Aan de orde zijn de stemmingen over een motie, ingediend bij het debat over het boerkaverbod, te weten:

- de motie-Wilders/Weekers over voorstellen voor een effectief boerkaverbod in Nederland (29754, nr. 88).

(Zie vergadering van 19 oktober 2006.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van der Staaij (SGP):

Mijnheer de voorzitter. Ruim een jaar geleden diende de heer Wilders zijn motie in om te komen tot een verbod op boerka's in de openbare ruimte. De SGP-fractie had en heeft sympathie voor de strekking van deze motie. Het uitgangspunt is natuurlijk de vrijheid en de eigen verantwoordelijkheid in het dragen van kledingstukken. Kledingstukken dienen als regel geen stof voor de wetgever op te leveren, maar het kan in extreme gevallen anders zijn. Dat geldt wat ons betreft naar twee kanten toe. Zowel in het geval van te veel verhullende kleding als in het geval van te weinig verhullende kleding kan overheidsoptreden aan de orde zijn. In het geval van boerka's vinden wij dat om reden van openbare orde en veiligheid zo'n verbodsbepaling aangewezen kan zijn. Toch heeft de SGP-fractie destijds niet voor die motie gestemd, omdat minister Verdonk had aangegeven in januari met een notitie hierover te komen. Die notitie is er in januari niet gekomen en ook niet in april, waarvoor ze vervolgens was aangekondigd. Die notitie is er nog steeds niet. Daarmee is niet alleen de toezegging aan de Kamer niet gestand gedaan, maar is ook de aangenomen Kameruitspraak geen recht gedaan. Evenmin is tijdig en gemotiveerd aan de Kamer aangegeven waarom die motie niet is uitgevoerd.

Dat alles bij elkaar is voor onze fractie voldoende reden om nu voor de motie-Wilders/Weekers te stemmen. Wij gaan er dan ook van uit dat het kabinet nu zonder treuzelen de wens van de Kamer zal verbinden met de wijsheid van de inmiddels ingeschakelde deskundigen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. D66 is tegen het dragen van een boerka. Wij vinden het dragen van een boerka onderdrukkend voor vrouwen. Door het dragen van een boerka schermt de draagster zich volledig af van de maatschappij waarin zij zich beweegt. D66 vindt dat het zien van het gezicht van je gesprekspartner een beschavingsregel is. Daarom steunt D66 het streven om het dragen van een boerka tegen te gaan.

In tegenstelling tot de indieners van deze motie geloven wij echter niet dat wij de positie van deze vrouwen kunnen verbeteren door het dragen van de boerka te verbieden. Dat zal er alleen maar toe leiden dat zij het huis helemaal niet zullen verlaten en zelfs het laatste beetje contact met de maatschappij verliezen. Mijn fractie wil de boerka niet afrukken, maar weg emanciperen. Daarom zullen wij tegen deze motie stemmen.

In stemming komt de motie-Wilders/Weekers (29754, nr. 88).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de Groep Wilders, de Groep Eerdmans/Van Schijndel, het CDA, de SGP, de LPF, de Groep Nawijn en de Groep Van Oudenallen voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (Groep Wilders):

Voorzitter. Zojuist is tot mijn vreugde een motie aangenomen die toch haaks staat op hetgeen de minister van Justitie in het debat vorige week heeft gezegd. Nog belangrijker is dat het de tweede keer is dat een motie over hetzelfde onderwerp is aangenomen en dat wij er niet meer automatisch van kunnen uitgaan dat de moties van de Kamer worden uitgevoerd. Daarom wil ik voor donderdag 12.00 uur een brief hebben waarin het kabinet niet alleen aangeeft dat het de motie zal uitvoeren, maar ook op welke korte termijn dat nu eindelijk zal gebeuren.

De voorzitter:

Uw verzoek zal aan het kabinet worden overgebracht.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven