10 Maatschappelijke opvang/Zwerfjongeren

Aan de orde is het VAO Maatschappelijke opvang/Zwerfjongeren (AO d.d. 09/03). 

De voorzitter:

Ik heet de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom. Ik wil aan eenieder nog meegeven dat de spreektijd is bepaald op twee minuten, inclusief het indienen van eventuele moties. 

Mevrouw Berckmoes-Duindam (VVD):

Voorzitter. De opvang van dak- en thuislozen zou moeten voorzien in de behoefte aan onderdak voor als het echt niet anders kan, en dan zo kort mogelijk. Het is belangrijk snel te handelen, zodat iemand vanuit een eigen onderkomen weer aan de slag kan en zijn financiën op orde kan brengen. Daarom is de VVD van mening dat de opvang van dak- en thuislozen zich veel meer moet richten op de uitstroom vanuit de maatschappelijke opvang naar een zo zelfstandig mogelijke huisvesting. Daarom dien ik de volgende twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat sociale huurwoningen bedoeld zijn om mensen met een klein besteedbaar inkomen van betaalbare en eenvoudige huisvesting te voorzien; 

constaterende dat de uitstroom uit de maatschappelijke opvang onverminderd stagneert door een tekort aan beschikbare betaalbare en eenvoudige sociale huurwoningen; 

overwegende dat oplossingen voor huisvesting van dak- en thuislozen worden bespoedigd als de betrokken partijen over de eigen grenzen heen kijken en in gezamenlijkheid aan de slag gaan; 

verzoekt de regering, samen met de centrumgemeenten, Aedes en de Federatie Opvang, binnen de daartoe geldende budgetkaders, voor de zomer van 2016 een plan van aanpak op te stellen, ter bevordering van de uitstroom van 15.000 dak- en thuislozen uit de maatschappelijke opvang en de Kamer hierover te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Berckmoes-Duindam, Bergkamp, Dik-Faber, Otwin van Dijk, Van der Staaij en Van Vliet. 

Zij krijgt nr. 75 (29325). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat een grote groep mensen onnodig lang gebruik moet maken van dure maatschappelijke opvangplekken omdat de uitstroom naar zelfstandige huisvesting stagneert; 

verzoekt de regering, in overleg met de VNG, gemeenten te stimuleren in hun prestatieafspraken met woningcorporaties om de uitstroom uit de maatschappelijke opvang te bevorderen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Berckmoes-Duindam, Otwin van Dijk, Van der Staaij en Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 76 (29325). 

Mevrouw Bergkamp (D66):

Voorzitter. D66 vindt de stijging van het aantal dak- en thuislozen en zwerfjongeren verontrustend. Dat is ook de reden waarom D66 het Actieplan maatschappelijke opvang heeft ingediend, waarin mogelijke oplossingen voor knelpunten worden geschetst. Een van de punten in het plan is dat de ondersteuning beter toegankelijk moet zijn voor deze doelgroep. We willen dat de cliëntondersteuning, zoals die geregeld is onder de Wet maatschappelijke ondersteuning, als instrument effectiever wordt ingezet voor deze mensen. Mijn fractie kijkt dan ook uit naar de reactie van de staatssecretaris op ons plan. 

Dan heb ik nog een vraag aan de staatssecretaris. Volgens mij heeft hij aangegeven dat er in de voortgangsrapportage een reactie komt. Kan de staatssecretaris aangeven wanneer de voortgangsrapportage naar de Kamer wordt gestuurd? 

Daarnaast is mijn fractie benieuwd naar de nieuwe CBS-cijfers; die zijn tenslotte graadmeter voor het effect van het beleid. Weet de staatssecretaris wanneer we de nieuwe CBS-cijfers kunnen ontvangen? We hebben gekeken op de agenda van het CBS, maar we hebben daarover tot maart 2017 eigenlijk niets kunnen vinden. 

Aandachtspunt blijft dat we kwalitatief onvoldoende zicht op deze groep dak- en thuislozen en zwerfjongeren hebben. Daarom dienen we hierover ook een motie in, samen met de SP. Ook blijft een knelpunt, zoals genoemd in ons actieplan, dat er onvoldoende beschikbare woningen zijn. Dat is de reden waarom wij de motie van de VVD mede hebben ondertekend. 

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij in gesprek gaat met de gemeenten over het inzicht in en het beleid inzake de maatschappelijke opvang. Maar praten is wat ons betreft niet voldoende. De gemeenten hebben onvoldoende zicht op de maatschappelijke opvang. Ze missen door een terugtrekkende ggz en opkomende wijkteams die de zorg overnemen eigenlijk een goede thermometer. Er zijn organisaties die een beter overzicht hebben, zoals de politie, de Federatie Opvang of het Leger des Heils. Vandaar de volgende motie die ik samen met mevrouw Bergkamp van D66 indien. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat er onvoldoende zicht is op de mensen die op straat en in de maatschappelijke opvang verblijven; 

constaterende dat er gemeenten zijn die wel een regiobinding hanteren hoewel dit niet is toegestaan, terwijl andere gemeenten dat niet doen, waardoor het voorkomt dat mensen geweigerd worden voor opvang; 

constaterende dat veel mensen problemen ondervinden bij het inschrijven in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA); 

verzoekt de regering, een landelijke foto te maken van de situatie in de maatschappelijke opvang waarin wordt opgenomen: 

  • -het aantal mensen en zwerfjongeren die op straat en in de maatschappelijke opvang verblijven en de problematiek die daaraan ten grondslag ligt; 

  • -een overzicht welke gemeenten wel en welke niet een regiobinding hanteren; 

  • -het aantal mensen dat zich wel en niet inschrijft in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA); 

verzoekt de regering tevens, de uitvoering van deze landelijke foto in samenspraak te doen met gemeenten, de politie, Federatie Opvang, het Leger des Heils en andere betrokken uitvoeringsorganisaties, en de Kamer hierover in het najaar 2016 te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Bergkamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 77 (29325). 

Mag ik u nog een redactionele suggestie doen? U had het tot drie keer toe over een "landelijke foto". Dat is overdrachtelijk bedoeld. Zou dat niet moeten zijn: een landelijke inventarisatie? 

De heer Van Gerven (SP):

Het woord "foto" is gevallen. Daarmee wordt natuurlijk "inventarisatie" bedoeld. Ik vond "foto" nu juist zo'n mooi beeld. 

De voorzitter:

In de Handelingen komt mijn vraag te staan en uw antwoord. Daar doen wij het mee. 

De heer Van Gerven (SP):

Ja. De staatssecretaris weet dat ik het in het debat heb gehad over een foto. Ik hoop dat hij welwillend is om deze foto te laten maken. 

De voorzitter:

Ik wilde voorkomen dat u hem met een polaroidje het moeras in stuurt. De overige aanwezige leden maken geen gebruik van de eerste termijn, maar ze hebben wel ingeschreven en kunnen dus interrumperen. Ik kijk even naar de staatssecretaris. Die wordt nu van allerlei papieren voorzien. Zal ik even schorsen, zodat u deze papieren tot u kunt laten doordringen? Ik schors de vergadering voor drie minuten. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Voorzitter. Er zijn een paar specifieke vragen gesteld. Mevrouw Bergkamp heeft gevraagd wat er wordt gedaan aan de bevordering van de cliëntenondersteuning. Er komt aparte, extra aandacht voor de cliënten van de maatschappelijke opvang in het programma Aandacht voor iedereen, dat is gefinancierd door VWS. Daarin kan de Kamer te zijner tijd zien tot welke resultaten die aanpak, inclusief de inzet van ervaringsdeskundigen, leidt. 

Mevrouw Bergkamp heeft ook gevraagd naar de voortgangsrapportage. De Kamer zal die nog voor de zomer ontvangen. 

Zij heeft ook een vraag gesteld over de CBS-cijfers. Wij kunnen dat inderdaad niet zien, omdat het CBS zelf bepaalt wanneer dat plaatsvindt en wanneer de cijfers daar geschikt voor zijn. Het CBS stelt die cijfers overigens samen uit andere cijfers die het overal verzamelt. Ook voor het CBS is een beperkt beeld beschikbaar. Ik kan dat dus niet zeggen. 

Ik kom op de moties. In de motie-Berckmoes-Duindam c.s. op stuk nr. 75 wordt gevraagd om een actieplan ter bevordering van de uitstroom van 15.000 dak- en thuislozen. Daar staat ook een bepaald tijdstip bij. Zoals mevrouw Berckmoes zelf ook zei, voert Platform31 een verkenning uit naar het aantal dat doorstroomt vanuit de ggz. Zoals de Kamer misschien ook weet, is mijn collega voor Wonen samen met de corporaties en Aedes bezig om te bekijken hoe de prestatieafspraken die met de gemeenten worden gemaakt, verder worden vormgegeven, zodat die niet alleen over het wonen gaan maar bijvoorbeeld ook over de verbinding tussen wonen en zorg. Ik zou mevrouw Berckmoes de suggestie willen doen om deze motie aan te houden totdat ik overleg heb gevoerd met mijn collega voor Wonen, zodat wij samen kunnen bekijken wat er bij hem al loopt en welke vervolgstap we zouden kunnen zetten. Mocht een aantal zaken niet lopen, dan zal ik met mijn collega afspreken dat wij daar uiteraard op zullen terugkomen; die belofte doe ik daarbij. 

De voorzitter:

Wanneer? 

Staatssecretaris Van Rijn:

Ik denk dat we dat eind april zouden kunnen duiden. 

De voorzitter:

Zoals u weet, heb ik de hinderlijke gewoonte om bij toezeggingen altijd een datum te vragen. 

Ik kijk even naar mevrouw Berckmoes. Kan zij meteen reageren op het als suggestie vervatte verzoek van de minister? 

Mevrouw Berckmoes-Duindam (VVD):

April is redelijk te overzien. Alles overwegende wil ik de motie aanhouden. 

De voorzitter:

Geldt dat ook voor alle andere namen die eronder staan? 

Mevrouw Berckmoes-Duindam (VVD):

Daarover gaan we nog even overleggen. Ik zie instemmend geknik van de aanwezigen die hebben ondertekend. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Berckmoes-Duindam stel ik voor, haar motie (29325, nr. 75) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Van Rijn:

In de motie-Berckmoes-Duindam c.s. op stuk nr. 76 wordt de regering gevraagd om gemeenten te stimuleren om prestatieafspraken te maken met woningcorporaties om de doorstroom uit de maatschappelijke opvang te bevorderen. Het is een goede suggestie om in de prestatieafspraken die gemeenten gaan maken niet alleen te kijken naar de prestaties op het gebied van volkshuisvesting maar ook naar prestaties op aanverwante maatschappelijke terreinen die juist ook tot het werkterrein van de corporaties behoren. Als een combinatie wordt gezocht met corporaties en zorginstellingen zouden er grote slagen kunnen worden gemaakt. Ik beschouw de motie als ondersteuning van het beleid, ook dat van collega Blok trouwens, en ik laat het oordeel daarover aan de Kamer. 

Dan kom ik op de motie-Van Gerven/Bergkamp op stuk nr. 77 over die landelijke foto. Laat ik even iets proberen. We hebben in een debat gesproken over de vraag hoe we meer zicht krijgen op de cijfers. We hadden volgens mij met de Kamer gemeenschappelijk dat we daar eigenlijk veel meer zicht op willen hebben. De heer Van Dijk heeft in het debat de suggestie gedaan om, vanwege de goede ervaringen destijds met de stedelijke kompassen, naar stedelijke kompassen 2.0 of misschien wel 3.0 te gaan. Daarbij wordt dan niet alleen gekeken naar wat er is gebeurd en hoe het zit met de regiobinding, maar ook wat breder, gelet op de nieuwe verantwoordelijkheden van de gemeenten, die zijn toegenomen en waarin zij meer mogelijkheden hebben om integraal beleid te voeren. Juist op dit terrein zou bekeken kunnen worden of een aantal zaken gecombineerd kan worden. Ik zou er dus sterk de voorkeur aan geven als de indieners mij de gelegenheid zouden willen geven om met de centrumgemeenten en de Federatie Opvang te bekijken hoe we tot die stedelijke kompassen 2.0 zouden kunnen komen en om de vragen uit deze motie daarin mee te nemen. Dan heb ik straks een onderbouwd voorstel om samen met de centrumgemeenten — het is erg belangrijk dat zij dat inzicht hebben want zij moeten dat beleid voeren — de volgende slag te maken. Ook in dit geval wil ik de indieners dus verzoeken om de motie op dat punt aan te houden. Dan zou ik daaraan de termijn van voor de zomer willen verbinden. 

De voorzitter:

Voor de zomer van welk jaar? 

Staatssecretaris Van Rijn:

Dit jaar, voorzitter, en dan kan ik de resultaten meenemen in de voortgangsrapportage die ik net voor de zomer heb beloofd. 

De voorzitter:

Dat zijn toezeggingen die in het algemeen overleg al zijn gedaan. 

De heer Van Gerven (SP):

Deze motie is ook ingediend om de foto wat nader in te kleuren en om een aantal zaken scherp te krijgen. Ik begrijp dat de staatssecretaris zegt dat hij de elementen die in de motie genoemd zijn wil meenemen om dat gemeentelijke kompas te maken. Dit is dan een gemeentelijk kompas van alle centrumgemeenten? Een landelijke foto, in mijn terminologie? 

De voorzitter:

Als u hem gaat inkleuren, wordt het zelfs een kleurenfoto. 

De heer Van Gerven (SP):

Ja, een kleurenfoto zelfs. 

Staatssecretaris Van Rijn:

Tegenwoordig zijn ze digitaal. Als het maar een beeld oplevert, zou ik dan zeggen. 

De heer Van Gerven (SP):

In de motie staat ook een aantal belanghebbende partijen genoemd. Wil de staatssecretaris ook die groeperingen, zoals met name het Leger des Heils, erbij betrekken, omdat zij veel te maken hebben met de problematiek en de uitvoering? 

Staatssecretaris Van Rijn:

Dat lijkt mij heel goed, omdat juist de toegenomen grotere verantwoordelijkheid van de gemeente voor meerdere terreinen het van belang maakt om ook meerdere partijen erbij te betrekken. Ik zal dat zeker betrekken bij mijn gesprekken met de centrumgemeenten. 

De heer Van Gerven (SP):

Dan houd ik de motie aan. Kunnen wij in de voortgangsrapportage de uitkomst van dit overleg teruglezen? 

Staatssecretaris Van Rijn:

Dat lijkt mij uitstekend. 

De heer Van Gerven (SP):

Dan houd ik de motie aan. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gerven stel ik voor, zijn motie (29325, nr. 77) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

De staatssecretaris is aan het einde van zijn beantwoording. Daarmee zijn wij aan het einde van de behandeling van dit onderwerp. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven