24 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor de parlementaire enquête Fraudebeleid en Dienstverlening te beëindigen en de leden van de parlementaire enquêtecommissie decharge van hun werkzaamheden te verlenen. Namens de Kamer dank ik de leden en de staf voor hun werkzaamheden.

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • -het debat over het bericht dat de IC-capaciteit nog lang niet op crisissterkte is;

  • -het debat over het mijden van zorg vanwege te hoge zorgkosten;

  • -het debat over de (on)toegankelijkheid van de zorg;

  • -het debat over de arbeidsmarktkrapte en regeldruk in de zorg;

  • -het debat over de deelrapporten van het onderzoek naar de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • -het tweeminutendebat Leefstijlpreventie (CD d.d. 16/05), met als eerste spreker het lid Krul van het CDA;

  • -het tweeminutendebat Regio's en grensoverschrijdende samenwerking (CD d.d. 16/05), met als eerste spreker het lid Chakor van GroenLinks-PvdA.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan het lid Flach van de SGP.

De heer Flach (SGP):

Voorzitter, dank u wel. PAS-melders verkeren nog steeds in het ongewisse. De ene na de andere oplossing wordt afgewimpeld. 29 april publiceerde NRC over een Woo-verzoek naar aanleiding van het versoepelen van stikstofregels speciaal voor Schiphol, met een omvang van ruim 2.500 pagina's. Hieruit komt het beeld naar voren dat het kabinet alles uit de kast heeft gehaald om een vergunning te regelen voor Schiphol en het beeld dat hier sprake is van meten met twee maten. Dat is onaanvaardbaar. Daarom wil ik graag een debat met de huidige minister van IenW en de minister voor Natuur en Stikstof.

De voorzitter:

Prima. Dan gaan we kijken of daar een meerderheid voor bestaat.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

Ja, voorzitter, van harte steun.

De heer Heutink (PVV):

Voorzitter, steun. Maar dan zouden we eerst een brief willen van het kabinet hierover.

Mevrouw Podt (D66):

Voorzitter, steun. Ik had schriftelijke vragen ingediend hierover. Het zou fijn zijn als de antwoorden daarop eerst binnen zijn.

De heer Idsinga (NSC):

Steun.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter, steun, maar ieder kabinet gaat over de eigen afvaardiging.

Mevrouw Vedder (CDA):

Steun, maar ook wij zouden graag het antwoord op onze schriftelijke vragen ontvangen voordat het debat plaatsvindt.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter. Alle grote vervuilers moeten bijdragen aan het oplossen van de natuurcrisis en het is echt onrechtvaardig dat Schiphol weer wordt gematst. Dus van harte steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Van Nispen (SP):

Steun.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter, steun, maar wel na beantwoording van onze Kamervragen.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Dat is een ruime meerderheid. We gaan het inboeken.

Dan geef ik graag het woord aan de heer Heutink van de fractie van de PVV.

De heer Heutink (PVV):

Voorzitter. Vorige week vorige week kwam het OVV-rapport uit, naar aanleiding van het vreselijke treinongeval bij Voorschoten. Nu willen we graag uit respect voor de nabestaanden, maar ook vanwege de consequenties en uitkomsten van het rapport een debat hebben met de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

De voorzitter:

Heel goed. We gaan kijken of daar een meerderheid voor is.

De heer Van Nispen (SP):

Steun van de SP voor dit verzoek.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Steun.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Steun, voorzitter.

De heer Pierik (BBB):

Ook steun.

Mevrouw Veltman (VVD):

Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De heer Bamenga (D66):

Steun.

De heer Flach (SGP):

Steun.

De heer El Abassi (DENK):

Steun.

De heer Krul (CDA):

Steun.

De voorzitter:

We zijn er. U heeft een meerderheid.

De heer Heutink (PVV):

Fantastisch.

De voorzitter:

Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Nijhof-Leeuw.

De heer Heutink.

De heer Heutink (PVV):

Ik lijk er niet op voorzitter, maar ik neem even waar. Ik dien het verzoek in om deze week te stemmen over de moties ingediend bij het tweeminutendebat Gewasbeschermingsmiddelen.

De voorzitter:

Stemmen doen we zo veel mogelijk op dinsdag, dus ik doe dat liever niet eigenlijk.

De heer Heutink (PVV):

Voorzitter. Er zijn deze week nog meer stemmingen aangekondigd. Dus hierbij dien ik toch het verzoek in om het wel toe te laten.

De voorzitter:

Maar de enige stemmingen die we vooralsnog verder hebben, zijn stemmingen na het debat over het hoofdlijnenakkoord.

Mevrouw Van der Plas wil bij dezelfde microfoon iets zeggen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Er zitten ook moties tussen die gaan over de fruitteelt en die is nú gaande. Het is dus wel van belang dat daar zo snel mogelijk over gestemd wordt.

De voorzitter:

Ik kijk even of er een meerderheid is.

De heer Krul (CDA):

Er staan nog twee soortgelijke verzoeken op de agenda. Als die gaan over Raden dan snappen wij dat een bewindspersoon met een bepaalde opdracht naar zo'n Europese Raad toe moet. In dit geval zien wij die reden niet. Er zijn altijd actuele zaken en het liefst zouden we meteen stemmen. Maar voor de zorgvuldigheid lijkt ons op dinsdag stemmen beter, dus geen steun voor dit verzoek.

De heer Van Campen (VVD):

We zijn het eens met de heer Krul.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):

GroenLinks-PvdA is het ook eens met de heer Krul.

Mevrouw Podt (D66):

Mevrouw Podt is het ook eens met de heer Krul.

De heer Van Baarle (DENK):

Dat geldt ook voor DENK.

De heer Holman (NSC):

Ook eens.

De voorzitter:

Ik heb geen meerderheid voor uw voorstel gevonden, meneer Heutink.

Dan het lid De Hoop, GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. NS en ProRail presteren al veel te lang ondermaats en daardoor heeft de staatssecretaris opnieuw een boete uitgedeeld aan NS en ProRail van €500.000 en 2,75 miljoen euro. Het gaat met name mis op de hogesnelheidslijn tussen Breda en Amsterdam. Ik zou graag een debat willen met de staatssecretaris over de prestaties van NS en ProRail en ook over hoe die boete besteed wordt, zodat die tegemoetkomt aan de reiziger. Je kunt er immers vragen bij stellen of dat vorig jaar wel helemaal goed is gegaan.

De voorzitter:

Goed, u wilt een debat.

De heer Van Nispen (SP):

Steun van de SP.

De heer Bamenga (D66):

Volgens mij kunnen we dit prima bespreken bij het commissiedebat van 12 juni.

De heer Heutink (PVV):

Geen steun. Kan bij een commissiedebat.

Mevrouw Veltman (VVD):

Hetzelfde als de vorige spreker.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Geen steun. Kan bij een commissiedebat.

De heer El Abassi (DENK):

Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Kan bij een commissiedebat. Dat is nog veel sneller ook.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Kan beide, dus steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer De Hoop.

De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):

Nee, ik laat hem wel op de lijst staan.

De voorzitter:

We zetten hem op de lijst van dertigledendebatten.

Het lid Kathmann, GroenLinks-Partij van de Arbeid.

Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Er zijn zeer zorgwekkende signalen dat SSC-ICT, de grootste ICT-dienstverlener van het Rijk, die 50.000 ambtenaren en zeven ministeries bedient, van plan is om alle applicaties naar Microsoft te verhuizen. Dit past niet binnen onze digitale autonomiestrategie en het past ook niet bij de huidige geopolitiek spannende situatie en alles wat we daarover hebben afgesproken met elkaar. Daarom zou het goed zijn om nog voor het zomerreces een plenair debat in te plannen met de staatssecretaris voor Digitalisering over de digitale soevereiniteit van Nederland. Dan is het wel handig als daarvoor een Kamerbrief komt met alle voorgenomen en geplande migraties van overheids-ICT naar het buitenland en een onderbouwing per voorgenomen migratie. Als er bijbehorende risicoassessments hebben plaatsgevonden, zou het goed zijn als die in een bijlage tot ons komen. Dat er voor die tijd geen onomkeerbare stappen genomen worden, is ook een belangrijke.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar een meerderheid voor is.

De heer Six Dijkstra (NSC):

Steun.

De heer Krul (CDA):

Steun, maar ik sta hier elke week bij de regeling en het aantal debatten dat nog voor de zomer ingepland moet worden, is volgens mij al meer aan weken dan wij hebben. Wat ons betreft kan dit ook na de zomer, maar wel steun.

De heer Valize (PVV):

Steun voor een commissiedebat en graag een brief vooraf.

De voorzitter:

Dus geen steun voor de plenaire aanvraag, lijkt mij.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

Mevrouw Van der Werf (D66):

Steun.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Steun voor een debat maar niet voor de zomer.

De heer Meulenkamp (VVD):

Geen steun.

De heer Van Baarle (DENK):

Steun voor een debat, al denk ik dat het sneller zou kunnen in de commissie. Maar steun.

De heer Van Nispen (SP):

Van harte steun voor dit verzoek en ik denk dat de stukken met daarin de reactie van het kabinet met spoed zou moeten, in ieder geval met enige spoed.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Geen steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

De voorzitter:

75 is geen meerderheid. Ik hoor u zuchten maar zo is het leven soms, mevrouw Kathmann.

Dan de heer Idsinga.

De heer Idsinga (NSC):

Dank u wel, voorzitter. We zouden deze week een commissiedebat voeren, eigenlijk een vervolgcommissiedebat, over de spaartaks, box 3. Helaas kan dat niet doorgaan in verband met het debat over de formatie, maar er zit wel tijdsdruk op de discussie. We dreigen daardoor namelijk een belangrijke deadline te missen, van 1 juni aanstaande, dus vandaar dat ik graag het verzoek doe aan de collega's om deze week nog een tweeminutendebat in te plannen.

De voorzitter:

We hebben een volle agenda, dus ik ga graag kijken of daar een meerderheid voor bestaat.

Mevrouw Van Eijk (VVD):

Steun.

De heer Vlottes (PVV):

Steun.

De heer Sneller (D66):

De heer Idsinga noemt niet welke financiële consequenties eraan verbonden zijn. Dat had waarschijnlijk nog meer mensen meteen naar de microfoon gekregen. Steun.

De heer Vermeer (BBB):

Steun.

De heer Flach (SGP):

Steun.

De heer Krul (CDA):

Steun.

De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):

Steun.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Steun.

De voorzitter:

U heeft een meerderheid. We gaan het inboeken.

De heer Idsinga (NSC):

Hartelijk dank.

De voorzitter:

Dan mevrouw Piri van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. We hebben allemaal het nieuws gevolgd gisteren. De hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof heeft het Hof gevraagd om arrestatiebevelen voor de drie Hamaskopstukken verantwoordelijk voor 7 oktober en ook voor de Israëlische premier Netanyahu en de minister van Defensie. Nederland is een van de weinige landen waarvan ik nog überhaupt geen reactie heb gezien, dus ik zou én een brief willen én graag een debat met de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:

Heel goed.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Graag ook het verzoek om in de brief in te gaan op de consequenties: niet alleen hoe de Nederlandse regering omgaat met het waarborgen van de onafhankelijkheid van het Hof, maar ook de diplomatieke gevolgen die hieraan verbonden worden. Ik zou die brief graag willen verzoeken voor deze week. Steun voor het verzoek.

De heer Tuinman (BBB):

Voorzitter. We hebben daar vorige week een lang debat over gehad. Komende donderdag is de RBZ. Geen steun. We gaan het lekker in de RBZ doen.

De heer Veldkamp (NSC):

Voorzitter. De aanklager heeft een verzoek gedaan aan de rechters van het Strafhof. Een panel van de rechters gaat er nog over oordelen. Dat wil ik graag afwachten, dus op dit moment geen steun. Donderdag hebben we een commissiedebat met de minister van Buitenlandse Zaken.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, dezelfde redenering. De hoofdaanklager heeft arrestatiebevelen gevraagd, maar die zijn nog niet door het Hof toegekend. Daarmee zou ik op dit moment niet zeggen "laten we een debat inplannen"; later misschien wel. Wel steun voor de brief.

De heer Van Nispen (SP):

Steun voor de brief én voor het debat.

De heer Flach (SGP):

Geen steun, voorzitter.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. Het staat leden vrij om een informatieverzoek te doen. Maar geen steun voor het debat.

De heer Brekelmans (VVD):

Er is donderdag reeds een debat. Het ministerie heeft al kort gereageerd.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter. Voor een brief is geen steun nodig. Het lijkt me ook voorbarig nu, omdat er een verzoek is gedaan en daar nog op gereageerd moet worden. Dat wachten we af, dus geen steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Dit is een historisch moment. De internationale rechtsorde moet beschermd worden. Dus steun voor het debat en voor een brief.

De heer De Roon (PVV):

Geen steun.

De heer Eerdmans (JA21):

Geen steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):

Jammer, voorzitter. In ieder geval graag de brief en alvast een dertigledendebat, want ik hoor dat er wel steun is zodra het Hof zelf ook de arrestatiebevelen heeft uitgevaardigd.

De voorzitter:

Ja, er is in ieder geval voldoende steun voor een dertigledendebat.

Dan het lid Mohandis van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Honderden verenigingen staan te wachten om eindelijk te mogen verduurzamen. De plannen zijn gemaakt. Zij willen heel graag een betrouwbare overheid zien die hen helpt om die verduurzaming te realiseren, zodat de rekening omlaag kan en ze bestaanszekerheid krijgen. Platteland, dorp, stad: in het hele land staan ze te wachten. Om die helderheid te krijgen — we hebben daar al meerdere malen om gevraagd — moet er duidelijkheid komen over de BOSA-regeling, het potje voor verduurzaming. Het moet snel. Er moet snel helderheid komen. Daarom vraag ik een interpellatiedebat aan met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zodat wij hier opgehelderd krijgen of die honderden verenigingen die nu wachten, geholpen kunnen worden.

De voorzitter:

Een interpellatiedebat.

De heer Van Nispen (SP):

Van harte steun van de SP voor dit interpellatiedebat. Ik denk dat het een onderschat parlementair middel is. Het is mooi dat de heer Mohandis dat uit de parlementaire gereedschapskist haalt. Het kan ook net iets sneller, denk ik. Ik gun hem dat ook. Het kan volgens mij ook net iets sneller dan een gewoon meerderheidsdebat, omdat wij dan wat minder spreektijd hebben. Daar nemen wij genoegen mee. De heer Mohandis kan daar prima het voortouw in nemen. Ik denk dat het uitstekend is om dat zo te doen voor dit onderwerp, dus van harte steun.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. Het water staat heel veel verenigingen aan de lippen. Dit is, denk ik, het juiste instrument. Van harte steun voor dit verzoek.

Mevrouw Paulusma (D66):

Steun voor een debat met minister Helder.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

Mevrouw Van Eijk (VVD):

Geen steun. Het kan bij het WGO over het jaarverslag van VWS.

De heer El Abassi (DENK):

Steun.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Geen steun.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Geen steun. Dit kan bij het WGO.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Wij betrekken het ook graag bij het WGO.

De voorzitter:

Er zijn voldoende leden voor een interpellatiedebat.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Ah!

De voorzitter:

U schrikt ervan, hè?

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

U kent het reglement net iets beter dan ik.

De voorzitter:

Ja.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Wel leuk om dat ook een keer te hebben na zes jaar: een interpellatiedebat.

De voorzitter:

Dat is mooi.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Dat is net iets anders. Dat is een ander instrument. Ik zou zeggen: collega's, gebruik dat vaker. De heer Bosma denkt nu: wat doe je mij aan?

De voorzitter:

Of iets minder, maar dat mag ook.

De heer Mohandis (GroenLinks-PvdA):

Heel goed. Het liefst binnen twee weken. Het zou binnen twee weken kunnen, maar dat is echt aan u, aan de agenda en aan de minister. Maar wat ons betreft moet er snel duidelijkheid komen. Er is te veel onzekerheid bij honderden verenigingen.

De voorzitter:

U wilt meteen het onderste uit de kan.

Dan mevrouw Rooderkerk.

Mevrouw Rooderkerk (D66):

Dank, voorzitter. We hebben binnenkort een debat over de toekomst van Tata Steel. Dat is een debat waarbij we natuurlijk recht willen doen aan de zorgen van omwonenden, waar veel en complexe belangen en mogelijk ook grote financiële consequenties mee gemoeid zijn. Wat onze fractie betreft zou het goed zijn als we de spreektijd met twee minuten uitbreiden.

