Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 4 april 2002 over "de ondernemende samenleving".

De voorzitter:

De heer Hindriks heeft mij meegedeeld dat hij helaas wegens ziekte verhinderd is om het woord te voeren. In zijn plaats geef ik het woord aan de heer Bolhuis.

De heer Bolhuis (PvdA):

Voorzitter. Dit debat is aangevraagd omdat het algemeen overleg de indruk achterliet dat wij het niet helemaal eens waren over het woud aan subsidieregelingen dat wij in dit land kennen. De Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat de resultaten daarvan vaak niet zo duidelijk zijn, evenmin als de doelstellingen. Wij hebben bepleit om daarin een zekere vereenvoudiging toe te passen en het daardoor vrijkomende geld te gebruiken voor verhoging van de zelfstandigenaftrek voor de zelfstandige ondernemer en voor verlaging van de Vpb. Vandaar dat ik daarover graag een motie indien.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het rapport van de Algemene Rekenkamer over stimulering van het MKB en ondernemerschap vaststelt dat van veel van de 28 subsidieregels, hierin genoemd, niet kan worden vastgesteld of de beoogde resultaten zijn bereikt;

overwegende dat deze subsidieregelingen mede worden gefinancierd met door ondernemers betaalde belastingen;

overwegende dat zorgvuldig met belastinggeld omgegaan moet worden en voorts dat bovengenoemde regelingen niet aan de VBTB-doelstellingen voldoen;

verzoekt het kabinet, deze regelingen nogmaals tegen het licht te houden met als criteria kosteneffectiviteit en VBTB-doelstellingen en naar bevind van zaken deze subsidies in de begroting 2003 te schrappen, behoudens de regelingen die alsnog wel aan bovengenoemde criteria voldoen;

verzoekt de regering, met voorstellen te komen om de daardoor vrijvallende middelen te benutten voor verhoging van de zelfstandigenaftrek alsmede de eerste stap van verlaging van de Vpb,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Is de motie nog medeondertekend?

De heer Bolhuis (PvdA):

Ja, Bolhuisdoor de heer Van Walsem. Ik kijk ook naar de heer Wijn, want van de heer Hindriks begreep ik dat hij de motie ook zou medeondertekenen.

De heer Wijn (CDA):

Nee, voorzitter, maar misschien mag ik bij interruptie toelichten waarom dat niet zo is.

De voorzitter:

Nee, ik wil eerst weten wie de motie heeft medeondertekend. Anders is de motie geen onderdeel van het debat.

Deze motie is voorgesteld door de leden Bolhuis en Van Walsem. Zelfs met hulp van de voorzitter is de motie nu niet voldoende ondersteund. Ik wacht even.

De heer Bolhuis (PvdA):

In het restaurant zitten allerlei collega's.

De voorzitter:

Maakt u zich geen zorgen, het komt altijd goed. Met dank aan de heer Van den Doel is de motie nu voldoende ondersteund. Hij kan weer gaan.

De motie krijgt nr. 4 (28115).

De heer Van den Doel (VVD):

Voorzitter. Ik zit in het restaurant als u mij nodig heeft.

De voorzitter:

Nu mag de heer Wijn aan de heer Bolhuis een vraag stellen naar aanleiding van de motie.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter. Wij steunen de overwegingen van de motie-Bolhuis/Van Walsem. In het dictum staat echter dat eventuele besparingen moeten worden gebruikt voor verlaging van de Vpb dan wel verhoging van de zelfstandigenaftrek. Bij de doorrekening van ons verkiezingsprogramma door het CPB hebben wij meer efficiency gezocht bij de subsidiëring van het MKB. Een deel daarvan hebben wij echter al gebruikt om andere uitgaven te doen. Wij steunen dus de motie naar de geest, maar niet in haar ultieme dictum. Dat is de reden waarom wij de motie niet mede hebben ondertekend. De discussie met collega Hindriks daarover was nog niet helemaal afgerond.

Mijn vraag aan de heer Bolhuis is of hij toevallig in zijn eigen doorrekening een aantal efficiencyslagen in de subsidiëring wilde maken, waarbij nu al wordt gesteld dat dit wordt uitgegeven aan iets dat ook de PvdA niet door het CPB heeft laten doorrekenen.

De heer Bolhuis (PvdA):

Het dictum van de motie spreekt voor zich. Wij willen de vermindering van uitgaven aan subsidieregelingen gebruiken voor dit doel. Ik neem aan dat wij daar in een later stadium dit jaar nog wel op terugkomen. Wij staan zeker open voor discussie over de door u genoemde manier waarop die middelen aangewend zouden kunnen worden.

De heer Wijn (CDA):

Dan begrijp ik dat de uitleg van de motie toch iets anders is dan de letterlijke tekst. Of zegt u dat de bezuiniging op subsidies die u hiermee aankondigt, komen bovenop de efficiency die u al heeft laten doorrekenen door het CPB?

De heer Bolhuis (PvdA):

Wij hebben de efficiency niet laten doorrekenen door het CPB. Dat staat hier dan ook buiten.

Minister Jorritsma-Lebbink:

Voorzitter. Ik ben diep teleurgesteld. Ik had namelijk een duidelijke afspraak gemaakt met de heer Hindriks. Hij had mij beloofd dat hij een motie zou maken, waarin zou worden aangegeven welke subsidieregelingen dan wel geschrapt, dan wel verlaagd zouden kunnen worden, zodanig dat een volgende regering – ik ga daar natuurlijk niet meer over – het zo in het regeerakkoord, dan wel in de afspraken over bezuinigen of over dekking voor dit soort mooie doelen, op zou kunnen nemen, zonder verder na te hoeven denken. Dat is dus niet gelukt en nu zit u met hetzelfde probleem als waar iedereen mee zit.

Ik vind dit een heel interessante motie. Ik ben overigens nieuwsgierig of deze twee dingen ook werkelijk zijn opgenomen in de verkiezingsprogramma's van de twee partijen die eronder staan, en of ze worden gedekt op de manier zoals in de motie is verwoord. Ik zal de motie graag overdragen aan mijn opvolger, want u zult toch niet van mij verwachten dat een demissionaire minister nu voorstellen gaat doen tot het verlagen van subsidies. Het gaat bovendien om een periode waar deze minister al helemaal niet meer over gaat.

Wij evalueren echter en wij hebben een IBO-technologiebeleid, waarover in mei de uitkomsten bekend worden. De WBSO maakt daar overigens ook onderdeel van uit. Wij hebben verder het elektronische zoeksysteem dat deze maand operationeel wordt. Dat betekent dat elke keer bekeken wordt of subsidies effectief zijn of niet. Uiteindelijk zijn het altijd politieke beslissingen of je vindt dat je het MKB moet ondersteunen met subsidies of via generieke methodes. Daar maakt elke politieke partij bij verkiezingen weer een afweging over. Die verkiezingen zijn over bijna vier weken.

Ik meen dat ik deze motie echt moet ontraden. Als u haar echter toch aanneemt, ligt zij klaar in de portefeuille van mijn opvolger.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen aan het einde van de vergadering over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik stel voor om de volgorde van behandeling van de suppletoire begrotingen iets om te gooien, zodat wij meteen door kunnen gaan met de behandeling van de suppletoire begroting van deze minister, namelijk die van EZ.

Naar boven