Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fracties van het CDA en de PvdA stel ik voor, de stemmingen in verband met de Wijziging van de Wet milieubeheer (30483) met een week, dus tot volgende week dinsdag, uit te stellen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer stel ik voor, de plenaire afronding van de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg van de modernisering van het huurbeleid vanaf 1 januari 2007 (Wet modernisering huurbeleid 2007) (30595) aan de agenda van deze week toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dat betekent dat wij op alle drie de avonden van deze week laat zullen moeten vergaderen, met excuses aan onze medewerkers en anderen.

Op verzoek van de fractie van de LPF benoem ik het lid Stuger tot lid van de Commissie voor de Werkwijze der Kamer in de bestaande vacature.

Op verzoek van de fracties van de VVD en de PvdA stel ik voor, de stemmingen in verband met de Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen (30324) aan te houden.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Afgelopen weekend werden wij geconfronteerd met een stevige waarschuwing van de Adviescommissie Water omtrent de staat van onze dijken, zowel de zeedijken als de rivierdijken. Volgens de commissie laat ook de mate waarin wij voorbereid zijn op een eventuele overstroming te wensen over. Wij willen graag een reactie van het kabinet op deze berichten, met name over de middelen die op de rijksbegroting zijn gereserveerd voor de versterking van zeedijken in relatie tot het bedrag dat de adviescommissie noemt. Verder is het de vraag in hoeverre de rampenbestrijding op orde is. Dit betreft trouwens meer het terrein van de minister van Binnenlandse Zaken. Wij krijgen de reactie van het kabinet graag voor de aanvang van de begrotingsbehandeling van Verkeer en Waterstaat aanstaande donderdag.

De voorzitter:

Omdat het gaat om de voorbereiding van de plenaire begrotingsbehandeling, stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Koenders.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Ik heb samen met mijn collega Eijsink op 1 augustus 2006 vragen gesteld aan de minister van Defensie over de crash van twee legerhelikopters in Afghanistan. Dat is op zichzelf een ernstige zaak. Er wordt gevraagd naar onderzoek en meer informatie. Wij hebben een keer een mededeling ontvangen dat de antwoorden nog even op zich lieten wachten. Inmiddels is het bijna 1 november. Wij zien de beantwoording van die vragen graag per ommegaande tegemoet.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Defensie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Er was net een demonstratie van werkers in de thuiszorg over de gevolgen van de marktwerking in de Wmo. Hun signaal was duidelijk. Ik wil graag dat de staatssecretaris voor aanstaande donderdag reageert op dat signaal en de petities die aan de Kamer zijn overhandigd, zodat wij daarover aanstaande donderdag kunnen debatteren.

Over vergelijkbare problemen en de gevolgen daarvan heb ik anderhalve week geleden schriftelijke vragen gesteld. Kunnen die schriftelijke vragen voor het debat van komende donderdag beantwoord zijn, zodat wij het ook daarover kunnen hebben?

Mevrouw Verbeet (PvdA):

Ik steun de verzoeken van mevrouw Kant van harte.

De voorzitter:

Omdat het gaat om de beantwoording van schriftelijke vragen, stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Gisteravond hebben wij een interessant wetgevingsoverleg gehad over het wetsvoorstel inzake de participatiebanen. Daarbij zijn zeer veel punten aan de orde gekomen, waaronder de vraag welke knelpunten met dit wetsvoorstel in de praktijk opgelost zullen worden. Ik vraag de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om nog voor de stemmingen volgende week de Kamer een aantal voorbeelden te sturen van knelpunten die gemeenten ervaren en die met het voorliggende wetsvoorstel kunnen worden opgelost. Dat is voor mijn fractie van groot belang om haar uiteindelijke oordeel over dit wetsvoorstel te kunnen bepalen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik ondersteun dit verzoek van harte, want er is inderdaad grote onduidelijkheid.

De heer Dittrich (D66):

Voorzitter. Gelet op de ontwikkelingen in het debat van gisteravond, dat tot 23.15 uur duurde, steun ook ik het verzoek om een snelle reactie van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is wederom aan mevrouw Bussemaker.

Mevrouw Bussemaker (PvdA):

Voorzitter. Vorige week donderdag heb ik bij de regeling aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd om vóór de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief te sturen over de koopkracht van gehandicapten en chronisch zieken. Ik heb die brief nog niet gezien, maar ik ga ervan uit dat die vanmiddag nog komt. Misschien kan het verzoek nog eens worden doorgeleid.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. In de vaste commissies voor Defensie en voor Buitenlandse Zaken is besloten, een algemeen overleg te houden over de brief die naar de Kamer is gezonden over uitbreiding van het aantal militairen in Uruzgan. Dit is gepland voor donderdagmiddag. Ik sluit niet uit dat wij na dat overleg behoefte hebben aan een VAO. Ik verzoek u, daar nu al rekening mee te houden in uw planning voor de agenda.

De voorzitter:

Dank voor de vooraankondiging. Ik stel de Kamer voor, mij te machtigen om zonder verdere regeling van werkzaamheden – die is er immers niet meer na dat AO – dit punt, als het verzoek er nog steeds ligt, aan de agenda van donderdag toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is wederom aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, de stemming over de motie van de heer Koenders, ingediend bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken (30800-V, nr. 19), uit te stellen tot volgende week dinsdag.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dat verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bakker.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. Opnieuw zijn de afgelopen dagen in de media berichten verschenen over de wijze waarop is omgegaan met de vluchtelingen uit Srebrenica. Met name het rapport-Van Workum schetst een buitengewoon zorgwekkend beeld op dat punt. Ik verzoek dan ook om een spoeddebat hierover, in ieder geval nog voor de aanvang van het verkiezingsreces.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Gelet op de problematiek, steun ik van harte het verzoek van de heer Bakker.

De heer Klaas de Vries (PvdA):

Het lijkt mij een goed verzoek, voorzitter, maar ook omdat wij weinig tijd hebben, zou ik het op prijs stellen dat de minister de gelegenheid krijgt om op zeer korte termijn eerst een schriftelijke reactie naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik vind dit een belangrijke zaak en ik wil er graag met de minister over debatteren, maar dan wel graag nadat zij haar reactie op het rapport heeft kunnen geven.

De voorzitter:

Aan de lichaamstaal van de leden Visser, Van de Camp en Azough zie ik dat zij dezelfde mening hebben. Ik stel voor, namens de Kamer aan de minister een schriftelijke reactie te vragen door middel van toezending van het stenogram van dit gedeelte van de vergadering. Daarnaast staat het de leden vrij om eventueel nog verdere verzoeken te doen.

De heer Bakker (D66):

Ik kan daarmee instemmen, als u er rekening mee wilt houden dat er inderdaad nog een dergelijk verzoek wordt gedaan, leidend tot een debat vóór 1 november aanstaande.

De voorzitter:

Daar houden wij rekening mee. Zolang de 7 maal 24 uur nog niet helemaal volgepland zijn, kan ik met alle verzoeken rekening houden. Daarna gaat het buiten mijn macht.

De heer Bakker (D66):

Zo is het! Daar kan ik mee leven, voorzitter.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik verzoek u om uitstel van de stemmingen over de moties inzake de cultuurbegroting tot aanstaande donderdag.

De voorzitter:

Ik stel voor, met uw verzoek akkoord te gaan, in die zin dat deze stemmingen dan aanstaande dinsdag plaatsvinden, aangezien ik niet van plan ben om donderdag te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg van afgelopen donderdag met de minister van Economische Zaken over energie, in het bijzonder het aanbod van het kabinet in de richting van de energie-intensieve industrie, toe te voegen aan de plenaire agenda.

Verder meld ik alvast dat ik aanstaande donderdag wellicht een soortgelijk verzoek doe in verband met het algemeen overleg morgen met de minister van VWS over de relatie tussen de Zorgverzekeringswet, de Koppelingswet en de zorg voor illegalen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan uw verzoek te voldoen en het verslag toe te voegen aan de agenda van deze week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Verder dank ik u voor uw vooraankondiging van mogelijk nog een VAO.

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u, de stemmingen over het wetsvoorstel Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 uit te stellen tot volgende week dinsdag, aangezien ik mijn amendement op stuk nr. 7 nog wil wijzigen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Dijksma.

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter. Mag dan de stemming over de bijbehorende motie over dit onderwerp, de motie-Mastwijk c.s. (30683, nr. 8) ook uitgesteld worden?

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb eerder het verzoek ingediend om bij de regeling van werkzaamheden een brief te mogen vragen aan de staatssecretaris van VROM over het bericht vandaag in de krant dat Nederland te veel CO2-rechten vergeven zou hebben aan de industrie. Eurocommissaris Dimas noemt in het bewuste artikel een aantal namen, waaronder Nederland. Ik hoor graag van de staatssecretaris of die informatie juist is. Er staat nogal wat druk op het kabinet om op dit punt snel te handelen, terwijl er ook veel onzekerheid over bestaat bij het bedrijfsleven. Ik ga er dan ook van uit dat dit terugkomt op de plenaire agenda.

De voorzitter:

U stond eigenlijk niet op de lijst voor deze regeling van werkzaamheden omdat dit verzoek al verwezen was naar de commissie, aangezien wij verzoeken aan één bewindspersoon altijd verwijzen naar de desbetreffende commissie. U heeft uw verzoek echter nu al gedaan. Spoedheidshalve stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Die reactie had mij niet bereikt, maar ik dank u in ieder geval voor uw opstelling in dezen.

Verder zou ik een vooraankondiging willen doen. Deze week spreken wij over de voortgang in het kader van de Nota Ruimte. Ik vermoed dat in dezen een plenaire afronding nodig is.

De voorzitter:

Dank voor deze vooraankondiging.

Naar boven