Noot 1 (zie blz. 2332)

De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de eer het volgende te rapporteren.

In handen van de commissie is gesteld, behalve de geloofsbrief van mevrouw J.F. Snijder-Hazellhoff te Wagenborgen, de volgende missive van de voorzitter van het Centraal Stemburerau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal:

een afschrift van zijn besluit van 1 december 1999, waarbij in de vacature ontstaan door het ontslag van de heer J. Voorhoeve te Noordwijk, wordt benoemd verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mevrouw J.F. Snijder-Hazellhoff te Wagenborgen.

Uit de bij de geloofsbrief gevoegde stukken blijkt, dat zij de vereiste leeftijd heeft bereikt. Voorts blijkt uit een verklaring van de benoemde, dat zij geen betrekkingen bekleedt welke onverenigbaar zijn met het lidmaatschap der Kamer, terwijl aan de commissie ten aanzien van hem niet is gebleken van enige omstandigheid welke haar Nederlanderschap in twijfel zou moeten doen trekken, noch van enige omstandigheid, ten gevolge waarvan zij op grond van artikel 54 der Grondwet van het kiesrecht ontzet zou zijn.

De commissie stelt derhalve voor als lid der Kamer toe te laten, nadat zij de bij de wet van 27 februari 1992, Stb. 120, voorgeschreven verklaringen en beloften zal hebben afgelegd, mevrouw J.F. Snijder-Hazellhoff te Wagenborgen.

Naar boven