Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 18 november 1999 over het frequentiebeleid.

De voorzitter:

Men heeft al kunnen merken dat ik noodgedwongen even nogal streng moet voorzitten. Daarom houd ik de woordvoerders écht aan de tweeminutentermijn die voor behandelingen als deze gebruikelijk is.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Mijnheer de voorzitter! Ik voer mede namens de heer Bakker van de fractie van D66 het woord. Helaas is hij verhinderd. Dit debat zal bijna per definitie onbevredigend verlopen omdat het een tweeminutendebat is en omdat er nauwelijks ruimte bestaat voor interrupties; de agenda is bijzonder vol. Mijn betoog bevat zeven punten, waarvan er vier betrekking hebben op moties.

1. De fractie van de PvdA steunt de motie van de VVD om voor DVBT een sterk geclausuleerde veiling te houden. Het moge duidelijk zijn dat de Kamer eraan hecht dat het consortium snel kan overgaan tot een roll-out, dat in dit consortium diverse partijen samenwerken en op die manier op een breed draagvlak kunnen rekenen, en dat het de concurrentie aan zal kunnen en moeten gaan met andere infrastructuren, waaronder de kabel.

2. Ten aanzien van digitale radio hebben wij er wederom in het algemeen overleg op aangedrongen dat de veiling van FM-frequenties wordt gecombineerd met de uitgifte van DAB. DAB als stand-alone is een doodgeboren kind en daarom dienen wij de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat DAB (digital audio broadcasting) snel tot ontwikkeling moet komen;

van mening, dat het van belang is dat de frequenties primair worden gebruikt voor radio;

constaterende, dat slechts op de lange termijn rendement is te behalen;

verzoekt de regering de uitgifte van frequenties voor DAB te combineren met de veiling van de FM-radiofrequenties en hierbij af te zien van een veiling en te kiezen voor een investeringsverplichting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Zuijlen, Bakker en Nicolaï. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 28 (24095).

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Voorzitter! Overigens zou ik de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat willen vragen een onderzoek te laten doen naar de bewering die wij herhaaldelijk uit de markt horen van onder andere het bedrijf DB-Europe, dat er ten aanzien van DAB geen frequentieschaarste zou bestaan. Dat roept nogal wat onzekerheid op en het komt ons herhaaldelijk ter ore. Misschien zou hier iets meer duidelijkheid over kunnen komen. Kan de staatssecretaris zo'n onderzoek toezeggen?

3. De regering kiest met betrekking tot FM-radiofrequenties voor een veiling. Dat betekent dat de frequenties pas op 1 september 2001 in gebruik kunnen worden genomen. Wat is er tegen om tot die tijd experimenten en optimalisaties voort te zetten? Dit kan op eigen risico van de ondernemers en het is uiteraard per definitie tijdelijk. De PvdA is hiervan een voorstander en rekent daarbij op de staatssecretaris.

4. Over de dubbele bedekking van Radio 1 is de PvdA duidelijk: die kan niet langer. Ook het NOS-bestuur vindt dat en doet voorstellen om de 747 anders in te zetten. Het lijkt mij dat hier bij de behandeling van de Concessiewet duidelijkheid over kan komen. Nu ondersteunen wij in ieder geval de motie van de VVD op dit punt.

5. Ten aanzien van de privatisering van Nozema dienen wij een motie in.

De Kamer,

gehoord de Van Zuijlenberaadslaging,

constaterende, dat de regering geen uitvoering heeft gegeven aan de motie-Van Zuijlen (24808, nr. 30);

constaterende, dat het wetsvoorstel tot intrekking van de Radio Omroep Zenderwet klaar ligt om naar de Kamer te worden gestuurd;

roept de regering op dit wetsvoorstel per ommegaande naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Zuijlen, Nicolaï en Bakker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 29 (24095).

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Voorzitter! Ik ben toe aan het zesde punt. Het standpunt van de fractie van de PvdA inzake clausulering van FM-etherfrequenties is onveranderd. Wij vinden het belangrijk dat er een concurrent voor Radio 1 komt. Dat is goed voor de pluriformiteit van het nieuwsaanbod, vandaar dat wij hierover een motie hebben opgesteld.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat ten minste één van de pakketten FM-radiofrequenties die de regering gaat veilen, inhoudelijk moet worden geoormerkt;

van mening, dat dit een nieuwszender moet zijn;

dringt er bij de regering op aan een pakket FM-radiofrequenties geclausuleerd te veilen, en wel als nieuwszender,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Zuijlen en Bakker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 30 (24095).

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Voorzitter! Ten slotte punt 7. Onze fractie is er ongelukkig mee dat er in de praktijk geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van het delen van het gebruik van masten. Dit komt deels doordat de Telecommunicatiewet op dit punt niet goed functioneert, vandaar dat wij ook op dit punt een motie hebben opgesteld.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er in de praktijk niets terechtkomt van het delen van masten door dienstenaanbieders en operators;

van mening, dat dit wel nodig is;

constaterende, dat de Telecommunicatiewet op dit punt niet werkt;

verzoekt de regering de Telecommunicatiewet zo snel mogelijk aan te passen, zodat mastdeling in de praktijk mogelijk wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Zuijlen, Nicolaï en Bakker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 31 (24095).

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter! In het recente algemeen overleg heeft onze fractie betoogd dat er aan het veilen van FM-frequenties zowel voor- als nadelen zitten. Het levert geld op, maar als je in dit land cultuurpolitiek wilt voeren, kun je er ook andere dingen mee doen. Dit veilen betekent namelijk ook dat er per zender minder kijkers en luisteraars zullen zijn en dat wij waarschijnlijk geconfronteerd zullen worden met meer van hetzelfde, zoals bij de commerciële televisie is gebeurd. En als wij te veel frequenties veilen, ontstaat er ook een probleem met de ontvangst. De SP is dan ook in algemene zin geen voorstander van het veilen van frequenties. Bovendien menen wij dat de vrijkomende frequenties prioritair gebruikt moeten worden om de bestaande problemen op te lossen. Ik denk hierbij met name aan de overlast die wordt ervaren in de omgeving van middengolfzenders. Ik verwijs naar de situatie in IJsselstein. Ik leg de Kamer de volgende motie voor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat bewoners in de omgeving van zenders overlast ondervinden van elektromagnetische straling;

overwegende, dat middengolfzenders veel meer overlast veroorzaken dan FM-zenders, terwijl ook de ontvangstkwaliteit minder is;

verzoekt de staatssecretaris de vrijkomende ruimte op de FM-frequenties in de eerste plaats te gebruiken om de middengolfzenders uit te faseren naar de FM-frequenties en daarna pas de resterende frequenties beschikbaar te stellen voor andere doeleinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Bommel. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 32 (24095).

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter! Allereerst maak ik een opmerking over de digitale ethertelevisie. De VVD hecht zeer aan het goed van de grond komen daarvan. De wijze waarop gegund wordt, moet daaraan tegemoetkomen. Dat kan bij veiling – dit heeft het voordeel dat het meest objectieve systeem wordt gebruikt – als daarbij dan maar inhoudelijke voorwaarden voorop staan. Mede namens de collega's Bakker en Van Zuijlen dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de Nicolaïontwikkeling van digitale ethertelevisie van groot belang is;

constaterende, dat het toedelen van DVB-T-vergunningen voor 15 jaar per veiling zal gebeuren;

van mening, dat bij veiling strikte voorwaarden moeten worden geformuleerd om de digitale televisie zo snel en zo goed mogelijk van de grond te laten komen;

verzoekt de regering de veiling zo spoedig mogelijk plaats te laten vinden;

verzoekt de regering tevens daarbij als voorwaarden te hanteren:

  • 1. een concreet en realistisch businessplan met een breed draagvlak;

  • 2. het uitsluiten van concurrerende infrastructuuraanbieders;

  • 3. een aanbod van minimaal 80% televisie;

  • 4. snelle roll-out,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nicolaï, Van Zuijlen en Bakker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 33 (24095).

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Ik wil nog een vraag stellen. Bedoelt u met "zo spoedig mogelijk" voor de zomer?

De heer Nicolaï (VVD):

Ik krijg hierop nog graag een reactie van het kabinet, maar dit lijkt mij een redelijke termijn.

Vanwege de tijd laat ik een nadere toelichting op de motie achterwege, zij het dat de punten 1 en 2 vooral de toelatingscriteria en de ontvankelijkheid betreffen en de punten 3 en 4 de nadere vergunningswaarden.

Een volgend punt betreft de radiofrequentieverdeling. Wij kiezen uit twee kwaden die ontstaan zijn door een eindeloos uitstel van de zero base en nadere problemen bij de implementatie van de zendmasten. Per saldo is de VVD voor veiling, mits dat zo spoedig mogelijk en zo volwaardig mogelijk gebeurt. Voor 1 juni moet gebruik worden gemaakt van alle beschikbare ruimte. De VVD geeft de voorkeur aan een periode van vier in plaats van drie jaar zodat de betrokkenen iets meer ruimte krijgen voor een fatsoenlijke bedrijfsvoering en investering. Dit brengt ons, mevrouw Van Zuijlen, de heer Bakker en ondergetekende, tot de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat uiterlijk 1 juni het kabinetsbesluit over de nieuwe verdeling van de FM-frequenties genomen zal worden;

overwegende, dat voor de verdeling van de FM-frequenties veiling een gewenst instrument is, met name vanwege de toegankelijkheid voor nieuwkomers;

voorts overwegende, dat er duidelijkheid dient te bestaan over de condities waaronder geveild zal worden;

verzoekt de regering gelijkwaardige pakketten, met goede landelijke dekking te veilen, wat betreft aantal in orde van grootte van het huidige aantal, voor een periode van vier jaar en daarbij een oplossing te zoeken voor de goodwillproblematiek;

verzoekt de regering tevens ruim bijtijds voor het verstrijken van die periode volledige duidelijkheid over de beschikbare etherruimte te verschaffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nicolaï, Van Zuijlen en Bakker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 34 (24095).

De heer Nicolaï (VVD):

Vanwege de tijd kan ik geen nadere toelichting geven op de goodwillproblematiek, maar ik hoop dat dit punt voldoende duidelijk is. De landelijke dekking heeft te maken met de goede concurrentiepositie ten opzichte van de publieke omroep.

Tot slot dienen mevrouw Van Zuijlen, de heer Bakker en ik nog de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het van belang is voor de frequentieverdeling van volgend jaar zoveel mogelijk ruimte beschikbaar te hebben;

verzoekt de regering de dubbele bedekking van Radio 1 op te heffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nicolaï, Bakker en Van Zuijlen. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 35 (24095).

De heer Nicolaï (VVD):

Tot slot wil ik zeggen, voorzitter, dat de fractie van de VVD het uiteraard eens is met de medeondertekende moties die door mevrouw Van Zuijlen zijn ingediend, en dat wij het zeer oneens zijn met de motie waarin toch weer een geclausuleerde veiling wordt geïntroduceerd. Wij hadden juist een afspraak over het behoud van vijf landelijke radio-omroepen waarbinnen ook alle goede doelen zijn verwezenlijkt. Daarnaast zou niet geclausuleerd worden geveild.

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Mijnheer de voorzitter! Voordat ik inga op de moties, wil eerst de vraag van mevrouw Van Zuijlen beantwoorden die geen betrekking had op een motie. Ik meen dat die vraag ging over experimenten met frequenties, maar zij sprak zo snel om binnen haar twee minuten te blijven dat ik die vraag graag nog eens zou willen horen.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Er waren twee vragen buiten de moties om. De eerste ging over experimenten en optimalisaties. Die zijn op 12 januari 1999 gestopt zonder een echte motivatie, behalve dan dat de organisatie overbelast was, zoals de staatssecretaris in het AO aangaf. Nu het nog tot september 2001 zal duren, is het heel goed mogelijk om tot die tijd en geheel op eigen risico van de ondernemer, door te gaan met optimalisaties en experimenten zodat de onevenwichtigheid er ook uit wordt gehaald. Eigenlijk dringen alle commerciële radio-exploitanten daarop aan, vooral degenen die nieuw zijn en waarvan de frequenties al op de plank liggen.

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Ik begrijp uw vraag. Overigens schreven wij in de brief van 12 november 1999 dat wij niet meer streven naar 1 september 2001 maar naar een halfjaar eerder. Niettemin is dat later dan de datum van 1 september 2000 die wij oorspronkelijk hadden moeten halen. Ik wil nogmaals goed kijken naar de lijst en bezien waar optimalisaties en experimenten, ook in het licht van de onevenwichtigheid, alsnog gerealiseerd zouden kunnen worden.

Ik begin nu met de moties en ik houd de volgorde aan waarin ze mij zijn aangereikt, ook al is dat misschien niet helemaal logisch. Allereerst is dat de motie-Van Zuijlen c.s., waarin wordt gevraagd de uitgifte van frequenties van digitale radio te combineren met FM radiofrequenties en af te zien van veilingen en te kiezen voor een investeringsverplichting. Op zichzelf steun ik die gedachte. Ik meen ook al tijdens het AO te hebben gezegd, dat ik wil kijken of er een modus is waarin ik beide uitgiften kan koppelen. Maar ik kan geen antwoord geven op de door u voorgestelde wijze waarop u nu zegt te kiezen voor een investeringsverplichting. Daar moet ik schriftelijk op terugkomen. Het is geen eenvoudige wijze van implementeren; zij heeft consequenties in de tijd en zal ook in de uitwerking moeilijk zijn. Ik moet hiermee terug naar het kabinet en voor de stemming zal ik de Kamer laten weten wat ik met deze motie kan doen. De grondgedachte van koppeling op zichzelf steun ik, maar over de wijze waarop kan ik op dit moment geen uitsluitsel geven.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Uit de markt horen wij dat er op het punt van DAB geen frequentieschaarste zou zijn. Wilt u daar een onderzoekje naar laten doen? Wij worden daar iedere keer mee geconfronteerd en wij hebben het gevoel, dat wij met verkeerde informatie werken.

Staatssecretaris J. M. de Vries:

Ook daarover zal ik u berichten. De motie is helder.

Mevrouw Van Zuijlen heeft een motie ingediend over de intrekking van de Radio Omroep Zenderwet. Wij verwerken het nadere rapport van de Raad van State. Als het puur om de intrekking van de wet gaat, kan die in januari verwacht worden. Echter, omdat wij verwachten dat er toch ook wel een koppeling ligt met de digitale dossiers zit daar dus een probleem. Als het alleen om het intrekken van de ROZ-wet gaat, is er geen enkel probleem. Als er ook snel klaarheid komt over de digitale dossiers omdat er wel een verbinding ligt, ligt het iets gecompliceerder. Op zichzelf zijn wij bijna klaar om het wetsvoorstel naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Op zichzelf is de motie helder en wij leggen geen verbinding met digitale dossiers. Dat hebben wij tweeënhalf jaar geleden ook niet gedaan toen we de motie over de privatisering van de Nozema indienden. Wij zijn niet van mening veranderd.

Staatssecretaris J. M. de Vries:

Nogmaals, als het puur om het intrekken van de Radio Omroep Zenderwet gaat, kan de Kamer dat in januari krijgen. Dat is geen probleem.

Voorzitter! Mevrouw Van Zuijlen heeft bij de behandeling van de Telecommunicatiewet een motie ingediend over de sitesharing van de masten. Dat is uiteindelijk voor de omroepmasten wat moeilijk uitgevallen. Destijds lag de vergunning bij Nozema maar door een wetswijziging is deze naar de NOS gegaan, waardoor het voor Nozema niet meer werkte. Uw amendement was daardoor eigenlijk niet meer valide. Wij hadden in de ROZ-wet al een artikel opgenomen. De staatssecretaris van Cultuur en ik hebben ervoor gekozen om dat onderdeel uit de ROZ-wet met de Concessiewet te laten meeliften. De Raad van State heeft hierop geen commentaar geleverd en het zal zo snel mogelijk gerealiseerd worden. Het is dus een reparatie van het amendement dat mevrouw Van Zuijlen destijds heeft ingediend, dat door andere omstandigheden niet meer werkte.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Dat gebeurt op het moment dat de wijziging naar de Kamer komt?

Staatssecretaris J. M. de Vries:

Voor de behandeling van de Concessiewet komt de nota van wijziging naar de Kamer.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Dan trek ik bij dezen mijn motie in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van Zuijlen c.s. (24095, nr. 31) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Staatssecretaris J. M. de Vries:

Voorzitter! De heer Van Bommel heeft een motie ingediend over het uitfaseren van de AM-frequenties. Ik denk niet dat het op dit moment van schaarste gewenst is om AM-frequenties te laten liggen en geheel uit te faseren, nu er nog zo'n behoefte is aan AM- en FM-frequenties.

Wij letten goed op de gezondheidsaspecten die samenhangen met zendmasten, van welke aard dan ook en dat kan dus niet het overwegende criterium zijn. Per mast wordt steeds bezien hoe we daarmee omgaan en derhalve moet ik aanvaarding van de motie ontraden.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter! Ik wil er toch nog even op wijzen dat het niet zozeer om gezondheidsaspecten gaat als wel om elektromagnetische smog, zoals in IJsselstein, waardoor elektronische apparatuur in de directe omgeving wordt verstoord.

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Deze problematiek is niet zozeer aan de zender te wijten als wel aan het feit dat de gemeente, ondanks een ander advies van de Raad van State is gaan bouwen op een plek waar niet gebouwd mocht worden, onder de belofte dan voorzieningen aan de huizen te treffen. Bij de Raad van State heeft men toen gezegd dat de mast verplaatst zou worden in plaats van duurderde huizen te bouwen. Dat mocht van de Raad van State maar bij nader inzien bleek dat toch niet zo'n eenvoudige opgave. Het is een van de grootste masten die wij hebben. Ondertussen was men al begonnen aan het bouwen van huizen zonder de voorzieningen die op een dergelijke plek nodig zouden zijn. Ik heb begrepen dat de gemeente inmiddels begonnen is met voorzieningen aan huizen aan te brengen. Wij letten er scherp op dat men met het bouwbeleid met de noodzaak van deze voorzieningen rekening houdt. Het probleem is dus op te lossen en dat doet men nu dan ook.

Voorzitter! Dan kom ik toe aan een reactie op de motie van de heer Nicolaï c.s. over digitale televisie. Op zichzelf vind ik dat de motie een goed uitgangspunt biedt om de ontwikkeling van de digitale televisie nader te bestuderen. Er wordt in de motie gesproken over de voorwaarde van een aanbod van minimaal 80% televisie. Ik hoop niet dat de heer Nicolaï daarmee doelt op de volle periode van vijftien jaar. Het gaat om nieuwe ontwikkelingen en ik meen dat het dan goed is ruimte te laten. Misschien is dat niet in de beginfase nodig. Door de omroepen moet het vliegwieleffect benut kunnen worden bij het op de markt brengen van de nieuwe mogelijkheden. Op den duur moet er de keuze zijn. Het oordeel over deze motie laat ik graag aan de Kamer over.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter! Dit lijkt mij een goede interpretatie van de motie.

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Voorzitter! De laatste motie van de heer Nicolaï betreft de veiling van FM-frequenties. Ik kan mij bijna in alle opzichten in het gestelde in deze motie vinden. Ik heb echter moeite met: "een oplossing te zoeken voor de goodwill problematiek". Dat heb ik ook in het AO aangegeven. Ik wijs erop dat in het verleden terzake nooit verwachtingen zijn gewekt. Er ontbreekt ook een juridische basis voor inwilliging van dit verzoek. Vanwege dit punt zou ik de motie dan ook moeten ontraden, terwijl de overige factoren mij wel wat waard zijn. Als de indieners de genoemde clausulering niet uit de motie halen, moet ik aanneming ervan helaas ontraden, hoezeer de rest van de tekst mij ook aanspreekt.

De her Nicolaï (VVD):

Voorzitter! Ik overweeg de formulering "goodwill" te laten vervallen, maar de passage "zo mogelijk met anonieme veiling voor de frequentienummers" op te nemen. Hierover moet ik evenwel nog met de andere ondertekenaars van de motie overleg plegen.

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Voorzitter! In het AO heb ik ook over het juridische aspect gesproken. Het gaat namelijk niet om zaken die allemaal hetzelfde zijn: het zijn niet zeven kamers met uitzicht op zee. Als dat zo was, zou je kunnen zeggen: er zit geen verschil tussen kamer 20 en kamer 22. Ik zal hiernaar nogmaals laten kijken en over de bevindingen de Kamer berichten. Als de heer Nicolaï de geschetste wijziging wil aanbrengen, heb ik geen probleem met de motie.

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Voorzitter! Ik wil allereerst reageren op de motie van mevrouw Van Zuijlen en de heer Bakker. Daarin staat: "dringt er bij de regering op aan een pakket FM-radiofrequenties geclausuleerd te veilen, en wel als nieuwszender". Hoewel dit een interessante gedachte is, heeft het kabinet besloten geen compartimenten aan te wijzen. Behandeling van deze motie zal eigenlijk aan de orde moeten komen in de eerstkomende discussie over de verdeling van de FM-frequenties.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Voorzitter! Dit kan ik niet volgen. Wij hebben nu een discussie over de verdeling van de FM-frequenties

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Zo spoedig mogelijk zal sprake zijn van de uiteindelijke verdeling van de frequenties. Daarop wordt in de motie aangedrongen. Bij die bespreking zal dit onderwerp aan de orde moeten komen.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter! Betekent dit dat de staatssecretaris niets voelt voor geclausuleerd veilen, zoals omschreven in de motie?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Voorzitter! Het kabinet heeft besloten de twee compartimenten waarover de wet spreekt, niet in te vullen. De concrete toepassing bij aanvaarding van deze motie zou sowieso in het kabinet aan de orde moeten komen. Een besluit komt pas echt aan de orde, wanneer de nieuwe FM-frequenties verdeeld worden. Deze motie zal zeker eerst in het kabinet besproken moeten worden.

De heer Atsma (CDA):

Ik heb alleen maar gevraagd wat u van de motie vindt. U vindt dus de strekking van de motie niet goed, anders zou u volmondig ja hebben gezegd.

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Voorzitter! In de radionota en de Concessiewet staat wat het kabinet heeft besloten: de twee compartimenten waarover de Mediawet spreekt, zullen in deze kabinetsperiode niet worden ingekleurd. De discussie daarover komt ten principale aan de orde bij de behandeling van de Concessiewet en de radionota. Uiteindelijk zal gesproken worden over de feitelijke verdeling. Als deze motie aanvaard zou worden, is er voor het kabinet evenwel nog genoeg tijd voor een discussie over dit onderwerp.

