36 Kernenergie

Aan de orde is het tweeminutendebat Kernenergie (CD d.d. 13/10).

De voorzitter:

Ik stel voor om meteen door te gaan met het tweeminutendebat Kernenergie. Ik hoor net dat de eerste spreker van de zijde van de Kamer, de heer Eerdmans, er nog niet is. Ik wacht even twee minuten en dan gaan we door. Mocht de heer Eerdmans er nog steeds niet zijn, dan geef ik als eerste het woord aan de heer Kops. De heer Eerdmans krijgt dan later het woord. Ik schors voor twee minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Zoals aangekondigd hebben we de heer Eerdmans erover geïnformeerd dat we zijn gestart. Hij is wellicht onderweg, maar we geven tot die tijd de heer Kops het woord namens de PVV. Alhoewel, niet tot die tijd maar gewoon voor twee minuten.

De heer Kops (PVV):

Dank u wel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat kernenergie, met de bouw van twee nieuwe centrales, goed zal zijn voor 11% tot 15% van het totale aanbod aan elektriciteit in 2035;

overwegende dat Rolls-Royce SMR samen met ULC-Energy in Nederland werkt aan prefab-SMR-centrales;

verzoekt de regering het toekomstige aanbod aan elektriciteit uit kernenergie verder te vergroten door nu meer nieuwe centrales te bouwen en gebruik te maken van SMR's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kops en Van Haga.

Zij krijgt nr. 103 (32645).

De heer Kops (PVV):

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kops. U sprak uiteraard namens de PVV. Dat was ik net vergeten te vermelden; excuus daarvoor. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Erkens, VVD.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Twee moties en een vraag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de rol van kernenergie in het energiesysteem toeneemt;

overwegende dat er veel interessante innovaties op het gebied van kernenergie plaatsvinden;

constaterende dat Nederland beperkt budget en beleid heeft voor innovatie omtrent kernenergie;

verzoekt de regering om kernenergie toe te voegen aan de topsector Energie voorafgaand aan 1 april 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens en Dassen.

Zij krijgt nr. 104 (32645).

De heer Erkens (VVD):

Dan de tweede motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat kernenergie een belangrijke rol in het Nederlandse energiesysteem gaat spelen;

constaterende dat kernenergie niet onderdeel is van de aanpak in de Regionale Energiestrategieën (Programma RES);

verzoekt de regering om verkenningen toe te staan binnen de RES-regio's over de rol van (kleine) kerncentrales in de regionale energiesystemen van na 2030;

verzoekt de regering om binnen het Nationaal Programma RES proactief relevante kennis en ervaring op het gebied van kernenergie te delen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens en Bontenbal.

Zij krijgt nr. 105 (32645).

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Ik heb een korte vraag. We begrijpen dat de provincies Zeeland en Brabant onder andere in consortium aan het kijken zijn naar innovaties op het gebied van kernenergie, onder andere de vierde generatie reactoren. Hoe apprecieert de minister deze ontwikkelingen en dit initiatief? Hoe verloopt het contact met de provincies? En wat doet hij ook om hen hierin te ondersteunen? Wat is de laatste maanden hierop gebeurd en welke financieringsmogelijkheden ziet hij om dit soort initiatieven van de grond te krijgen?

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Erkens namens de VVD. De volgende spreker — hij is al onderweg —- is de heer Van Haga namens de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland een energietekort heeft;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe de kerncentrale in Borssele langer open kan blijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 106 (32645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland afhankelijk is van het buitenland voor een groot deel van de energievoorziening;

verzoekt de regering om kernenergie in te zetten om zo snel mogelijk te komen tot energiesoevereiniteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 107 (32645).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Duitsland de kerncentrale in Lingen, net over de grens bij Emmen, gaat sluiten;

overwegende dat de centrale direct stroom kan leveren aan Nederlandse huishoudens;

verzoekt de regering om te verkennen wat de mogelijkheden zijn om de kerncentrale in Lingen over te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 108 (32645).

Dank u wel, meneer Van Haga, namens de Groep Van Haga. Ik zie al de volgende spreker in de startblokken staan. Dank daarvoor. Dat is de heer Grinwis namens de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Het kabinet heeft besloten om Borssele aan te wijzen als voorkeurslocatie voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Als we dat gaan doen, gaan we dat netjes doen voor de Zeeuwen. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet Borssele als voorkeurslocatie heeft aangewezen voor de twee nieuwe kerncentrales, wat gevolgen heeft voor omwonenden, de gemeente Borsele en de provincie Zeeland;

overwegende dat de minister voor Klimaat en Energie in zijn brief van 9 december 2022 onderkent hoe groot de impact is van de bouw en exploitatie van de centrales, inclusief alle benodigde energie-infrastructuur op landschap, leefbaarheid en leefkwaliteit;

verzoekt de regering in overleg met de gemeente Borsele en de provincie Zeeland en in samenspraak met omwonenden en relevante organisaties en bedrijven te komen tot:

  • -een zorgvuldige landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de centrales en bijbehorende energie-infrastructuur;

  • -passend flankerend beleid, waarbij omwonenden, de gemeente en de provincie in pijnpunten inzake leefbaarheid en leefkwaliteit tegemoet worden gekomen;

  • -de opstart van een nucleair kenniscluster in Zeeland;

verzoekt de regering deze afspraken goed te borgen, zodat gemeente, provincie en omwonenden ook in de verdere toekomst kunnen rekenen op uitvoering van wat afgesproken wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Erkens, Bontenbal, Stoffer en Dassen.

Zij krijgt nr. 109 (32645).

Dank u wel, meneer Grinwis namens de ChristenUnie. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Kröger namens GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een motie en een vraag. Ik begin met de vraag. Die gaat over de uitvoering van de aangenomen motie-Bromet, waarbij de Kamer heeft uitgesproken dat in ieder plan voor een nieuwe kerncentrale expliciet aangegeven moet worden waar voor de korte en langere termijn het afval wordt opgeslagen. Dat is dus de discussie over de eindberging: wat wordt de locatie voor de eindberging van het kernafval, dat ook twee nieuwe kerncentrales zullen gaan produceren? Ik ben heel benieuwd wanneer de minister ons daarover kan informeren en hoe hij dat besluit, met name de locatiekeuze en de kosten die daarbij komen, gaat inpassen in het proces van de besluitvorming over de twee nieuwe kerncentrales die hij voornemens is te openen.

Dan de motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een kerncentrale in Borssele op z'n vroegst pas in 2035 gereed is;

overwegende dat er op korte termijn heel veel windmolens op zee nodig zijn om onze klimaatdoelen te halen en deze eerder geplaatst kunnen worden dan een kerncentrale;

verzoekt de regering te voorkomen dat de plannen voor een eventuele kerncentrale een negatieve impact hebben op de opschaling van windenergie op de Noordzee;

verzoekt de regering de kosten in kaart te brengen die gepaard gaan met de extra verzwaring van het elektriciteitsnet door de bouw van de kerncentrales,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Thijssen.

Zij krijgt nr. 110 (32645).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kröger namens GroenLinks. Dan is het woord nu aan de heer Bontenbal, namens het CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Ik heb één motie en die gaat natuurlijk over SMR's. Ik heb daar zelf in april een actieplan over ingediend. Ik vind het ontzettend leuk dat daar nu breed heel veel aandacht voor is. Ik denk ook dat het een enorm kansrijke ontwikkeling is die we dreigen te missen als we die ontwikkeling niet goed in de gaten houden. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat kleine modulaire kernreactoren (SMR's) in de toekomst een significante rol kunnen spelen in de energievoorziening van de toekomst, vooral bij de industrieclusters;

verzoekt de regering een inventarisatie te doen bij de vijf industrieclusters en de grote bedrijven daarin over hun visie op de rol van de SMR's en hun plannen daarmee,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bontenbal, Erkens, Gündoğan, Dassen en Grinwis.

Zij krijgt nr. 111 (32645).

De heer Bontenbal (CDA):

Voorzitter. Dit is niet een poging om een plan van tientallen pagina's te laten maken. Volgens mij is het een kwestie van het aanschrijven van een aantal bedrijven, een aantal clusters, om te vragen hoever ze zijn en welke ideeën ze hebben. Volgens mij zijn ze verder dan we soms denken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Ook nog even voor de kijkers thuis, meneer Bontenbal: waar staat de afkorting "SMR's" voor?

