Aan de orde zijn de stemmingen over vijf moties, ingediend tijdens de behandeling van de Startnota ruimtelijke ordening, te weten:

- de motie-Ravestein over een betere bescherming van het Natte Hart (26800 XII, nr. 29);

- de motie-Van Gent over een doeltreffend sturings-, handhavings- en grondbeleid (26391, nr. 6);

- de motie-Poppe over het verlagen van de grondkosten voor inbreilocaties (26391, nr. 7);

- de motie-Poppe over de regiefunctie van de minister van Ruimtelijke Ordening (26391, nr. 9);

- de motie-Van Middelkoop over het spoedig indienen van de vijfde nota ruimtelijke ordening (26391, nr. 10).

(Zie notaoverleg van 15 november 1999.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ravestein stel ik voor, haar motie (26800-XII, nr. 29) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Van Gent (26391, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe (26391, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Poppe (26391, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Middelkoop (26391, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP en de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven