35 Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Aan de orde is het tweeminutendebat Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES (CD d.d. 28/09).

De voorzitter:

Dan gaan we snel over naar het volgende debat, want ik zie dat we in ongeveer dezelfde samenstelling doorgaan. Dat is het tweeminutendebat over Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES, naar aanleiding van een commissiedebat gehouden op 28 september. Ik heet iedereen weer van harte welkom bij dit volgende debat en bij het vervolg van dit avondprogramma. Ik geef het woord aan de eerste spreker van de zijde van de Kamer: de heer Boucke namens D66.

De heer Boucke (D66):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat energie schaars en duur is en er daarom gelet moet worden op het nuttig gebruiken van energie;

van mening dat onder andere verlichte reclames, kantoorverlichting en etalageverlichting onnodig zijn in de uren tussen 22.00 uur en 6.00 uur;

verzoekt de regering te regelen dat onnodig energieverbruik zoals verlichte reclames, kantoorverlichting en etalageverlichting verboden of zo veel mogelijk beperkt wordt in de avonden en nachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Boucke en Kröger.

Zij krijgt nr. 373 (29023).

Ik zie dat de heer Bontenbal een verduidelijkingsvraag heeft over deze motie.

De heer Bontenbal (CDA):

Deze motie is toch eigenlijk al getackeld met de motie van mevrouw Kröger van zonet over dat energiebesparingsplan? Of doe ik nou heel moeilijk? Het zit allemaal in de constateringen, dus het lijkt mij een beetje dubbelop.

De voorzitter:

De heer Boucke, kunt u hierop reflecteren?

De heer Boucke (D66):

Deze motie is heel specifiek in het verzoek aan de regering om uitvoering te geven aan het beperken van energieverbruik bij verlichting en reclames, dus hij is nog specifieker dan de motie die mevrouw Kröger zonet indiende.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Kröger knikt, dus vervolgt u uw betoog.

De heer Boucke (D66):

Ik ben klaar, voorzitter.

De voorzitter:

U was klaar. Ik zie mevrouw Kröger naar voren lopen, maar die komt niet naar de interruptiemicrofoon. Ik dank uiteraard de heer Boucke namens D66 en ik nodig de volgende spreker uit. Dat is de heer Van Haga namens de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de investeringen in windturbines, van installatie tot onderhoud, na twintig jaar netto-opbrengst negatief zijn voor het milieu;

overwegende dat windturbines schade toebrengen aan ecosystemen en ons energienetwerk verder belasten;

verzoekt de regering om af te zien van massale plaatsing van windturbines op land,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 374 (29023).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat we grote hoeveelheden land verspillen door het plaatsen van zonnevelden;

overwegende dat de daken in Nederland niet vol liggen met zonnepanelen;

verzoekt de regering om af te zien van plaatsing van zonnepanelen op (vruchtbare) grond,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 375 (29023).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

En dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat geothermie op termijn een groot deel van de warmtevraag kan leveren voor huizen, bedrijven en de lichte industrie;

overwegende dat het een kosteneffectieve en technisch verantwoorde manier is van energie winnen die niet onze elektrische infrastructuur verzwaart;

verzoekt de regering erop in te zetten om de grootschalige uitrol van geothermie te versnellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 376 (29023).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga. Dan is het woord aan de volgende spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Erkens namens de VVD.

De heer Erkens (VVD):

Voorzitter. Ik heb een vraag en een motie. Eerst de vraag. Verschillende grensregio's willen met buurgemeenten over de grens samenwerken op het gebied van duurzame energie, maar dat is momenteel vaak niet mogelijk. En ik denk wel dat we hier verandering in moeten brengen. Heel veel mooie projecten komen zo namelijk niet tot wasdom. Wat doet de minister om dit te bevorderen? Kan de minister misschien in de komende periode bij grensgemeenten inventariseren welke initiatieven ze hebben op dit gebied en wat hij kan doen om bepaalde knelpunten weg te halen? Volgens mij delen we wel de intentie dat dit soort projecten mogelijk moeten zijn.

Voorzitter. Dan kom ik op de motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet in 2023 de geluids- en afstandsnormen voor windturbines op land zal vastleggen;

overwegende dat deze afstandsnormen in combinatie met geluidsnormen moeten sturen op minimale overlast voor omwonenden;

verzoekt de regering om vanuit het voorzorgprincipe veilige en heldere geluids- en afstandsnormen vast te leggen die sturen op minimale overlast, waaronder slagschaduw en geluidsoverlast, en gezondheidsschade voor omwonenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Erkens en Leijten.

Zij krijgt nr. 377 (29023).

Dank u wel, meneer Erkens, voor uw inbreng namens de VVD. Dan is nu het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Het is al even geleden, maar we hebben een heel goed debat gehad. Ik hoop dat de minister met name energiecoöperaties en lokale opwek van wind en zon echt volle, volle vaart geeft. Het gaat er dus om dit op alle manieren te ondersteunen. Ik maak mij er zorgen over dat dit wat mij betreft nog onvoldoende het geval is. Ik zie dan ook uit naar de brief over hoe er wordt omgegaan met het plafond voor wind en zon op land dat nu nog onder de SDE++ valt. Mijn vraag aan de minister is wanneer we daar duidelijkheid over krijgen.

De motie die ik heb, gaat over de tarieven in de SCE-regeling.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het doel van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) is om zoveel mogelijk energiecoöperaties te faciliteren;

constaterende dat de energiecoöperaties zelf aangeven dat de tarieven van de SCE niet toereikend zijn omdat er onder andere geen rekening wordt gehouden met de schaarste van producten;

overwegende dat hierdoor energiecoöperaties geen sluitend businessmodel hebben en er dus minder projecten zullen worden gestart;

verzoekt de regering de SCE-tarieven te bezien en in gesprek te gaan met het PBL en de sector over het vaker en sneller aanpassen van de tarieven aan de veranderende marktomstandigheden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Thijssen.

Zij krijgt nr. 378 (29023).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kröger, voor uw inbreng namens GroenLinks. Dan is het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie. Gelet op de tijd vraag ik u om hier snel naartoe te lopen, meneer Grinwis. Het woord is aan u.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat netbeheerders, zoals TenneT, via marktconsultatie bedrijven tegen een vergoeding willen verleiden om flexibel met hun gebruik van het elektriciteitsnet om te gaan, maar dat er nog weinig bekendheid is onder bedrijven en derhalve daar nog weinig gebruik van wordt gemaakt;

verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat de hele industrie gewezen wordt op de mogelijkheid, noodzakelijkheid en aantrekkelijkheid van flexibel gebruik van het elektriciteitsnet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Bontenbal, Erkens en Boucke.

Zij krijgt nr. 379 (29023).

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dan de tweede, iets langere motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door de internationale crises de kostendaling voor veel materialen voor duurzame energiesystemen dit jaar is omgeslagen naar een kostenstijging en dat voor tal van projecten de juridische procedures jaren langer duren door overbelasting van de Raad van State;

overwegende dat deze problemen ertoe leiden dat reeds beschikte geothermie-, wind- en zonprojecten en combinaties daarvan niet binnen de termijn van de SDE++ gerealiseerd kunnen worden, met een vertraging van de energietransitie tot gevolg;

overwegende dat de Kamer eerder de motie-Grinwis/Erkens (35531, nr. 30) heeft aangenomen over een oplossing voor aardwarmteprojecten die in de knel dreigen te komen door de huidige maximale SDE++-realisatietermijn, maar dat dit aspect van de motie voor bestaande projecten nog niet is uitgevoerd;

verzoekt de regering, nu steeds meer bestaande, hernieuwbare-energieprojecten over de huidige maximale realisatietermijn in de SDE++ dreigen heen te gaan, een uiterste inspanning te verrichten voor de realisatie van deze beschikte projecten door deze één of twee jaar extra realisatietijd te geven, zonder dit ten koste te laten gaan van de totale exploitatieduur,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Erkens, Thijssen, Kröger, Boucke, Bontenbal en Stoffer.

Zij krijgt nr. 380 (29023).

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Grinwis namens de ChristenUnie. Dan is de volgende spreker op mijn lijst mevrouw Leijten namens de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het Klimaatakkoord de ambitie is opgenomen dat van nieuwe duurzame energieprojecten 50% in publiek eigendom moet zijn;

constaterende dat deze ambitie op projectniveau is geformuleerd, maar niet op basis van opwekcapaciteit;

constaterende dat grote duurzame energieprojecten met veel opwekcapaciteit, zoals op zee, veelal in handen zijn van buitenlandse particuliere investeerders;

verzoekt de regering de ambitie van het Klimaatakkoord van 50% publiek eigendom bij nieuwe duurzame energieprojecten uit te voeren voor de opwekcapaciteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten.

Zij krijgt nr. 381 (29023).

De heer Bontenbal (CDA):

Volgens mij kunnen we twee dingen verenigen. Er zijn partijen die dingen publiek willen maken en er zijn partijen die klimaatneutrale stromen uit kerncentrales willen halen. Is mevrouw Leijten akkoord met het idee om kerncentrales die we gaan bouwen voor een deel in publieke handen te laten? Dan heb je the best of both worlds, zou ik zeggen.

Mevrouw Leijten (SP):

Wij zijn daar in principe niet voor, maar alles wat we nu aanleggen, zouden we in publieke handen moeten houden. Als in de wijsheid van de meerderheid ligt dat we dat gaan doen met kernenergie, dan is de SP ervoor om dat in publieke handen te houden en te nemen, ook gezien de discussie over Borssele.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Leijten. Ik zie dat we vandaag ook nog een tweeminutendebat hebben over kernenergie, dus wie weet wat daar weer uit voortkomt. Dan gaan we nu door naar de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is de heer Van Raan namens de Partij voor de Dieren.

De heer Van Raan (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het belangrijk is dat we voor onze energievoorziening niet te afhankelijk worden van andere overheden of private (buitenlandse) partijen;

overwegende dat de verhoudingen in de marktordening voor waterstof risicovol zijn;

verzoekt de regering om het concessiemodel toe te passen op alle strategische onderdelen van de waterstofeconomie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Leijten.

Zij krijgt nr. 382 (29023).

De heer Van Raan (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Raan. De minister geeft aan dat hij vijf minuten nodig heeft voor de appreciatie van de moties en de beantwoording van de vragen. Ik schors dus voor vijf minuten.

De vergadering wordt van 22.27 uur tot 22.32 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister voor Klimaat en Energie voor de appreciatie van de moties. Ik heb ook nog één vraag genoteerd.

Minister Jetten:

Voorzitter. Ik had één vraag in het vorige tweeminutendebat niet beantwoord, waarvoor excuus. Dat ga ik nu doen. De heer Grinwis vroeg naar veiligheid bij kritieke infrastructuur, zo vat ik het maar even samen. De minister van Infrastructuur en Waterstaat is de coördinerend bewindspersoon in het kabinet. Hij zal in het eerste kwartaal mede namens mij en de minister van Defensie de Kamer informeren over de hernieuwde aanpak.

De heer Erkens vroeg naar de grensoverschrijdende projecten, waarbij vaak Nederlandse en Duitse maar soms ook Nederlandse en Belgische gemeentes samen kunnen werken om duurzame-energieprojecten te realiseren. In het verleden hebben we al heel veel onderzocht om te bekijken hoe dat beter kan worden ondersteund. Dat bleek destijds lastig, maar ik zie ook een aantal heel sympathieke nieuwe projecten ontstaan, onder andere in Kerkrade, wat de heer Erkens goed kent. Ik ben graag bereid dat gesprek weer te hernemen om te bezien wat mogelijk is.

Mevrouw Kröger had in haar inbreng niet echt een vraag maar wel een opmerking over die 35 terawattuur. Dat was inderdaad een erg goed onderdeel van het vorige commissiedebat. Ik heb inmiddels het bestuurlijk overleg afgerond. U ontvangt deze week de brief van het kabinet daarover.

Dan de moties, mevrouw de voorzitter. De motie-Boucke/Kröger op stuk nr. 373 geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

Motie op stuk nr. 373 oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 374 over windmolens op land ontraad ik met verwijzing naar het commissiedebat.

De voorzitter:

Motie op stuk nr. 374 ontraden.

Minister Jetten:

Dan de motie op stuk nr. 375. Wij werken met een zonneladder en zetten in op multifunctioneel gebruik en strengere normering van zon op dak. Dat ga ik verder aanscherpen met de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Daarmee hebben wij eigenlijk een betere aanpak dan wat deze motie verzoekt, dus de motie op stuk nr. 375 is ontraden.

De voorzitter:

Motie op stuk nr. 375 ontraden.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 376 van de heer Van Haga geef ik oordeel Kamer.

De voorzitter:

Motie op stuk nr. 376 oordeel Kamer.

Minister Jetten:

De motie-Erkens/Leijten op stuk nr. 377 is een consistente inbreng van beide Kamerleden, maar de staatssecretaris van IenW is bezig om geheel onafhankelijk advies uit te brengen over nieuwe normen voor wind op land. Dus ik vind het ontijdig om nu hiermee in te stemmen. Dus de motie op stuk nr. 377 ontraad ik.

De voorzitter:

Motie op stuk nr. 377 ontraden.

De heer Erkens (VVD):

De motie anticipeert natuurlijk op de discussie die gaande is. Daarnaast zal de regering moeten kiezen welke normen acceptabel zijn. De minister geeft aan dat het ontijdig is. Wanneer komt er dan meer informatie naar de Kamer? En is het een mogelijkheid om de motie aan te houden tot dat moment?

Minister Jetten:

Ja, dat zou heel behulpzaam zijn. Hopelijk krijg ik via WhatsApp een datum wanneer de staatssecretaris met de tussenstand komt. Daar kom ik zo meteen even op terug als u het goedvindt, voorzitter.

De voorzitter:

Dan komen we zo terug op de motie op stuk nr. 377. Dan de motie op stuk nr. 378.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 378. Ik heb op 21 november de Kamer kunnen informeren over een betere vormgeving van de SCE voor 2023, ook naar aanleiding van gesprekken die ik met de sector heb gevoerd op verzoek van mevrouw Kröger. Dus de regeling is aangepast op basis van de knelpunten die in dat gesprek naar voren zijn gekomen. Daarom zie ik geen noodzaak voor verdere aanpassing. Dus de motie op stuk nr. 378 ontraad ik.

De voorzitter:

Motie op stuk nr. 378 ontraden.

Minister Jetten:

In de breedte geldt — dat is de uitvoering van de motie-Grinwis — dat we regelmatiger dan in het verleden op basis van energieprijzen en ETS-prijzen onze subsidies aanpassen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Deze motie is juist geschreven naar aanleiding van die aanpassingen. Er zijn nog steeds zorgen dat de inflatie, de verhoging van kosten en schaarste van materialen onvoldoende in die tarieven zitten. Ik begrijp dat de minister dat niet vindt, maar ik wil hem toch vragen om met die partijen in gesprek te gaan om die zorgen te horen. Het gaat om een cruciaal onderdeel van onze energietransitie. En de motie vraagt om niet alleen energieprijzen mee te nemen in de aanpassing, maar ook de andere aspecten die ik net noemde. Je zou het instrument van de SCE wat adaptiever moeten maken, zodat je dit soort knelpunten kan voorkomen.

Minister Jetten:

Dat laatste deel van de interruptie van mevrouw Kröger past wat mij betreft helemaal in de uitvoering van de motie-Grinwis. We zijn ermee bezig om dat steeds actueler te laten zijn. Ik wil mevrouw Kröger van harte toezeggen om ook dit jaar weer het gesprek met de energiecoöperaties te voeren om te zien of de aanpassingen die ik in november heb aangekondigd, in de praktijk voldoende zijn. Dus ik blijf de motie ontraden, maar wij zetten het gesprek natuurlijk voort.

De voorzitter:

Motie op stuk nr. 378 ontraden.

Minister Jetten:

Wat de motie op stuk nr. 377 betreft zal de staatssecretaris u in Q3 informeren.

De voorzitter:

Ik kijk naar de indieners.

De heer Erkens (VVD):

Dat is wel vreemd, want de Kamer heeft eerder te horen gekregen dat er conceptnormen zouden komen in het voorjaar. Q3 is niet echt het voorjaar. Als de tijdslijnen veranderd zijn, dan zou ik graag willen dat de Kamer daarover geïnformeerd wordt. De normen zouden nu zomaar definitief vastgesteld kunnen worden.

Minister Jetten:

Ik ga er niet over. Het is juist belangrijk dat het onafhankelijk gebeurt door de staatssecretaris van IenW. Ik ga ervan uit dat in Q3 de definitieve brief van de staatssecretaris komt. De conceptnormen komen inderdaad in het voorjaar, dus wellicht kan de heer Erkens deze motie aanhouden tot het voorjaar, waarna de Kamer de staatssecretaris een richting kan meegeven voor de verdere uitwerking.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Erkens stel ik voor zijn motie (29023, nr. 377) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan komen we bij de motie op stuk nr. 379.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 379, van de heer Grinwis, krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 379 krijgt oordeel Kamer.

Minister Jetten:

Ik kom op de motie op stuk nr. 380, van de heer Grinwis en anderen. Hij weet wat ik nu ga zeggen. Ik kan niet met terugwerkende kracht aanpassingen doen aan SDE-beschikkingen, vanwege precedentwerking. Ik kan wel kijken hoe ik in de ronde van 2023 verdere verbeteringen in de SDE++ kan doorvoeren. Maar ik verwacht dat de heer Grinwis wil dat ik het met terugwerkende kracht doe. Ik zie hem knikken. Ik ontraad deze motie. Dan ben ik consistent, maar ik zie ook het aantal handtekeningen dat onder deze motie staat. Ik heb dus wat te doen.

De voorzitter:

Ik zie inderdaad een verzoek om een brief aankomen.

Dan komen we bij de motie op stuk nr. 381.

Minister Jetten:

Ik ontraad de motie op stuk nr. 381. In het Klimaatakkoord is afgesproken om voor publiek mede-eigenaarschap te gaan. We zijn druk bezig om die afspraak uit het Klimaatakkoord te realiseren. Ik ontraad dus de motie op stuk nr. 381.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 381 is ontraden.

Minister Jetten:

De motie op stuk nr. 382 gaat over de waterstofmarkt. Op 29 juni heb ik de Kamer geïnformeerd over de marktordening voor productie, transport, opslag en terminals. Het kabinet heeft heel duidelijk gemaakt wat wij als marktactiviteiten zien en wat als activiteiten voor de overheid. De heer Van Raan gaat hierin een stap verder en daar ben ik het niet mee eens, dus ik ontraad de motie op stuk nr. 382.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 382 is ontraden.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen zijn aanstaande donderdag, bij aanvang van de middagvergadering. Ik heb net al even rondgekeken en ik zie dat we voor het volgende tweeminutendebat weer ongeveer dezelfde samenstelling hebben.

Naar boven