Aan de orde is het debat naar aanleiding van het verslag van een algemeen overleg op 9 februari 2006 over de huurtoeslag.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Werk moet lonen. Als je meer gaat verdienen, moet je niet alles kwijtraken omdat je minder huurtoeslag krijgt. Het geld dat je kwijtraakt op elke euro die je meer verdient, noem je marginale druk. De oorzaak van deze hoge marginale druk is het gebruik van normhuurtabellen. Deze tabellen voorzien in een koppeling tussen het inkomen en de huurprijs. Bij een hoger inkomen wordt een kleiner deel van de huurprijs in de vorm van een toeslag gecompenseerd. Het gebruik van deze tabellen leidt tot een schoksgewijze verlaging van de toeslag bij een inkomensstijging. Een euro extra inkomsten leidt vaak tot een onevenredige afname van de huurtoeslag. Door het introduceren van een formule, die een evenredig verband weergeeft tussen de inkomensstijging en de daling van de huurtoeslag, kan een groot deel van deze armoedeval worden opgelost. Daarover is iedereen het eens.

De PvdA-fractie wil deze formule zo snel mogelijk invoeren. De minister en de rest van het kabinet willen de formule pas laten ingaan per 1 januari 2008; onze fractie wil het per se per 1 januari 2007 invoeren. De PvdA-fractie heeft al een debat gevoerd over de uitvoerbaarheid en keer op keer stelt het kabinet haar gerust dat het juist goed is de uitvoeringspraktijk onder druk te zetten. Onze fractie heeft het idee dat de regering wat dat betreft met twee maten meet en dat het een kwestie van prioriteit is. De PvdA-fractie wil in ieder geval vasthouden aan de datum van 1 januari 2007 en dit moet gemakkelijk kunnen, nu de prioriteitstelling ontwikkeling automatiseringssystemen voor de verwerking van huuraanpassing per 1 juli op zijn minst voor een halfjaar naar achteren is geschoven. De PvdA-fractie dient dan ook de volgende motie in, die is meeondertekend door de fracties van het CDA, de VVD en GroenLinks.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat werk moet lonen;

overwegende dat bij de huidige normhuurberekening een kleine stijging van het inkomen tot een onevenredige afname van de huurtoeslag leidt (de zogenaamde marginale druk);

overwegende dat bij de invoering van de formule voor de normhuurberekening de marginale druk van de huurtoeslag verder afneemt doordat de sprongen in de marginale druk van de huurtoeslag bij de trapsgewijze inkomensklasse verdwijnen;

constaterende dat de regering de formule pas wil invoeren per 1 januari 2008;

verzoekt de regering, de formule voor de berekening van de normhuren, die ervoor zorgt dat de marginale druk substantieel vermindert, waardoor werk meer loont, per 1 januari 2007 in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Depla, Sterk, Van der Sande en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 87(27926).

De heer Depla (PvdA):

Mijn volgende opmerking gaat over het storten van de huurtoeslag op de rekening van de verhuurder, wat tijdens het debat ook aan de orde is geweest. Er was een eerste corporatie gesignaleerd die weigerde medewerking te verlenen aan het storten van de huurtoeslag op de rekening van de verhuurder. De PvdA-fractie wil graag dat er een ministeriële regeling komt om verhuurders te verplichten mee te werken aan het storten van de toeslag op de rekening van de verhuurder. De minister was het daar tijdens het algemeen overleg mee eens. Zij zou dit bespreken met de staatssecretaris van Financiën en de Kamer daarover schriftelijk informeren. De Kamer is wel geïnformeerd over de datum van invoering, maar niet over deze regeling. Onze fractie wil graag weten wat dit overleg heeft opgeleverd en of een en ander alsnog snel kan worden geregeld, zodat iedereen die dat wil de toeslag via de verhuurder kan krijgen.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft niet alleen in het oude systeem, maar zeker ook bij de Awir, gepleit voor een verlaging van de marginale druk van de huurtoeslag. Men mag er niet bij elke meer verdiende euro relatief op achteruitgaan, zodat er sprake is van een kleine armoedeval. Mijn fractie steunt dan ook het voorstel tot wijziging van de berekeningsmethodiek.

De minister stelt in haar brief dat zij niet bereid is het resterende knelpunt van de compensatie van eenpersoons ouderenhuishoudens op te lossen, omdat zij het geld niet heeft. Ik wijs de minister opnieuw op de motie-Omtzigt/Noorman-den Uyl, waarin men vraagt bestanden te koppelen en besparingen te doen toekomen aan de huurtoeslag. Er wordt hierover bericht bij de Voorjaarsnota en onze fractie wil dat antwoord afwachten en vooralsnog geen actie ondernemen.

Ook de CDA-fractie heeft de motie ondertekend die de PvdA-fractie zojuist heeft ingediend, waarin wordt gevraagd de ingangsdatum van de nieuwe formule te stellen op 1 januari 2007. Onze fractie doet dit met het argument dat bij het zorgstelsel veranderingen snel kunnen worden ingevoerd en dat dit ook moet gebeuren met de huurtoeslag in de komende maanden die ons nog resten tot 2007.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Laat ik vanmiddag positief beginnen. De fractie van GroenLinks is op zich blij met de voorstellen zoals zij voorliggen. Ik vat het als volgt samen: het is belangrijk dat er iets gebeurt aan de armoedeval gerelateerd aan de huurtoeslag. Daarmee wordt nu een begin gemaakt en dat vinden wij positief. Dit kan men samenvatten met: het kon minder, maar het kan ook nog ietsje beter. Vandaar dat wij dit VAO hebben.

De fractie van GroenLinks heeft ook getekend voor het versnellen van de invoeringstermijn. Het kabinet heeft gisteren gedineerd om de regelgeving in Nederland wat minder bureaucratisch te maken. Daarom kan ik mij niet voorstellen dat het anderhalf jaar moet duren voor zo'n goed voorstel als dit wordt ingevoerd. Het lijkt mij voor staatssecretaris Wijn een uitdaging om dit per 1 januari 2007 mogelijk te maken.

De verhuurder kan de huurtoeslag rechtstreeks krijgen. De heer Depla heeft dit ook genoemd. De minister heeft ons toegezegd dat zij zou overleggen met staatssecretaris Wijn. Dit zou in de brief komen van 21 februari jongstleden, maar in die brief hebben wij daarover niets vernomen. Het is prettig dat de staatssecretaris er nu bij zit. Ik vraag hem hoe het er nu mee staat en of hij dit gaat regelen.

Over dit punt dien ik een motie in. Deze motie zal ik vanmiddag weer intrekken als ik hierover goede toezeggingen krijg.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel huurders die huurtoeslag ontvangen de behoefte hebben om deze toeslag rechtstreeks te laten overmaken aan de verhuurder;

overwegende dat verhuurders niet verplicht zijn om deze rechtstreekse betaling door de Belastingdienst aan de verhuurder te faciliteren;

verzoekt de regering, te bevorderen dat alle verhuurders deze mogelijkheid aan hun huurders aanbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent, Depla en Gerkens. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 88(27926).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Een ander punt dat de fractie van GroenLinks dwarszit, is dat uit VROM-onderzoek blijkt dat bij ongeveer 86.000 huishoudens mogelijk wordt gefraudeerd met de aanvraag van de huurtoeslag. Wij zeggen altijd dat mensen die daar recht op hebben voldoende moeten krijgen. Mensen die er geen recht op hebben, moeten natuurlijk niet sjoemelen. Ook voor de houdbaarheid van het systeem is dat niet goed. Oneigenlijk gebruik moet met verve worden aangepakt en het geld dat dit oplevert moet gewoon weer ten goede komen aan diegenen die de huurtoeslag hard nodig hebben. Met een stevige fraudeaanpak hoeft niet zo stevig te worden bezuinigd op de huurtoeslag. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit VROM-onderzoek is gebleken dat tot zesentachtigduizend huishoudens mogelijk frauderen met de aanvraag van huurtoeslag;

overwegende dat tegenover deze miljoenenfraude een bezuiniging op de huurtoeslag staat van ruim 200 mln. per jaar;

verzoekt de regering, aanvullende maatregelen te nemen ter bestrijding van fraude met huurtoeslag en de opbrengsten hiervan in te zetten voor de verlaging van het bezuinigingsbedrag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent en Gerkens. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 89(27926).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ter afronding dien ik mijn laatste motie in. Deze betreft de alleenstaande ouderen, die onvoldoende tegemoet worden gekomen met dit voorstel. Dit heeft de minister in het algemeen overleg toegegeven. Het gaat om ongeveer 25.000 huishoudens die hoger uitkomen dan 45%. Daarom dien ik de volgende motie in. Zoals u begrijpt vinden wij het onrechtvaardig dat deze groep erbuiten valt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering voornemens is de hoogte van de huurtoeslag te bepalen op basis van een traploze formule;

overwegende dat de voorgestelde formule tot een extreem hoge marginale huurtoeslagdruk leidt voor eenpersoonsouderenhuishoudens;

verzoekt de regering, voor alleenstaande ouderen tot en met de overige huishoudens vergelijkbare marginale druk te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent en Gerkens. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 90(27926).

Kunnen de minister en de staatssecretaris direct antwoorden? Hebben zij alle moties?

Minister Dekker:

Nee.

De voorzitter:

Dan schors ik voor enkele ogenblikken totdat de minister en de staatssecretaris alle moties hebben.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Dekker:

Voorzitter. Ik ben blij dat de Kamer de aanpassing van de formule steunt, zodat de marginale druk naar beneden kan worden gebracht. Daarmee hebben wij het grootste probleem opgelost.

Over het element van de invoering zal de staatssecretaris spreken. Wel is het goed daarbij nog eens te vermelden dat de formulering en de wijzigingen nog in een wetstekst moeten worden opgenomen. Die wetswijziging zal zeker niet vóór Prinsjesdag naar de Kamer kunnen. Dat geef ik aan als termijn.

De heer Depla (PvdA):

Ik ben een beetje verbaasd. Het is toch geen ingewikkelde wetswijziging? De formule is bekend, dus waarom kan de wetswijziging pas na Prinsjesdag naar de Kamer worden gestuurd? Dat is toch een kwestie van kiezen?

Minister Dekker:

Kiezen doe ik elke dag, op vele dossiers. Een dergelijke formule moet wettechnisch goed worden vastgelegd. Dat moet zorgvuldig gebeuren, zeker bij dit soort zaken waarbij het een effect heeft op inkomens. Het kost in ieder geval nog wel enige tijd.

De heer Depla (PvdA):

Is de doorlooptijd te lang of is het een kwestie van prioriteit, doet u eerst andere dingen?

Minister Dekker:

Ik bepaal dagelijks mijn prioriteiten.

Dan de motie van mevrouw Van Gent waarin zij vraagt, te bevorderen dat alle verhuurders de mogelijkheid van geclusterd betalen aan hun huurders aanbieden. Ik ben bereid om dit in een brief aan de verhuurders te vragen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter, om de sfeer goed te houden, nu de minister dit toezegt, ben ik wel bereid om de motie in te trekken.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van Gent c.s. (27926, nr. 88) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Dekker:

Voorzitter. Verder heeft mevrouw Van Gent nog in een motie verzocht, aanvullende maatregelen te nemen ter bestrijding van fraude met huurtoeslag en de opbrengsten hiervan in te zetten voor verlaging van het bezuinigingsbedrag. In het algemeen overleg heb ik al aangegeven dat de "opbrengsten" van fraudebestrijding niet zo maar aan te geven zijn en dat ze ook niet 1:1 binnen te halen zijn. En ik heb een- en andermaal aangegeven dat de bezuiniging een heel andere zaak is. Ik ontraad de Kamer dan ook, deze motie aan te nemen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Er was ons voor deze maand ook nog een notitie over fraudebestrijding en de opbrengsten ervan toegezegd. Hoe staat het hiermee? Verder zegt u dat u er niets voor voelt om de opbrengsten te gebruiken om de korting op de huurtoeslag te verminderen, maar heeft u dan geen andere claim bij minister Zalm neergelegd? Er is toch extra geld, dus heeft u niets geclaimd voor de huurtoeslag? U vindt het toch ook zo erg dat u daarop een korting moet toepassen?

Minister Dekker:

Ik heb al duidelijk aangegeven hoe ik tegenover de motie sta. Bovendien komt zo ongeveer in elk debat het thema van vermindering van de bezuiniging op de huurtoeslag aan de orde. Ik heb inderdaad voor deze maand een notitie over de effecten van de fraudebestrijding toegezegd, maar de maand is ook nog niet om, dus de Kamer kan deze notitie nog verwachten. En het overleg met minister Zalm is nog volop gaande; hij zal zelf nog in het voorjaar het totaalbeeld van het kabinet presenteren.

Dan de motie met het verzoek om voor alleenstaande ouderen een marginale druk te bewerkstelligen die vergelijkbaar is met die voor de overige huishoudens. Ik heb in het algemeen overleg gezegd dat het hierbij om een beperkte groep gaat en dat wij hierbij met name moeten letten op de huishoudens die met een wijziging van hun inkomen geconfronteerd worden. En ik heb uitgelegd dat het bij alleenstaande ouderen veelal gaat om mensen wier inkomen niet fluctueert en dat binnen de huurtoeslag ook maar een beperkt deel van deze groep inkomen uit arbeid heeft. Bovendien kun je van tevoren niet goed zien waar het geld terechtkomt, dus je zou een grote financiële injectie geven aan een grote groep van huishoudens terwijl je niet weet of dit geld daar terechtkomt waar het echt de bedoeling is. Ik ontraad de Kamer dan ook aanneming van deze motie. Er is ook geen dekking voor.

Staatssecretaris Wijn:

Voorzitter. Door de Kamer ben ik uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de bespreking van dit VAO. Het AO heb ik echter niet bijgewoond en daarom zou u zich bij de bespreking van een enkel punt kunnen afvragen waarom dat niet in het algemeen overleg aan de orde is geweest. Dit is dus de reden. Het is overigens wel begrijpelijk dat de behandeling zo is verlopen. Het beleid voor de huurtoeslag valt namelijk onder de verantwoordelijkheid van minister Dekker, maar de uitvoering van dat beleid wordt verzorgd door de Belastingdienst en die valt onder mijn verantwoordelijkheid.

Ook minister Dekker heeft aangegeven dat het kabinet het volledig eens is met de richting die de motie-Depla c.s. aangeeft: neem de armoedevallen weg en zorg voor een glijdende schaal, zodat in het geval iemand een euro meer gaat verdienen hij ook een vast bedrag minder aan huursubsidie krijgt. Die verhoging moet echter niet met grote stappen gebeuren, want dat zou voor armoedevallen zorgen. Het kabinet is het eens met het principe dat als je meer gaat verdienen, je er echt op vooruit moet gaan en dat voorkomen moet worden dat je door het verlies aan subsidies je nauwelijks met de hogere verdiensten geholpen bent.

Hiermee heb ik de principiële kant van de zaak aangegeven. Daarover bestaat dus geen verschil van mening. Minister Dekker heeft zojuist met de heer Depla de complicaties besproken die zich voordoen als wij kiezen voor vastlegging in wetgeving. Ik zal nu aangeven wat de praktische bezwaren zijn en wat de moeilijkheden zijn met de aanpassing van de computersystemen.

In het eerste jaar van de invoering van de huurtoeslag krijgt de Belastingdienst ontzettend veel voor zijn kiezen. Thans wordt daar nog steeds in weekenden gewerkt om de huurtoeslag, de zorgtoeslag en de toeslag voor kinderopvang op een goede manier te verwerken.

In een overleg met andere woordvoerders van de Kamer, woordvoerders die de toeslagen in het algemeen behandelen, heb ik uitgebreid gesproken over de prioriteiten die wij in het kalenderjaar 2006 moeten stellen. Die toeslagenwoordvoerders waren het volstrekt eens met de door mij ingezette beleidslijn. In het algemeen overleg heb ik een zestal risico's aangegeven met betrekking tot de introductie van alle toeslagen. Daarbij moet men denken aan kinderziektes, maar ook aan het volgende.

Eind december hebben wij met name voor de huur- en zorgtoeslag zo'n 900.000 betalingen gedaan, terwijl wij niet wisten of alle gegevens met betrekking tot die betalingen klopten. Als wij niet zeker wisten wat wij moesten betalen, is in een aantal gevallen voor een forfaitair bedrag gekozen. Naar verwachting zal dat voor circa 300.000 mensen kunnen leiden tot een verrekening. Wij krijgen dus nog wat voor onze kiezen. Wij hebben hierover eerder met de Kamer gesproken. Toen wij vroegen wat wij zouden moeten doen in geval van twijfel, zei de Kamer: neem geen risico, geef de mensen het geld, want niemand mag in de problemen komen. Dus wij moeten de voorlopige voorschotten nog verrekenen.

Vervolgens krijgen wij te maken met de huuraanpassing op 1 juli. Die aanpassing moeten wij verwerken in onze systemen, hetgeen programmeerwerk met zich meebrengt. Ook moeten wij programmeren dat automatisch in 2007 de toeslagen worden gecontinueerd, zodat wij in november niet hetzelfde hoeven te doen als in 2006. Vervolgens moeten wij de definitieve afrekening van het jaar 2006 programmeren als duidelijk wordt wat het inkomen van de mensen in 2006 daadwerkelijk is geweest. Bovendien moeten wij dit jaar alle mutaties op al die toeslagen verwachten. Dan heb ik het alleen nog maar gehad over de huurtoeslag. Ook op het gebied van de zorgtoeslag moet het nodige gedaan worden.

Wat ons ontzettend geholpen heeft – misschien bedoelde mevrouw Sterk dat toen zij erop wees dat wij wel aanpassingen kunnen aanbrengen voor de zorgtoeslag – was dat wij de lagere premie niet hoeven te verrekenen in een lagere zorgtoeslag. Dat heeft ons werk bespaard, dus daar waren wij heel blij mee.

Ik heb er al op gewezen hoeveel werk wij hebben liggen. Met de motie komt daar nog werk bovenop. Hoe vervelend ik het ook vind, wij kunnen dit echt niet. Wij zouden de hele berekeningsmodule moeten aanpassen. Dat is niet een kwestie van een module er uithalen, deze aanpassen en weer terug stoppen. Ik heb de woordvoerders op dit terrein niet uitgenodigd voor een werkbezoek in augustus, maar toen is duidelijk gemaakt dat het gaat om het berekenen van de toeslagen, maar ook om het beschikken en betalen op de toeslagaanvragen. Dat moet allemaal getest worden. In alle onderdelen van het systeem zitten zogenaamde koppelvlakken, waarin zaken naar elkaar verwijzen. Dat is hartstikke veel werk. Hoe graag ik het ook zou willen, omdat ik het eens ben met de strekking van de motie, moet ik toch zeggen dat het simpelweg niet kan. Er is wél een wil, maar er is geen weg.

De heer Depla (PvdA):

Ik was afgelopen augustus aanwezig bij dat werkbezoek. Binnen onze fractie worden dingen bovendien afgestemd. Wij hebben er steeds op gewezen dat wij dit een belangrijke verandering vinden. De staatssecretaris zegt dat hij geen tijd heeft. Er moet inderdaad heel veel gebeuren. De PvdA heeft niet voor niets gevraagd of het een jaartje kon worden uitgesteld. Het was de keuze van de staatssecretaris om dat niet te doen. Door de brief van de minister van afgelopen vrijdag over het huurbeleid zijn sommige dingen een halfjaar uitgesteld, ook dingen die de staatssecretaris raken. Het gat dat daardoor ontstaan is, kan prima worden ingevuld door dit alsnog te doen. Ik erken de grote problemen en het harde werk dat verricht moet worden, maar volgens mij moet het met deze verschuiving kunnen.

Staatssecretaris Wijn:

Excuses, de heer Depla was inderdaad bij dat werkbezoek aanwezig. Ik wijs er wel op dat de fractie van de PvdA tegen de wet heeft gestemd, omdat zij dacht dat het niet uitvoerbaar was. Ik heb erop gewezen dat wij het wél zouden kunnen uitvoeren. De heer Depla geloofde dat niet. Wij hebben inmiddels bewezen dat wij het hebben kunnen uitvoeren. Ik zeg er wel wat bij: er komen dit jaar nog vele momenten van de waarheid. Wij zitten echt nog niet safe. Via de heer Depla krijg ik genoeg voorbeelden aangereikt van dingen die beter kunnen. Deze keer zeg ik dat wij iets niet kunnen uitvoeren. Dan kom je bijna in argumentatie terecht die wat langs de inhoud gaat. Ik zeg dat het echt niet kan. Minister Dekker heeft de huurverhoging per 1 juli aanstaande ook niet uitgesteld. Die moeten wij gewoon verwerken. Het is niet juist dat wij door wijzigingen in het beleid van minister Dekker nu minder te doen hebben. Voor het jaar 2006 is dat echt niet het geval.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Wij hebben na veel discussie wél voor de wet gestemd. De staatssecretaris zegt dat er wel een wil, maar geen weg is. Moet het dan nog een jaar en negen maanden duren voordat die weg er is? Kunnen er niet wat extra mensen worden aangesteld?

Staatssecretaris Wijn:

Het is geen kwestie van extra mensen inzetten. Het is zo complex, dat je dit niet kunt doen door nieuwe mensen aan te nemen of uitzendkrachten in te huren, zelfs al zijn het computerprogrammeurs. Het kan alleen met de bestaande hoeveelheid specialisten die wij hebben. Sinds november werken die keihard. Zelfs met de kerst hebben ze doorgewerkt. De rek is uit de organisatie. Wij zijn echt langs de rand gegaan van wat je van mensen kunt vragen.

Wij hebben hier gediscussieerd over de kindertoeslag. De Kamer weet hoe ik hier toen bijna verscheurd heb gestaan, omdat ik vanuit mijn CDA-achtergrond het liefst direct de kindertoeslag in wilde voeren, maar ook toen heb ik moeten zeggen: het kan echt niet; wij kunnen echt in dit jaar niet ook nog eens zoiets inprogrammeren en regelen. Dus zelfs op een onderwerp dat mij erg lief is, heb ik moeten zeggen dat wij invoering uitvoeringstechnisch niet aankunnen. Datzelfde geldt voor de huurtoeslag. Het is ook buitengewoon ingewikkeld om de wijzigingen in de huurtoeslag halverwege het jaar door te voeren omdat de huursubsidie binnen een kalenderjaar wordt geregeld. Het jaarinkomen geldt als toetsingscriterium voor toekenning van deze toeslag. Het is niet uitvoerbaar om daarbij met gebroken jaren te gaan werken. Ook bij de Awir is dat uitgebreid bediscussieerd. Mevrouw Noorman-den Uyl deed toen de suggestie om voor een systeem met kwartalen of halve jaren te kiezen. Wij werken bij de huurtoeslag met een jaarinkomen en wij kunnen daardoor niet halverwege een jaar de berekeningssystematiek wijzigen. Het gaat hier immers niet om een afronding, maar om de kern van de berekeningssystematiek; de formule in plaats van de trap.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Als het dan zo moeilijk is om een en ander per 1 januari 2007 in te voeren, is het dan wellicht mogelijk om het per 1 januari 2008 met terugwerkende kracht per 1 januari 2007 in te voeren voor de groep die er per die laatste datum recht op had?

Staatssecretaris Wijn:

Dit is een buitengewoon ingewikkelde zaak. Stel dat wij de afvlakking overal aan de bovenkant zouden willen hebben, zodat die alleen maar in het voordeel van de ontvanger zou uitvallen. In zo'n situatie zou alles opnieuw uitgerekend moeten worden en zouden er naar alle ontvangers brieven over gestuurd moeten worden. Over die correspondentie zal ook weer discussie ontstaan. Het wordt dan een mer à boire waarvan ik de consequenties nu totaal niet kan overzien.

Ik zie natuurlijk ook dat de motie bijna Kamerbreed wordt gesteund. Ik zal daarom dat wat ik nu gezegd heb, in een brief zetten. Wij hebben immers een en ander niet kunnen bespreken in het algemeen overleg omdat ik daar niet bij was. De indieners ken ik als redelijk genoeg om hun handtekening onder de motie te heroverwegen als zij deze brief gelezen hebben en daartoe dan aanleiding zien. Als zij naar aanleiding van deze brief nog vragen hebben of daarover met mij van gedachten willen wisselen, dan ben ik daar graag voor beschikbaar.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen aanstaande dinsdag over de moties stemmen.

De heer Depla (PvdA):

Volgens mij kunnen wij daar beter mee wachten totdat de brief van de staatssecretaris er ligt. Of kunnen wij die deze week nog verwachten? Wij zullen dat in de gaten houden.

De voorzitter:

Akkoord. Dat doen wij gezamenlijk als Kamer.

Staatssecretaris Wijn:

Dat stel ik op prijs. Ik kan nu niet inschatten hoe snel wij de brief kunnen leveren. Wij schrijven die zo snel mogelijk, zo mogelijk vóór de stemmingen. Het is in ieder geval fijn dat u het in de gaten wilt houden.

De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.

Naar boven