en het leed dat dieren wordt aangedaan. Hoe graag wij ook een uitbreiding van de opsporingscapaciteit willen, wij zullen met pijn in het hart tegen het amendement van mevrouw Arib stemmen. Wij roepen haar op om een andere dekking te vinden voor haar op zichzelf noodzakelijke en sympathieke plan.

In stemming komt het amendement-Arib c.s. (stuk nr. 70).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de SGP en de ChristenUnie voor dit amendement hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. De GroenLinks-fractie heeft een fout gemaakt. Bij de stemmingen over het MIRT willen wij geacht worden tegen de motie-Dijsselbloem/Slob over de A15 (32500-A, nr. 37) te hebben gestemd.

De voorzitter:

Dank u wel voor de mededeling. De uitslag wordt niet gewijzigd.

Naar boven