Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 60, pagina 3848-3851 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 60, pagina 3848-3851 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Karimi, die twee verzoeken wil doen.
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter. Ik heb inderdaad twee verzoeken.
Mijn eerste verzoek is om het verslag van het algemeen overleg over het wapenexportbeleid van vorige week op de plenaire agenda te zetten.
De voorzitter:
Kan het verslag de volgende week op de agenda geplaatst worden?
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Zowel de minister van Economische Zaken als die van Buitenlandse Zaken dient aanwezig te zijn. Als dat kan, wil ik het verslag graag volgende week op de agenda hebben.
De voorzitter:
Dan zullen wij dat de volgende week agenderen.
Mevrouw Karimi (GroenLinks):
Voorzitter. Mijn tweede verzoek houdt verband met de beantwoording van de vragen tijdens het vragenuur door de minister van Defensie. Minister Kamp heeft hier een halfuurtje geleden volmondig toegegeven dat hij de Kamer op de vooravond van de missie naar Uruzgan, in een vertrouwelijke briefing, onvoldoende en onvolledig heeft geïnformeerd. Blijkbaar had hij daar zijn redenen voor. Desalniettemin is mijn fractie totaal verrast door deze gang van zaken. De Kamer heeft het grondwettelijke recht op informatie en of het nu een vertrouwelijke of niet-vertrouwelijke briefing is, de Kamer moet erop kunnen vertrouwen dat de minister de Kamer volledig en juist informeert. Daarom krijg ik van de minister graag een brief waarin hij uitvoerig aangeeft op basis van welke criteria hij de momenten heeft gekozen om de Kamer te informeren en op basis waarvan hij heeft gekozen voor het vertrouwelijk verstrekken van informatie dan wel voor het publiekelijk verstrekken van informatie. Ik zou de brief graag volgende week ontvangen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Defensie.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Duivesteijn.
De heer Duivesteijn (PvdA):
Voorzitter. Afgelopen vrijdagavond kreeg ik om 21.48 uur een mail van de heer Zalm. Dat is natuurlijk niet niks. Ik heb de mail direct gelezen en merkte dat hij voornemens is om alvast een aantal stappen te zetten in de richting van vervreemding van de NV Luchthaven Schiphol, zoals u weet een staatsbedrijf. De minister van Financiën, waarschijnlijk een beetje angstig door de verkiezingsuitslag, is bezig met het zetten van een aantal stappen die eigenlijk niet kunnen. Ik vraag om een spoeddebat om deze brief met de minister te bespreken.
De heer De Krom (VVD):
Voorzitter. De VVD-fractie heeft ontzettend veel zin in een spoeddebat met de heer Duivesteijn. Laten wij het vooral zo snel mogelijk houden.
De heer Duyvendak (GroenLinks):
Voorzitter. De GroenLinksfractie verheugt zich op een spoeddebat met minister Zalm.
De heer Haverkamp (CDA):
Voorzitter. Wij verheugen ons op een spoeddebat met beiden.
De heer Duivesteijn (PvdA):
Het is fantastisch dat de VVD nu eindelijk eens een keer een spoeddebat wil voeren. Ik verzeker u dat onze insteek zal verschillen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het spoeddebat voor volgende week te agenderen met spreektijden van drie minuten.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van der Staaij.
De heer Van der Staaij (SGP):
Voorzitter. Vandaag exact een maand geleden heb ik samen met een groot aantal collega's schriftelijke vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking over de hulpgelden aan de Palestijnse gebieden dan wel de Palestijnse Autoriteit en over een gemeenschappelijke benadering met de VS en Israël inzake het stopzetten van hulpgelden bij de vorming van een Hamasregering. Inmiddels is die regering gevormd. Het onderwerp Midden-Oosten staat op de agenda van de Europese Raad komende donderdag en vrijdag. Morgenochtend is er een overleg ter voorbereiding van die Europese Raad. Vóór morgenochtend 9.00 uur wil ik antwoord op die schriftelijke vragen, opdat wij de antwoorden bij het debat kunnen betrekken.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Kortenhorst.
De heer Kortenhorst (CDA):
Voorzitter. Anderhalve week geleden hebben wij in een algemeen overleg met minister Kamp van Defensie en met minister Pechtold gedebatteerd over de kustwacht van de Nederlandse Antillen en Aruba. Mede namens de fractie van de VVD verzoek ik u, het verslag van dat algemeen overleg te agenderen.
De voorzitter:
Ik zal het verslag voor volgende week agenderen.
Het woord is aan de heer Aptroot.
De heer Aptroot (VVD):
Voorzitter. Gisteren heeft het kabinet zich in het Catshuis beraden op de vermindering van regeldruk en administratieve lasten. Wij zouden graag een brief van het kabinet ontvangen over de afspraken die bij deze gelegenheid zijn gemaakt en over de concrete voorstellen die wij de komende tijd tegemoet mogen zien. Daarbij zouden wij meegenomen willen zien de voorstellen die door de Kamer zijn ondersteund, zoals minder statistische verplichtingen. Wanneer geeft het kabinet daar concreet uitvoering aan?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Ik steun dit verzoek. Misschien kan het kabinet daarbij ook ingaan op de opmerkingen van minister Donner, die gisteren, naar ik begreep, het burgerlijk huwelijk wilde afschaffen. Dat spreekt ons aan. Wij horen graag hoe het kabinet hierover denkt.
De heer Koopmans (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie vindt zo'n brief prima, als het kabinet daar dan ook maar de volgende vier punten in meeneemt. In de eerste plaats de toezegging door de staatssecretaris van Economische Zaken over de aanpak van honderd gesignaleerde nationale koppen. In de tweede plaats de toezegging van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties om te komen met een inventarisatie van de regeldrift door inspecties zelf. In de derde plaats de reactie van de minister van Financiën met betrekking tot het negentigpuntenplan van de CDA-fractie. En ten slotte een uitleg over de uitvoering van de naar aanleiding van een eerder debat met minister Pechtold aangenomen motie-Koopmans, waarin gesproken wordt over een halvering van de monitoring.
De heer Van der Vlies (SGP):
Voorzitter. Ook de SGP-fractie steunt het verzoek van de heer Aptroot. Overigens is de SGP-fractie er bij kennisneming van het extra beraad gisteravond in de boezem van het kabinet van uitgegaan dat, als er belangrijke beslissingen genomen zijn, deze automatisch in een brief aan de Kamer worden voorgelegd.
Mevrouw Smeets (PvdA):
Voorzitter. Ook de PvdA-fractie steunt dit verzoek. Wij zien in de brief ook graag opgenomen dat uitvoering wordt gegeven aan onze motie waarin wij oproepen tot een objectieve meting van de lastenverlichting voor het mkb naar sector en naar grootte. Die motie is ongeveer een maand geleden aangenomen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief de aanvullingen die daarbij zijn gedaan, door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van Hijum.
De heer Van Hijum (CDA):
Voorzitter. Op 31 januari jongstleden heb ik samen met de heer Omtzigt namens de CDA-fractie vragen gesteld aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over de Zorgverzekeringswet voor buitenlandse werknemers, een en ander naar aanleiding van berichten dat er mogelijk sprake is van ontduiking van de Zorgverzekeringswet door Poolse werknemers. De Kamer zou de antwoorden op die vragen vóór 15 maart ontvangen, maar die heeft ze tot nu toe nog niet mogen ontvangen. Ik verzoek u dan ook, voorzitter, het kabinet daaraan te herinneren.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Lambrechts.
Mevrouw Lambrechts (D66):
Voorzitter. Vorige week hebben wij een brief gevraagd aan staatssecretaris Rutte over de positie van hbo-docenten, ook in relatie tot de functiewaardering die op dit moment aan de orde is in het hoger beroepsonderwijs. Deze brief hebben wij inmiddels ontvangen. Wij hebben behoefte aan een debat daarover en, naar ik heb begrepen, bestaat die behoefte ook bij een aantal andere fracties. Waar dit debat gepland is voor aanstaande donderdag, doe ik bij dezen het verzoek om het toch niet op die dag te houden omdat er dan al een ander debat in de Kamer plaatsvindt dat voor een deel door dezelfde woordvoerders moet worden bijgewoond, namelijk het debat over het rapport-Berenschot in relatie tot de leerrechten. Ik verzoek u dan ook, voorzitter, om eerstgenoemd debat begin volgende week te plannen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het spoeddebat volgende week te plannen, en daarbij spreektijden van drie minuten per fractie te hanteren.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Hamer.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Voorzitter. Ik verzoek u de stemmingen over de amendementen en het wetsvoorstel Regeling onderbouw vo – ik doel dus niet op de moties – over de veranderingen in de basisvorming niet vandaag te laten plaatsvinden. Er is nog zo veel discussie over de amendementen dat mijn fractie er behoefte aan heeft om eerst te bezien hoe het met de moties afloopt.
Mevrouw Kraneveldt (LPF):
Voorzitter. Ik steun het verzoek van mevrouw Hamer.
De heer Balemans (VVD):
Voorzitter. Wij hebben vorige week een uitgebreid debat gehad waarin alle argumenten gewisseld zijn. Mijn fractie heeft geen behoefte aan uitstel van de stemmingen. Wat ons betreft is het duidelijk.
Mevrouw Lambrechts (D66):
Ik steun het verzoek van mevrouw Hamer, voorzitter.
De heer Jan de Vries (CDA):
Voorzitter. Wij als CDA-fractie hebben geen behoefte aan uitstel van de stemmingen, maar als een belangrijk deel van deze Kamer dit wel wenst, zullen wij ons daar niet tegen verzetten. Wij hebben echter geen behoefte aan een geknipte stemming. Daarom willen wij graag over zowel de amendementen en het wetsvoorstel als de moties in één keer stemmen.
Mevrouw Vergeer (SP):
Voorzitter. De SP-fractie steunt het verzoek van mevrouw Hamer.
De heer Jungbluth (GroenLinks):
Hetzelfde geldt voor de fractie van GroenLinks, voorzitter.
De voorzitter:
Ik geef het woord nog eenmaal aan mevrouw Hamer, omdat nu ook het verzoek is gedaan om de gehele stemming uit te stellen.
Mevrouw Hamer (PvdA):
Voorzitter. Ik heb mijn voorstel heel bewust gedaan. In de stemmingslijst stond al een aantal moties voorafgaand aan de amendementen, wat zeer ongebruikelijk is. Wij hechten er zeer aan om ons eindoordeel straks in één keer te vellen. Ik wil niet het risico lopen dat ik bij de volgende stemmingen het verzoek moet doen om het wetsvoorstel apart in stemming te brengen. Ik blijf daarom toch bij mijn verzoek om vandaag over de moties te stemmen en volgende keer over de amendementen en het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Gelet op hetgeen ik heb gehoord, stel ik voor om het voorstel van mevrouw Hamer over te nemen.
De heer Jan de Vries (CDA):
Voorzitter. Dan sluit de CDA-fractie zich aan bij de heer Balemans en stel ik voor, deze middag te stemmen over alle onderdelen van het wetsvoorstel, inclusief de moties.
De voorzitter:
Ik kan niet anders dan concluderen dat een meerderheid voor het voorstel van mevrouw Hamer is. Ik stel derhalve voor om het vanmiddag dienovereenkomstig te doen.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dan gaan wij nu stemmen. Ik constateer dat de heer Nawijn niet aanwezig is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-3848-3851.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.