De heer Atsma (CDA):

Vindt de staatssecretaris dat er bij aanvaarding van deze motie een precedentwerking van zou kunnen uitgaan?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Het kabinet heeft besloten de twee compartimenten in de Mediawet niet in te kleuren.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Het is absoluut de bedoeling van de indieners dat dit gaat gebeuren bij de eerstvolgende frequentieverdeling, dus in de zomer van 2000.

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Zo heb ik de motie geïnterpreteerd, dus als die wordt aanvaard, speelt dit praktisch gezien halverwege volgend jaar. Het kabinet heeft dus voldoende tijd om hierover na te denken. Ik zeg alleen wat het besluit van het kabinet tot nu toe is geweest en daar staat de motie dus haaks op.

De heer Nicolaï (VVD):

Ook ik begrijp de staatssecretaris niet als hij zegt dat wij de motie moeten aanhouden tot wij over de frequentieverdeling praten, want daar praten wij inderdaad nu over. Daarna merkte de staatssecretaris op dat hij bij de concessiewet had aangekondigd dat ook de radionotitie aan de orde zou komen. Dat lijkt mij heel logisch. Als de staatssecretaris oproept om de Kamer in overweging te geven om de motie aan te houden tot dat moment, dan kan ik dat volgen.

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Het is aan de Kamer om moties in te dienen wanneer zij dat wil. Deze motie staat echter haaks op het besluit dat nu door het kabinet is genomen. Het moment waarop dit praktisch speelt is bij de verdeling van de FM-frequenties.

De heer Nicolaï (VVD):

Tijdens het laatste algemeen overleg werd toch gezegd dat de discussie over de landelijke zenders op de publieke radio bij de Concessiewet gevoerd zou worden? Ligt het niet voor de hand om dan ook hierover te praten?

Staatssecretaris Van der Ploeg:

Dat is aan de Kamer. Ik zie de koppeling niet. Als dat wel zo was, had ik een ander besluit genomen. De Kamer is vrij om die discussie te voeren. Maar dat geldt niet voor het kabinet, want het heeft besloten om de vijf publieke radiozenders te handhaven en de twee compartimenten in de Mediawet niet in te kleuren.

In de motie van de heer Nicolaï, mevrouw Van Zuijlen en de heer Bakker wordt de regering verzocht de dubbele bedekking van Radio 1 op te heffen. De inhoudelijke kant van de zaak is dat er een aantal dubbele bedekkingen speelt en dat wij moeten proberen om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de beschikbare frequentieruimte. Er worden verschillende claims gelegd op die ruimte, bijvoorbeeld voor nieuwszenders of voor voorstellen van de NOS. Ook deze discussie speelt dus bij de radionota en meer direct bij de verdeling van de frequenties. Het signaal dat in de motie wordt gegeven om te kijken naar de dubbele bedekking van Radio 1, is duidelijk.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Ik ga ervan uit dat er een aparte veiling komt voor commerciële, niet-landelijke zenders. Kan de onrust hierover worden weggenomen?

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Bedoelt mevrouw Van Zuijlen dat er een veiling komt voor landelijke en voor niet-landelijke commerciëlen?

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Ja, apart.

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Ik moet hiervoor even naar mijn ambtenaren kijken. Neen, constateer ik. En ik begrijp dat het tegelijkertijd is.

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA):

Maar het is toch niet zo dat kleine, niet-landelijke commerciële zenders moeten bieden op dezelfde pakketten als landelijke commerciële zenders?

Staatssecretaris J.M. de Vries:

Neen. Dat was ook het punt dat speelde bij het blind veilen: er moet wel worden aangegeven welk frequentiegebied je koopt. Het moet duidelijk zijn of het groot of klein is, waar het ligt en wat precies de dekking is. Dus ook de niet-landelijke zenders weten precies waar zij op bieden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag over de moties te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 18.10 uur tot 20.00 uur geschorst.

Naar boven