Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 16, 17 en 18 januari 2001:

  • - het voorstel van wet van de leden Van Heemst en O.P.G. Vos tot Wijziging van de Woningwet en enige andere wetten in verband met maatregelen na sluiting van woningen, woonketen, woonwagens en andere gebouwen, alsmede de bij die ruimten behorende erven ten gevolge van verstoring van de openbare orde of overtreding van artikel 2 of 3 van de Opiumwet (Wet Victor) (24549);

  • - het wetsvoorstel Regels inzake het aanhouden van voorraden aardolieproducten (Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001) (27170);

  • - het wetsvoorstel Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) (27414);

  • - het voorstel van wet van het lid Van de Camp tot Wijziging van de Gemeentewet en de Wet wapens en munitie in verband met de bestrijding van wapengeweld (26865);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de wet van 11 september 1964, houdende vaststelling van een nieuwe regeling van de bezoldiging van de vice-president van de Raad van State en de staatsraden, alsmede van de president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer (Stb. 387) (afschaffing anticumulatieregeling) (27119);

  • - het wetsvoorstel tot Opneming in de Wet toezicht effectenverkeer 1995 van bepalingen betreffende openbare biedingen op effecten (27172);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (voortzetting) (26568, R1638).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 23, 24 en 25 januari 2001:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en de Wet op de economische delicten in verband met de aanwijzing als economisch delict van illegale handel in de geneesmiddelen, zulks mede ter verbetering van de bestrijding van doping in de sport (27261);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de invoering van de functie van officier enkelvoudige zittingen (26962);

  • - het wetsvoorstel Aanpassing van wetgeving in verband met de openstelling van het huwelijk en de invoering van adoptie door personen van hetzelfde geslacht (27256);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering van een regeling inzake de financiering van kinderopvang voor uitkeringsgerechtigden (27269);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de regelingen betreffende de waarborgen rond de vervolging (26436);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Waterschapswet met betrekking tot gedeputeerden, wethouders en waterschapsbestuurders (27220);

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum (27033);

  • - het wetsvoorstel Tijdelijke regels inzake het raadgevend correctief referendum (Tijdelijke referendumwet) (27034);

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Integratie van de Huurprijzenwet woonruimte en de Wet op de huurcommissies in een uitvoeringswet huurprijzen woonruimte onder gelijktijdige overheveling van een deel van de tekst van de Huurprijzenwet woonruimte naar de nieuwe titel 7.4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) (26090);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van titel 7.4 (Huur) van het Burgerlijk Wetboek (26089) en het wetsvoorstel Vaststelling van afdeling 7.4.6 van het Burgerlijk Wetboek (huur van bedrijfsruimte) (26932).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 30 en 31 januari en 1 februari 2001:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet inburgering nieuwkomers houdende regels tot aanwijzing van bijzondere categorieën vreemdelingen ten behoeve van inburgering (27000);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd partnerschap (27047);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van artikel 45 van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels ten aanzien van het vermogen van de regio's (27039);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van enerzijds de evaluatie van die wet en anderzijds het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (bouwvergunningprocedure en welstandstoezicht) (26734);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enkele andere wetten in verband met de strafbaarstelling van het witwassen van opbrengsten van misdrijven (27159).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 6, 7 en 8 februari 2001:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen en de invoering van een stelsel van mestafzetovereenkomsten (27276).

Ik stel voor, aan het eind van deze vergadering te beslissen over:

  • - de brief van de vaste commissie voor Justitie houdende het voorstel de Invoering en voorbereiding van de Vreemdelingenwet 2000 aan te wijzen als groot project (27557);

  • - de vervulling van een vacature in de Hoge Raad (27558).

Ik stel voor, vast te stellen dat voorzover het deze Kamer betreft, instemming is verkregen met het bij brief van 23 november 2000 overgelegde ontwerpbesluit Unieverdrag nummer 2e (23490, nr. 173).

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 27284, 27288 (R1663), 27434, 27438 (R1664), 27439 (R1665), 27440 (R1666), 27443 (R1667), 27452, 27478, 27479 en 27481 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd.

Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 23490, nrs. 158 t/m 172, 23908 (R1519), nrs. 47 en 48, 24493 (1557), nr. 10, 26482, nrs. 3 en 4, 27294, 27296, 27420, 27421, 27446, 27447, 27462, 27463 en 27486 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, de stukken 24668, nr. 36, 25229, nr. 60, 26023, nr. 19, 26672, nr. 11, 24587, nr. 28, 26980, nr. 7, 21531, nr. 4, 19744, nr. 36, 21483, nr. 22, 26672, nr. 12, 26597, nr. 6, 22026, nr. 129, 27400-IV, nrs. 6 en 7, 27400-VII, nr. 18, 22383, nr. 10, 27400-III, nr. 8, 21477, nr. 79, 27400-XV, nr. 22 en 27400-XIII, nr. 42, voor kennisgeving aan de te nemen.

Ik deel mede, dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde een groot aantal aangehouden moties zijn vervallen. De bijzonderheden zullen aan het eind deze editie worden opgenomen.

De heer Passtoors trekt zijn motie over extra middelen voor het agrarisch natuurbeheer (27400-XIV, nr. 32) in.

Ik stel voor, te besluiten dat de motie-Cornielje/Lambrechts over het budget voor VVE en OALT (27020, nr. 8) opnieuw wordt aangehouden.

Datzelfde voorstel doe ik met betrekking tot de motie-Hessing over een verdrag inzake handels preferenties en ontwikkelingshulp (21501-04, nr. 40).

Dit betekent dat de in de artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van 60 dagen voor de twee hiervoor genoemde moties opnieuw is gaan lopen.

Ik deel de Kamer nog mede, dat het VAO uitplaatsing taakorganisaties NS heden van de agenda is afgevoerd.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Swildens.

Mevrouw Swildens-Rozendaal (PvdA):

Voorzitter! Namens de vaste commissie voor Justitie verzoek ik u om vanmiddag op de agenda ruimte te maken voor de behandeling van het verslag van het AO van 29 november jl. en van 4 december jl. betreffende de JBZ-raad van 30 november en 1 december jl.

De voorzitter:

Dat zal dan op een zeker tijdstip deze middag gebeuren.

Het woord is aan mevrouw Visser.

Mevrouw Visser-van Doorn (CDA):

Voorzitter! Wij hebben gisteren een algemeen overleg gevoerd met de staatssecretaris van Cultuur en ik vraag u namens de CDA-fractie of het verslag daarvan op de agenda van vandaag kan worden geplaatst.

De voorzitter:

Ook dat zal in de loop van de middag plaatsvinden.

Het woord is aan mevrouw Wagenaar.

Mevrouw Wagenaar (PvdA):

Voorzitter! Er is hedenmiddag nog een algemeen overleg van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de OMP-review ter voorbereiding van de Telecomraad van 22 december a.s. Gegeven het bijzondere karakter van vandaag wil ik u nu alvast vragen om rekening te houden met de mogelijkheid dat er uit dat AO een VAO voortvloeit.

De voorzitter:

Mijn antwoord daarop kan niet anders zijn dan dat het afhangt van het tijdstip waarop de stemmingen plaatsvinden. Veel meer kan ik niet toezeggen. Als het algemeen overleg op dat moment niet afgelopen is, zie ik weinig kans om de Kamer vast te houden om u nog die gelegenheid te bieden. Dat zult u in uw oren moeten knopen en dat geldt dan voor alle woordvoerders. U moet maar zien hoe u dat dan afhandelt. Mocht er nog niet gestemd zijn, dan kan er altijd een VAO gehouden worden.

Het woord is aan de heer Van Heemst.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter! Ik wil graag een heel korte heropening van het debat over het Infrastructuurfonds en het MIT. Er zijn op mijn verzoek nog twee brieven binnengekomen van de minister van Verkeer en Waterstaat en daar wil ik graag nog even over van gedachten wisselen.

De voorzitter:

Wat bedoelt u met even?

De heer Van Heemst (PvdA):

Laten we zeggen twee minuten.

De voorzitter:

Wat u betreft?

De heer Van Heemst (PvdA):

Ja, want ik kan niet namens mijn collega's spreken. Dat zou ik wel willen, maar dat kan niet.

De voorzitter:

Goed, daarvoor zullen wij dan de gelegenheid bieden. Dat stel ik de Kamer tenminste voor. Ik zie weinig verzet daartegen.

Naar boven