26 Landbouw- en Visserijraad van 18 juli 2022

Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad van 18 juli 2022 (21501-32, nr. 1454).

De voorzitter:

Wij gaan door naar het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit welkom. Ik geef allereerst het woord aan mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren. Ik kijk even of de deuren zijn gesloten en wacht tot het rumoer op de tribune weg is, en dan ga ik door naar de eerste spreker, mevrouw Vestering.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) met aanvullende duurzaamheidsvoorwaarden voor de subsidies oorspronkelijk voorzien was van 2021-2027, maar dat dit twee jaar vertraagd is en nu pas per 1 januari 2023 van kracht is;

constaterende dat de minister van LNV desondanks van mening is dat 2023 nog een "instapjaar" zou moeten zijn, waarin de nieuwe regels wel gelden, maar nog niet worden gehandhaafd en overtredingen zullen worden afgedaan met waarschuwingen;

overwegende dat de klimaat- en biodiversiteitscrises grote urgentie vormen om de nieuwe duurzaamheidsmaatregelen wel te implementeren en te handhaven;

verzoekt de regering op gebruikelijke wijze toezicht te houden en te handhaven op de uitvoering van het GLB in 2023 en niet over te stappen op een verlicht sanctieregime van enkel waarschuwingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 1482 (21501-32).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet de uitvoeringskosten voor het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van 159 miljoen euro dekt uit het omschakelfonds, waardoor er voor dit fonds voor omschakeling van agrariërs naar duurzame landbouw slechts 21 miljoen euro overblijft;

constaterende dat het kabinet bij de Voorjaarsnota 2023 zal overwegen of en welke andere dekking van deze uitvoeringskosten gevonden kan worden;

verzoekt de regering zo snel mogelijk een andere dekking voor de uitvoeringskosten voor het GLB te vinden, die niet ten koste gaat van de mogelijkheden voor omschakeling naar duurzame landbouw of het beëindigen van schadelijke landbouwpraktijken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 1483 (21501-32).

Mevrouw Vestering (PvdD):

De laatste motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat nertsen zeer gevoelig zijn voor besmetting met verschillende griepvirussen en dat zij kunnen fungeren als "mengvaten" die de genetische uitwisseling tussen influenzavirussen van verschillende gastheersoorten vergemakkelijken, waardoor gevaarlijkere virussen kunnen ontstaan;

constaterende dat virologen zich om die reden grote zorgen maken over de recente ontdekking van vogelgriepbesmettingen bij een nertsenfokkerij in Spanje;

verzoekt de regering in Europa (opnieuw) te pleiten voor een spoedig verbod op de nertsenfokkerij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vestering.

Zij krijgt nr. 1484 (21501-32).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer De Groot van D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. Ik heb geen motie, maar een signaal uit Brussel. Dat gaat over de derogatie. De minister heeft aangekondigd de verplichte bufferstroken langs de waterlopen voor het jaar 2023 niet te doen. Dat is in strijd met de derogatiebeschikking. Daardoor is er een enorm risico dat de beschikking helemaal gaat vervallen. Ik krijg graag een reactie van de minister hierop.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u. Dan ga ik naar mevrouw Van der Plas van BBB voor haar inbreng.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er steeds minder ruimte is voor de visserij in de Noordzee, door druk op de ruimte vanuit natuur en windparken;

verzoekt de regering om in de EU-Commissie te pleiten voor een adequate financiële compensatie van vissers voor het door beleidskeuzes verlies van visgronden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Plas.

Zij krijgt nr. 1485 (21501-32).

Dank u wel. Dan ga ik door naar de volgende spreker. Dat is de heer Van Campen van de VVD.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb geen moties, maar wel twee vragen. Mijn eerste vraag gaat over gewasbescherming. In het coalitieakkoord hebben we afgesproken dat we gaan werken aan geïntegreerde gewasbescherming. De VVD vindt het belangrijk dat we daar voortvarend mee aan de slag gaan. Tegelijkertijd lezen we in het verslag van de Landbouwraad dat Eurocommissaris Kyriakides zich heeft uitgesproken tegen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in bepaalde gevoelige gebieden, waaronder natuurgebieden en de urbane publieke ruimte. Ik zou de minister willen vragen hoe hij aankijkt tegen deze uitspraak van de Eurocommissaris, en ook of er een impactstudie is of wordt gedaan, en wat wordt verstaan onder "bepaalde gevoelige gebieden". Graag dus een reactie daarop.

Tot slot. Eindelijk is dan het Nationaal Strategisch Plan goedgekeurd in Brussel. Er zijn nog wat gemixte signalen, want de Eurocommissaris van Landbouw gaf eerst aan dat het niet deugde en toen gaf een woordvoerder van een andere Eurocommissaris weer aan dat het wel deugde. Ja, toen was de verwarring bij ons wel even compleet. Maar uiteindelijk kwam er dan toch dat groene licht. Dat is iets waarmee we volgens mij blij mogen zijn. Maar ik heb nog wel een vraag. Ik heb namelijk al in 2021 een motie ingediend die vroeg om een simulatietool, dus een tool waarmee boeren heel inzichtelijk kunnen krijgen wat het Nationaal Strategisch Plan voor hen betekent. De laatste signalen waren dat die vanaf februari 2023 zou gaan werken. Ik zou de minister willen vragen of dat nog steeds op schema ligt en boeren dan inderdaad van die tool gebruik kunnen gaan maken.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Dan kijk ik even naar de minister hoeveel minuten voorbereidingstijd hij nodig heeft. Ik geloof dat er vier moties zijn, maar ook een aantal vragen. Tien minuutjes? Oké.

De vergadering wordt van 17.32 uur tot 17.39 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Adema:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik ga eerst in op de vragen die gesteld zijn en daarna geef ik appreciaties van de moties.

Allereerst de vraag van de heer De Groot over de derogatiebeschikking en de vraagtekens die daarbij gezet zijn door de Europese Commissie. We zijn daarover in gesprek. De Commissie heeft vragen gesteld of wij wel op een goede manier, om zo te zeggen, voldoen aan alle voorwaarden. Dat gesprek loopt. Wij zijn in gesprek om te kijken hoe we dat zo snel mogelijk kunnen oplossen. Maar dat gesprek loopt en er is op zich wat ons betreft op dit moment geen reden tot grote zorg.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Maar hoe ziet de minister dat dan zelf? Want hij houdt zich formeel niet aan de derogatiebeschikking en daarmee loopt Nederland en lopen de Nederlandse boeren een groot risico.

Adema:

Daarom zijn we ook intensief in gesprek met de Europese Commissie, dus om daaruit te komen met elkaar. Dat gesprek loopt nog steeds. Na het reces zijn er al afspraken gepland. Het is niet zo dat dat direct tot grote zorgen leidt. Maar goed, we zijn er wel intensief over in gesprek. En die zorg begrijp ik natuurlijk; dat is logisch.

Dan de vraag van de heer Van Campen over de impactanalyse voor gevoelige gebieden en gewasbescherming. Die komt er inderdaad aan: de Nederlandse impactanalyse, zoals toegezegd. In het eerste kwartaal van 2023 zullen we die aan de Kamer sturen.

Dan even de vraag over de gevoelige gebieden, ook naar aanleiding van de uitspraken van de Commissaris. De gevoelige gebieden moeten nog worden aangewezen. Wij zijn er wel bezorgd en kritisch over, ook richting de Europese Commissie. Wij hebben dat dus ook aangegeven in Brussel, maar er moet op een heel zorgvuldige manier naar gekeken worden, want het heeft een forse impact. Nogmaals, we zijn er kritisch op en we zijn erover in gesprek.

Dan de vraag van de heer Van Campen over de simulatietool. Is die werkend in februari 2023? We liggen op schema en dat betekent dat die in februari werkend is. Dat is maar goed ook, want voor de boeren is het een goede tool, lijkt mij.

Dan ga ik naar de moties. De eerste motie, op stuk nr. 1482, is van mevrouw Vestering. Wij voldoen niet aan de voorwaarden van het GLB. Wij hebben 2023 bestemd als een overgangsjaar. Dat klopt. De boeren hebben vrij laat helderheid gekregen over het GLB. Wij willen zo veel mogelijk boeren meekrijgen in het GLB, omdat er ook hele mooie componenten in het GLB zitten. Wij willen het jaar 2023 dus gebruiken als overgangsjaar, zodat zo veel mogelijk boeren meedoen. De boeren, die recht hebben op zekerheid, maar die vrij laat hebben gekregen, zijn niet meer in staat om het heel snel nog te regelen. Wij gaan daar dus in een overgangsjaar soepel mee om. We volgen het natuurlijk wel, maar er wordt even wat minder gehandhaafd.

De voorzitter:

Dank u. Er is een korte reactie van mevrouw Vestering.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Ik heb een verduidelijkingsvraag. Als ik het goed begrijp, is de situatie zo dat er regels zijn en dat vervolgens op basis van die regels boeren geld kunnen ontvangen. Op het moment dat je je niet aan die regels houdt, zegt de minister: ja, we gaan volgend jaar in ieder geval nog even niet handhaven. Dat is uw stijl?

Adema:

Nee, dat is niet mijn stijl, maar zoals u weet hebben wij vrij laat uit Brussel een beschikking gekregen voor het NSP. Dat betekent dat wij ook vrij laat het GLB in gang kunnen zetten. Boeren hebben het recht om op tijd te weten waar ze aan toe zijn en om op tijd te weten welke maatregelen ze moeten nemen. Natuurlijk zijn die boeren allemaal van plan om de maatregelen ook op een goede manier in te zetten. We kijken er ook wel naar hoe die worden ingezet, maar we willen wel de boeren ruimte geven. Juist ook om zo veel mogelijk boeren te interesseren voor het GLB, willen we iets ruimte geven in het overgangsjaar 2023. Dat is niet de vaste stijl van deze minister, maar in dit geval vinden we dat een heel verstandige keus.

De voorzitter:

En dus expliciet: welk oordeel krijgt deze motie?

Adema:

Ontraden. Dat zal u niet verbazen, mevrouw de voorzitter.

Dan kom ik op de vraag over de dekking van de uitvoeringskosten van het GLB. Wij hebben dat nu gezocht in het omschakelfonds. Mevrouw Vestering legt daar terecht de vinger bij. Ik begrijp heel goed waarom u die vraag stelt. Dat is ook onze zorg wel. We willen bij de Voorjaarsnota dit nog weer wegen. Ik vraag u eigenlijk om de motie aan te houden tot aan de Voorjaarsnota, want de lijn van de motie ondersteunen wij, maar het moet echt bij de Voorjaarsnota geregeld worden. Aanhouden dus wat mij betreft, voorzitter.

De voorzitter:

Ik probeer oogcontact te maken met mevrouw Vestering, maar misschien kan zij aan het einde hier even op terugkomen, zodat we weten wat ze hiermee doet.

Adema:

Dan kom ik op de laatste motie van mevrouw Vestering. Dat is de motie op stuk nr. 1484 over de nertsenfokkerij. Natuurlijk delen wij de zorgen als het gaat om te komen tot een verbod, gezien het dierenwelzijn, de ethische argumenten en de volksgezondheid. Wij hebben ook al diverse malen in Europa gepleit voor een verbod, onder andere in de Landbouw- en Visserijraad van juni. Zeer recent heb ik het standpunt ook nog eens duidelijk gemaakt bij de Europese Commissie. Zoals u weet stelt de Europese Commissie zich redelijk terughoudend op jegens een verbod. Ik ben nog steeds van mening dat er een algeheel verbod zou moeten komen. Die mening deel ik dus nog steeds. Als ik deze motie zo mag uitleggen dat ik dit standpunt de eerstvolgende keer die passend is onder de aandacht zal brengen, dan zou ik die oordeel Kamer willen geven.

De voorzitter:

Daarvoor kijk ik even naar mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dat is dan wel ingewikkeld, want wanneer vind ik het passend en wanneer vindt de minister het passend? Daar kan een verschil in zitten. Ik denk dat de situatie die we nu zien in Spanje met de recente vogelgriepbesmettingen bij nertsenfokkers, al wel een aanleiding daartoe kan zijn. Volgens mij is er altijd nog een blokje bij de LNV-Raad waarin het mogelijk is om verschillende onderwerpen naar voren te brengen. Dat zou ik de minister dan dus willen aanbevelen.

Adema:

Ik zie dat als een aanbeveling, niet als een opdracht. Ik wil toch even kijken — dat is in Europa wel belangrijk — wanneer we het juiste moment hebben. Nogmaals, we trekken gezamenlijk hierin op. Ik moet echter wel even het juiste moment kiezen, zodat die opmerking dan ook de meeste impact heeft. Ik blijf dus wel even bij deze interpretatie. Volgens mij liggen onze interpretaties zo dicht bij elkaar dat we daaruit moeten kunnen komen. Met die interpretatie geef ik de motie op stuk nr. 1484 nog steeds oordeel Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Van der Plas staat ook bij de interruptiemicrofoon.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ik zou de minister een aanvullende vraag willen stellen om mee te nemen. Als wij gaan pleiten voor een Europees verbod, dan zou ik ook graag aan de minister willen vragen: kan er dan ook gepleit worden voor een importverbod van het product nertsenbond? Dat verplaatst zich namelijk allemaal naar China. Dat wordt hiernaartoe geïmporteerd. Dan krijgen we weer hetzelfde als we met voedsel ook hebben. Wij consumeren wat wij niet mogen produceren. Die vraag zou ik dus aanvullend willen stellen aan de minister. Zou hij eens willen peilen hoe Europa daarover denkt?

Adema:

Ook deze vraag neem ik mee als een aanbeveling aan deze minister. Bedankt!

Dan de motie op stuk nr. 1485 van mevrouw Van der Plas over het verlies van visgronden. Het is inderdaad zo dat onze vissers visgronden verliezen. Ze maken zich zorgen over hun toekomst. Er is nog wel een robuuste visserij mogelijk. Wij zijn een land dat enorm verbonden is met de visserij. Die zorg deel ik dus ook. Daar spreek ik ook over met de visserij. Overigens zijn er wel al middelen beschikbaar. Vanuit de wind-op-zeemiddelen hebben we tot 2030 zo'n 200 miljoen liggen om de vissers te ondersteunen. Dat kunnen we dus doen. U weet ook dat er in verband met het verlies aan quota vanwege de brexit ook BAR-gelden beschikbaar zijn gekomen. We hebben op dit moment dus nog voldoende middelen. Mocht het zo zijn dat het in de toekomst minder is, dan kom ik bij u terug, wat mij betreft. De motie is dus ontraden.

De voorzitter:

Daarmee is de motie op stuk nr. 1485 ontraden.

Dan kom ik tot slot nog even terug bij mevrouw Vestering over de motie op stuk nr. 1483. Die houdt u aan? Ja? Oké, dank.

Op verzoek van mevrouw Vestering stel ik voor haar motie (21501-32, nr. 1483) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen zijn donderdag.

Naar boven