Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over de evaluatie van de gang van zaken rond de moord op de heer Van Gogh, te weten:

- de motie-Koenders over toezending van de evaluatie (29854, nr. 15).

(Zie vergadering van 17 oktober 2006.)

De voorzitter:

De motie-Koenders (29854, nr. 15) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het inmiddels twee jaar geleden is dat Theo van Gogh vermoord is en dat er grote overeenstemming bestaat over de noodzaak van een spoedige evaluatie van de gang van zaken voorafgaand aan deze moord, in het bijzonder binnen de AIVD en de politie;

overwegende dat de strafzaken tegen Mohammed B. zijn afgerond met onder andere als conclusie dat geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor hulp aan de dader bij de voorbereiding of uitvoering van de door hem gepleegde moord op Theo van Gogh en dat ook bewijs ontbreekt dat hij over zijn voornemen, die moord te plegen met leden van de zogenoemde Hofstadgroep heeft gesproken, waarmee nu juridisch en inhoudelijk is vastgesteld welke rol Mohammed B. heeft gespeeld;

verzoekt de regering, bedoelde evaluatie naar de Kamer te sturen en daarbij maximale openbaarheid te betrachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16 (29854).

De gewijzigde motie is reeds rondgedeeld. Ik neem aan dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Koenders (29415, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de Groep Wilders, de Groep Eerdmans/Van Schijndel, de VVD, de LPF en de Groep Van Oudenallen voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Koenders (PvdA):

Aangezien deze motie betreft het met spoed aan de Kamer toezenden van de evaluatie, vraag ik het kabinet wanneer wij deze krijgen. Misschien kunt u deze vraag doorgeleiden naar het kabinet.

De voorzitter:

Nu de motie is aangenomen, kan het antwoord niet anders zijn dan: op zeer korte termijn. Ik geef het antwoord maar even voor het kabinet, want zo zal het moeten gaan.

Naar boven