84ste vergadering

Dinsdag 18 mei 2010

14.00 uur

Voorzitter: Verbeet

Tegenwoordig zijn 136 leden, te weten:

Aasted Madsen-van Stiphout, Agema, Albayrak, Algra, Anker, Aptroot, Arib, Atsma, Azough, Bashir, Van Beek, Besselink, Bilder, Biskop, Blanksma-van den Heuvel, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bosma, Bouchibti, Bouwmeester, Brinkman, Ten Broeke, Van der Burg, Çörüz, Cramer, Van Dam, Dezentjé Hamming-Bluemink, Dibi, Tony van Dijck, Jan Jacob van Dijk, Jasper van Dijk, Van Dijken, Dijsselbloem, Eijsink, Elias, Eski, Ferrier, Fritsma, Van Gent, Gerkens, Van Gerven, Gesthuizen, Graus, Griffith, Van der Ham, Hamer, Harbers, Haverkamp, Heerts, Heijnen, Van Hijum, Ten Hoopen, Irrgang, Jacobi, Jager, Joldersma, Kalma, Kant, Karabulut, Knops, Koopmans, Koppejan, Koşer Kaya, Kraneveldt-van der Veen, De Krom, Laaper, Langkamp, Leerdam, Van Leeuwen, Leijten, Lempens, Linhard, Luijben, Marijnissen, Mastwijk, Van Miltenburg, De Mos, Neppérus, De Nerée tot Babberich, Nicolaï, Omtzigt, Ormel, Ortega-Martijn, Ouwehand, De Pater-van der Meer, Pechtold, Pieper, Polderman, Poppe, Van Raak, Remkes, Roefs, Roemer, De Roon, De Roos-Consemulder, De Rouwe, Rutte, Samsom, Schermers, Schinkelshoek, Schippers, Schreijer-Pierik, Smeets, Smilde, Smits, Spekman, Spies, Van der Staaij, Sterk, Tang, Thieme, Timmer, Van Toorenburg, Uitslag, Ulenbelt, Van der Veen, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verdonk, Vietsch, Van der Vlies, Voordewind, Vos, Jan de Vries, Waalkens, Weekers, Wiegman-van Meppelen Scheppink, Wilders, Willemse-van der Ploeg, De Wit, Wolbert en Yücel,

en de heer Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en de heer Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik verzoek iedereen in de zaal en op de tribune die daartoe in staat is, om te gaan staan.

Waarde medeleden. In de loop van woensdag 12 mei jongstleden werd duidelijk dat de vliegramp die eerder die ochtend had plaatsgevonden nabij Tripoli, het leven had gekost aan tientallen Nederlanders. Bij deze ramp, waarbij in totaal 103 mensen het leven lieten, zijn 70 Nederlandse slachtoffers te betreuren.

We voelden ons geschokt en verslagen. Voor veel mensen braken uren van grote onzekerheid aan. Zaten geliefden, naasten of vrienden op deze rampvlucht? Toen bleek dat Ruben de enige overlevende was, kregen ook zij zekerheid. De zekerheid, die zij zozeer hadden gevreesd.

De beelden, die ons vanaf die bewuste woensdag via de media bereikten, waren onwerkelijk: een gebroken souvenir, de omslag van een boek met een Nederlandse titel, een vakantieverslag van een kind, een knuffel.

De hulpverlening kwam op gang, zowel in Tripoli, in samenwerking met de Libische autoriteiten, als in ons eigen land. Hulp neemt echter niet de pijn weg, die nu zo velen in hun hart voelen. Die pijn slijt slechts met de tijd of zal voor altijd blijven.

Wij voelen ons als volksvertegenwoordigers zeer betrokken bij de gevolgen van deze ramp. Een betrokkenheid die velen met ons delen, in ons land, maar ook op de Nederlandse Antillen en Aruba en in het buitenland.

Wij voelen mee met Ruben, die de ramp als enige overleefde. Wij hopen dat hij spoedig mag herstellen en dat hij de kracht zal vinden en de rust zal krijgen om te kunnen omgaan met het verlies van zijn ouders en zijn broer.

Bij deze ramp hebben ook mensen uit andere landen het leven gelaten. Daarom denken wij vandaag aan alle nabestaanden. Wij leven met hen mee. Wij delen het verdriet. Wij wensen hen sterkte in deze voor hen zo moeilijke tijd.

Ik geef het woord aan de minister-president.

Minister Balkenende:

Voorzitter. Op 12 mei werd ons land in het hart geraakt. Onder de 103 slachtoffers die omkwamen bij de ramp met het toestel van Afriqiyah Airways, waren maar liefst 70 Nederlanders. 70 landgenoten die met één harde klap het leven verloren. Dat is menselijkerwijs bijna niet te bevatten. In heel Nederland rouwen mensen om familieleden en vrienden, om klasgenootjes en collega's, om bekenden uit de buurt of leden van dezelfde vereniging. En wij rouwen Voorzittermet hen.

Nederland is dezer dagen één in zijn verdriet. Namens het kabinet wil ik hier ons diepe medeleven betuigen aan alle nabestaanden. Enkele bewindspersonen en ik hebben persoonlijk met een aantal van hen gesproken op Hemelvaartsdag. Het was een ontmoeting waar heel veel menselijk leed samenkwam. Het ongeloof en de onzekerheid van ouders die hun kinderen verloren. Kinderen die hun ouders nooit meer terug zullen zien. Mensen die een geliefde voor altijd kwijt zijn. Hier past slechts de stilte.

Nog verdoofd van de schok en het verdriet waren er tegelijkertijd ook meteen zo veel vragen. Hoe kon dit gebeuren? Hoe zagen de laatste momenten van onze geliefden eruit? En wanneer kunnen wij afscheid nemen? Daar moet op dit moment de prioriteit liggen: bij het antwoord op deze vragen en het wegnemen van zo veel mogelijk onzekerheden. Het kabinet zal er dan ook alles aan doen om nabestaanden zo zorgvuldig en zo snel mogelijk te blijven informeren en alle steun te bieden die nodig is.

Op dit moment zijn enkele tientallen hulpverleners ter plaatse om de slachtoffers te identificeren en andere, meer praktische zaken te regelen. Hun moeilijke werk verdient ons groot respect en onze dank, net als de inzet van hun Libische collega's en de lokale autoriteiten. Er wordt goed en intensief samengewerkt om de oorzaken van deze ramp te achterhalen en om zo snel mogelijk duidelijkheid te kunnen bieden aan nabestaanden. Daarvoor spreken wij onze waardering uit.

Een bijzonder woord van troost en medeleven wil ik uitspreken in de richting van Ruben, het negenjarige jongetje uit Tilburg dat deze ramp als enige overleefde. Je hart breekt bij zijn verhaal. Ik hoop vurig dat Ruben de komende tijd in alle rust kan herstellen en samen met zijn familie het verlies van zijn ouders en broer kan verwerken. Ik doe een dringend beroep op de media om Ruben en alle nabestaanden die rust ook te gunnen.

Voorzitter. Een ramp van deze omvang maakt stil. Er is een diep gat geslagen in de levens van heel veel mensen die in hun directe omgeving iemand hebben verloren. Laten wij aan hen denken, met hen meeleven en troost en hulp bieden in deze moeilijke tijd. Vanaf deze plaats wil ik tegen hen zeggen: weet dat heel velen om u heen willen staan. Ik wens alle nabestaanden heel veel kracht toe bij de verwerking van dit grote verlies.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

Naar boven