4 Ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit

Aan de orde is het VSO Ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit (28684, nr. 565).

De voorzitter:

We gaan door met het VSO Ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit. Ik geef het woord aan de heer Bisschop namens de SGP.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb de vreugde om collega Stoffer te mogen vervangen. We hebben een drietal moties. We investeren graag ook in een goede relatie met onze vrienden van de Partij voor de Dieren. Die moties zullen hen zeker genoegen doen en, naar ik vermoed, ook de overige collega's. Dus ik lees ze voor.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het voorliggende ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit zich beperkt tot veiligheidsmaatregelen bij het afsteken van vuurwerk en het verduidelijken van de mogelijkheid van een gemeentelijk afsteekverbod;

overwegende dat een eerste analyse van VeiligheidNL leert dat vuurpijlen, ondanks genomen maatregelen, nog steeds veel letsel, juist ook bij omstanders, hebben veroorzaakt, en dat een nadere analyse binnenkort volgt;

overwegende dat de regering heeft aangegeven dat de Inspectie Leefomgeving en Transport vuurwerk intensiever en gerichter zal testen op veilig gebruik;

overwegende dat de regering wil bezien of zwaar knalvuurwerk in de categorie F3 evenals in omliggende landen verboden moet worden;

verzoekt de regering op basis van de genoemde analyses aan te sturen op het verder aan banden leggen van de verkoop van vuurpijlen en/of zwaar (knal)vuurwerk en eventuele wijziging van regelgeving zo veel mogelijk voor de komende jaarwisseling door te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bisschop en Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 569 (28684).

De heer Bisschop (SGP):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het voorliggende ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit de mogelijkheid van een gemeentelijk afsteekverbod vastlegt;

overwegende dat handhaving van een gemeentelijk afsteekverbod lastig is als verkoop van vuurwerk in de betreffende gemeente gewoon door kan gaan;

verzoekt de regering te bezien wat de mogelijkheden zijn voor gemeenten om ook de verkoop van vuurwerk, in lijn met een gemeentelijk afsteekverbod, aan banden te leggen of te verbieden, en zo nodig het Vuurwerkbesluit aan te scherpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bisschop en Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 570 (28684).

De heer Bisschop (SGP):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het afsteken van single shots relatief veel letsel en geluidsoverlast veroorzaakt;

overwegende dat vanuit de vuurwerkbranche wordt gepleit voor een verbod;

verzoekt de regering het verkopen en afsteken van single shots te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bisschop en Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 571 (28684).

De heer Van Dam (CDA):

Ik heb een vraag over de eerste motie van de heer Bisschop. Daarin wordt gesproken over "zwaar vuurwerk", als ik het zo even probeer te reproduceren. Volgens mij is zwaar vuurwerk al verboden in dit land. Zou de woordvoerder van de SGP dan misschien iets meer kunnen duiden wat er met dat begrip bedoeld wordt?

De heer Bisschop (SGP):

Ik heb de tekst van de motie nu niet meer bij de hand, maar daarin wordt volgens mij naar een F3-classificatie verwezen. Dat zou dan een aanknopingspunt kunnen zijn. Ik heb me eerlijk gezegd niet gedetailleerd in het onderwerp verdiept, maar misschien biedt dat wat aanknopingspunten.

De heer Van Dam (CDA):

Nee, ik begrijp dat ook uw fractie een vuurwerkexpert heeft en dat u even de honneurs waarneemt, maar het zou wel fijn zijn als daar dan van de zijde van de SGP wellicht op een later moment expliciet wat toelichting op komt, omdat het met dit soort dingen erg nauw luistert.

De heer Bisschop (SGP):

Helder. Daar kunnen wij hopelijk voor zorgen.

De voorzitter:

En misschien kan de staatssecretaris daar straks in haar reactie ook nog iets over zeggen. De heer Van Aalst heeft ook een vraag.

De heer Van Aalst (PVV):

Ja, ik heb een vraag, als vuurwerkexpert van de PVV. Misschien ben ik bij de heer Bisschop nu niet aan het goede adres, maar hoe kijkt hij dan naar de classificatie in bijvoorbeeld Duitsland? Want daar zijn er natuurlijk een aantal classificaties die heel anders zijn dan in Nederland. Maar in Nederland is het weer verboden. Wat wil de SGP? Een Europees vuurwerkverbod?

De heer Bisschop (SGP):

Nee hoor, u zult de SGP niet horen pleiten voor een Europees vuurwerkverbod. Daarbij vindt u de SGP aan de zijde van de PVV, want ik vermoed dat die daar ook niet op zit te wachten. Maar vuurwerk afsteken is wel, als je kijkt naar de milieubelasting, de overlast die het geeft en de ellende en de schade die het veroorzaakt, een activiteit die de SGP tot het minimum zou willen beperken. Wij zijn meer voor collectief siervuurwerk op een bepaald moment dan voor de opmerkelijke cultuur van rotjes en zwaardere materialen afsteken rondom oud en nieuw en daarvoor.

De heer Ziengs (VVD):

Ik heb even getwijfeld of ik een interruptie zou plegen, maar er is over dit onderwerp natuurlijk niet echt een debat gevoerd, omdat het een schriftelijk overleg was. Maar ik vraag me toch even iets af, ook gezien de traditionele achterban van de SPG, als we het hebben over het zogenaamde carbidschieten. Is de heer Bisschop ook van mening dat we dat dan ook moeten gaan scharen onder een verbod?

De heer Bisschop (SGP):

Als dat niet onder het immateriële erfgoed van de Verenigde Naties valt, valt dat er ook onder. Dat is een consequentie ervan. Je moet daar consequent in zijn, je moet die lijn dan ook doortrekken.

De heer Ziengs (VVD):

Dus ik begrijp dat hier door de SGP ook een verbod op carbidschieten wordt voorgesteld?

De heer Bisschop (SGP):

Het zijn natuurlijk de gemeenten die dat moeten regelen. Het kan zijn dat een gemeente zegt: dit hoort zozeer bij de eeuwenoude cultuur van ons dorp — die voetballen die ze in die melkbussen stoppen om naar het aanpalende dorp te schieten om ze op afstand te houden — dat we dat niet willen missen. Dat soort dingen spelen natuurlijk allemaal mee.

Kijk, het gaat vaak om het geïmporteerde vuurwerk met problemen rondom veiligheid en letsel. Elk jaar hebben we weer een heleboel ellende, een heleboel schade en een heleboel persoonlijk leed. Daar kun je wat aan doen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bisschop. U heeft de honneurs als vuurwerkexpert van de SGP weer mooi waargenomen. Het woord is aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. De moties van de SGP klinken mij als woordvoerder van de Partij voor de Dieren inderdaad als muziek in de oren. Ik kan me voorstellen dat dit voor de heer Bisschop van de SGP ook zal gelden voor de motie die ik zal indienen. De Partij voor de Dieren en de SGP zijn het niet altijd en ook niet op elk punt eens — de partijen worden ook zelden door elkaar gehaald — maar hierin trekken we samen op. Het is goed om dat even te benadrukken.

Ik wil de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid het kabinet adviseert om de verkoop en het afsteken van knalvuurwerk en vuurpijlen te verbieden;

constaterende dat dit pleidooi onder meer wordt onderschreven en actief wordt gesteund door de nationale politie, de beroepsverenigingen van oogartsen, kinderartsen, plastisch chirurgen, dierenbeschermingsorganisaties, patiëntenverenigingen;

constaterende dat de minister van JenV op 9 juli 2018 in antwoord op schriftelijke vragen stelde dat een verbod op bepaalde typen vuurwerk niet is uitgesloten als blijkt dat de genomen maatregelen bij de jaarwisseling 2018-2019 niet hebben geleid tot het terugdringen van letsel en verstoringen van de openbare orde;

constaterende dat bij de jaarwisseling 2018-2019 het aantal door de politie geregistreerde incidenten met 10% was gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor en dat er twee dodelijke slachtoffers te betreuren waren;

overwegende dat de maatregelen niet aantoonbaar hebben geleid tot het terugdringen van letsel en verstoringen van de openbare orde;

verzoekt de regering om de verkoop van vuurpijlen en knalvuurwerk aan particulieren en het afsteken van dit vuurwerk door particulieren te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 572 (28684).

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Allereerst wil ik me aansluiten bij een aantal opmerkingen van de SGP en de Partij voor de Dieren over de noodzaak om dit maatschappelijke probleem aan te pakken. Aanvullend hebben wij de volgende motie, die er eigenlijk vooral om gaat dat we ook gemeenten de mogelijkheid willen geven om naast het afsteken van vuurwerk ook de verkoop ervan te verbieden. We denken dat die twee toch wel echt hand in hand moeten gaan.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat hulpverleners en een coalitie van tientallen maatschappelijke organisaties vragen om een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen, omdat deze tot het meeste letsel en de meeste materiële schade leiden;

overwegende dat uit de lokale proeven met vuurwerkvrije zones is gebleken dat deze niet handhaafbaar zijn zolang het vuurwerk wel verkocht wordt;

verzoekt de regering om gemeenten de mogelijkheid te geven om naast het afsteken van vuurwerk ook de verkoop ervan te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 573 (28684).

Dan is het woord aan de heer Van Dam van het CDA. Hij ziet af van het woord. Dat doet ook de heer Ziengs. Dan zijn we er. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister. Nee, niet de minister, de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dank u wel, voorzitter. Het gaat om de motie op stuk nr. 569 van de heer Wassenberg. Sorry, er staat hier de heer Wassenberg maar dat is niet zo; die is van de heer Bisschop, mede namens de heer Stoffer. Wij spreken vandaag over de wijziging van het Vuurwerkbesluit als uitwerking van het besluit dat we vorig jaar hebben genomen, wat middels een brief aan de Kamer is toegezegd. Dat is dus de wetswijziging waar we nu over spreken. Daarnaast ontvangt u van de minister van JenV nog een brief over de evaluatie van de afgelopen jaarwisseling en ook over onze analyse daarvan en de stappen die wij op basis van die jaarwisselingsresultaten bereid zijn te nemen.

Dat maakt dat ik eigenlijk over deze motie aan de heer Bisschop zou willen vragen om die aan te houden. Want anders moet ik heel veel punten en komma's gaan maken bij de motie zoals hij hem formuleert, maar ik denk dat we daar in de brief daar in belangrijke mate op terugkomen. Ik zie dat de heer Wassenberg nu naar voren loopt, maar ik beantwoord nu de motie van de heer Bisschop. Dus ik wil hem vragen om de motie op dit moment aan te houden en even te wachten tot de brief komt. Dan kunnen we daar ook een debat met elkaar over voeren en kan de heer Bisschop samen met de heer Stoffer daarna beoordelen of er nog grond is voor het in stemming brengen van deze motie.

De heer Bisschop (SGP):

Mag ik dan vragen op welke termijn wij die brief kunnen verwachten?

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Ik zal ook eventjes overleggen met de minister van JenV omdat hij de eerste ondertekenaar van die brief is, maar dat zou niet al te lang meer moeten duren.

De heer Bisschop (SGP):

Maar dat zou dan wel kunnen betekenen dat desgewenst maatregelen geëffectueerd kunnen worden in de aanloop naar de komende jaarwisseling?

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Wanneer wij maatregelen nemen, zullen wij altijd proberen om die op zo kort mogelijke termijn effectief te laten zijn. Maar je ziet als het bijvoorbeeld om wettelijke maatregelen gaat, dat het dan heel moeilijk wordt om ze nog bij een komende jaarwisseling al te laten ingaan. Dat is ook waarom het zo belangrijk was dat we dit VSO nog vóór de zomer zouden hebben, zodat de hierbij aangekondigde wijziging nog zo snel mogelijk kan ingaan. Maar dat zal weinig verschil meer uitmaken.

De heer Bisschop (SGP):

Het lijkt me goed om dan die motie aan te houden.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Hartelijk dank.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Bisschop stel ik voor zijn motie (28684, nr. 569) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Meneer Stoffer, heeft u een vraag over de motie op stuk nr. 569?

De heer Wassenberg (PvdD):

Nou noemt u mij meneer Stoffer.

De voorzitter:

Excuses.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik zei net dat de Partij voor de Dieren en de SGP zelden met elkaar worden verwisseld.

De voorzitter:

Maar nu gebeurt dat wel.

De heer Wassenberg (PvdD):

Nu gebeurt het twee keer achter elkaar. Ik had het niet moeten zeggen.

De staatssecretaris heeft het over de brief en de evaluatie. Maar die evaluatie zou er in het meireces komen. Toen het meireces was, zou die brief in mei komen. En vervolgens zou die brief in juni komen. Het is vandaag 3 juli, maar die brief is er nog steeds niet. Het is dus al drie keer uitgesteld. Ik wil weten wanneer die brief er komt.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Ik breng graag het ongeduld van de heer Wassenberg over aan de minister van JenV, die de eerste ondertekenaar is van de brief. We zullen zorgen dat die brief er zo snel mogelijk komt, want ik kan me wel een beetje voorstellen dat de heer Wassenberg deze vraag stelt.

De voorzitter:

Die brief komt zo snel mogelijk.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Absoluut, voorzitter.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 570.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Voorzitter. De motie op stuk nr. 570 vraagt om een verkoopverbod. De gemeente kan locatiebeleid voeren bij de opslag of verkoop van consumentenvuurwerk via het omgevingsbeleid. Daarmee ontraad ik de motie, want het is iets wat op deze wijze al kan.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 570 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

De motie op stuk nr. 571 gaat over single shots. Het valt eigenlijk in dezelfde categorie als mijn oordeel over de motie op stuk nr. 569. Ik zou de heer Bisschop willen vragen om even te wachten op de brief over de evaluatie van de jaarwisseling, waarin de minister van JenV en ik ook zullen ingaan op alternatieve maatregelen.

De voorzitter:

Ik zie de heer Bisschop instemmend knikken.

Op verzoek van de heer Bisschop stel ik voor zijn motie (28684, nr. 571) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

De motie op stuk nr. 572 en de motie op stuk nr. 573 gaan ook in op het verkoopverbod. De gemeente kan locatiebeleid voeren bij de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk via het omgevingsbeleid. Dus een aanvullende motie daarover is niet nodig. Ik ontraad de moties op de stukken nrs. 572 en 573.

De voorzitter:

De moties op de stukken nrs. 572 en 573 worden ontraden. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit VSO.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven