Noot 1 (zie blz. 3884)

Stel regels op om graaigedrag in te tomen 14 juni 2005

Verschenen in: de Volkskrant

Het debat over normen en waarden maakt geen indruk bij topmanagers. Zij graaien door. Treed dan op, zeggen Ineke van Gent en Kees Vendrik

Premier Wim Kok beschuldigde in 1997 Nederlandse topmanagers van «exhibitionistische zelfverrijking». Tot op heden hebben deze duurst betaalde werknemers zich nauwelijks iets aan getrokken van alle maatschappelijke commotie. Zie de Volkskrant van zaterdag: terwijl iedereen op de nullijn zit, stegen de topbeloningen in 2004 met gemiddeld 13 procent. Opnieuw blijken werkgevers niet goed voor hun handtekening onder de sociale akkoorden van afgelopen jaren. De zelfverrijking zet door. Waarom lopen de topsalarissen zo uit de hand en krijgen deze duurbetaalde mannen er geen genoeg van?

Van fundamenteel belang is de opkomst van het Angelsaksische ondernemingsmodel in Europa, vooral populair bij politiek rechts. Voormalig Europees commissaris Bolkestein deed zijn best de laatste barrières (neem de overnamerichtlijn) voor dit model te slechten.

Waarom is een raadsel. De bedrijfsvoering van dit type onderneming staat in het teken van de korte termijn, is sterk gefixeerd op de beurskoers, leidt tot een permanente stroom van reorganisaties en is niet innovatief maar vooral financieel/fiscaal van aard (fusies en overnames). Dit hijgerige model – door econoom Arjen van Witteloostuijn ooit treffend omschreven als anorexiakapitalisme – vraagt stoere jongens die meestal korte tijd bij een bedrijf zitten en daarvoor een hoge prijs vragen.

Achtereenvolgende kabinetten hebben vele kansen laten liggen in de strijd tegen de zelfverrijking. Onder Paars II werd verplicht dat beursgenoteerde ondernemingen in hun jaarverslag achteraf een boekje opendoen over de honorering aan de top. Toen al kon worden vermoed dat dit geen zoden aan de dijk zou zetten. De tegenmacht zou moeten komen van aandeelhouders. Sommige pensioenfondsen daargelaten zijn de meeste aandeelhouders niet geïnteresseerd in topinkomens, maar in de waarde van hun aandeel. Zelfs de Staat der Nederlanden, groot-aandeelhouder van KPN, liet het na werkelijk in te grijpen toen topbestuurder Scheepbouwer een megasalaris toucheerde terwijl duizenden personeelsleden op straat werden gezet.

Dat we volgens premier Balkenende allemaal onze verantwoordelijkheid moeten nemen, helpt ook niet. Deze boodschap is vooral bedoeld voor mensen met een uitkering en een gewone beloning. Ondernemers moeten vooral minder last hebben van de overheid (minder regels, lagere winstbelasting) en dat hebben de topjongens heel goed begrepen. Willen we de voortwoekerende zelfverrijking keren, dan moet het kabinet het echt over een andere boeg gooien. Daarom tien voorstellen:

1. Een private beloningsnorm Premier Balkenende komt de eer toe het debat over waarden en normen te hebben geagendeerd. De voortgaande zelfverrijking is strijdig met algemene noties van rechtvaardigheid en fatsoen en tast de solidariteit aan. Het wordt tijd hiervoor een norm te stellen. Momenteel verdienen de topmanagers ongeveer 35 keer zoveel als mensen op de werkvloer. Vindt de premier dat een redelijke verhouding? Wat ons betreft wordt die verhouding fors rechtgetrokken.

2. Een nieuwe code-Tabaksblat Het waren vooral boekhoudschandalen in binnen- en buitenland die de economische elite van Nederland in het defensief drongen. Onder leiding van voormalig Unilevertopman Tabaksblat is een omvangrijk stelsel van regels over «goed ondernemingsbestuur» afgesproken. Bedrijven passen deze regels toe of moeten publiekelijk uitleggen waarom ze dat niet doen.

Een nadeel: Tabaksblat c. s. zwijgen over de hoogte van topsalarissen, want durfden dat niet aan. Minister Donner heeft deze code algemeen verbindend verklaard. Het kabinet kan dus alsnog aanpassing van de code afdwingen.

Wij pleiten voor een nieuwe regel: de stijgingen van de beloning op de werkvloer en aan de top zijn gelijk.

3. Informatieplicht Niet alleen aandeelhouders, ook werknemers moeten vooraf worden geïnformeerd over salarisafspraken aan de top. Vooral de miljoenen werknemers, die zelf voor jaren op de nullijn zitten, balen van graaiersgedrag. Zij zijn een belangrijke bondgenoot in de strijd tegen zelfverrijking. Geef ondernemingsraden daarom het recht vooraf inzage te krijgen in de beloningspakketten en daarover zo nodig opheldering te vragen bij de directie of de toezichthouder. Deze «Wet-Harrewijn» (in 2001 als initiatiefwet ingediend door onze overleden collega Ab Harrewijn) is onlangs door de Tweede Kamer aanvaard. Nu de Eerste Kamer nog.

4. Brede cao’s.

De salarissen aan de top vallen buiten het bereik van cao’s, terwijl de toppers ook gewoon werknemer zijn. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die cao’s algemeen verbindend kan verklaren, moet de vakbeweging steunen alle werknemers in een bedrijfstak onder de werking van de cao’s te brengen. Bij een nieuw sociaal akkoord zou dat moeten worden gerealiseerd.

5. Bijscholing commissarissen In de private sector worden beloningspakketten voor de top doorgaans goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Dit old-boysnetwork kan worden opgebroken, nu de ondernemingsraden en aandeelhouders een sterkere stem krijgen. Tot op heden laten deze (nieuwe) commissarissen, onder wie de nodige oud-politici, steken vallen. Tijd voor een pittige inburgeringscursus «Normen en waarden in het commissariaat» onder leiding van de premier.

6. Kleptocratentax Als zelfverklaarde toppers zich bezondigen aan onverantwoorde beloningspakketten, moet fiscaal worden ingegrepen. Vanaf 250 duizend euro, twee keer het inkomen van de premier, ga je 80 procent belasting betalen.

7. Overheidsaanbesteding De overheid is de grootste klant in onze economie. Tientallen miljarden worden uitgegeven aan asfalt en beton, kantoren, meubilair, auto’s, pc’s en potloden. De overheid kan contracten sluiten met bedrijven die niet alleen goedkoop zijn, maar ook maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarbij hoort een normaal beloningspakket voor de top. De overheid moet alleen zaken doen met bedrijven die zich daar aan houden.

8. Publieke beloningsnorm De cultuur van zelfverrijking is overgewaaid naar semi-overheidsbedrijven en de top van de publieke sector. Zorg, onderwijs, sociale zekerheid, ook daar ben je inmiddels een rund als je niet je zakken vult. Het kabinet wil openbaarheid van publieke topinkomens, wanneer de toppers daar meer verdienen dan de minister-president. Maar waarom wordt het salaris van de minister-president niet het maximum in de publieke sector?

9. Leg deze norm vast in regels De overheid heeft zeggenschap over instellingen die werken met belasting- of premiegeld. Zij fungeren op basis van een wet, hebben een vergunning of bezitten een subsidie- of instellingsbeschikking. Anders kan men geen aanspraak maken op publiek geld of is de instelling zelfs illegaal. Leg vast dat de top van deze instellingen niet meer verdient dan de minister-president. Zo niet, einde subsidie of vergunning.

10. Platform Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Niet alleen topmanagers lijden aan een «moreel tekort» (Balkenende), zij opereren vaak in bedrijven die zich steeds minder aantrekken van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een schone taak voor de premier dit debat over het Europese ondernemersschap aan te jagen. Daartoe zou hij zijn wankele Innovatieplatform moeten inruilen voor een platform voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Tot slot: al eerder analyseerde Jacob Kool (Forum, 15 april) treffend dat topsalarissen niets te maken hebben met productiviteit van de toppers of met de internationale marktomstandigheden. De topsalarissen vloeien voort uit de machtspositie van de economische elite. De politiek kan dit tij keren, samen met kritische burgers die ook hun stem laten horen als consument of werknemer.

Auteurs:

Kees Vendrik, Ineke van Gent

Naar boven