26 Raad Concurrentievermogen d.d. 23 en 24 mei 2024

Voorzitter: Van der Lee

Raad Concurrentievermogen d.d. 23 en 24 mei 2024

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Concurrentievermogen d.d. 23 en 24 mei 2024 (21501-30, nr. 603).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Concurrentievermogen. Vier leden hebben zich ingeschreven, maar één lid wil daadwerkelijk spreken. Dat is het lid Thijssen. Hij spreekt namens de fractie-GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. De Europese industrie en de Nederlandse industrie verkeren in zwaar weer. De productie loopt terug. Vooral investeringen in de toekomstige schone energie, die we nodig hebben voor onze banen en ons verdienvermogen en om de CO2-vervuiling te reduceren, lopen terug. Daarom is het vrij verwonderlijk dat deze minister deze week drie dragen hierover gaat praten in Europa, maar dat het debat hierover is tegengehouden door de VVD en de beoogde coalitiepartijen. Ik ben wel blij dat we nog op tijd dit tweeminutendebat hebben. Zeker als ik kijk naar de beoogde coalitie die eraan zit te komen, die miljarden wil bezuinigen op het investeren in de schone industrie, en ook nog eens minder wil betalen aan Europa, hoop ik dat de volgende motie oordeel Kamer kan krijgen van deze minister.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de verduurzaming van de Europese industrie noodzakelijk is voor het klimaat, ons toekomstig verdienvermogen, strategische autonomie en banen;

overwegende dat een aantal Europese landen grote bedragen staatssteun geven om hun eigen industrie te verduurzamen en zodoende mogelijk een oneerlijk speelveld creëren;

overwegende dat strategische Europese industriepolitiek noodzakelijk is om deze race to the bottom van staatssteun tegen te gaan en concurrerend te blijven tegenover de economische machtsblokken zoals China en de Verenigde Staten;

overwegende dat Europese industriepolitiek goed vorm kan krijgen als hier gemeenschappelijke financiële middelen worden vrijgemaakt;

verzoekt de regering zich in te zetten voor Europees industriebeleid en te pleiten om hier gemeenschappelijke financiële middelen voor vrij te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 605 (21501-30).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

En dan is er nog een tweede krachtig middel dat ingezet kan worden in Europa. Dat is natuurlijk het aanbestedingsbeleid. In Europa worden er honderden miljarden besteed door allerlei overheden. Daarom deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Aanbestedingsrichtlijn vooral op een eerlijke interne markt is gericht;

overwegende dat het aanbestedingsbeleid een krachtig middel is om de economie van de toekomst vorm te geven;

verzoekt de regering zich in te zetten om circulariteit, klimaatneutraliteit en sociale voorwaarden integraal onderdeel te maken van de Europese aanbestedingsrichtlijnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.

Zij krijgt nr. 606 (21501-30).

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dit is ook gelijk het einde van de termijn van de zijde van de Kamer. We schorsen even een paar minuten, zodat de minister de tekst van beide moties krijgt en die van een appreciatie kan voorzien.

De vergadering wordt van 16.42 uur tot 16.45 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het vervolg van het tweeminutendebat over de Raad Concurrentievermogen. Ik geef het woord aan de minister van Economische Zaken en Klimaat. Zij geeft ook een appreciatie van de twee ingediende moties. Gaat uw gang.

Minister Adriaansens:

Dank u, voorzitter. De eerste motie die werd ingediend door de heer Thijssen, op stuk nr. 605, had eigenlijk twee delen. Ten aanzien van het eerste deel wordt de regering verzocht zich in te zetten voor Europees industriebeleid. Dat is iets wat ik met volle overgave doe. Wij zijn zeer vooruitstrevend in Europa. We hebben bijvoorbeeld een hele actieve bijdrage gehad in het voor elkaar krijgen van de Chips Act. We zijn ook zeer actief wat betreft de grondstoffen, met de CRMA en de NZIA, die echt gaat over de net-zero industry, en wat betreft het bevorderen van nieuwe technologieën. Ik ga daar donderdag zelfs nog over in gesprek in Brussel, om te zorgen dat we dat ook effectief maken en we die schone technologieën echt bevorderen, niet alleen in Nederland maar ook in Europees verband. Ik vind ook dat we het concurrerend vermogen van Europa echt moeten versterken, want daarmee kunnen we zorgen voor een schone economie maar kunnen we ook voldoende invloed hebben op de wereldkaart, zodat ook hierin in de toekomst onze boterham verdiend kan worden, met die nieuwe kennis en die nieuwe technologieën.

De motie pleit er echter ook voor om hier gemeenschappelijke middelen voor vrij te maken. Dan is het standpunt van de Nederlandse regering om dat te doen op basis van wat er al is, dat gericht aan te wenden en te zorgen dat we eerst een goede behoefteanalyse hebben van de Commissie. We willen dus dat eerst bestaande middelen efficiënt en goed worden aangewend. De winst zit dus echt in het meer gericht inzetten van de bestaande fondsen en het verminderen van de administratievelasten- en regeldruk. Wat dat betreft moet ik de motie dus ontraden.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Het is jammer dat we hier geen echt debat over hebben kunnen voeren, maar op dit punt heb ik dus hele grote zorgen, omdat ik gewoon zie, en ook hoor van de industrie, dat het heel hard achteruitgaat in Europa. We dreigen de concurrentieslag te verliezen met machtsblokken als China en Amerika, en de bestaande middelen in Europa maar ook in Nederland zijn gewoon niet voldoende. Ik dien deze motie dus in om te zorgen dat we een tandje bijzetten, zodat we die schone industrie van de toekomst ook in Nederland en Europa laten landen.

Minister Adriaansens:

Dit is inderdaad een heel inhoudelijk debat, dat we dan misschien toch een keer op een andere plek moeten voeren. De heer Thijssen en ik zijn het namelijk over de inhoud eens. Het is niet zo dat we in Europa niet genoeg geld hebben. We hebben enorm veel geld beschikbaar. Kijk naar Horizon Europe en naar alle fondsen die er zijn. Nederland zegt: laten we dat nou vooral heel gericht inzetten, op die technologieën die het verschil maken. Ik heb zelf ook de Nationale Technologiestrategie geïntroduceerd. Dat weet de heer Thijssen ook. Daarmee hebben we het in Nederland gedurfd om te zeggen: er zijn tien technologieën die hét verschil gaan maken in dat concurrentievermogen; laten we dan vooral zorgen dat als we extra geld inzetten, we dat op een goede plek doen. We zien ook dat dat eigenlijk wel weerklank vindt in Europa. Laten we dus die weg met elkaar bewandelen en zorgen voor minder versnippering, minder administratieve lasten en een gerichte inzet van wat we hebben.

De voorzitter:

Afrondend, de heer Thijssen.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Ik ben heel bang dat het niet genoeg is, dat de CO2-reductie niet snel genoeg gaat en dat we die groene banen van de toekomst dus ook niet in Nederland krijgen. Maar goed, hopelijk kunnen we hierover binnenkort een echt inhoudelijk debat voeren met elkaar.

De voorzitter:

Daarmee blijft de motie op stuk nr. 605 ontraden.

Minister Adriaansens:

Voorzitter. De tweede motie, op stuk nr. 606, gaat over de vraag of je circulariteit, klimaatneutraliteit en sociale voorwaarden onderdeel kan maken van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. De aanbestedingsrichtlijnen zien op een eerlijke, concurrerende en transparante markt voor overheidsopdrachten. De bijkomende beleidsdoelen worden nu geregeld in sectorale regelingen. In het debat dat we daarover gevoerd hebben, hebben we er best lang over doorgepraat hoe we nou op een goede manier voor elkaar kunnen krijgen wat we met elkaar beogen, namelijk een hele goede inkoop. De overheid moet daar ook een voortrekkersrol in nemen. Maar je ziet nu dat het voor het soort eisen dat van toepassing is, nogal uitmaakt of je een aanbesteding doet voor een dienst of bijvoorbeeld voor vastgoed. Op dit moment is dat geregeld, met name bij de lokale overheden, via een programma dat Beter aanbesteden heet en waarin ook aandacht wordt besteed aan maatschappelijk verantwoord inkopen.

Enfin, samenvattend, voorzitter, want ik kan er een heel betoog over houden. Er wordt heel veel gedaan om te zorgen dat overheden kennis hebben om te kijken welke criteria ze kunnen stellen in de aanbestedingsprocedure die voorligt. Om die reden moet ik de motie ook ontraden. Het is nu namelijk op een andere manier geregeld dan de heer Thijssen voorstelt.

De voorzitter:

Dank aan de minister voor de beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

We gaan morgenavond of aan het eind van de middag stemmen over deze moties. Dat doen we direct na het debat over het hoofdlijnenakkoord. Nogmaals dank aan de minister.

Minister Adriaansens:

Dank u wel.

De voorzitter:

We gaan nu even schorsen en dan gaan we zo dadelijk verder met een tweeminutendebat over gevangeniswezen en tbs, maar daarvoor hebben we even een andere bewindspersoon en andere leden nodig.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven