Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 37, item 29 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 37, item 29 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Landbouw, klimaat en voedsel (CD d.d. 20/10).
De voorzitter:
We gaan direct door naar het tweeminutendebat Landbouw, klimaat en voedsel. Ik geef allereerst het woord aan de heer Boswijk van het CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Dank, voorzitter. Ik overtreed de regels. Ik heb namelijk niet deelgenomen aan dit debat. Ik zou wel heel graag een motie willen indienen. Ik hoop op een beetje coulance van mijn collega's.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de collega's of daar bezwaar tegen is. Ik zie niemand opstaan. Bij dezen. U mag dan aan het einde. Dan geef ik allereerst het woord aan de heer De Groot van D66.
De heer Tjeerd de Groot (D66):
Voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende de motie-Sneller/De Groot (31532, nr. 246) over jaarlijkse rapportage door supermarkten;
overwegende dat de oproep tot vrijwilligheid niets heeft opgeleverd;
overwegende dat in het coalitieakkoord een niet-vrijblijvende bijdrage wordt verwacht van ketenpartijen aan de transitie naar kringlooplandbouw, inclusief een eerlijke prijs voor de boer;
overwegende dat de minister heeft aangegeven een hard instrumentarium klaar te willen hebben, mochten de gesprekken tot niks leiden;
overwegende dat er schema's beschikbaar zijn die transparante rapportage faciliteren, zoals The Sustainability Consortium (TSC) en het Global Reporting Initiative (GRI);
verzoekt de minister voor april 2023 de Kamer te informeren over het door de minister genoemde wettelijke instrumentarium om transparantie bij de retail te realiseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Beckerman van de SP.
Mevrouw Beckerman (SP):
Goeienavond! Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Verenigde Naties eerder dit jaar al wezen op de desastreuze gevolgen van de snelle stijging van voedsel- en energieprijzen voor minstens 71 miljoen mensen;
constaterende dat stijgende voedselprijzen ook in Nederland zorgen voor een fors verlies aan koopkracht;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het handelen en speculeren met voedsel en food commodities zo goed mogelijk gereguleerd kan worden;
verzoekt de regering om deze zeer omstreden handel ook in Europees verband te bespreken en aan te dringen op een sterkere gezamenlijke inperking van de handel in deze landbouwderivaten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u. Dan geef ik het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Landbouw, klimaat, voedsel. Een prachtig thema. Daar horen wat mij betreft twee moties bij.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het verbouwen van biogrondstoffen voor biobased bouwen door koolstofvastlegging leidt tot negatieve broeikasgasemissies en daarmee tot klimaatwinst;
overwegende dat in de Europese verordening over landgebruik, LULUCF, CO2-reductie door de teelt van biogrondstoffen voor biobased bouwen nog niet wordt toegerekend aan de telers van deze gewassen terwijl in de bosbouw wel 50% van de koolstofvastlegging wordt toegerekend aan bosbouwers;
verzoekt de regering in Europa te pleiten voor het wijzigen van artikel 9 van de LULUCF-verordening, zodat, conform de systematiek bij bosbouw, 50% van de koolstofvastlegging toegerekend wordt aan de telers van biogrondstoffen en daarmee aan de agrarische sector,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan mijn tweede motie, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat klimaatverandering grote impact gaat hebben op de voedselvoorziening en landbouwpraktijk wereldwijd en in Europa, onder andere door droogte en verzilting, piekbuien, het ongeschikt worden van grote gebieden voor landbouw in Zuid-Europa en het verschuiven van de klimaatzones naar het noorden;
overwegende dat hierdoor Nederland relatief aan belang wint in de wereldwijde voedselproductie, zoals we dit jaar zagen in de opbrengsten van producten als consumptieaardappelen en uien, die hier ondanks de droogte en dankzij de zoetwaterbeschikbaarheid relatief hoog waren maar in de rest van Europa tegenvielen;
verzoekt de regering onafhankelijk uiteen te laten zetten wat de gevolgen — kansen en bedreigingen — zijn van klimaatverandering voor de Nederlandse land- en tuinbouw en de mogelijk betekenis daarvan voor toekomstige voedselproductie en relevant beleid in Nederland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik zie dat er een verouderde versie voor mij ligt, dus ik zorg even dat er een nieuwe versie komt. Die zal ik gewijzigd indienen.
De voorzitter:
Het was handiger geweest als u de nieuwe versie had uitgesproken. Maar goed, u regelt het.
De voorzitter:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat klimaatverandering grote impact gaat hebben op de voedselvoorziening en landbouwpraktijk wereldwijd en ook in Europa, onder andere door droogte en verzilting, piekbuien, het ongeschikt worden van grote gebieden voor landbouw in Zuid-Europa en het verschuiven van klimaatzones naar het noorden;
overwegende dat dit deel van Noordwest-Europa, inclusief Nederland, mogelijk relatief aan belang wint in de voedselproductie, zoals we dit jaar zagen in de opbrengsten van producten als consumptieaardappelen en uien, die door de droogte elders in Europa tegenvielen, maar hier ondanks de droogte en dankzij zoetwaterbeschikbaarheid relatief hoog waren;
verzoekt de regering onafhankelijk uiteen te laten zetten wat de gevolgen, kansen en bedreigingen zijn van klimaatverandering voor de land- en tuinbouw en de mogelijke betekenis daarvan voor strategie en beleid inzake de toekomstige voedselproductie in Nederland en de Europese Unie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dan geef ik het woord aan mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Vestering (PvdD):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er nog steeds Europese subsidies worden ingezet voor de promotie van vleesconsumptie;
overwegende dat de regering en de Kamer geen voorstander zijn van EU-financiering voor de promotie van vlees;
overwegende dat deze subsidies het regeringsbeleid op het gebied van de eiwittransitie ondermijnen;
verzoekt de regering om over te gaan tot een wettelijk verbod op reclame voor vleesproducten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er al jaren zorgen zijn over hoge ammoniakconcentraties in varkensstallen;
constaterende dat onvoldoende ventilatie als reactie op de hoge gas- en energieprijzen ertoe kan leiden dat ammoniakconcentraties in stallen deze winter nog hoger op kunnen lopen;
overwegende dat een hoge ammoniakconcentratie betekent dat miljoenen varkens en biggetjes een groot risico lopen op onder andere longaandoeningen, borstvliesontstekingen, ontstoken ogen en meer gevallen van staartbijten;
verzoekt de regering deze winter extra controles uit te voeren op schadelijke ammoniakconcentraties in varkensstallen om te voorkomen dat miljoenen varkens deze winter extra lijden door giftige staldampen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mevrouw Vestering (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Die motie ging voor wat betreft staartbijten natuurlijk over varkentjes die nog wel een staartje hebben.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de eendenhouderij kampt met grote dierenwelzijnsproblemen;
overwegende dat eenden vele malen vatbaarder zijn voor het vogelgriepvirus dan kippen;
constaterende dat voor de eendenhouderij geen stelsel van productierechten geldt, waardoor veehouders kunnen overstappen naar het fokken en gebruiken van eenden;
spreekt uit dat het onwenselijk is als de eendenhouderij in Nederland verder zal groeien,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u. Dan ga ik door naar de volgende spreker, namelijk mevrouw Van der Plas van BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Geheel in lijn met het advies van de commissie-Van der Staaij om niet meer dan een of twee moties per tweeminutendebat in te dienen, heb ik twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat iedere onttrekking van CO2 uit de atmosfeer een negatieve emissie is;
constaterende dat er in de landbouw door voedsel- en voedergewassen vele megatonnen CO2 jaarlijks aan de atmosfeer worden onttrokken;
constaterende dat broeikasgasemissies (uitstoot) ten gevolge van consumptie daarvan bij mensen en huisdieren niet worden meegerekend, maar in de veehouderij wel;
overwegende dat je vastlegging en emissies ofwel beide meetelt, ofwel beide niet;
verzoekt de regering te onderzoeken wat de koolstofbalans qua vastlegging en emissies is in de korte koolstofcyclus, en daarin de balans van de verschillende broeikasgassen af te zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de glastuinbouw dit jaar veel bedrijven in liquiditeitsproblemen komen;
constaterende dat de glastuinbouw zo'n 10% van de elektriciteitsvoorziening levert;
overwegende dat deze sector ook op ander gebieden een cruciale rol vervult in de energietransitie waar het gaat om warmte, hergebruik van CO2 et cetera;
overwegende dat het energievraagstuk gecombineerd wordt met voedselproductie, dat naar het buitenland zal verplaatsen als dat hier wegvalt, mogelijk tegen hogere klimaatdruk;
verzoekt de regering een impactanalyse te maken van de primaire en secundaire gevolgen van faillissementen in de glastuinbouw,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u. Dan ga ik naar de heer Van Campen van de VVD.
De heer Van Campen (VVD):
Dank u, voorzitter. De stoffenbalans, de afrekenbare stoffenbalans, de stoffenbalans 1.0. We hebben er al vaak met elkaar het debat over gevoerd. Die moet ervoor gaan zorgen dat boerenondernemers zelf aan het stuur zitten, aan de knoppen zitten van hun bedrijf en ervoor zorgen dat ze milieueffecten voorkomen, dat kringlopen worden gesloten. Maar op dit moment is die balans er nog niet. Remkes was er heel duidelijk over: begin met die stoffenbalans. Dat heb ik bij de begrotingsbehandeling ook bepleit. De Kamer heeft mijn motie die ertoe oproept om dit jaar al van start te gaan met een stoffenbalans 1.0 aangenomen. Die motie was ontraden door de minister. Ik heb eigenlijk maar één hele eenvoudige vraag: hoe gaat het kabinet die motie uitvoeren?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u. Dan ga ik door naar mevrouw Koekkoek van Volt.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. Ik heb ook één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat eten volgens de Schijf van Vijf zorgt voor gezondheidswinst en meer plantaardig eten helpt om de impact van ons voedsel op het milieu te verlagen;
constaterende dat het kabinet in de Nationale Eiwitstrategie voor 2030 als concreet doel de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitten 50/50 nastreeft en dit moet worden omgezet in concrete maatregelen (de instrumentenbrief) en monitoring (de eiwitmonitor);
overwegende dat "vrije ruimte" en "normbedrag" binnen de Wet op de loonbelasting beperkte ruimte bieden om medewerkers van een gratis lunch te voorzien en het daarmee werkgevers ingewikkeld wordt gemaakt om bij te dragen aan de 50/50-doelstelling van de Nationale Eiwitstrategie;
verzoekt de regering te onderzoeken in welke verhouding de Wet op de loonbelasting en bijbehorende "vrije ruimte" en "normbedrag" kunnen worden bijgesteld, zodat werkgevers hun personeel een duurzame, plantaardige en gezondere werklunch gratis kunnen aanbieden zonder aanslag van de Belastingdienst achteraf;
verzoekt de regering om deze gratis en duurzame werklunch zo aan te bieden dat deze in lijn is met de 50/50-doelstelling van de Nationale Eiwitstrategie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. U ging heel netjes door, ondanks dat er wat ruis in de zaal was. Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop van de SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Ik heb bij de inbreng in het commissiedebat gesproken over een vorm van voedselverspilling. Dat klinkt een beetje pietluttig, maar het is een redelijk omvangrijk iets. De verspilling ontstaat als gevolg van administratieve regelingen. Het gaat over bananenimport.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat partijen bananen met te veel gerijpte exemplaren in Nederland niet ingevoerd en tot bananenpuree verwerkt mogen worden vanwege de door de Nederlandse douane gehanteerde goederencodes en importtarieven;
overwegende dat in Vlaanderen onder dezelfde Europese goederencodes genoemde partijen als "resten en afval van de voedselindustrie" ingevoerd en tot bananenpuree verwerkt mogen worden;
van mening dat vernietiging van bananen die nog tot bananenpuree verwerkt kunnen worden, zeer ongewenste voedselverspilling is;
verzoekt de regering zich in te zetten voor verduidelijking van de internationale goederencodes zodat genoemde partijen bananen zonder problemen ingevoerd kunnen worden voor verwerking tot bananenpuree, en zolang de internationale goederencodes niet aangepast zijn de Vlaamse aanpak te kiezen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Bisschop (SGP):
Dat was het, voorzitter. Dank u.
De voorzitter:
Weer wat geleerd. Dank u. Dan geef ik het woord aan de heer Thijssen van de PvdA.
De heer Thijssen (PvdA):
Ik heb nog drie vragen aan de minister en twee moties. De eerste vraag gaat over een onder de voorganger van de minister aangenomen motie over de vraag hoe Nederland kan bijdragen aan voedselzekerheid in de wereld. Ik vraag mij af hoe het daarmee staat. Ik vraag me ook af hoe het staat met de uitvoering van de motie waarin staat dat de sector gaat meebetalen aan het transitiefonds. Mijn laatste vraag gaat over een twitterbericht van de minister dat 15% biologische boeren in 2030 ook wel genoeg zou zijn. De doelstelling in Europa is 25%. Hoe moeten we dat begrijpen?
Voorzitter. Dan heb ik twee moties over de stikstofruimte en over een onverkwikkelijk debat dat we daar steeds over hebben. Dat was ook vandaag weer bij de mondelinge vragen het geval. Daarom de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer heeft uitgesproken dat de door Schiphol Group en Rijkswaterstaat opgekochte stikstofruimte gebruikt moet worden voor de legalisatie van PAS-melders en natuurherstel;
van mening dat het onbegrijpelijk is dat de regering, als grootaandeelhouder van Schiphol Group en aanstuurder van Rijkswaterstaat, niet in staat zou zijn om deze stikstofruimte anders in te zetten;
van mening dat het onwenselijk en onmenselijk is dat Schiphol mag groeien terwijl PAS-melders niet worden geholpen en de natuur niet herstelt;
van mening dat creativiteit nodig is om de problemen voor PAS-melders op te lossen;
verzoekt de regering om de door Schiphol en Rijkswaterstaat opgekochte stikstofrechten over te nemen en in te zetten voor de legalisatie van PAS-melders en natuurherstel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Thijssen (PvdA):
Dan de laatste motie. Deze motie dien ik ook in naar aanleiding van de mondelinge vragen over het al dan niet plaatshebben van overleg tussen de minister en de Schiphol Group over de stikstofrechten. Wij zouden dat liever wat steviger zien, vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een gecoördineerde aanpak nodig is om de gigantische stikstofopgave in goede banen te leiden;
overwegende dat het opkopen van boerenbedrijven door Schiphol Group en Rijkswaterstaat, beide in handen van de overheid, in strijd is met de prioriteiten om:
1. PAS-melders te legaliseren;
2. natuurherstel mogelijk te maken;
3. de bouw van huizen en verduurzamingsprojecten van het slot te halen;
verzoekt de regering om andere ministeries, overheidsbedrijven en instanties te instrueren geen stikstofruimte meer op te kopen en de minister voor Stikstof en Natuur hierover de regie te geven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ik was even flabbergasted door de inhoud van de motie. Die klopt niet helemaal bij dit debat, maar dat gaan we wel weer zien bij de beoordeling door de minister. Die gaat daar tenslotte over.
Tot de slot de heer Boswijk van het CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Dank, voorzitter. Allereerst heb ik een vraag aan de minister. Afgelopen vrijdag is er een vrij pittig debat geweest in de Brabantse Staten. Daar is uiteindelijk de deadline met een halfjaar opgeschoven. Dat is onvoldoende. Het is voor boeren die heel graag willen nog steeds niet mogelijk om op een juiste manier stikstof te reduceren, omdat de innovaties nog steeds niet geborgd zijn. Dat zorgt voor enorm terechte frustraties bij boeren die heel graag stappen willen zetten, maar gewoon in een time squeeze komen. Ik heb een paar weken geleden bij de begroting hier al een punt van gemaakt. Nu is die stemming geweest. Helaas is de datum slechts een halfjaar opgeschoven. Ik ben heel benieuwd naar de reactie van het kabinet daarop. Ziet het kabinet nog manieren om daar nog iets in te kunnen betekenen?
Dan heb ik nog een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het nog steeds niet duidelijk is hoe wisselwerking tussen het ANLb en andere regelingen in het GLB op het boerenerf gaan uitpakken;
overwegende dat dit leidt tot onzekerheid bij boeren over hoe en of ze kunnen deelnemen aan het ANLb, wat mogelijk zorgt voor een daling van het aantal deelnemers en areaal;
overwegende dat er juist meer ANLb-deelnemers en areaal nodig zijn, omdat het een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de nationale en internationale natuurdoelen die gesteld zijn;
verzoekt de regering om, zolang er nog onvoldoende duidelijkheid is over wat de wisselwerking is tussen het ANLb en andere regelingen in het GLB, toch zekerheid te bieden dat het beheer dat is aangevraagd en goed is uitgevoerd, ook daadwerkelijk uitbetaald wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u. U was de laatste spreker. Ik kijk even naar de minister. Zullen we zeggen dat we proberen om 19.00 uur weer te beginnen?
De vergadering wordt van 18.49 uur tot 18.59 uur geschorst.
De voorzitter:
We gaan weer verder. De minister is mooi op tijd om de appreciatie van de moties te geven. De minister.
Adema:
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Allereerst ga ik in op de vragen die zijn gesteld, te beginnen met de vraag van de heer Van Campen over de stoffenbalans. Zoals ik heb aangekondigd in de landbouwbrief, nemen wij de stoffenbalans natuurlijk mee in het landbouwakkoord. Het is mijn inzet om direct na het landbouwakkoord te proberen om de stoffenbalans 1.0, zoals u hem noemt, te bouwen en in werking te laten treden. Dat is de eerste proeve. We gaan ermee aan de slag wat mij betreft, al in 2023. Ik ben benieuwd hoeveel "punt-nullen" van de stoffenbalans er nog gaan komen.
Dan de vraag van de heer Thijssen over de voedselzekerheid en de bijdrage van Nederland. Voor het reces krijgt u hierover een brief. We gaan de motie uitvoeren. Voor het reces krijgt u nog een brief over hoe wij de motie gaan uitvoeren.
Dan de vraag van de heer Thijssen naar de stand van zaken van het meebetalen van de sector aan het transitiefonds. U begrijpt natuurlijk dat de positie van de ketenpartijen, onder andere de banken — daarover hebben we het vaker gehad tijdens de begrotingsbehandeling — ook onderdeel is van het landbouwakkoord. Dan gaan we afspraken maken en dan pas weten we wat de bijdrage zal zijn. Zoals u weet en zoals net ook is besproken, werk ik parallel aan een juridisch instrumentarium, mochten de bijdrage en de afspraken onvoldoende zijn. U zult echt even een beetje geduld moeten hebben tot het landbouwakkoord.
Dan de vraag van de heer Thijssen over 15% biologisch terwijl de ambitie op Europese schaal 25% is. De huidige stand van zaken is dat we 4% biologische landbouw hebben in Nederland. Dat moet echt omhoog. Daar hebben we nu ook een actieplan voor gepresenteerd. De doelstelling is om in een paar jaar tijd — die tijd is uiteindelijk niet zo lang meer — door te groeien naar 15% in 2030. Als je kijkt naar waar we vandaan komen, is dat al een hele forse ambitie. Dit draagt zeker bij aan de doelstelling die er op Europese schaal is, alleen moeten we wel een realistische ambitie hebben. Deze ambitie is al behoorlijk hoog als je ziet hoe de groei de afgelopen jaren is geweest. Er zit dus al een enorme versnelling in. Het is niet verantwoord om dat nu weer op te plussen tot 25%.
De voorzitter:
De heer Thijssen voor een interruptie.
De heer Thijssen (PvdA):
Toch even snel dan, want nu gaat de minister een landbouwakkoord sluiten en nu wordt er 25 miljard, of 24 miljard, belastinggeld vrijgemaakt voor de transitie van de landbouwsector. Dit is dé kans om te zeggen: we gaan alles op alles zetten om die 25% te halen. Als u dan terugkomt met een verklaring dat het 23% geworden is, dan kunnen we het erover hebben. Maar ik zou zeggen: steek hoog in; dit is een uniek moment voor de landbouwsector.
Adema:
Kijk, zoals ik u al zei: de verhoging van 4% naar 15% is al een enorme ambitie. We zetten ook echt in op biologische landbouw. Het is zelfs zo dat we al geld uit het transitiefonds naar voren hebben gehaald om de biologische landbouw verder te stimuleren, zoals u weet. We zetten dus echt alles op alles. Natuurlijk zal biologische landbouw ook in het landbouwakkoord nog weer aan de orde komen, maar ik hang daar nu geen doelstellingen aan; dat begrijpt u.
Dan heb ik nog de vraag van de heer Boswijk over de strengere stalnormen. Wij maken een handreiking om toestemmingsverlening mogelijk te maken. Hierbij betrekken we ook de sector zelf. Wij proberen daarbij te zoeken naar juridisch houdbare oplossingen. Dat doen we ook samen met de sector. En natuurlijk is er een subsidieregeling voor de ontwikkeling. Dat is onderdeel van het beleid.
Mevrouw de voorzitter, dan ga ik naar de moties. Allereerst kom ik op de motie op stuk nr. 100, over het wettelijk instrumentarium om transparantie bij de retail te realiseren. Het wettelijk instrumentarium gaat wat mij betreft over meer dan alleen het realiseren van transparantie bij de retail. Zoals u weet, proberen we in het landbouwakkoord te komen tot stevige afspraken met de ketenpartijen, dus ook met de retail. Mocht dat niet tot het gewenste effect leiden, dan komen we met een wettelijk instrumentarium. Wij hebben aangekondigd dat wij direct na het landbouwakkoord komen met een voedselbrief. Mijn voorstel is om dit in die voedselbrief mee te nemen. Dat past daar goed bij. U noemt ook een datum. We weten nog niet precies wanneer het landbouwakkoord klaar zal zijn. We hebben wel afgesproken, en ook al toegezegd in de landbouwbrief, dat we met die voedselbrief komen. Daar wou ik het graag in meenemen.
De voorzitter:
Dus …?
Adema:
Als u akkoord bent met die interpretatie, dan geef ik de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener. Die knikt. Akkoord.
Adema:
Dan de vraag over de speculatie met voedsel. Wij zijn in de brief over de stand van zaken hulp herstel en wederopbouw Oekraïne al uitgebreid ingegaan op de speculatie. Wij staan natuurlijk ook in nauw contact met de Europese Commissie om te monitoren of er wereldwijd sprake is van speculatie. Mocht dat zo zijn, dan kunnen de toezichthoudende organen daarin handhavend optreden. Wij hebben op dit moment geen prijsmanipulatie van te grote posities op de markt gezien. Daarom zeggen we ook: onderzoek is niet nodig. Er is toezicht en ook voldoende toezicht op de handel. Overigens draagt de handel ook al bij — dat is de andere kant van het verhaal — aan een gestabiliseerd prijsniveau van voedsel, waardoor te grote schommelingen in de voedselprijzen worden voorkomen, dus ook te grote stijgingen. Maar nogmaals, er is geen onderzoek nodig omdat er voldoende toezicht is op de handel in derivaten. In de brief van 27 september, over de stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne, hebben we dat zo gemeld. Daar kunt u dit in teruglezen. Daarom ontraad ik deze motie.
Dan de motie-Grinwis/Tjeerd de Groot op stuk nr. 102, over LULUCF. De onderhandelingen over de LULUCF zijn geweest, dus die kunnen we niet meer openbreken. Maar er is wel iets anders aan de hand. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de inzet van de koolstofvastlegging. Dat onderzoek zal volgend jaar leiden tot nieuwe inzichten voor pak 'm beet 2024. U weet zelf dat op dit moment biobased productie nog niet heel erg is doorontwikkeld. Het is echt nog heel klein. U kent waarschijnlijk ook de inzet aan de hand van de Landbouwbrief van deze minister om biobased grondstoffen echt een boost te geven bij het landbouwakkoord. In het landbouwakkoord moeten afspraken worden gemaakt als verdienmodel. Ik stel voor dat we even wachten op de resultaten van het onderzoek dat door de Europese Commissie gedaan wordt en dan te kijken wat ons te doen staat. We kunnen nu niet onderhandelen over deze verordening, want de triloog is geweest en de verordening is afgerond. Daarmee ligt zij vast.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dit punt is eerder aan de orde geweest en toen liep de triloog nog. Ik heb toen een soort halve toezegging gekregen van de ambtsvoorganger van de minister dat er iets aan gedaan zou worden en dat hierop ingezet zou worden. Dat is blijkbaar niet gelukt. Die overweging over de triloog staat daarom niet in de motie. Wat overblijft, is gewoon een pleidooi. Er staat geen tijdslimiet bij, en ik vind het wel belangrijk dat dit pleidooi wordt gehouden en dat de kansen die ervoor zijn, wel worden gegrepen. Ik zet de motie dus graag door naar de stemming. Het punt als zodanig staat al een tijdje. Het is gewoon erg teleurstellend dat het in de triloog niet gelukt is. We moeten deze strijd wel blijven voeren. Vandaar dat ik de motie graag in stemming breng.
De voorzitter:
U brengt de motie in stemming. Dan ga ik door naar de minister.
Adema:
Dan de motie op stuk nr. 103 van de heer Grinwis over een analyse van de effecten van klimaatverandering. Deze motie wilde ik aan het oordeel van de Kamer laten.
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 104 van mevrouw Vestering over een verbod op reclame voor vleesproducten. Ja, natuurlijk zijn we bezig met de eiwittransitie. U weet dat onze doelstelling is om van 60/40 naar 50/50 te gaan. Ik zou best ook willen onderzoeken of er inderdaad ongewenste Europese subsidies aan de vleessector worden verstrekt om vleesproductie te stimuleren. Dat gaat inderdaad misschien wel tegen een gezond eetpatroon in. Overigens is het wel zo dat vlees — dat zie je ook aan de Schijf van Vijf — nog steeds wel een onderdeel is van het voedselpatroon in die Schijf van Vijf. Daarom is voor mij een verbod op vleesreclame echt een stap te ver. Vlees blijft ook in de toekomst een onderdeel van het voedselpatroon. Het past in de Schijf van Vijf. Maar ik zou best willen onderzoeken of die Europese subsidies er inderdaad zijn.
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 105.
De voorzitter:
Even voor mijn administratie: de motie op stuk nr. 104 is dus ontraden?
Adema:
Ja, die is ontraden. Sorry, mevrouw de voorzitter.
De motie op stuk nr. 105 gaat over de ventilatie in varkensstallen. Als de NVWA op pad gaat om te inspecteren, controleren ze ook het stalklimaat. Een vakbekwame houder weet dat weinig ventilatie naast schade voor het dier ook een negatief effect kan hebben op de productieresultaten en daarmee dus op het economisch resultaat van het bedrijf. Dat heeft Wageningen overigens ook onderzocht. Het is dus ook in het belang van de houder om voldoende te ventileren. Het is ook de verantwoordelijkheid van de houder om dat te doen. Wij gaan niet extra toezicht zetten op de NVWA; u weet ook dat we al met een capaciteitstekort zitten. Maar in dit geval is dat niet nodig, want het is echt de verantwoordelijkheid van de houder zelf om toe te zien op voldoende ventilatie. Ik ontraad dus deze motie.
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 106. Dat is een spreekt-uitmotie en daar hoef ik geen appreciatie bij te geven.
Dan de motie op stuk nr. 107 van mevrouw Van der Plas. Het kort-cyclische is hier niet aan de orde. Het gaat om langetermijnvastlegging, dus het moet structurele vastlegging zijn. De vastlegging van landgebruik, bomen et cetera én emissies worden meegeteld en een en ander mag niet zomaar tegen elkaar weggestreept worden. Daarom ontraad ik deze motie.
Dan kom ik op de motie op stuk nr. 108 van mevrouw Van der Plas over de impactanalyse van de glastuinbouw. Ik ben me natuurlijk bewust van de hoge gasprijzen in de glastuinbouwsector. Wageningen Economic Research houdt de gevolgen van de hoge energieprijzen voor verschillende sectoren, dus ook voor de glastuinbouw, nauwlettend in de gaten en heeft hier ook op mijn verzoek meermalen over gerapporteerd. Die rapportages hebt u overigens ontvangen. Tevens heeft men de inkomensramingen voor de land- en tuinbouw gepresenteerd over 2022. Dat is zelfs gisteren gebeurd. We leggen ook de laatste hand aan een impactanalyse, waar uw Kamer ook om verzocht heeft, van de fiscale maatregelen uit het coalitieakkoord in het kader van de energietransitie. Deze impactanalyse krijgt u begin 2023. Op dit moment wil ik aan dit pakket geen extra impactanalyse toevoegen. Ik ontraad dus deze motie, mevrouw de voorzitter.
Dan kom ik op de motie van mevrouw Koekkoek op stuk nr. 109 over gezonde lunches. Dat is een heel sympathiek voorstel. Natuurlijk willen we graag gezonde lunches promoten. Zeker ook gezien de voorbeeldfunctie die een onderwijzer in het onderwijs heeft, vind ik dat elke onderwijzer een gezonde lunch mee moet nemen naar school om te laten zien dat het ook op een goede manier gebeurt. U praat hier over fiscale maatregelen. Op het moment dat die verstrekt worden door de werkgever, zitten daar consequenties aan vast. Het is daarom op dit moment niet de bedoeling dat wij dit via fiscale maatregelen gaan promoten. Op basis daarvan moet ik de motie op stuk nr. 109 ontraden.
Dan heb ik de motie op stuk nr. 110 van de heer Bisschop over de goederencodes bij bananenpuree. Wij voeren de Europees vastgestelde goederencodes uit. Daar wijken we ook niet van af. Het is wel zo dat we het voorkomen van voedselverspilling van groot belang vinden. Daarom heb ik met Stichting SUNT! gesproken over praktische oplossingen om bananen niet te hoeven vernietigen. Maar met wat er nu in het dictum staat, ontraad ik deze motie.
Dan de motie op stuk nr. 111 over het afpakken van de stikstofruimte. U hebt aanstaande donderdag een debat met de minister voor Natuur en Stikstof. Ik wil u verzoeken om deze motie aan te houden tot dat debat. Dat debat is er, dus dan kan dat daar ook voor gebruikt worden. Dat lijkt mij verstandiger, omdat zij het ook in haar portefeuille heeft. Ik verzoek u dus om de motie aan te houden tot donderdag.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Thijssen. Hij gaat dat doen.
Op verzoek van de heer Thijssen stel ik voor zijn motie (36200-XIV, nr. 111) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Adema:
Dat geldt ook voor de motie van de heer Thijssen op stuk nr. 112 over de PAS-melders, natuurherstel en de bouw van huizen. Dat heeft ook alles met de portefeuille van mijn collega te maken. Nogmaals, zij is hier donderdag toch. Ik zou zeggen: hou die motie aan tot donderdag.
Dan heb ik nog de motie op stuk nr. 113 van de heer Boswijk over de verhouding tussen het ANLb en het GLB. Die motie geef ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dank. Ik heb begrepen van de heer Thijssen dat ook de motie op stuk nr. 112 wordt aangehouden tot het debat van donderdag.
Op verzoek van de heer Thijssen stel ik voor zijn motie (36200-XIV, nr. 112) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Adema:
Ik ben erdoorheen.
De voorzitter:
Ik dank de minister voor zijn bijdrage.
Adema:
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik dank de Kamerleden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
We gaan aankomende donderdag stemmen over deze moties. We gaan even schorsen voor een dinerpauze tot 19.55 uur.
De vergadering wordt van 19.16 uur tot 19.56 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20222023-37-29.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.