De heer Bontenbal (CDA):

Small modular reactors, dus kleine modulaire kerncentrales. Tegen de mensen thuis zeg ik: als u daar wat over wil lezen, pak dan het actieplan van het CDA van 5 april 2022, te vinden op de website van het CDA.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bontenbal. De heer Bontenbal heeft bij andere debatten afgezien van zijn spreektijd. Dan krijg je af en toe dit soort dingen weer terug. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Dassen namens Volt, die al in de buurt staat.

De heer Dassen (Volt):

Dank, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er grote verschillen tussen EU-lidstaten op het gebied van recycling van brandstofstaven zijn;

overwegende dat het recyclen van brandstofstaven in kerncentrales de hoeveelheid kernafval per eenheid opgewekte elektriciteit vermindert;

verzoekt de regering om op Europees niveau de voordelen van het recyclen van brandstofstaven in kerncentrales te agenderen, daarover tot afspraken te komen en de Kamer daarover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Erkens.

Zij krijgt nr. 112 (32645).

De heer Dassen (Volt):

En dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat meerdere EU-lidstaten op dit moment plannen maken om de komende jaren meerdere nieuwe kerncentrales te bouwen;

constaterende dat er meerdere voorbeelden zijn van kerncentrales waarvan de bouw langer duurde dan gepland en/of het budget werd overschreden;

overwegende dat we door kennisdeling mogelijk beter in staat zullen zijn om budget- of tijdsoverschrijdingen te voorkomen;

verzoekt de regering zich in te zetten voor een Europees kenniscentrum voor kernenergie waar kennis en kunde kunnen worden gedeeld over de verschillende fases (inclusief wet- en regelgeving) van de bouw van nieuwe kerncentrales,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Bontenbal.

Zij krijgt nr. 113 (32645).

Dank u wel, meneer Dassen, voor uw inbreng namens Volt. Dan zijn we bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer beland. Dat is de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Wij staan iets anders in de kernenergiediscussie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet zelf bevestigt dat radioactief afval honderden tot soms vele duizenden jaren gevaarlijk kan blijven;

overwegende dat het nu al aanwezige huidige radioactieve afval door de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) enkel voor een periode van 100 jaar kan worden opgeslagen;

constaterende dat het door het kabinet en Kamer omarmde bredewelvaartsbegrip niet alleen van toepassing is op het hier en nu, maar ook rekening houdt met toekomstige generaties en welvaart elders;

constaterende dat er wereldwijd nog geen veilige oplossing is ontwikkeld voor het opslaan van radioactief kernafval voor honderden tot duizenden jaren;

overwegende dat het derhalve moreel niet juist is om toekomstige generaties op te zadelen met kernafval;

spreekt zich uit tegen kernenergie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan.

Zij krijgt nr. 114 (32645).

De heer Van Raan (PvdD):

Ik keek hierbij even naar de VVD, het CDA en alle voorstanders van kernenergie.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Het was een uitnodiging voor de heer Bontenbal, CDA.

De heer Bontenbal (CDA):

Volgens mij gaat het om de afweging tussen afval dat goed beheersbaar is en extra CO2 in de lucht, in de atmosfeer. Dat laatste is volgens mij moreel ook een ingewikkeld verhaal. Juist vanwege de moraliteit kiezen wij toch ook voor kernenergie, om op die manier ...

De voorzitter:

Maar uw vraag aan de heer Van Raan is?

De heer Bontenbal (CDA):

Het was bijna een soort persoonlijk feit, dus ik dacht: ik meld het toch maar even.

De heer Van Raan (PvdD):

Daar wil ik graag op reageren. Dat betekent dat het CDA hier kenbaar maakt dat het twee keer een foute keuze maakt. We moeten niet in de val stappen die kernenergie heet en die toekomstige generaties voor tienduizenden jaren opzadelt met afval waarvan we niet weten hoe we dat moeten oplossen. Het CDA kiest daarvoor. Dat is goed te lezen in de mooie brochure van het CDA. Daarnaast moeten we ook zo snel mogelijk CO2 besparen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Raan, voor uw inbreng. Ik kijk even naar de minister hoeveel tijd hij nodig heeft voor de voorbereiding. Enkele ogenblikken? Dan combineren we die enkele ogenblikken even met het uitdelen van de moties. We gaan weer verder als die zijn rondgedeeld en als de minister er klaar voor is.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik zie dat de moties zijn rondgedeeld. Volgens mij is de minister ook klaar voor de beantwoording. Ik geef hem dan ook het woord voor de beantwoording in het kader van het tweeminutendebat over kernenergie.

Minister Jetten:

Dank u wel, voorzitter. De heer Erkens had gevraagd naar de inspanningen van Zeeland en Brabant ten aanzien van vierdegeneratiereactoren. U weet dat ik voor de nieuwbouw kies voor derdegeneratieplusreactoren, zodat we echt bewezen technieken toepassen. Het staat de provincies natuurlijk vrij om ook zelf nadere ontwikkelingen te onderzoeken. Het Rijk kan dat deels ook ondersteunen, omdat we ook geld beschikbaar stellen, bijvoorbeeld voor onderzoek naar small modular reactors maar ook naar gesmoltenzoutreactoren. Ook kan er vanuit de topsector worden verkend hoe dit soort decentrale initiatieven verder kunnen worden ondersteund. Ik heb natuurlijk ook regelmatig contact met deze provincies vanwege de realisatie in Borssele. Ik zal dus in een van de volgende gesprekken met hen ook doorpraten over de vraag van de heer Erkens.

Mevrouw Kröger stelde een vraag naar aanleiding van de motie-Bromet. Ik zal natuurlijk bij de verdere besluitvorming rondom de kerncentrales ook stilstaan bij de wijze waarop we omgaan met het kernafval uit deze centrales. Voor de komende 150 jaar is dat geregeld via de COVRA, onze organisatie voor afvalopslag. Staand beleid in Nederland is dat we pas in 2130 de eindberging gerealiseerd zullen hebben, omdat tot dat jaartal de berging van de COVRA als veilig wordt gezien.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat gaat over wanneer de eindberging gerealiseerd moet zijn. Bij de groene taxonomie in Europa is gezegd: als er financiering is onder de groene taxonomie, moet in 2050 al duidelijk zijn hoe het zit met die eindberging. Dat is dus al een heel stuk dichterbij dan 2150. Het lijkt me dus wel dat de minister zicht moet hebben op de locatie van eindberging, voordat we nu een opschaling van kernenergie hebben. Of is de minister van plan dit gewoon acht generaties vooruit te schuiven?

Minister Jetten:

Nee, dat doen we niet. We hebben dit namelijk gewoon goed geregeld bij de COVRA. We hebben ook al in de wet staan dat er in 2130 een definitieve eindberging gerealiseerd moet zijn. Er zijn een paar landen in Europa die verder zijn met die eindberging. Alleen, die staan op dit moment de import van kernafval nog niet toe. Het klopt dat de groene taxonomie bepaalde randvoorwaarden koppelt aan de eindberging van kernafval. Maar als je daar niet aan kunt voldoen, dan zegt dat alleen wat over de financieringsvoorwaarden. Dat zegt niets over of je wel of niet door kunt gaan met het realiseren van kernenergie.

De voorzitter:

Een vervolgvraag van mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Nu hoor ik de minister eigenlijk zeggen: ik voer die motie-Bromet niet uit, want ik ga helemaal niet voordat ik een besluit neem over twee kerncentrales in Borssele iets zeggen over de locatie van de eindberging, want dat schuif ik voor me uit tot 2150.

Minister Jetten:

Nee, dan moet de definitieve eindberging gerealiseerd zijn. In de aanloop daarnaartoe zal het kabinet er dus voor moeten zorgen dat dat geregeld wordt.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Wanneer weten we als Kamer de locatie van de eindberging?

Minister Jetten:

Dat kan ik nu nog niet zeggen, want ik weet op dit moment nog niet waar die gaat plaatsvinden. Dat is misschien in een van die Europese landen waar het al wordt gerealiseerd, als die import van kernafval gaan toestaan. En omdat de COVRA de komende 130 tot 150 jaar nog veilige bergingen biedt, is het ook nog niet noodzakelijk om op deze hele korte termijn al de exacte locatie van die eindberging te weten.

De voorzitter:

Gaat u verder, naar de appreciatie van de moties.

Minister Jetten:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 103 van de heer Kops. Met deze concrete bedrijven erin genoemd, ben ik bijna bang dat enige appreciatie van deze motie het lobbyverbod aanzet. Maar ik ontraad deze motie, zeg ik met een knipoog naar de heer Kops.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 103: ontraden.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 104 van de heer Erkens over de topsector energie. Ik heb de topsector energie om advies gevraagd: kunnen zij kernenergie een plek geven in hun aanpak? Ik vind het zelf eigenlijk niet chic om dan vooruitlopend op het advies dat ik van hen krijg, hier een oordeel over te vellen. Ik zou de heer Erkens dus willen vragen of hij de motie wil aanhouden totdat de topsector mij het advies heeft overhandigd.

De heer Erkens (VVD):

Nee, we brengen haar in stemming. We geven graag de topsector in dat advies een advies van de Kamer mee.

De voorzitter:

Dan kijk ik naar de minister. Wordt de motie dan ontraden?

Minister Jetten:

Ja, voorzitter, dan ontraad ik de motie, maar het staat de Kamer inderdaad vrij om een advies aan de topsector mee te geven, terwijl zij mij nog aan het adviseren zijn.

De voorzitter:

Dan noteren we "ontraden" bij de motie op stuk nr. 104.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 105 van de heer Erkens over het nationaal programma RES geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 105: oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 106 van de heer Van Haga is exact mijn intentie, dus die wil ik graag overnemen.

De voorzitter:

Die wilt u overnemen. Dan kijk ik even rond. Is er bezwaar? Ik zie dat er bezwaar is, dus dan wordt die motie in stemming gebracht.

Minister Jetten:

Dan geef ik 'm oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan krijgt de motie op stuk nr. 106 oordeel Kamer. Dan hebben we weer een extra stemming op de stemmingslijst. Dat is altijd goed. Dan de motie op stuk nr. 107.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 107 ontraad ik met verwijzing naar het debat. We zetten breed in op een energiemix.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 107: ontraden.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 108. Daar hebben we ook in het commissiedebat bij stilgestaan. Ik ga niet over Duits grondgebied en de Duitse regering staat hier ook niet voor open, dus de motie op stuk nr. 108 ontraad ik.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 108: ontraden.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 109 van de heer Grinwis. Ik wil ook vanaf deze plek mijn waardering uitspreken richting het provinciebestuur van Zeeland, maar ook richting de gemeente Borsele en in het bijzonder de burgemeester, burgemeester Dijksterhuis. Die besteedt zeer veel aandacht aan een zorgvuldig proces met de lokale bevolking en vraagt ook veel aandacht bij mij voor de goede ruimtelijke inpassing. De burgemeester heeft daar zelf ook allerlei gesprekken over georganiseerd, maar betrekt mij daar ook bij. Daar ben ik erg blij mee. Ik zou eigenlijk aan de heer Grinwis willen vragen om het dictum iets te wijzigen, namelijk "te komen tot een zorgvuldige landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de centrales en infrastructuur, passend flankerend beleid op te stellen, waarbij er proportioneel in Zeeland geïnvesteerd wordt en het kenniscluster rondom nucleaire energieopwekking in Borssele en omgeving uit te breiden". Dat is enige nuancering, maar daarmee kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

Ik kijk even naar de heer Grinwis. Hij knikt, maar komt ook naar voren.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Ik kon zo snel niet meeschrijven, maar ik ben bereid om de motie iets aan te passen. Omdat de minister hier met naam en toenaam de burgemeester van Borsele noemt, kan ik 'm wel verklappen dat ik dit epistel in nauw overleg met hem heb geschreven.

Minister Jetten:

Kijk. Volgens mij zitten we heel dicht bij elkaar. Ik zal zorgen dat mijn suggestie ook bij de heer Grinwis terechtkomt. Volgens mij komen we daaruit. Dan geef ik de motie op stuk nr. 109 oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dan zien we een gewijzigde motie op stuk nr. 109 tegemoet, conform besproken. Dan krijgt die daarmee oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 110.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 110 gaat over de aanlanding van wind op zee. Wind op zee wordt natuurlijk de belangrijkste bron van elektriciteitsproductie, dus aanlanding van wind op zee is ook zeer belangrijk. Ik denk dat juist de locatie Borssele kansen biedt om daar werk met werk te maken door de aanlanding van wind op zee in die regio te combineren met extra elektriciteit die vanuit de kerncentrales wordt geproduceerd. Beide ontwikkelingen vragen natuurlijk wel wat van de energie-infrastructuur en zullen dus ook nieuwe investeringen vergen. Ik zal in de volgende besluitvormingen en volgende brieven hierover zo goed mogelijk proberen te duiden wat de kosten van de netverzwaringen zijn in dat gebied, die dus ook samenhangen met de toevoeging van de kerncentrales en de aanlandingen van wind op zee. In het nationaal plan energiesysteem 2050 zal ik ook de systeemeffecten laten zien. Dat was een wat uitgebreide toelichting, maar de motie op stuk nr. 110 geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 110 krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 111.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 111 van de heer Bontenbal over de SMR's kan ik meenemen in de gesprekken rondom de Cluster Energiestrategie. Dus de motie op stuk nr. 111 geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 111: oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 112 van de heer Dassen. Het recyclen van staven is natuurlijk een goed idee, omdat we dan uiteindelijk minder grondstoffen nodig hebben om de hele keten te laten draaien. Het is wel aan de individuele lidstaten om te bepalen hoe ze met kernafval willen omgaan als het gaat om de opwekking daarvan. Ik ben bereid om me samen met de staatssecretaris van IenW in te spannen om in EU-verband zo veel mogelijk te kijken hoe we samen kunnen optrekken bij die recycling, maar ik vind het te ver gaan om daar Europese afspraken over te maken. Daarom ontraad ik de motie op stuk nr. 112.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 112: ontraden.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 113. Ik ben bezig met OECD, de IAEA, dus met verschillende internationale organisaties die bezig zijn met nucleaire kennis, om te kijken wat daar nu aan kenniscentra zit en hoe die kunnen worden ingezet voor de Europese landen die bezig zijn met opschaling. Ik vind het nu nog te vroeg om te bepalen of een apart Europees kenniscentrum nodig is, omdat juist in dat internationale verband ook de kennis van sterke nucleaire landen als Amerika en Zuid-Korea samenkomt. Ik zou de motie nu dus willen onraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 113 wordt ontraden.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 114 van de heer Van Raan is een spreekt-uitmotie. Daar zal ik dus geen oordeel over vellen.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Dassen naar voren komt. Ik vermoed dat hij nog een vraag heeft over de motie op stuk nr. 113.

De heer Dassen (Volt):

Ik heb nog een vraag over de appreciatie van de minister van de motie op stuk nr. 112. Het betreft het belang van recyclen, het daarin samen optrekken en het agenderen ervan op Europees niveau. Waar zit dan precies het probleem als het gaat om het kijken of we daar afspraken over kunnen maken in Europees verband?

Minister Jetten:

Ik heb geen probleem met de motie als u daaraan zou kunnen toevoegen "waar zinnig", dus dat het niet per se moet maar alleen gebeurt als het van toegevoegde waarde is. Maar dat zal nooit op EU-niveau zijn. Ik denk dat dat het belangrijkste is. Er zijn een aantal landen in de EU fel tegen alle ontwikkelingen rondom kernenergie. Dus je kunt dit hooguit doen met de gelijkgestemde landen in de EU. Als ik de motie zo mag interpreteren, dan zal ik kijken of ik met de landen die nu ook aan het investeren zijn in nieuwe kerncentrales, gezamenlijk kan optrekken.

De voorzitter:

Krijgt de motie met die toelichting dan "oordeel Kamer"?

Minister Jetten:

Ja. Ik zag de heer Dassen knikken bij mijn uitleg. Dan geef ik de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Oké. Met de toelichting van de minister krijgt de motie op stuk nr. 112 oordeel Kamer. En meneer Dassen, nu u hier toch staat. Ik meende dat ik de heer Bontenbal als mede-indiener hoorde praten over het aanhouden van de motie op stuk nr. 113.

De heer Dassen (Volt):

Daarvoor moet ik nog even naar de minister kijken. Ik heb de appreciatie niet helemaal gevolgd. Ik was namelijk nog even aan het bekijken waarom de motie op stuk nr. 112 ontraden werd.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 113 gaat over een Europees kenniscentrum. Wij zien nu zelf dat we met verschillende internationale organisaties eigenlijk al alle kenniscentra in de wereld georganiseerd hebben. Dat gebeurt onder andere via het Internationaal Atoom Energie Agentschap. Daar zit ook de kennis van Zuid-Korea en de VS, waar ook veel van de bedrijven gevestigd zijn die juist ook nodig zijn om de hele nucleaire sector in Europa weer een flinke boost te geven. Ik ben er op dit moment dus niet van overtuigd dat een apart Europees kenniscentrum echt van toegevoegde waarde zal zijn bovenop hetgeen we mondiaal aan het organiseren zijn.

De heer Dassen (Volt):

Ik houd de motie nog even aan en ga even kijken of ik de motie op een ander moment kan indienen. Dan zet ik haar nog even naast datgene wat de minister zegt. Maar ik heb vanuit verschillende landen wel teruggekregen dat er juist een kenniscentrum ontbreekt en dat er heel veel verschillen tussen landen zijn als het gaat om wet- en regelgeving en hoe daarmee wordt omgegaan. Veel landen gaan nu opnieuw bouwen, met nieuwe reactoren van het type EPR. Volgens mij moet dat gewoon met elkaar gepoold gaan worden en kunnen we daar met elkaar juist heel veel van leren.

Minister Jetten:

Maar dan zou ik de suggestie aan de heer Dassen willen doen dat ik in een van de volgende brieven over kernenergie wat uitgebreider inga op hoe we nu die samenwerking met een aantal landen aan het vormgeven zijn. Ik noem in dit verband Polen, Tsjechië, Nederland, Frankrijk en een paar Scandinavische landen die volop aan het opschalen zijn met kernenergie. We brengen veel werkbezoeken aan die landen, zowel op ambtelijk niveau als op politiek niveau, om te kijken hoe we zo veel mogelijk samen kunnen doen om ook de kosten te drukken, fouten te voorkomen et cetera. Ik zal daar in een volgende brief uitgebreider op ingaan. Dan kan de heer Dassen beoordelen of hij dat in een kenniscentrum gevat wil hebben of dat de aanpak die we hebben gekozen, voldoende is.

De voorzitter:

Ik zie de heer Dassen knikken, maar ik zie ook de heer Bontenbal nog naar voren komen.

De heer Bontenbal (CDA):

Een misschien creatieve interpretatie van een motie van een collega.

De voorzitter:

Volgens mij staat u daar zelf onder.

De heer Bontenbal (CDA):

Jazeker. Het gaat mij met name om de plannen op het gebied van de SMR's. Ja, daar is die weer! Er zijn natuurlijk al Europese plannen. De Europese Commissie is bezig om daar met kennis mee aan de slag te gaan. België is daar ook mee bezig. Is het niet een idee om juist op het gebied van die technologieën dat beter te bundelen in Europa? Ik denk dat er bijvoorbeeld op het punt van de nieuwe SMR's nog relatief weinig georganiseerd is.

Minister Jetten:

Dat is een goede suggestie, maar dan blijft mijn punt dat dat op EU-niveau niet mogelijk zal zijn vanwege het standpunt van een aantal andere lidstaten. Ik zal deze suggestie ook meenemen. Dus als de heer Dassen zijn motie wil aanhouden of intrekken, dan zal ik dit in een volgende brief uitgebreider schetsen. Dan kunnen we op basis daarvan kijken hoe de suggesties van de heer Dassen en de heer Bontenbal verder kunnen worden uitgewerkt.

De voorzitter:

De heer Dassen, om het af te ronden.

De heer Dassen (Volt):

Voorzitter, ik houd de motie aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Dassen stel ik voor zijn motie (32645, nr. 113) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De minister heeft wat toezeggingen gedaan. Het is maar goed dat de heer Bontenbal nog even heeft uitgelegd waar SMR voor staat, want het kwam een paar keer terug in het debat. Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik vraag eenieder toch nog enig geduld te hebben want we hebben er nog twee op de agenda staan, waarbij de laatste — ik verklap het alvast — maar één spreker heeft. Dat zegt natuurlijk niet altijd alles, maar dat zou dus overzichtelijk kunnen zijn.

De stemmingen over de moties uit het tweeminutendebat Kernenergie zijn aanstaande donderdag bij aanvang van de middagvergadering.

Naar boven