Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2002 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (28305).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Bolhuis (PvdA):

Voorzitter. Er zijn een drietal punten waar ik even bij stil wil staan. Het belangrijkste betreft natuurlijk de middelen die vrijgemaakt worden op de begroting van het ministerie van Economische Zaken ten behoeve van het JSF-project. U weet dat de fractie van de PvdA vindt dat de risico's te groot zijn ten opzichte van de baten van dat project. In de suppletoire begroting wordt voorgesteld om 43,5 mln euro over te hevelen naar Defensie ten behoeve van dat project. Wij hebben daar in deze Kamer al uitgebreide discussies over gevoerd. Daar zal ik dan ook niet te lang bij stil staan. Ik kan volstaan met te verwijzen naar de evaluatie van dat project door het Centraal planbureau, dat toch de officiële adviesinstantie is van deze minister van Economische Zaken. Zij heeft ons in de hoorzitting de deelname aan de SDD-fase ontraden.

Het Centraal planbureau had uiteraard nadrukkelijk gekeken naar het belang van dat project voor de Nederlandse industrie en voor de werkgelegenheid in dit land. Het belang van werkgelegenheid en van de Nederlandse maakindustrie was voor onze fractie altijd een van de sterke punten in de kabinetsvoorstellen. Het is ook een van de redenen geweest waarom wij zo lang geaarzeld hebben voordat wij alles afwegende onze mening daarover gegeven hebben. Uiteindelijk zijn bij die afweging de risico's en de kosten van het JSF-project te groot in verhouding tot die paar honderd banen die het oplevert. Vandaar ons amendement. Het geld blijft echter beschikbaar op de begroting van Economische Zaken en daarmee voor projecten die wel de moeite waard zijn. In de suppletoire begroting is een post van 4,5 mln euro opgenomen aan ontvangsten in verband met de JSF. Waar gaat het hier precies om? Ik veronderstelde in eerste instantie dat het om een percentage ging van de eerste omzet die de betrokken bedrijven dit jaar realiseren. Ik heb echter inmiddels begrepen dat dit bedrag afkomstig is van Stork en betrekking heeft op een discussie met de belastingdienst over een belastingclaim. Is dat correct? Komt dat bedrag, dat eveneens in de LOI genoemd staat met betrekking tot de JSF, ook binnen indien het kabinet zou afzien van deelname aan de SDD-fase op niveau 2?

Voorzitter. Dan het amendement van de heer Van Walsem en ondergetekende met betrekking tot de benutting van restwarmte in de omgeving van de woonwijk Hoogvliet. Wij menen dat een dergelijk project bij kan dragen aan de gewenste CO2-reductie en daarmee aan de Kyoto-doelstellingen. Probleem blijft bij dit soort projecten dat een overheid de zaak in beweging moet zetten en bereid moet zijn de eventuele onrendabele top te financieren. In het Energierapport wordt door de regering opgemerkt dat restwarmtebenutting een belangrijke bijdrage levert aan energiebesparing en reductie van CO2-emissies en dat het kabinet daarom vindt dat restwarmtebenutting ook de komende jaren de nodige aandacht moet blijven krijgen. Ik citeer nu letterlijk uit Kamerstuk nr. 28241. Ook bij het algemeen overleg dat gehouden is op 19 december 2001 is het project in Hoogvliet al even besproken. Er zijn een paar bedrijven, met name Shell, in de buurt, waar veel warmte vrijkomt die met behulp van dit project naar die woonwijk gesluisd zou kunnen worden. Voor die woonwijk is een grootscheeps renovatieproject in voorbereiding. Dat betekent dat tijdig bekend moet zijn of er een verdeelnet komt voor die restwarmte of niet. Het is daarom belangrijk dat er op duidelijkheid komt voor de regio op dit punt. Ik hoop dat de minister dat project zal steunen en dit amendement positief zal benaderen.

Voorzitter. Ten derde wil ik het hebben over het amendement op stuk nr. 5 met betrekking tot bedrijventerreinen dat ertoe strekt geld vrij te spelen voor het saneren van een bedrijventerrein in Renkum en het verplaatsen van een aantal daar gevestigde bedrijven waarvan Vredestein de grootste is. Ter toelichting op dit amendement verwijs ik naar het actieplan bedrijventerreinen van staatssecretaris Ybema. De doelstellingen van dat project – het saneren van dat verouderde bedrijventerrein en het omvormen tot ecologische verbindingszone – passen prima binnen het rijksbeleid en de actieagenda die de staatssecretaris heeft ontvouwd. Overigens vind ik het een prima stuk. Het gaat er nu alleen om dat wij actie ondernemen. Deze actie past niet helemaal binnen de TIP-systematiek. Dat is een probleem bij een project dat getrokken moet worden door een groot aantal instanties. Dit project wordt getrokken door de gemeente Renkum, de provincie Gelderland, de ministeries van LNV, VROM en EZ. Ik denk dat alle leden van deze Kamer weten wat er in dit land gebeurt als je een groot aantal instanties bij elkaar zet die gezamenlijk iets moeten financieren. Dan kijkt de een naar de ander en denkt: laat vooral de ander daarvoor opdraaien. Ik denk dat wij als Kamer moeten proberen wat meer integraal te denken en dat wij op een gegeven ogenblik tot de conclusie moeten komen dat het project van dusdanig belang is dat wij bereid zijn om daar middelen voor uit te trekken. De provincie Gelderland heeft ons aangegeven dat het belang van dit project erin gelegen is dat dit de enige lokatie is waar zo'n verbindingszone tussen Veluwe en Rijn aangelegd zou kunnen worden. De betrokken bedrijven op het bedrijventerrein zijn gaarne bereid om te verhuizen, maar willen dat daar wel een kostenvergoeding tegenover staat. Die kostenvergoeding hoeft geen subsidiëring in te houden. Ik denk dat de bedrijven zich er zeer bewust van zullen zijn dat de EU de toekenning van een te hoge vergoeding, al snel verboden staatssteun zal vinden. De kosten moeten precies worden nagegaan. Het dient te gaan om een tegemoetkoming in de kosten en niet om subsidiëring. De provincie heeft dat laten uitzoeken, onder andere door het bureau NIB Consult. Het project zal aan de EU worden voorgelegd. Het verweer kan nog zijn dat er onvoldoende middelen zijn. Wij hebben in de afgelopen jaren bij amendering veel geld aan de post bedrijventerreinen toegevoegd. Er zijn voldoende middelen aanwezig. Ik vraag de Kamer het betrokken amendement te steunen, zodat dit project van de grond kan komen.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Voorzitter. De verleiding is groot, het JSF-debat over te doen, maar over de economische aspecten daarvan is tijdens dat debat voldoende helderheid geschapen. Wat de heer Bolhuis zojuist weer probeerde aan te geven, is niet juist. Nadat het rapport van het CPB is verschenen, is de onderhandeling met het bedrijfsleven aan de orde geweest. Op grond daarvan betaalt het bedrijfsleven de grote som die wij hebben afgesproken. Dat dit niet gemakkelijk is, blijkt ook wel uit de reacties van het bedrijfsleven terzake.

De heer Bolhuis (PvdA):

Ik wil een misverstand bij de minister rechtzetten. Ik verwees niet naar het oorspronkelijke CPB-document, maar naar het document wat het CPB tijdens de hoorzitting heeft uitgereikt. Dit document is juist naar aanleiding van de discussie met het bedrijfsleven geactualiseerd. Ook in de hoorzitting en na de overeenkomst met het bedrijfsleven bleef het CPB bij zijn mening dat wij ervan moeten afzien.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Nee, het CPB heeft gezegd dat er nog enige downward risks waren. Er zijn overigens ook upward risks. Een overheid die geen enkel risico wil nemen, moet gewoon blijven subsidiëren. Dat is het gemakkelijkst, want dan loop je geen enkel risico. Zo werkt het toch? Overigens begrijp ik dat u echt afscheid heeft genomen van de maakindustrie, althans van de vliegtuigindustrie. U zult begrijpen dat ik aanneming van uw amendement moet ontraden, al was het maar omdat de toelichting niet klopt. Wij hebben niet het besluit genomen, niet door te gaan met deelname van Nederland aan de SDD-fase niveau 2 van de JSF. Voor de duidelijkheid zal ik nog aangeven op welke wijze wij dit hebben gefinancierd. Wij hebben middelen vrijgemaakt uit bestaande programma's. In het CVO-budget onder artikel 2.2.2.2 – de nationale ruimtevaartprogramma's – zijn programma's naar voren gehaald. Wij hebben de Codema-regeling, bestemd voor militaire productontwikkeling, ook voor de industrie, nu uitsluitend voor één project in plaats van voor verschillende andere projecten, overigens ook voor de Nederlandse industrie. Ten slotte klopt hetgeen is opgenomen over de eindejaarsmarge. Tevens is er inderdaad 4,5 mln in 2002 op grond van artikel 3. Dat is 4,5 mln van Stork. Het verhaal over de belastingdienst is mij onbekend. Dat bedrag dient Stork aan ons te betalen. Die afspraak is met Stork gemaakt.

De heer Bolhuis (PvdA):

Mijn vraag is of de 4,5 mln ook binnenkomt als de LOI niet doorgaat.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Niet bij mij.

De heer Bolhuis (PvdA):

Maar wel bij het Rijk?

Minister Jorritsma-Lebbink:

Ik zou het niet weten. Ik ken de discussie daarbuiten niet. Ik zou dat na moeten gaan. Vooralsnog gaat het echter gewoon door. Wij hebben niet het besluit genomen, het niet te doen. Wij hebben namelijk een besluit genomen, zoals u weet.

Het ergste vind ik vervolgens dat de heer Bolhuis een amendement indient waarmee wordt beoogd, op dezelfde titel het geld er weer af te halen. Als de JSF niet doorgaat, bent u van mening dat de Codema-regeling leeggehaald moet blijven. Ik concludeer dat uit het amendement op stuk nr. 6, waarin 10 mln euro wordt weggehaald bij ondernemingsklimaat en wordt toegevoegd aan doelmatige en duurzame energievoorziening. De heer Bolhuis overvalt mij daar overigens geweldig mee. Dit is geheel niet aangekondigd. Gevolg van het amendement is dat, als de JSF niet doorgaat, Codema op nul blijft staan. Codema is een geweldig offer van de industrie. Men was bereid dat te slikken omdat met de JSF een fantastische mogelijkheid binnenkomt om aan militaire industriële ontwikkeling te doen in het kader van de JSF. Die bereidheid is er dus wel. Mocht het nou niet doorgaan, dan moet de Codema-regeling volgens de heer Bolhuis toch leegblijven en dat vind ik jammer.

Wij vinden dat een hartstikke interessant project. Dat is ook aangekondigd in het energierapport. Ik heb daar positieve woorden over uitgesproken, maar ik vind het niet verantwoord om voor dit project, waarvan ik de financiële risico's in het geheel niet ken, nu al een bepaald bedrag op te nemen. Daarmee is immers elke onderhandelingspositie weg en daarmee is ook de kans dat ik het geld werkelijk kan uitgeven, buitengewoon klein geworden en dat zal toch wel een keer moeten. Ik heb al gezegd dat ik het een interessant project vind en dat ik graag wil bekijken of wij het ook kunnen doen. Om zomaar even akkoord te gaan met 10 mln euro voor dit project zonder dat wij de ins en outs daarvan kennen, gaat mij nou net drie passen te snel.

De heer Bolhuis (PvdA):

Ik ben mij ervan bewust dat wij de minister een beetje overvallen met de amendementen. Misschien mag ik even een toelichting geven.

De minister veronderstelt dat wij die 10 mln uit de Codema-regeling halen. In het stuk wordt echter de eindejaarsmarge van 10,8 mln euro ten behoeve van JSF genoemd. Wij halen het dus niet uit Codema, maar uit de eindejaarsmarge.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Volgens mij mag dat al helemaal niet voor een gewoon project. Dat mag alleen maar in uitzonderlijke gevallen en dat was het JSF-project wel. Dit hebben wij nog niet eens kunnen beoordelen. Het is dus heel goed mogelijk dat de uitbetaling pas volgend jaar kan plaatsvinden, als we het al moeten doen. Het is ook een beetje vreemd om dat bij de voorjaarsnota te willen regelen, terwijl het project zich in een stadium bevindt waarin wij nog niet eens een beoordeling hebben kunnen maken. Nogmaals, ik sta helemaal niet onsympathiek tegenover dit project. Wij willen er graag naar kijken, maar het gaat mij iets te snel om de eindejaarsmarge van dit jaar te gebruiken, terwijl wij nog niet eens weten of wij dat daarvoor nodig hebben. Het is verkiezingstijd, dus het zal allemaal wel een beetje sympathiek moeten klinken. In het energierapport heb ik nota bene al gezegd dat wij dit een goed project vinden, maar we weten nog niet precies wat de overheid daaraan moet bijdragen.

Dan kom ik op het amendement op stuk nr. 5. Weer zo'n heel sympathiek amendement. Het aannemen van dit amendement heeft een zeer grote precedentwerking. Daar moet ik de Kamer echt voor waarschuwen. Wij hebben lijsten van bedrijfsverplaatsingsprojecten waar men graag geld voor wil hebben. De ministeries van LNV en VROM hebben de middelen voor dit soort bedrijfsverplaatsingen. Dat kan ook bij LNV en VROM omdat er daar redenen zijn tot verplaatsing die wel geldig zijn en waarvoor de staatssteunkaders anders zijn dan bij EZ. Als EZ daarvoor middelen vrijmaakt wordt dat door Brussel bijna onmiddellijk gezien als staatssteun.

Dan de financiering van het amendement-Hindriks. De tweede 100 mln kunnen niet, want daarvoor is nog geen dekking. Dit zit wel bij de ICES-claims. Een volgend kabinet zal daarover beslissingen moeten nemen. Daar kan ik in elk geval nog geen verplichtingen voor aangaan in deze periode. Voor de tweede 100 mln is wel een verplichtingenruimte op de EZ-begroting opgenomen naar aanleiding van het amendement-Hindriks, maar dat geld mag ik nog niet uitgeven.

De eerste 100 mln, waar wel middelen voor zijn, zijn bij de tipmiddelen gevoegd. De 10 mln eruit halen zou betekenen dat de beschikbare middelen voor de laatste tenders gewoon minder worden. Dat houdt in dat we dan minder in plaats van meer gaan herstructureren. Een project dat ertussendoor fietst zou dan vanwege politieke voorkeuren plotseling een grotere kans maken dan projecten die gewoon in de tender van de tip meedoen. Ik vind dat moeilijk uit te leggen. Dat kan ook niet de bedoeling zijn. Nogmaals, dan hebben wij in plaats van meer middelen, minder middelen voor herstructurering, terwijl dat het grote verzoek van de Kamer was. Bovendien komt daar naar mijn gevoel een enorme camelnose achteraan vanwege het feit dat ook anderen graag op EZ een claim zouden leggen voor bedrijfsverplaatsingen. EZ mag dat vanuit Brusselse overwegingen niet eens doen.

Het spijt mij dat ik de laatste keer voor de verkiezingen, alhoewel reeds in demissionaire toestand, met de Kamer over deze amendementen heb moeten spreken. Ik hoop dat ik de Kamer bij al deze amendementen veel wijsheid mag toewensen en ook een juiste keuze bij het stemmen. In dit geval moet ik zeggen: alledrie de amendementen moeten maar niet aangenomen worden.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen aan het einde van de vergadering te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de minister, om praktische redenen, wordt de volgorde van het tweede, nader herzien schema een klein beetje omgegooid en gaan wij over tot behandeling van de begroting van Justitie, 28300.

De heer Wijn (CDA):

Ik verzoek om een heel kleine schorsing, zodat ik mijn woordvoerder kan zoeken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven