Aan de orde zijn de stemmingen over acht moties, ingediend tijdens de behandeling van de nota Ruimtelijk economisch beleid (26570), te weten:

- de motie-Witteveen-Hevinga c.s. over experimenten met corridors (26570, nr. 2);

- de motie-Witteveen-Hevinga over de ontwikkeling van een samenhangend sectoroverschrijdend instrumentarium (26570, nr. 3);

- de motie-Voûte-Droste c.s. over de aanpak van knelpunten (26570, nr. 4);

- de motie-Voûte-Droste/Van Walsem over een vertaling van de beleidsuitgangspunten in een actieplan (26570, nr. 5);

- de motie-Stroeken over de investeringslimiet voor projecten in Twente en Limburg (26570, nr. 6);

- de motie-Van Dijke/Van Walsem over de ontwikkeling van een nationaal zeehavenbeleid (26570, nr. 7);

- de motie-Rabbae over een stimuleringsregeling vestigingsbeleid (26570, nr. 8);

- de motie-Rabbae over nieuwe ruimtes ten behoeve van economische activiteiten (26570, nr. 9).

(Zie notaoverleg van 22 november 1999.)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Witteveen-Hevinga stel ik voor, de motie-Witteveen-Hevinga c.s. (26570, nr. 2) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Witteveen-Hevinga (26570, nr. 3 ) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat er op provinciaal c.q. lokaal niveau veel kennis aanwezig is over ruimtelijk-economische en sociaal-economische knelpunten aldaar;

van oordeel, dat de ontwikkeling van een samenhangend ruimtelijk-economisch beleid op regionaal niveau binnen nationale kaders gewenst is;

van oordeel, dat het uitvoeringsinstrumentarium voor de betrokken overheden te verbrokkeld is;

nodigt de regering uit ter uitvoering van initiatieven van brede samenwerkingsverbanden een samenhangend sectoroverschrijdend instrumentarium te ontwikkelen, en de Kamer daarover zo spoedig mogelijk te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Witteveen-Hevinga, Van Walsem en Stroeken. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (26570).

Ik stel voor, direct over deze gewijzigde motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de gewijzigde motie-Witteveen-Hevinga c.s. (26570. nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Voûte-Droste c.s. (26570, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de RPF, de SGP en het GPV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Voûte-Droste/Van Walsem (26570, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, het CDA, de SGP, het GPV en de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Stroeken (26570, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Dijke/Van Walsem (26570, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae (26570, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de SGP, het GPV en de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rabbae (26570, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het CDA, het GPV, de SGP en de RPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven