Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over godslastering, te weten:

- de motie-Van der Staaij over handhaving van de artikelen 147 en 137c van het Wetboek van Strafrecht (31700 VI, nr. 64);

- de motie-Van der Ham c.s. over verwijderen van het verbod op godslastering uit het Wetboek van Strafrecht (31700 VI, nr. 94);

- de motie-Teeven c.s. over gescheiden voorstellen tot wijziging/verwijdering van de artikelen 137c en 147 Sr (31700 VI, nr. 95);

- de motie-De Wit c.s. over niet toezenden van voorstellen tot wijziging van artikel 137c Sr (31700 VI, nr. 96);

- de motie-De Roon over niet invoegen van de woorden "of middellijk" in artikel 137c (31700 VI, nr. 97);

- de motie-De Roon over schrappen van de strafbaarstelling van belediging wegens godsdienst of levensovertuiging (31700 VI, nr. 98).

(Zie vergadering van 14 januari 2009.)

De voorzitter:

De motie-Van der Staaij (31700-VI, nr. 64) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering heeft besloten, een wetsvoorstel voor te bereiden waarin artikel 147 van het Wetboek van Strafrecht (verbod van godslastering) wordt geschrapt;

van mening dat het schrappen van het verbod van godslastering ongewenst is, alleen al omdat deze bepaling een belangrijke normstellende functie vervult;

verzoekt de regering, daarom af te zien van het voorstel om het verbod van godslastering (artikel 147 Wetboek van Strafrecht) te schrappen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 99 (31700-VI).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Staaij (31700-VI, nr. 99).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Ham c.s. (31700-VI, nr. 94).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u, de stemming over de motie op stuk nr. 95 aan te houden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Teeven stel ik voor, zijn motie (31700-VI, nr. 95) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Nu de Kamer een historische beslissing heeft genomen door de motie op stuk nr. 94 aan te nemen, vraag ik het kabinet om de Kamer zo spoedig mogelijk een brief te sturen over wat het met deze stemmingsuitslag gaat doen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-De Wit c.s. (31700-VI, nr. 96).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. De motie die nu in stemming komt, raakt de kern van de vrijheid van meningsuiting en ook de kern van het bestaansrecht en de existentie van mijn partij, als de minister in ieder geval artikel 137c wijzigt zoals hij van plan is. De PVV zou met dat voorstel niet kunnen functioneren, vandaar dat ik om principiële redenen om een hoofdelijke stemming vraag over de motie op stuk nr. 97.

De voorzitter:

Dan zullen wij nu hoofdelijk over de motie gaan stemmen.

In stemming komt de motie-De Roon (31700-VI, nr. 97).

Vóór stemmen de leden: Nicolaï, Ouwehand, Pechtold, Polderman, Poppe, Van Raak, Remkes, De Roon, De Roos-Consemulder, Rutte, Sap, Schippers, Smits, Snijder-Hazelhoff, Teeven, Thieme, Ulenbelt, Van Velzen, Vendrik, Verdonk, Weekers, Wilders, De Wit, Zijlstra, Agema, Aptroot, Azough, Van Baalen, Bashir, Van Beek, Blok, Boekestijn, Van Bommel, Bosma, Brinkman, Ten Broeke, Van der Burg, Dezentjé Hamming-Bluemink, Dibi, Tony van Dijck, Jasper van Dijk, Elias, Fritsma, Van Gent, Gerkens, Van Gerven, Gesthuizen, Graus, Griffith, Halsema, Irrgang, Jansen, Kant, Koşer Kaya, De Krom, Langkamp, Van Leeuwen, Lempens, Madlener, Marijnissen, Van Miltenburg en Neppérus.

Tegen stemmen de leden: De Nerée tot Babberich, Omtzigt, Ormel, Ortega-Martijn, De Pater-van der Meer, Roefs, De Rouwe, Samsom, Schermers, Schinkelshoek, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Spekman, Spies, Van der Staaij, Sterk, Tang, Tichelaar, Timmer, Van Toorenburg, Uitslag, Van der Veen, Vermeij, Vietsch, Van der Vlies, Voordewind, Jan de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Willemse-van der Ploeg, Aasted-Madsen-van Stiphout, Anker, Arib, Atsma, Besselink, Bilder, Biskop, Blanksma-van den Heuvel, Van Bochove, Boelhouwer, Bouchibti, Bouwmeester, Van de Camp, Çörüz, Van Dam, Depla, Jan Jacob van Dijk, Van Dijken, Dijsselbloem, Eijsink, Ferrier, Van Geel, Gill'ard, Van Haersma Buma, Haverkamp, Heerts, Hessels, Van Heugten, Van Hijum, Ten Hoopen, Jacobi, Jager, Joldersma, Jonker, Kalma, Knops, Koopmans, Koppejan, Kraneveldt-van der Veen, Kuiken, Leerdam en Mastwijk.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 74 tegen 62 stemmen is verworpen.

In stemming komt de motie-De Roon (31700-VI, nr. 98).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven