Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen om cumulatie van de uitkeringsduur op grond van de Ziektewet met de uitkeringsduur op grond van de Werkloosheidswet tegen te gaan en enige andere wijzigingen (Wet anticumulatie Ziektewet en Werkloosheidswet) (32464).

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van den Besselaar.

De heer Van den Besselaar (PVV):

Voorzitter. Ik wil een ordevoorstel doen, aangezien er vandaag geen regeling van werkzaamheden op de agenda staat. Afgelopen dinsdag heb ik, evenals de andere leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, twee brieven ontvangen over het wetsvoorstel waarover wij zo dadelijk zouden gaan debatteren. Voor een goede oordeelsvorming van mijn kant is het in ieder geval belangrijk dat ik het antwoord van de minister daarop ken. Ik heb dit gisteren onder de aandacht van de leden van de commissie gebracht. Zij hebben daar unaniem mee ingestemd. Zojuist bereikte mij het bericht van de minister dat het hem niet lukt om de antwoorden vandaag te geven. Dit kan ik billijken, gezien het korte tijdsbestek. Ik verzoek u dan ook om dit plenaire debat over het wetsvoorstel inzake de anticumulatie van WW en Ziektewet vandaag van de agenda te halen. Ik heb ook begrepen dat de tijdsdruk inmiddels wat minder is omdat de ingangsdatum is verschoven naar 1 juli 2011.

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Voorzitter. Wat wij doen met wetten, doen wij in deze Kamer in het openbaar. Deze brieven zijn al een aantal dagen binnen. Op het ministerie werken duizenden ambtenaren. Ik durf te wedden dat er in de tas van de minister een reactie zit op de brief van de LCR en de FNV. Dit is gewoon een cover-up voor een tegenstem van de PVV. Er is overigens wel een regeling van werkzaamheden, zeg ik tegen de heer Van den Besselaar. Voorzitter, ik verzoek u mede namens de fracties van D66, GroenLinks en de SP om zo spoedig mogelijk een regeling van werkzaamheden te plannen voor een vervolg. Dit kan echt niet.

De voorzitter:

Ik heb nog geen steun voor uitstel.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Mochten de coalitiegenoten dit uitstel honoreren, dan wil ik dat de minister ook heel duidelijk aangeeft hoe hij het gat van 60 mln. dat in de begroting is geslagen, vervolgens gaat vullen. Wij moeten vandaag namelijk wel stemmen. Ik wil dus weten hoe het daarmee zit.

De heer Van Hijum (CDA):

Mijn fractie heeft er op zich geen bezwaar tegen om het voorstel, in afwachting van de reactie van de minister, vandaag niet te behandelen. Ik wijs er wel op dat het, om het mogelijk te maken dat de ingangsdatum inderdaad 1 juli van het volgende jaar is, noodzakelijk is dat wij dan uiterlijk kort na het reces de plenaire behandeling ter hand nemen.

De heer Huizing (VVD):

Wij steunen het voorstel tot uitstel ook. Gezien de casuïstiek, zoals die ook in de brieven behandeld wordt, lijkt het ons verstandig dat de minister even de tijd neemt om daar goed naar te kijken en goed op te reageren. Wij zijn het eens met de collega van het CDA dat wij wel snel na de jaarwisseling weer met dit agendapunt aan de gang zullen moeten.

De heer Ulenbelt (SP):

Dit is toch wel heel erg doorzichtig. De casuïstiek die de LCR beschrijft, is gewoon uitrekenen en voorleggen hoe het wetsvoorstel zal uitpakken. Dat had ik zelf al bedacht. Dat had de heer Huizing ook kunnen bedenken. Dit is dus echt een kulargument om de behandeling van het wetsvoorstel uit te stellen. Ik stel daarom voor om het gewoon te behandelen en niet in te gaan op kulargumenten vanwege verdeeldheid in de regeringsfracties.

De voorzitter:

Dan verwacht u van mij een inhoudelijk oordeel, maar dat gaat niet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ook de GroenLinks-fractie steunt het verzoek van de heer Van den Besselaar niet. Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Vermeij.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya, ik wil tot een conclusie komen.

Er is een meerderheid. Zo simpel is het en zo eerlijk is het ook. Het is altijd eerlijk om de opvattingen van een meerderheid te volgen. Het onderwerp wordt dus van de agenda afgevoerd. Ik heb ook begrepen dat er behoefte is aan een regeling van werkzaamheden. Aangezien er nu een gat in de agenda zit, kan ik dat gat wellicht nog met iets anders nuttigs vullen. Ik stel daarom voor, die regeling voor 10.35 uur in te plannen. Dan hebben de fracties de gelegenheid om zich daarop voor te bereiden.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 10.23 uur tot 10.35 uur geschorst.

Naar boven