Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

De heer Marijnissen heeft mij meegedeeld, dat hij zijn motie over de 14/14-regeling in de offshore (23646, nr. 51) intrekt.

Ik stel voor, donderdag aanstaande te stemmen over:

  • - het wetsvoorstel Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (24458);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten (belastingplan 1996) (24463);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede Vereenvoudigingsrichtlijn-btw (24466).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik bepaal nader, dat het wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Financiën van maandag 27 november a.s. over diverse financiële voorstellen zal worden gehouden van 11.15 uur tot 15.30 uur.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. nota-overleg met stenografisch verslag op maandag 27 november a.s. van 16.00 uur tot 23.00 uur van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport met het oog op de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met uitbreiding van de personele werkingssfeer van de Ziekenfondswet met een bepaalde categorie van AOW-gerechtigden alsmede de samenstelling van de Ziekenfondsraad (24093);

  • - het wetsvoorstel Invoeging van een nieuw artikel 3b van de Ziekenfondswet (24475).

Hierbij zal tevens aan de orde zijn:

  • - de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten geleide van de evaluatie van de wet-Van Otterloo (24460, nr. 1).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw De Koning.

Mevrouw De Koning (D66):

Voorzitter! Ik zou de minister van Economische Zaken willen vragen ons een brief te sturen over twee mededingingsrechtelijke aspecten. Gisteren bereikte ons het bericht dat de KNVB kaarten voor de wedstrijd van 13 december verkoopt, uitsluitend gekoppeld aan een vervoersovereenkomst met twee van hun hoofdsponsors, te weten Roevers Vluchten en OAD Busreizen.

Ik heb ook gelezen dat de minister de KNVB daarover reeds zou hebben geïnterpelleerd. Wij zouden graag nog vandaag een afschrift van die brief krijgen.

Voorts zou ik graag van de minister vernemen, als er sprake is van strijdigheid met de Mededingingswet, wat hij daaraan wil doen. Wat betekent dit in de praktijk voor mensen die zelfstandig naar Liverpool willen reizen?

Bovendien wil ik graag van de minister weten hoe hij staat tegenover een gerucht betreffende de uitzendrechten van rechtstreekse reportages van voetbalwedstrijden, namelijk dat de KNVB op dit moment in een afrondende bespreking zou zijn met één gegadigde.

Op deze vragen hoop ik een antwoord te krijgen van minister Wijers. Ik sprak mede namens Rick van der Ploeg van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vreeman.

De heer Vreeman (PvdA):

Voorzitter! Ik zou graag het verslag van het algemeen overleg over het Arbobesluit plenair bespreken, omdat er nog twee punten zijn waarover ik een uitspraak van de Kamer wil vragen.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen. Ik neem aan dat het niet noodzakelijkerwijs voor 1 december behandeld hoeft te worden, maar wel voor het kerstreces.

De heer Vreeman (PvdA):

Als er nog maar geamendeerd kan worden.

De voorzitter:

Ja zeker. U zult nog een voorstel van mijn kant zien over het moment waarop het verslag aan de agenda kan worden toegevoegd.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Ardenne.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Afgelopen donderdag heeft de algemene commissie voor Europese Zaken overleg gevoerd met de minister van Buitenlandse Zaken over onder andere het Marokko-akkoord, het zogenaamde "tomaten voor vis"-akkoord. Wij zouden graag het verslag van dat deel van de bespreking op de plenaire agenda geplaatst willen zien, opdat wij de Kamer een uitspraak kunnen voorleggen.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek te handelen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wanneer wenst u het punt op de agenda te hebben?

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Het liefst zo spoedig mogelijk.

De voorzitter:

U krijgt een nader voorstel.

De heer Keur (VVD):

Voorzitter! Welke bewindslieden wil mevrouw Van Ardenne daarbij aanwezig hebben?

De voorzitter:

Ik neem aan dat dat de bewindslieden zijn die ook tijdens het algemeen overleg aanwezig waren. Dat lijkt mij in de rede te liggen. Het wordt wat merkwaardig als wij het verslag van het overleg op de agenda plaatsen en vervolgens met andere bewindslieden van doen hebben. Het gaat immers niet om een nieuw debat, maar om een afronding teneinde een motie te kunnen indienen. Mocht blijken dat er andere bewindslieden nodig zijn, dan zal er opnieuw een algemeen overleg gevoerd moeten worden van de desbetreffende commissie met de desbetreffende bewindslieden. Dat is nu echter niet aan de orde. Dat is geen zaak van de plenaire vergadering.

Het woord is aan de heer Koekkoek.

De heer Koekkoek (CDA):

Mijnheer de voorzitter! U hebt samen met staatssecretaris Netelenbos vorige week gezongen:

  • En de basisschool is jarig.

  • O, de kin van meester is zo harig.

  • Juf, wat is een parabohool?

  • Leve tien jaar basisschool!

Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het basisonderwijs is vrijdag jongstleden het eerste resultaat bekendgemaakt van het Prima-onderzoek, een cohortonderzoek voor het primair onderwijs. Daaruit blijkt onder andere dat sommige scholen een à twee jaar verder met de leerstof zijn dan andere scholen. Staatssecretaris Netelenbos heeft daarop gereageerd met de woorden: dit geeft te denken.

Ik vind het enigszins schokkend. De vraag is of het huidige beleid voldoende is. Daarom zou ik namens de CDA-fractie een brief willen vragen aan staatssecretaris Netelenbos over de gevolgen van het gepresenteerde onderzoek voor haar beleid. Ik denk dan aan "Impuls voor het basisonderwijs", het achterstandsbeleid en "Weer samen naar school". Misschien wil zij ook haar licht laten schijnen op de entreetoets voor kleuters die zij heeft bepleit. Ik zou haar willen vragen, daarbij de rapportage Minderheden van 1995 van het Sociaal en cultureel planbureau te betrekken. Die handelt met name over de gevolgen van segregatie voor het onderwijs.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Als er toch een brief komt, dan zou het misschien goed zijn als wij die op vrij korte termijn zouden krijgen, zodat wij die kunnen bespreken tijdens het algemeen overleg over "Ceders in de tuin".

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de staatssecretaris.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rosenmöller.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Het afgelopen weekend was het weer zover: er lekte weer wat uit. Het was in dit geval de armoedenota van de regering. Als de voortekenen ons niet bedriegen, dan is die nota wel een zeer bescheiden antwoord op datgene wat met veel aplomb was aangekondigd en ook in de Troonrede was opgenomen. Dat vindt onze fractie in ieder geval.

Ik wil graag van het kabinet weten of de berichten die het afgelopen weekend en maandag in de pers zijn verschenen, op waarheid berusten. Wordt er in de boezem van het kabinet gewerkt aan de afronding van die armoedenotitie? Het is immers een notitie waar wij al een lange tijd op wachten. Ik wil in ieder geval van het kabinet vernemen of die nota volgende week naar de Kamer kan komen, zodat wij de hoofdlijnen ervan kunnen betrekken bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die is gepland in de week van 5 december. In het onverhoopte geval dat dit niet mogelijk zou zijn, wil ik van het kabinet schriftelijk vernemen wat daarvan de redenen zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Reitsma.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie heeft uit de media begrepen dat de uitvoering van groot-onderhoudsbeurten van auto's vaak onder de maat blijft. Dat blijkt uit een steekproef die is uitgevoerd door de ANWB. Het gaat hier om ernstige nalatigheden, die gevolgen kunnen hebben voor het rijden op de weg. Dat tast volgens ons de verkeersveiligheid aan. Het gaat om olielekkage, slechte verlichting en kapotte veiligheidsgordels. Mijn fractie vraagt zich af of de minister van Verkeer en Waterstaat op dit gebied een verantwoordelijkheid heeft, omdat de verkeersveiligheid in het geding is. Wij verzoeken de minister om een schriftelijke reactie.

Ook de positie van consumenten is in het geding. Daarom vragen wij de minister of de staatssecretaris van Economische Zaken, die immers verantwoordelijk zijn voor het consumentenbeleid, de Kamer een brief te sturen over dit aspect.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bijleveld.

Mevrouw Bijleveld-Schouten (CDA):

Voorzitter! Mijn fractie heeft begrepen dat het rapport van het CTSV over de evaluatie van TZ-Arbo dezer dagen zal verschijnen. Het zou ons een lief ding waard zijn, als wij dat rapport konden betrekken bij de behandeling van de WULBZ-wetgeving, waar wij vanavond mee beginnen, omdat het daarvan volgens ons een belangrijk onderdeel uitmaakt. Ik verzoek via u het kabinet te bevorderen dat wij die nota liefst nog voor de aanvang van het debat ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven