Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik wijs erop dat het waarschijnlijk nodig zal zijn vanavond later dan 23.00 uur te vergaderen, gezien de agenda voor vandaag en het zeer grote aantal stemmingen. Ik neem aan dat de Kamer daartegen geen bezwaar heeft.

In de tweede plaats herinner ik aan het feit dat aanstaande donderdag omstreeks 12.00 uur een foto zal worden gemaakt van alle Kamerleden en oud-Kamerleden. Daarvoor hebben zich zeer veel mensen opgegeven. Op die dag zal om 12.00 uur de stemmingsbel klinken als verzoek aan de leden om zich naar de Oude Zaal te begeven waar de foto wordt gemaakt. Die bel betekent ook dat het plenaire overleg en de algemene overleggen zullen worden geschorst.

Verder deel ik mede dat de fracties van GroenLinks en van het CDA heropening wensen over de moties inzake gewasbescherming. Ik stel voor, dit op een later te bepalen tijdstip te doen. Dit betekent dat de stemmingen onder punt 9 van de agenda voor deze vergadering worden afgevoerd.

De fracties van de PvdA en van de VVD wensen heropening over de moties inzake het integratiebeleid. Ik stel voor, dit toe te staan en die heropening op een later te bepalen tijdstip te doen plaatsvinden. Dit betekent dat punt 21 van de agenda voor deze vergadering wordt afgevoerd.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Wij hebben vanochtend een brief van het kabinet ontvangen over de gasboringen in de Waddenzee. Gezien de politieke verhoudingen in de Kamer vorige maand, had dit een brief kunnen en misschien ook moeten zijn, die erop neerkwam dat nu en later geen sprake zal zijn van gasboringen in de Waddenzee. Dit is helaas niet de inhoud van die brief. Mede daarom – maar ook wel vanwege andere redenen – hebben wij behoefte aan een plenair debat op vrij korte termijn – wij denken zelf aan het einde van deze week – om nogmaals met het kabinet van gedachten te wisselen over het vraagstuk van gasboringen in de Waddenzee als vervolg op het plenaire debat dat in november heeft plaatsgevonden.

De heer Van Wijmen (CDA):

Ik steun dit verzoek namens de CDA-fractie. Die brief is vlees noch vis...

De voorzitter:

Wilt u uw inhoudelijke opmerkingen voor het eventuele debat bewaren?

De heer Melkert (PvdA):

Voorzitter! Het lijkt mij heel goed om zo'n debat te houden, al was het alleen maar om met de heren Rosenmöller en Van Wijmen te kijken hoe je ook je zegeningen kunt tellen.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Ik ben tevreden met deze reacties, en dat zonder eieren.

De voorzitter:

Eieren zouden in deze zaal niet worden toegestaan.

Ik stel voor, het verzoek van de heer Rosenmöller in te willigen en het door hem gevraagde debat over de brief over de gasboringen in de Waddenzee aan de agenda voor deze week toe te voegen. Ik stel concreet voor, dit onderwerp toe te voegen aan de agenda voor donderdag. Waarschijnlijk zal dit debat dan op donderdagavond plaatsvinden. Ik moet dit zo doen vanwege de verplichtingen van de bewindslieden van Buitenlandse Zaken, welke begroting deze week aan de orde is. Ik zal in de regeling van werkzaamheden morgen een voorstel doen voor de spreektijden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Nicolaï.

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter! Ik wil graag de draad oppakken bij de eieren van de heer Rosenmöller, maar dit betreft een heel ander verzoek. Namens de VVD-fractie wil ik de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vragen de Kamer schriftelijk te informeren over de scholierenrellen van gisteren in het centrum van Den Haag. Ik vraag hem daarbij bijzondere aandacht te besteden aan de voorbereiding en het optreden van de politie alsmede aan eventuele verhaalsmogelijkheden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zodat hij ook schriftelijk van uw verzoek kennis kan nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter! De positie van de Amsterdamse zender AT5 staat in meer dan een opzicht ter discussie. Omdat 1 januari a.s. een belangrijke datum lijkt te zijn in de besluitvorming, vragen wij de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de Kamer een brief te doen toekomen, waarin hij ons informeert over de stand van zaken rond AT5 en over de discussie die is gevoerd tussen de provincie en de gemeente. Verder vernemen wij graag zijn visie op het toekomstperspectief van AT5.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter! De Kamer gaat hier helemaal niet over. Dit is een zaak van de gemeenteraad van Amsterdam en van de provincie Noord-Holland. Wat mij betreft zou het daarbij moeten blijven, maar ik heb er natuurlijk geen bezwaar tegen dat de heer Van der Ploeg, als hij daartoe de behoefte voelt, zijn visie aan de Kamer kenbaar maakt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar de staatssecretaris van OCW, die dan kennis kan nemen van Voorzitterdeze opvattingen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karimi.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter! Ik wil u vragen het verslag van het algemeen overleg van vorige week over de IGC op de plenaire agenda te plaatsen.

De heer Patijn (VVD):

Voorzitter! Over hetgeen wel of niet op de plenaire agenda wordt geplaatst, ben ik natuurlijk geheel in uw handen. Ik attendeer u er echter op dat aanstaande donderdag tussen 10.00 en 12.00 uur een algemeen overleg zal worden gevoerd met de premier en de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de gehele agenda van de top in Helsinki. Wellicht kunnen de vragen en opmerkingen van mevrouw Karimi die zij nu plenair zegt te willen bespreken, daar tot volle tevredenheid van iedereen worden afgehandeld. Ik denk dat het verzoek van mevrouw Karimi ietwat prematuur is.

De heer Van Middelkoop (GPV):

Voorzitter! Ik kan mij voorstellen dat mevrouw Karimi moties in wil dienen voordat de top in Helsinki plaatsvindt. Ik vraag mij dan wel af waarom zij die moties in een VAO wil indienen en waarom zij ze niet indient bij de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken. Ik zal de IGC bij deze begrotingsbehandeling ook aan de orde stellen.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ik wil inderdaad namens mijn fractie enige moties indienen. Verder zijn wij van mening dat de IGC zo belangrijk is dat het debat over deze conferentie het verdient om apart te worden afgerond.

De voorzitter:

Ik stel voor, de meest praktische oplossing te kiezen. Deze week is er slechts weinig tijd beschikbaar en daarom stel ik voor, in te gaan op de suggestie van de heer Van Middelkoop, om moties die betrekking hebben op de IGC, in te dienen bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze oplossing maakt het de bewindslieden verder mogelijk om in de loop van donderdag af te reizen naar Helsinki.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Ik leg mij bij uw voorstel neer. Ik denk echter dat het goed is om terug te komen op de procedures die worden gevolgd bij de afronding van debatten over Europese aangelegenheden.

De voorzitter:

De Kamervoorzitter heeft aangekondigd dat hierover zal worden nagedacht. Een en ander is nu aan de orde in de commissie voor de Werkwijze. Ik kan bevestigen wat de Kamervoorzitter hierover met de Kamer heeft afgesproken.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven