31 Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 29/09)

Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 29/09).

De voorzitter:

We gaan voortvarend door naar het volgende tweeminutendebat. Dat gaat ook over Mijnbouw/Groningen, maar is naar aanleiding van een commissiedebat gehouden op 29 september. Ik nodig de eerste spreekster uit van de zijde van de Kamer: mevrouw Beckerman namens de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Groningen heeft Nederland decennia warmgestookt, en nergens zitten zo veel mensen in energiearmoede. Daarom twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat juist in Groningen, de provincie die Nederland decennia warm heeft gestookt, veel mensen in energiearmoede leven;

constaterende dat door de vertraagde versterkingsoperatie gedupeerden vaak een hogere energierekening hebben;

verzoekt de regering de regeling "schade (kosten) bij versterking" ook open te stellen voor mensen die door de (vertraagde) versterkingsoperatie een hogere energierekening hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer en Kröger.

Zij krijgt nr. 1097 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat juist in Groningen, de provincie die Nederland decennia warm heeft gestookt, veel mensen in energiearmoede leven;

constaterende dat bewoners die hun onveilige huis moeten verlaten om naar een wisselwoning te gaan veelal hun energiecontract moeten opzeggen en na terugkeer vastzitten aan een (veel) duurder energiecontract;

verzoekt de regering te voorkomen dat gedupeerden die naar een wisselwoning moeten, na terugkeer vastzitten aan een duurder energiecontract,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer en Kröger.

Zij krijgt nr. 1098 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dan heb ik een laatste motie. Die gaat over één groep mensen die niet gebruik mag maken van een regeling waarvan andere mensen in de versterking wel gebruik mogen maken. Daar is een simpele oplossing voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de NCG een regeling "schade (kosten) bij versterking" heeft;

overwegende dat hieruit ook een schadevergoeding wordt betaald aan mensen die na versterking een afname van het woonoppervlak hebben;

constaterende dat die regeling niet geldt voor batch 1.588;

verzoekt de regering de regeling "schade (kosten) bij versterking" ook voor mensen uit batch 1.588 uit te laten voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer en Kröger.

Zij krijgt nr. 1099 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

De laatste zin in het dictum is bewust zo geformuleerd, omdat we weten dat batch 1.588 niet geheel via de NCG loopt, maar we wel een gelijksoortige regeling willen. Wie dat moet doen, laat ik nu even aan het kabinet.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman namens de SP. Dan zijn we alweer bij de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Van Haga namens de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Groningers het recht hebben zich op officiële wijze uit te spreken over de toekomst van het Groninger gasveld;

verzoekt de regering om steun uit te spreken voor een referendum in Groningen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 1100 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er technische oplossingen zijn om op een veilige wijze te kunnen blijven winnen uit het Groninger gasveld;

overwegende dat Nederlanders nu in de kou zitten en goedkoop gas juist nu hard nodig is;

verzoekt de regering te stoppen met het afbouwen van de gaswinning en een technisch-realistisch beleid te gaan voeren waar het gaat om de gaswinning uit het Groninger gasveld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1101 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het KEM-24-onderzoek naar stikstofinjectie, CO2-injectie of waterinjectie in het Groninger gasveld geen eenduidige conclusies konden worden getrokken;

overwegende dat in het KEM-24-onderzoeksrapport wordt gesteld dat er vervolgonderzoek nodig is;

overwegende dat ook de Mijnraad en Groningen 2.0 om vervolgonderzoek vragen;

verzoekt de regering vervolgonderzoek te laten doen naar de mogelijkheid van water-, CO2-, en stikstofinjectie in het Groninger gasveld door een externe onafhankelijke partij en de Kamer hierover nader te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1102 (33529).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga namens de Groep Van Haga. Dan kijk ik even naar de staatssecretaris. Hij geeft aan dat hij vijf minuten nodig heeft voor de appreciatie van de moties. Ik schors daarom voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 20.23 uur tot 20.29 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Mijnbouw Groningen naar aanleiding van het commissiedebat van 29 september jongstleden. We zijn aangekomen bij de beantwoording van de openstaande vragen door de staatssecretaris en de appreciatie van de moties. Ik geef de staatssecretaris daartoe het woord.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 1097 van mevrouw Beckerman, de heer Nijboer en mevrouw Kröger moet ik ontraden, niet omdat ik het punt niet zie maar omdat ik deze motie eigenlijk heel moeilijk uitvoerbaar acht op het punt van het precies identificeren om wie het gaat. Ten tweede hebben we natuurlijk allerlei regelingen die al voorzien in het helpen bij verduurzaming. Ten derde hebben we twee weken geleden een interessant debat gehad over het aardgasvrij maken. Als ik dan moet kiezen tussen verschillende methodes, denk ik dat dat een veel substantiëler idee is. Deze motie ontraad ik dus.

De voorzitter:

Voordat u vervolgt, heeft u een interruptie van mevrouw Beckerman, SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Het debat gaat volgens mij niet om de vraag of dat een substantiëler idee is, want dat is het absoluut. Ik denk ook dat het een goed idee is. Het gaat er nu alleen om dat er mensen zijn die gewoon buiten hun schuld langer moeten wachten en daardoor in de kou zitten. Met de regeling zoals die nu werkt, kun je allerlei dingen vergoed krijgen mits je kunt aantonen dat je schade ondervindt. Ik vind dat het eigenlijk helemaal niet zo gek is om dit daar een onderdeel van te laten zijn.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Het is mij helder dat mevrouw Beckerman dat vindt. Het enige wat ik "terugvind", is dat ik denk dat het heel moeilijk is om deze mensen te identificeren. Ik ontraad de motie in deze vorm. Ik wil haar wel toezeggen dat ik ga kijken of ik de groep wel makkelijk kan identificeren en dat ik daarop terugkom.

De voorzitter:

Tot slot mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dat is een mooie toezegging, maar het punt is dat je die groep eigenlijk niet eens hoeft te identificeren, want je meldt jezelf voor die regeling. Mensen kunnen zich gewoon melden en zeggen dat ze hier last van hebben. Dan tonen ze dat aan en dan wordt daar een oordeel over geveld. Zo werkt die regeling nu ook voor andere categorieën.

De voorzitter:

Ik kijk nog één keer naar de staatssecretaris.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik handhaaf mijn toezegging en dat is het.

De voorzitter:

Een toezegging en de motie op stuk nr. 1097 blijft ontraden.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie-Beckerman c.s. op stuk nr. 1098 moet ik in deze vorm ontraden. Ik ben wel bereid om mevrouw Beckerman toe te zeggen om de Kamer te informeren wat ik hier kan doen, bijvoorbeeld door een gesprek aan te gaan met de energieleveranciers. Deze "te voorkomen dat" kan ik niet toezeggen. Ik ontraad dus de motie in deze vorm. Maar als ik haar zo mag interpreteren, zeg ik het graag toe.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dit was jarenlang niet per definitie een groot probleem. Dat is het nu in één keer wel geworden. Volgens mij is het best simpel op te lossen door het volgende te zeggen. Een energiecontract zou gepauzeerd moeten kunnen worden voor de maanden dat mensen in een wisselwoning zitten. Daar heeft een energiebedrijf misschien last van. Dat regelt de overheid dan. Nu is het elke keer zo dat gedupeerden erachteraan moeten. Die worden ineens geconfronteerd met weer een hoge rekening, terwijl de overheid de schuldige is in deze casus. Die moet het dan maar oplossen.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Volgens mij zijn mevrouw Beckerman ik het niet eens over het doel. Ik ga niet toezeggen dat ik dat hier wel kan regelen. Daarom ontraad ik de motie. Ik wil daar wel naar kijken langs de lijn die mevrouw Beckerman beschrijft.

De voorzitter:

Dan noteren we voor deze motie: ontraden.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1099: regeling bij versterking ook voor batch 1.588. Oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1099 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Over het referendum in Groningen heb ik eerder in deze Kamer gezegd dat we geen referenda houden als we aan mensen vragen of ze zich in gevaar willen brengen.

De voorzitter:

Daarmee is de motie op stuk nr. 1100 ontraden?

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ja.

De motie op stuk nr. 1101 over realistisch-technisch beleid ontraad ik ook.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1101 wordt ontraden.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1102, van de heer Van Haga, is de ingewikkeldste. In deze vorm wil ik haar ontraden. Ik zal uitleggen waarom. Het KEM gaat wel nader onderzoek doen. De heer Van Haga merkt volkomen terecht op dat het eerste onderzoek geen heldere uitkomst heeft. Maar ik ga niet aan het KEM vragen of zij onderzoek willen doen naar het gebruiken van stikstofinjecties of andere vormen van injecties om het veld langer open te houden, omdat dat niet het doel is van het kabinetsbeleid. Daar gaan we dus geen onderzoek naar laten doen. Uiteindelijk ontraad ik dus de motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1102 wordt ontraden, maar de heer Van Haga heeft daar een vraag over.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dit is een aanbeveling in dat onderzoek, dus ik begrijp niet waarom we dat niet gewoon laten uitvoeren. Misschien komt er wel uit dat het helemaal niet mogelijk is. Dat is ook nuttige informatie, want dan kunnen we dat boek sluiten. Als het wel mogelijk is, kunnen we er verder over praten.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik heb gezegd wat ik hierover heb gezegd. Het standpunt van het kabinet is als volgt. We willen in het kader van het KEM-onderzoek het KEM graag onderzoek laten doen naar injecties, omdat dat eerste onderzoek niet echt geslaagd was. Maar die injecties hebben echt als doel om het veld stabiel te houden na sluiting. Ik ga geen onderzoek laten doen waarmee ik kan bevorderen dat het veld langer openblijft. Ik weet dat de heer Van Haga en ik daar politiek totaal anders over denken. Dat is ook toegestaan.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste motie, op stuk nr. 1102, is ontraden. Ik deel aan de leden mee dat wij aan het einde zijn gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank de staatssecretaris en uiteraard ook de leden voor hun deelname.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze moties zijn de stemmingen donderdag, bij aanvang van middagvergadering.

De vergadering wordt van 20.35 uur tot 20.36 uur geschorst.

Naar boven