8 Biotechnologie en kwekersrecht

Aan de orde is het VAO Biotechnologie en kwekersrecht (AO d.d. 25/04).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Biotechnologie en kwekersrecht, met als eerste spreker de heer Weverling van de VVD.

De heer Weverling (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Drie moties van onze kant.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat biotechnologie een grote bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling en het gebruik van medische toepassingen, maar dat onderzoekers, artsen, instellingen en bedrijven hinder ondervinden van de huidige regelgeving;

constaterende dat de huidige Europese Commissie erkent dat harmonisatie van ggo-regelgeving nuttig en nodig is, maar het wijzigen van deze regelgeving thans niet bespreekbaar acht;

verzoekt de regering zich met andere Europese lidstaten in te spannen om de harmonisatie van ggo-regelgeving te agenderen in het kader van het werkprogramma van de nieuwe Europese Commissie, en de Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 359 (27428).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland achterloopt op het gebied van de modernisering van het biotechnologiebeleid;

constaterende dat de Nederlandse inzet om veredelingsmethoden, zoals CRISPR-Cas9, in Europa toe te staan tot nu toe geen vruchten heeft afgeworpen;

verzoekt de regering zich met andere Europese lidstaten in te spannen om dit onderwerp te agenderen bij het Finse voorzitterschap van de Europese Unie, alsook in het kader van het werkprogramma van de nieuwe Europese Commissie, en de Kamer over de uitkomsten hiervan te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 360 (27428).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister aangeeft dat de huidige regelgeving op het gebied van klinisch onderzoek naar gentherapie al mogelijkheden biedt voor aanvragen op basis van ingeperkt gebruik;

constaterende dat in het verleden onder dezelfde regelgeving veel bezwaren en beperkingen zijn opgeworpen ten aanzien van Nederlands medisch-wetenschappelijk onderzoek die meer beperkingen opleggen dan verschillende andere (Europese) landen, en dat dit ten koste gaat van het Nederlandse innovatieklimaat;

overwegende dat het aanpassen van nationale regelgeving erg lang in beslag zou nemen en Europese geharmoniseerde regelgeving de voorkeur verdient;

overwegende dat de minister huidige belemmeringen in procedures en eisen aan medische toepassingen van biotechnologie wil wegnemen, mits veiligheid van mens en milieu zijn geborgd;

verzoekt de regering zo veel mogelijk haast te maken met alle mogelijke verbeteringen van het beleid en hiervoor waar nodig met spoed extra capaciteit vrij te maken binnen het RIVM,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 361 (27428).

De heer Weverling (VVD):

Mag ik nog de complimenten overbrengen aan de minister, die dit zeer voortvarend heeft opgepakt bij de overdracht van het dossier? Dit is erg belangrijk voor onderzoekers en patiënten. Het is fijn dat er eerst naar de mogelijkheden wordt gekeken en dat pas daarna eventueel de regelgeving wordt aangepast. Heel veel succes.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer De Groot van D66.

De heer De Groot (D66):

Voorzitter. Ik heb geen moties, maar een oproep aan de minister, die in lijn is met de eerste twee moties van de VVD. Ik roep de minister op om zich in Europa bij de nieuwe Commissie in te zetten voor een gepast regime voor nieuwe veredelingstechnieken. De discussie daarover duurt veel te lang. De ontwikkelingen staan stil. De markt zit te wachten. Innoverende bedrijven zitten gewoon te wachten op het kader waarbinnen ze deze nieuwe technieken kunnen toepassen. Waarom is dat belangrijk voor D66? In de eerste plaats omdat het gaat om innovatie. In de tweede plaats omdat het gaat om kansen voor ons om met gezondere rassen en ook vanuit een gezondere bodem bij te dragen aan een gezonde voedselproductie in Nederland en de wereld. Dit is een buitengewoon belangrijk Nederlands belang. Ons bedrijfsleven loopt daarin voorop. Ik roep de minister dus op om hierbij echt alles op alles te zetten.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik nog even of de heer Bisschop nog een bijdrage zou willen leveren. Ik kijk even naar zijn collega Stoffer. Nee, dat is niet het geval.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

Dank u wel, voorzitter. Laat ik allereerst zeggen dat het soms ook leuk is als je er ineens weer een nieuw beleidsterrein bij krijgt. Waar mij gevraagd wordt om enthousiasme en voortvarendheid op dit terrein, zal ik dat heel graag doen. Ik probeer me er zo goed mogelijk in te verdiepen. Dat ga ik deze zomer natuurlijk nog wat meer doen. Dan heb ik daar iets meer tijd voor. Ik ben het namelijk zeer met de leden eens dat dit een voor Nederland zeer belangrijk beleidsterrein is. We behoren echt tot de wereldtop. Ik ga me daar dus ook graag in onderdompelen.

Ik zal de moties op de stukken nrs. 359 en 361 van commentaar voorzien. Collega Schouten zal vervolgens op de andere motie reageren. De motie op stuk nr. 359 is de eerste motie van de hand van de heer Weverling. In die motie worden we verzocht om ons met andere Europese lidstaten in te spannen om de harmonisatie van de ggo-wet- en regelgeving te agenderen en vooral ook om te zorgen dat de nieuwe Europese Commissie dit ook hoog op de agenda heeft staan en er voortvarend mee aan de slag gaat. Dat lijkt ons een heel goed idee. Ik kan deze motie daarom oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 359 krijgt oordeel Kamer.

Minister Van Nieuwenhuizen-Wijbenga:

De motie op stuk nr. 361 is ook van de hand van de heer Weverling. In die motie wordt de regering verzocht om zo veel mogelijk haast te maken met mogelijke verbeteringen van het beleid en om hiervoor waar nodig met spoed extra capaciteit vrij te maken binnen het RIVM. Ik denk dat dat vooral ook ingegeven is door de wens om geen onnodige wachttijden te creëren en om tot een snelle afhandeling van aanvragen te komen. Dat idee ondersteunen wij ook. Ik kan deze motie daarom ook oordeel Kamer geven.

Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 361 krijgt oordeel Kamer. Dan nog de motie op stuk nr. 360.

Minister Schouten:

Voorzitter. Het wordt wat eentonig. De motie op stuk nr. 360 sluit ook aan bij mijn inzet in Europa. Ik kan die motie dus ook oordeel Kamer geven.

De heer De Groot stelde nog een vraag over mijn inzet. Ik voldoe graag aan zijn oproep. We proberen dat ook zo snel mogelijk in het werkprogramma van de Europese Commissie op te nemen.

De voorzitter:

Dank u wel. Ook de motie op stuk nr. 360 krijgt oordeel Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze drie moties zal morgen worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven