30 Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/06)

Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/06)

Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen naar aanleiding van een commissiedebat gehouden op 30 juni. Ik heet iedereen welkom: de leden, de staatssecretaris en de mensen die thuis kijken. We hebben hierna nog een tweeminutendebat over hetzelfde onderwerp, maar dan over een commissiedebat gehouden op 29 september. Dat zijn dus twee debatten achter elkaar over hetzelfde onderwerp.

We hebben een strakke planning vanavond, dus ik zou de leden het volgende willen verzoeken. Ik sta uiteraard wel interrupties toe — we zijn nog niet helemaal in het kerstregime — maar we gaan niet meer een heel nieuw debat voeren. We hebben namelijk al twee commissiedebatten gehad. Ik verzoek eenieder dus wel kort te zijn in zijn interrupties.

Dat gezegd hebbende, ga ik voortvarend van start. Ik nodig meneer Van Haga namens de Groep Van Haga uit om als eerste zijn inbreng te doen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Ik begin maar meteen met het voorlezen van mijn moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederlanders in de kou zitten;

overwegende dat vele mkb-bedrijven kapotgaan door de hoge gasprijzen;

verzoekt de regering per direct de productie uit het Groninger gasveld te hervatten op een productieniveau van 12 miljard kubieke meter per jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1089 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Groningenveld van cruciaal belang is voor Nederland;

overwegende dat sluiting van het gasveld onomkeerbaar is en daarmee desastreus voor Nederland;

verzoekt de regering de sluiting van het Groningenveld nooit in de wet vast te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1090 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de sluiting van het Groninger gasveld desastreus zou zijn voor Nederland;

overwegende dat het technisch mogelijk is om veilig gas te produceren uit het Groninger gasveld, op voorwaarde dat de druk in het veld op peil gehouden wordt;

overwegende dat er sprake moet zijn van een ruimhartige compensatie van de getroffen Groningers;

verzoekt de regering onderzoek te laten doen naar de mogelijkheid om de WOZ-waarde van de woningen van getroffen Groningers te compenseren, en de Kamer hierover nader te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 1091 (33529).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Haga namens de Groep Van Haga. Dan is het woord nu aan mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Het is een pijnlijke waarheid dat nog steeds vele duizenden Groningers wachten en dat dat tegelijkertijd een verdienmodel is geworden voor anderen, soms een heel pervers verdienmodel. Zo kreeg ik zelf deze brief op de mat met daarin gestolen privégegevens van een bedrijfje dat wil verdienen aan de schadeafhandeling. Ik heb daarover twee moties. De allereerste.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bedrijfjes verdienen aan de schadeafhandeling door zich op te werpen als bemiddelingsbureau en bij succes een deel van de schadevergoeding opeisen;

constaterende dat het bedrijf "Loket Bevingsschade" daarbij zelfs gebruikmaakt van gestolen privégegevens van inwoners;

spreekt uit dat dit een onwenselijk en pervers verdienmodel is;

verzoekt de regering alles op alles te zetten om te voorkomen dat bedrijfjes met dit verdienmodel verdienen aan de schadeafhandeling, een verbod niet te schuwen, gedupeerden te waarschuwen en te informeren over mogelijkheden voor ondersteuning waarbij geen deel van het schadegeld wordt geëist, en de Kamer in het voorjaar van 2023 te informeren over de stappen die zijn en worden gezet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer en Kröger.

Zij krijgt nr. 1092 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

De tweede motie gaat over precies ditzelfde punt. Dit bedrijf kon aan die gegevens komen omdat het IMG een datalek had. Daarom deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij IMG tweemaal in een maand sprake was van een datalek;

constaterende dat het bedrijf "Loket Bevingsschade" dit datalek gebruikt heeft om aan privégegevens van inwoners te komen met als doel hieraan te verdienen;

voorts constaterende dat de overheid ervoor moet zorgen dat haar datahuishouding op orde is en dat privégegevens van inwoners moeten worden beschermd;

verzoekt de regering de databescherming van IMG te laten doorlichten en de Kamer daarover in het voorjaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Nijboer en Kröger.

Zij krijgt nr. 1093 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. O, excuses, er staat Boulakjar onder de motie, maar dat moet zijn Nijboer.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Beckerman. We zullen dat corrigeren. Dan is het woord nu aan de volgende spreker van de zijde van de Kamer. Dat is mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. We hebben in het debat het nodige gewisseld over de noodzaak van een afbouwpad voor fossiele winning in lijn met het 1,5 graadscenario van het IPCC. Ik zie echt uit naar de brief van het kabinet met de contourennota waarin geschetst wordt hoe daar werk van wordt gemaakt. Ondertussen zijn er allerlei plannen voor nieuwe fossiele winning. Daar maakt mijn fractie zich zeer veel zorgen over.

Ik heb een vraag over het volgende. In Montreal zijn er net afspraken gemaakt over biodiversiteit op de biodiversiteitstop. De Waddenzee is natuurlijk bij uitstek een kwetsbaar gebied vol biodiversiteit dat bedreigd wordt door de mijnbouwactiviteiten. Het gaat dan niet alleen om gas. Ik ontvang dus heel graag een brief van de staatssecretaris over de vraag hoe de afspraken uit Montreal nou worden uitgevoerd als het gaat om het Waddengebied, zijnde een van onze belangrijkste natuurgebieden.

En dan de volgende motie met betrekking tot fossiele winning.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland de Glasgowverklaring heeft ondertekend, waarin de ondertekenende landen verklaren te stoppen met overheidssteun voor internationale fossiele energieprojecten;

overwegende dat wat internationaal geldt ook nationaal zou moeten gelden;

verzoekt de regering de Glasgowverklaring ook van toepassing op Nederland te verklaren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kröger en Thijssen.

Zij krijgt nr. 1094 (33529).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kröger namens GroenLinks. Dan is de volgende spreekster van de zijde van de Kamer mevrouw Agnes Mulder, CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter, dank. Tijdens het debat in juni hebben we stilgestaan bij mijnbouwactiviteiten in de regio's, waaronder natuurlijk Groningen, maar het ging ook over andere regio's. Zo ging het bijvoorbeeld over de afvalwaterinjectie in Twente. Vandaag ontvingen wij van de inwoners van Twente een artikel uit de Tubantia over het feit dat het Staatstoezicht op de Mijnen het onderzoek van de NAM naar alternatieven voor afvalwaterinjectie als onvoldoende onderbouwd en uitgewerkt heeft beoordeeld en de NAM heeft gevraagd om uiterlijk 1 maart 2023 het onderzoek aan te vullen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is wat dat betekent voor het veel schonere en uiteindelijk circulaire proces van afvalwater verwerken. Hoe wordt dat dan ingericht en verplaatst van Twente naar Drenthe? Het moet voor de NAM inmiddels toch ook duidelijk zijn dat, welk alternatief de voorkeur ook zou moeten krijgen, het goed geregeld moet zijn en dat we daar met z'n allen bovenop zitten? Graag een reactie. En wat gebeurt er tot 1 maart?

Voorzitter. Het andere onderwerp dat wij met elkaar bespraken en waar ik in juni aandacht voor vroeg, was de zoutwinning in Harlingen. De staatssecretaris deed mij de toezegging dat ik een brief zou krijgen met hoe hij daar verder mee om zou gaan. In die brief stond uiteindelijk dat hij in gesprek zou gaan met de inwoners van Harlingen. Ik belde ze. Het is goed om te horen dat er inderdaad een gesprek is geweest. Kan de staatssecretaris misschien kort toelichten waar dat gesprek over ging en op welke manier hij de inwoners tegemoet gaat komen, zoals zij ook in een brief hebben gevraagd? Zij hebben vooraf keurig een brief gestuurd naar de staatssecretaris. Een van de punten die zij heel belangrijk vinden, is om op tijd waarborgfondsen te vullen. We zien wat dat betekent in Limburg. Afgelopen maandag heb ik daar nog vragen over gesteld. Hoe kijkt hij aan tegen het vullen van dat waarborgfonds?

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Agnes Mulder. Dan gaan we over naar de laatste spreker van de zijde van de Kamer bij dit debat. Dat is de heer Nijboer namens de PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik doe beide moties in dit debat. Dan kan ik het volgende debat luisteren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet met NAM en haar aandeelhouders Shell en Exxon in gesprek wil gaan;

overwegende dat deze olies zich keer op keer maatschappelijk onverantwoord opstelden en geen geloofwaardige acties hebben ondernomen of teken hebben gegeven in de toekomst anders te handelen;

verzoekt het kabinet geen onderhandelingen met hen aan te gaan en slechts de harde juridische lijn te hanteren, zoals zij ook tegen de Groningers hebben gebruikt en nog altijd hanteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Beckerman en Kröger.

Zij krijgt nr. 1095 (33529).

De heer Nijboer (PvdA):

Deze motie verrast de staatssecretaris denk ik niet. Het zou wel verstandig zijn als hij daar, ook met het oog op de enquête, gevolgen aan geeft.

De tweede motie zal de staatssecretaris meer als muziek in de oren klinken, al hoop ik ook op een "oordeel Kamer" op de eerste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Groningers in soortgelijke situaties nog altijd niet gelijk behandeld worden;

overwegende dat dit tot onnodige fricties leidt;

verzoekt het kabinet ongelijke behandelingen tegen te gaan en toekomstige fricties te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Nijboer, Beckerman en Kröger.

Zij krijgt nr. 1096 (33529).

Dank u wel, meneer Nijboer. Wij wachten met spanning af wat het oordeel gaat zijn over deze moties. De staatssecretaris heeft aangegeven ongeveer vijf minuten nodig te hebben.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen, naar aanleiding van het commissiedebat van 30 juni. Ik geef de staatssecretaris het woord voor de beantwoording van de openstaande vragen en de appreciatie van de moties.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Voorzitter, dank u wel. Dank dat ik mag blijven zitten. Ik heb een paar vragen gekregen, namelijk eentje van mevrouw Kröger over Montreal en twee van mevrouw Mulder.

Allereerst beantwoord ik de vraag van mevrouw Kröger. Zij vraagt of er een brief kan komen over de verklaring van de top in Montreal over biodiversiteit en de gevolgen voor de Waddenzee. Het antwoord is ja, maar ik wil even openhouden of ik dat in de contourennota nog kan meenemen. Ik doe het dan in één keer en anders komt er een aparte brief.

Mevrouw Mulder vroeg twee dingen over mijnbouw en twee andere dingen over Groningen, namelijk over de waterinjectie in Twente en Drenthe. Het blijft zonder meer mijn bedoeling dat de waterinjectie overgaat naar Drenthe. Ik moet altijd even nadenken of ik het goed zeg. Het blijft ook mijn bedoeling dat dat een schoner proces wordt.

De reden dat dat tijd kost, is eigenlijk tweeledig. Het SodM zegt dat er misschien toch nog technische verbeteringen mogelijk zijn. Daarbij ging het over maart. Maar er is ook nog een ander punt aan de orde. Ik heb er bij de NAM namelijk op aangedrongen dat het omgevingsproces heel netjes moet gaan. Dat kost gewoon tijd. Dat betekent dat we praten over in de loop van het jaar op z'n vroegst in Drenthe opstarten. Ik heb de NAM vorige week nog eens duidelijk gemaakt dat het niet de bedoeling is om in Twente op te starten. Ik denk dat ze dat heel goed gehoord hebben.

Dat brengt me bij Harlingen. Mevrouw Mulder vroeg: hoe is het gesprek geweest en hoe zit het met het waarborgfonds? Wat mij opviel en wat ik erg prettig vond aan het gesprek met de mensen uit Harlingen, is dat zij volledig gericht zijn op het voorkomen van schade. Ze zijn helemaal niet bezig met schadevergoeding. Ze willen samen met Frisia Zout schade voorkomen. Dat is hoe het hoort en hoe ik het in de toekomst ook graag zou willen zien. Maar het is waar dat er natuurlijk altijd schade kan optreden. Het waarborgfonds is er voor die gevallen waarin het mijnbouwbedrijf niet meer bestaat. Ik heb reeds aangegeven dat ik naar de vulling van het waarborgfonds ga kijken. Ik kom begin volgend jaar met een brief over hoe ik de nazorg verder wil invullen. Dat zal breder zijn dan alleen Harlingen. Ik kom daar nog op terug. Verder kan ik mevrouw Mulder melden dat het een prettig gesprek was en dat ik deze vereniging hartelijk heb bedankt voor haar input. Ze hebben een brief met zes punten gestuurd naar het departement. Ik heb aangegeven dat ik op die zes punten zal reageren. Ik kan dat antwoord natuurlijk ook naar de Kamer sturen, als mevrouw Mulder dat waardeert. Dat is geen enkel probleem.

Voorzitter. Dat brengt mij bij de moties. Ik ga er heel snel doorheen, gegeven het schema van vanavond.

De voorzitter:

Voordat u dat doet, is er toch nog een interruptie van mevrouw Agnes Mulder van het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het is niet zozeer een interruptie. Dank voor deze toezegging. Ik zou het natuurlijk waarderen als dat ook naar de Kamer komt, zodat we kunnen kijken of alles wel of niet wordt overgenomen. Dat moeten we eerst nog maar eens zien. Dank.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat zeg ik graag toe.

Voorzitter. Dat brengt mij bij de motie op stuk nr. 1089, van de heer Van Haga. Die verzoekt om het Groninger gasveld weer open te stellen. Het zal u niet verbazen dat ik motie ontraad. Dat is niet in het belang van de mensen die in Groningen wonen.

De motie op stuk nr. 1090 verzoekt de sluiting van het Groningenveld niet in de wet vast te leggen. Die motie moet ik ontraden. Ik wil het zo spoedig mogelijk sluiten. Of en wanneer we dat in de wet gaan vastleggen, is nog te bezien. Maar het zo spoedig mogelijk sluiten van het veld blijft het doel, dus ik ga dit niet toezeggen. Ik ontraad de motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1090 is ontraden.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1091 over de WOZ-waarde ontraad ik ook, niet zozeer omdat het idee zo slecht of raar is, maar schade aan de woningwaarde wordt al vergoed door de zogenaamde waardedalingsregeling. Als de heer Van Haga dat op prijs stelt, kan ik hem nog nader informeren over hoe die regeling in elkaar zit.

De voorzitter:

De heer Van Haga knikt. Ik interpreteer dat zo dat hij dat op prijs zou stellen. Maar de motie is ontraden.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dan de motie op stuk nr. 1092 over de schadeafhandeling als verdienmodel. Ik ben het met mevrouw Beckerman eens. Dat weet zij ook, want ik heb dat zelf ook in de media gezegd. Ik ben dus ook bereid om daar zo veel mogelijk de dingen aan te doen die zij in het dictum noemt, maar vanwege de tijd ga ik die niet herhalen. Ik zal de Kamer ook informeren. Kortom: oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1092 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1093: ook oordeel Kamer. Het lijkt mij een goed plan gegeven wat daar gebeurd is.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1093: oordeel Kamer.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1094 moet ik ontraden in deze vorm. Niet omdat ik zo'n fan ben van fossiel, maar omdat ik denk dat het toepassen van de Glasgowverklaring in Nederland zou betekenen dat we alle vormen van gaswinning, bijvoorbeeld ook nieuwe gaswinning op de Noordzee, daarmee blokkeren. Zo interpreteer ik de motie maar even, maar dat komt niet overeen met het beleid van het kabinet.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, voor een interruptie.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan ben ik wel benieuwd hoe de staatssecretaris beargumenteert dat we bepaalde dingen, verdragen, wel op het buitenland van toepassing laten zijn, maar nationaal niet van toepassing vinden.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Misschien dat ik nog even de tijd mag hebben om daar schriftelijk op terug te komen, bijvoorbeeld in de aanbiedingsbrief van de contourennota. Ik kan daar nu zo geen antwoord op geven. Daarvoor moet ik me echt verdiepen in de Glasgowverklaring om te zien wat daar precies gezegd wordt.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat vind ik prima. Dan hoop ik dat de staatssecretaris ook kijkt naar andere voorbeelden. Het is heel eigenaardig om een internationaal commitment af te geven en die niet op je eigen land van toepassing te laten zijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan noteren we voor nu "ontraden" en komt u later in de contourennota terug op de specifieke vraag van mevrouw Kröger.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dan de motie op stuk nr. 1095 van de heer Nijboer. Hij vermoedde al dat die ontraden zou worden. Dat klopt ook. Ik heb de Kamer kortgeleden gemeld dat ik inderdaad met de olies, zoals dat zo mooi heet, de aandeelhouders van de NAM, in gesprek ga over een aantal onderwerpen. Die staan ook in die brief toegelicht. Ik heb daarbij ook vermeld — dat herhaal ik hier dan nog maar een keer om de heer Nijboer enigszins gerust te stellen, maar dat weet hij ook wel — dat ik de kansen op een geslaagde uitkomst niet hoog acht, omdat de eisen van de regering namens ditzelfde parlement, namens de bevolking, niet mals zullen zijn. Maar ik ga toch het gesprek voeren.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1095 wordt daarmee ontraden.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie op stuk nr. 1096 — ook dat had de heer Nijboer voorzien — ligt mij veel beter in het gehoor. Dat klopt. Die geef ik dan ook graag oordeel Kamer. Zoals de heer Nijboer weet zijn we druk bezig met die verschillen, onder andere middels een commissie die daar heel snel een nader oordeel over moet geven, zodat we in het derde kwartaal ook politiek spijkers met koppen kunnen slaan.

Voorzitter. Daarmee dacht ik alle vragen en moties te hebben behandeld.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zag iemand klaarstaan, maar die staat al klaar voor het volgende debat. Daarmee zijn we aan het einde van dit tweeminutendebat gekomen. Ik dank eenieder voor zijn en haar deelname.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik attendeer iedereen erop dat de stemmingen over dit tweeminutendebat donderdag bij aanvang van de middagvergadering zijn.

Naar boven