De voorzitter:

Dat betekent dat het debat meteen fors meer tijd gaat kosten. Kunnen we niet afdingen op één minuutje?

Mevrouw Rooderkerk (D66):

Mijn voorstel is twee; dat is mijn inzet.

De voorzitter:

Oké. Ik dacht: ik probeer het gewoon even.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):

Goed idee. Steun.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. Ik heb altijd het idee dat je maar beter het compromis van de voorzitter kunt pakken, want anders sta je misschien met lege handen. Wij willen natuurlijk elk onderwerp recht doen, maar wij hebben nu eenmaal heel beperkt de tijd. Wij gaan dus niet akkoord met een uitbreiding van twee minuten of één minuut.

Kamerlid Kostić (PvdD):

Voorzitter. Dit is misschien een van de belangrijkste debatten van dit jaar. Burgers zitten al jaren te wachten op gerechtigheid, dus wij gunnen hen die twee minuten. Wij vragen de collega's om dat ook te doen. Dus steun.

De heer Van Nispen (SP):

Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Steun.

Mevrouw Martens-America (VVD):

Voorzitter. Als we dit bij elk debat doen, wordt het lastig. Ook ik zou zeggen: grijp het voorstel van de voorzitter aan. Steun, maar niet voor twee minuten.

De heer El Abassi (DENK):

Steun.

De heer Vermeer (BBB):

Steun.

De heer Olger van Dijk (NSC):

Belangrijk debat, dus steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid mevrouw Rooderkerk. Had nou mijn compromis maar gepakt.

Mevrouw Rooderkerk (D66):

Alsnog is dat een voorstel dat dan opnieuw moet worden besproken, dus laten we dat doen!

De voorzitter:

Haha! Maar uw voorstel is afgewezen, dus het blijven vier minuten. Ja, jammer. Ik was er om u te helpen.

Mevrouw Rooderkerk (D66):

Ik vrees dat het hier dan bij blijft, maar dat is heel erg zonde voor de omwonenden en de mensen die het verdienen dat dit goed besproken wordt.

De voorzitter:

Dank u wel.

Dan de heer Jetten.

De heer Jetten (D66):

Voorzitter. Vorig jaar hebben we de vorige kabinetsformatie grondig geëvalueerd. Toen hebben we met elkaar afspraken gemaakt over hoe we deze formatie beter inrichten. Een van de afspraken was dat bij het eindverslag van de informateurs alle relevante documenten zouden worden gedeeld, waaronder verstrekte informatie door maatschappelijke partijen en informatie verstrekt door ministeries. Die stukken zaten niet bij het eindverslag. Vorige week is daarom al verzocht. We hebben nog minder dan 24 uur tot dat debat. Mijn eerste vraag aan u, voorzitter, is: komen die stukken nog in de komende paar uur, zodat de Kamer zich goed kan voorbereiden op het debat van morgen?

De voorzitter:

We hebben natuurlijk vorige week de aanvraag gehad van de heer Klaver, die niet gebaseerd was op een gewone meerderheid maar op een zeer ferme meerderheid. We hebben ons toen verstaan met het Bureau Kabinetsformatie, zeg maar het kantoor. Er bestaan geen informateurs meer op het moment dat de informateurs aan de Voorzitter hun verslag hebben uitgereikt. Het kantoor stelt zich dus op het standpunt: er zijn geen informateurs meer en wij achten ons niet gemachtigd om die stukken over te dragen. Ik vind dat een heel vervelend standpunt, want in zekere zin zijn ze bij ons in dienst. Ik ben het in wezen eens met het punt dat u nu maakt en ik denk dat het ook wordt gedragen door de mensen die bij de interruptiemicrofoon klaarstaan. Ik wil graag nogmaals een poging wagen en mij in contact stellen met het bureau en er echt op wijzen dat we die stukken morgen krijgen.

De heer Jetten (D66):

Allereerst hartelijk dank daarvoor. De gewaarde ex-informateurs weten allebei heel goed hoe het hier in de Kamer werkt en ook hoe informatievoorziening naar de Kamer werkt. Zij hebben in opdracht van de voltallige Kamer hun werk als informateurs gedaan. Zij wisten ook dat de motie-Klaver/Sneller op stuk nr. 229 (35788) destijds zeer breed door deze Kamer is gesteund. Willen we een goed debat voeren, dan moet dat op basis van alle informatie en transparantie. Mijn verzoek aan u zou zijn of u, als u weer met hetzelfde kluitje in het riet wordt gestuurd, als Kamervoorzitter de verantwoordelijkheid wil nemen om dit met een korte oplegbrief af te tekenen. De ambtenaren van het Bureau Kabinetsformatie zijn denk ik heel hard aan het werk. Ik begrijp dat het voor hen onmogelijk is om stukken met de Kamer te delen. Bent u als Kamervoorzitter bereid om die informatie aan de Kamer te doen toekomen als de heren Van Zwol en Dijkgraaf daartoe niet meer bereid zijn?

De voorzitter:

Ik ga me daar nogmaals toe inzetten. Ik voel me dan gesterkt door, neem ik aan, een redelijke meerderheid van de Tweede Kamer.

De heer Jetten (D66):

Dank u wel.

De voorzitter:

De heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter, steun voor het verzoek. Fijn ook dat u op deze manier hiermee wil optrekken. Ik wil hier echt benadrukken dat dit niet de verantwoordelijkheid is van de ambtenaren die daar heel hard aan het werk zijn. Dit is de verantwoordelijkheid van de informateurs. Ik zou ook naar de onderhandelende partijen willen kijken, want die hebben daar gezeten. Willen zij ook bespoedigen in alle contacten die er zijn, dat die stukken zo snel mogelijk naar de Kamer komen? Dat hebben we met elkaar afgesproken. En als je iets afspreekt, moet je het nakomen.

De voorzitter:

Heel goed. Aldus, tenzij de heer Van Nispen nog iets wil toevoegen. Dat kan.

De heer Van Nispen (SP):

Niets wat hieraan in de weg staat. Ik was wel een beetje met mijn oren aan het klapperen vanwege deze reden, omdat er allemaal mensen hier in de zaal zitten die mede onderhandeld hebben. Die zouden ook die verantwoordelijkheid mede kunnen pakken en mede kunnen dragen. Laat ik er dan nog een kort verzoek aan toevoegen. Wij zouden ook graag willen weten of er afspraken zijn gemaakt die niet in het openbare akkoord terecht zijn gekomen. Zijn er sideletters of anderszins? Daar zijn wij ook benieuwd naar. Als die er niet zijn, dan krijgen we dat graag bevestigd. Als die er wel zijn, dan willen we die graag ook zien.

De voorzitter:

Ja, maar dat moet natuurlijk geleverd worden, niet zozeer door het kantoor van de informateur als wel door de onderhandelende partijen. Ik kan dat dus wel in een briefje of wat dan ook eraan toevoegen: zijn er ook afspraken die niet gemaakt zijn? Maar ja, daar is morgen het debat voor, denk ik. Maar goed. De heer Van Baarle.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Ik zou het waarderen als u dat briefje zou willen schrijven. Het gaat me niet om afspraken die niet gemaakt zijn, maar om afspraken die wel gemaakt zijn maar niet in het akkoord terecht zijn gekomen.

De voorzitter:

Ja, helder.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Toch even de vraag hoe het kan dat we met elkaar een proces in zijn gegaan waarvan we weten dat het gevolg dient te zijn dat alle stukken naar de Kamer gaan en dat we nu met elkaar tot de conclusie komen dat dat wellicht onmogelijk is.

De voorzitter:

Nou ja.

De heer Van Baarle (DENK):

Ik zou er wel een reflectie op wensen, ook van u als Voorzitter, hoe het kan dat we nu als Kamer hier om informatie vragen die blijkbaar niet komt. U gaat een poging wagen, maar misschien hebben we die informatie niet. Ik vind de uitkomst daarvan gewoon onacceptabel en wil daar graag een reflectie op. Ik hoop dat we snel weer een formatie krijgen, want ik ben dit kabinet niet goed gezind. Dan moet wel uitgesloten worden dat dit nog een keer gebeurt.

De voorzitter:

Ja, maar dat moet niet te snel zijn, denk ik.

De heer Van Baarle (DENK):

Nou ja, na het debat kunnen we spoedig met de volgende formatie beginnen. Dan moeten we dit goed inkaderen. Maar als we die stukken niet krijgen, is deze uitkomst volstrekt onacceptabel. Ik vind dat ik op die manier het debat niet zorgvuldig kan voeren.

De voorzitter:

Ja.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. We hebben in staatsrechtelijke zin officieel nog geen formateur, maar ook die is vandaag al begonnen. In die zin begrijp ik dus, met alle respect voor instituties en processen, dat we hier gewoon niet te moeilijk over moeten doen. Ik heb nog een heel korte toevoeging aan het verzoek; dat is niet iets extra's. Mocht het nou niet lukken, kunt u dan als Voorzitter een briefje naar de Kamer sturen, zo van: nou, ik heb het verzoek gedaan, maar ik heb hetzelfde antwoord gekregen? We kunnen dat dan in ieder geval tot ons nemen.

De voorzitter:

De heer Klaver, nogmaals.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Ik ga ervan uit dat het lukt, maar ter aanvulling: ik zou dat briefje graag voor 17.00 uur … Sorry, ik zie dat het nu al laat is. Ik zou voor 17.30 uur een schriftelijke terugkoppeling van u willen.

De voorzitter:

Dank voor het halfuurtje!

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):

Wij zijn de moeilijkste niet, voorzitter.

De voorzitter:

Ja, dat merk ik. U bent heel flexibel.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):

Ik zou dus voor 17.30 uur een terugkoppeling willen om te weten of dit al dan niet gaat lukken. Ik zou ook echt een beroep willen doen op de coalitiepartijen om naar de interruptiemicrofoon te lopen om aan te geven dat zij ook voor deze motie gestemd hebben en dat er geen principieel bezwaar is. We vragen dus niet iets vreemds, maar gewoon de stukken waarover eerder is afgesproken dat ze gedeeld zouden worden. Ik zie mevrouw Van der Plas hier gelukkig staan, maar ik kijk dus ook echt naar de andere partijen. Ik weet zeker dat Pieter Omtzigt, als hij niet in de coalitie had gezeten, hier vooraan had gestaan om te zeggen: schande! Dan doen wij het toch heel beleefd.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik wil wel even zeggen dat ik het een beetje een rare situatie vind wanneer Kamerleden bij een verzoek worden aangesproken om naar de interruptiemicrofoon te gaan. Dat geeft een heel raar beeld naar buiten toe, want als je dat niet doet …

De voorzitter:

Nou, ik vind het wel gezellig.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Als je dat niet doet, krijg je opmerkingen als: zie je wel, ze hebben wat achter te houden. Ik heb helemaal niks achter te houden. Ik ben voor transparantie. Van mij mogen alle stukken naar de Kamer, maar dan wel via de officiële weg die de voorzitter net heeft aangegeven. Ik ben niet naar de microfoon gegaan om te zeggen: nee, nee, dat willen we niet; hou alles lekker onder de pet. Totaal niet. Ik hoop dus dat dat afdoende is. Wat fractievoorzitters van andere partijen uit de coalitie doen, moeten ze zelf weten. Bij dezen heb ik aangegeven wat ik ervan vind.

De voorzitter:

Helder.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik ben blij met de oproep van mevrouw Van der Plas, want volgens mij is er daarmee een meerderheid voor het gedane verzoek. Ik zou qua tijdsdruk ook om 17.30 uur willen vragen, zodat we in ieder geval de tijd hebben om ons oordeel voor te voorbereiden voor het debat.

De voorzitter:

Ik wilde het eigenlijk opdealen tot 18.00 uur. Maar goed, nu zit ik vast. 18.00 uur is goed, zegt de heer Jetten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Kijk, zo gaan dingen. Ik reageer op een verzoek van de heer Klaver. De heer Ceder zegt dan: ik ben blij met de oproep van mevrouw Van der Plas. Dan wordt net gedaan alsof ik hier iemand oproep. Ik heb gezegd: ik ben voor transparantie; van mij mogen al die stukken naar de Kamer en wij hebben niks te verbergen. Ik heb ook gezegd dat ik wel graag wil dat het via de officiële weg gaat. Dat is wat anders dan dat ik hier een oproep doe, meneer Ceder.

De voorzitter:

De heer Klaver deed vorige week nog een ander verzoek. Dat had betrekking op het Centraal Planbureau. Als u voor 18.00 uur in uw e-mailbox kijkt — ook zij hebben tot 18.00 uur de tijd gekregen — dan gaat u een doorrekening zien. U heeft ook een mooi rapportje van het Sociaal en Cultureel Planbureau mogen ontvangen. Dat is u reeds toegestuurd.

Het volgende verzoek is van de heer Pierik, van de fractie van BBB. Hij heeft een vooraankondiging.

De heer Pierik (BBB):

Voorzitter. Ik wil een vooraankondiging doen voor een tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad op 27 en 28 mei, inclusief stemmingen deze week.

De voorzitter:

Ja, dat kan. Bij dezen.

Dan de heer Van Houwelingen, Forum voor Democratie.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Dank u, voorzitter. Vandaag is bekend geworden dat de EU op 25 juni, dus volgende maand, gaat beginnen met toetredingsonderhandelingen met Oekraïne. Het kabinet is daar voorstander van, maar deze Kamer is er kritisch over. In het regeerakkoord staat dat er zeer kritisch zal worden gekeken naar mogelijke toetreding van nieuwe EU-landen. Maar belangrijker nog: op 6 april 2016 heeft de Nederlandse bevolking daar in feite tegengestemd. Wij willen daarom graag een debat hierover. Dat lijkt me heel belangrijk. Ik weet dat er een debat gepland staat, namelijk de Raad Buitenlandse Zaken van komende donderdag, maar dat is een commissiedebat. Dit is een heel belangrijk onderwerp, ook omdat als Oekraïne in oorlog is, wij daar volgens artikel 42, lid 7 van het Verdrag van Lissabon in verzeild kunnen raken via een lidmaatschap. Wij vinden daarom dat hier echt voor 25 juni een plenair debat over gehouden moet worden.

Dank, voorzitter.

De heer Krul (CDA):

Voorzitter. Een voorspelling voor de agenda van de heer Van Houwelingen: volgend op dat commissiedebat zal plenair een tweeminutendebat gehouden worden. Daarin kan de heer Van Houwelingen zich hierover uitspreken. Voor ons is dat de snelste weg, dus geen steun.

De heer Tuinman (BBB):

Zeker, voorzitter, geen steun. De 30ste hebben we ook een Raad Algemene Zaken. Daarin kan dit prima besproken worden.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. De heer Van Houwelingen moet inderdaad de gelegenheid hebben om dit voor hem moverende punt naar voren te brengen. Dat kan aanstaande donderdag bij het debat over de RBZ-Raad, bij het debat over de Raad Algemene Zaken en bij de regelmatige debatten over de Europese toppen. Laten we het daar doen.

De heer Brekelmans (VVD):

Geen steun.

De heer De Roon (PVV):

Steun.

De heer Veldkamp (NSC):

Geen steun. Aanstaande donderdag is het commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken en daarna een debat Raad Algemene Zaken. Dat is voldoende gelegenheid.

De heer Paternotte (D66):

Geen steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Geen steun.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):

Het gaat alleen bij steun van de PVV-fractie blijven voor dit verzoek. Wij gaan dit ook niet steunen.

De heer Ceder (ChristenUnie):

Voorzitter, geen steun. Er zijn genoeg gelegenheden om dit aan te kaarten.

De voorzitter:

Geen meerderheid, meneer Van Houwelingen.

De heer Van Houwelingen (FVD):

Jammer, gezien de ernst van het onderwerp. Ik zal het dan donderdag inbrengen.

De voorzitter:

Heel goed. Dank u wel.

Dan de heer Paternotte met een vooraankondiging.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Donderdag is het commissiedebat RBZ. Wij zouden daarna graag de gelegenheid willen hebben voor een tweeminutendebat en stemmingen.

De voorzitter:

Prima. Die vooraankondiging is bij dezen opgenomen.

Dank u wel. Tot zover de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven