Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragen van het lid Janmaat aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over het verbod op het dragen van de Nederlandse driekleur op kleding in scholen.

De heer Janmaat (CD):

Mijnheer de voorzitter! In het onderwijs is het een en ander aan de hand. Het onderwijs zelf laat langzamerhand te wensen over en de integratie op de scholen, die volgens de PvdA buitengewoon belangrijk is, komt niet van de grond. Wij hebben daarvan de afgelopen dagen in de media weer een naar ons idee schandalig voorbeeld kunnen zien. Allochtone jongeren ergeren zich en voelen zich bedreigd als Nederlandse kinderen onze nationale driekleur op de mouw of elders op de kleding dragen. Dat gevoel van allochtone jongeren is zo ver gegaan dat een Nederlandse leerling als gevolg daarvan is gemolesteerd. De ene actie lokt een reactie uit, en de Nederlandse jongeren lieten zich in dit opzicht ook niet onbetuigd.

Het verbaast de CD-fractie in hoge mate dat een aantal schoolbesturen het dragen van de Nederlandse driekleur op kleding heeft verboden. Voor zover wij ons herinneren, is zoiets tijdens de oorlog voor het laatst gebeurd; toen werd het vlaggetje op de fiets verboden. Ik meen dat wij niet naar een dergelijke situatie moeten afglijden. Ons land lijkt soms op de Verenigde Staten en dat wordt al dan niet betreurd, maar in ieder geval brengen leerlingen in de Verenigde Staten iedere dag een eerbetoon aan het nationale dundoek.

Wat gaat de regering hieraan doen? Komen er landelijke richtlijnen inzake kleding op school? Gedoogt de regering dat schoolbesturen dit verbod handhaven? In dat geval wordt het hek opengezet voor verdergaande ontwikkelingen inzake andere nationale en culturele uitingen.

Staatssecretaris Netelenbos:

Voorzitter! Het kabinet vraagt aan scholen uitdrukkelijk om een school tegen racisme te zijn. Dat betekent dat wanneer de nationale driekleur op een school wordt gebruikt door leerlingen om racistische gedragingen te demonstreren, het heel goed is dat een schoolleiding en een schoolbestuur daartegen optreden. Vandaar, dat wij voluit achter die schoolbesturen staan.

Daar komen natuurlijk geen landelijke richtlijnen voor, maar het is uitdrukkelijk de bedoeling dat scholen tegen racisme zijn en elke uiting daarvan de kop indrukken.

De heer Janmaat (CD):

Mijnheer de voorzitter! Ik had eigenlijk niet anders verwacht van het paarse kabinet. Dat heeft één kleurtje, waarin alles moet ondergaan en langzamerhand tot muisgrijs moet verworden. De CD vindt het een schande dat onze nationale vlag door de regering wordt gebruikt als racistisch symbool. Het is méér dan belachelijk.

Verder houdt onze invloed op. Wij kunnen opnieuw het regeringsbeleid aan de kaak stellen. De staatssecretaris weet er ook geen raad mee.

De voorzitter:

Ik stel vast dat er geen vraag is gesteld en dat de staatssecretaris geen opmerking meer wenst te maken.

Naar boven