14 Telecommunicatie

Aan de orde is het VAO Telecommunicatie (AO d.d. 27/03).

De voorzitter:

Ik heet de woordvoerders en de minister van harte welkom. Ik geef als eerste graag het woord aan de heer De Liefde namens de VVD-fractie.

De heer De Liefde (VVD):

Voorzitter. Laat ik beginnen met de actualiteit. Er is vandaag een uitspraak van het Europees Hof gekomen over Google. Die is vers van de pers. Ik kan mij daarom goed voorstellen dat deze minister daar op dit moment nog niet inhoudelijk op kan reageren. Ik zou hem echter willen vragen of hij de Kamer een kabinetsreactie op die uitspraak van het Europees Hof wil zenden. Concreet vraag ik hem wanneer hij verwacht die reactie naar de Kamer te kunnen zenden.

De minister vraagt waar de uitspraak over gaat. In de uitspraak gaat het er in het kort om dat Google in de zoekresultaten een krantenartikel van een Spaanse meneer moet verwijderen. Daar wordt het recht om vergeten te worden aan gelinkt.

De reden waarom ik dit VAO heb aangevraagd, is de papieren telefoongids. De VVD wil af van het jaarlijkse circus waarbij ruim 5 miljoen huishoudens ongevraagd een papieren telefoongids op de mat vinden. Natuurlijk moet voor de VVD de mogelijkheid blijven bestaan dat iedereen die een papieren telefoongids wil, deze ook beschikbaar heeft. Marktpartijen hebben aan ons aangegeven dat zij brood zien in een systeem waarbij zij een papieren telefoongids aanbieden op basis van de daadwerkelijke vraag. Daarom vindt de VVD dat het tijd is om de verplichting die nu nog in onze wetgeving staat om elk huishouden een papieren telefoongids te bezorgen, af te schaffen. Dat is verspilling van geld, tienduizenden bomen en het produceert een hoop CO2, voor miljoenen gidsen die ieder jaar ongelezen in de oudpapierbak verdwijnen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de papieren telefoongids steeds minder gebruikt wordt omdat er een snel en toegankelijk digitaal alternatief is;

constaterende dat KPN de wettelijke verplichting tot het verzorgen van een papieren telefoongids heeft opgezegd;

van mening dat de verzorging van een papieren telefoongids in de digitale eenentwintigste eeuw geen overheidstaak meer is;

constaterende dat de Europese richtlijn ruimte biedt om de universeledienstverplichting voor nummerinformatie ook digitaal te verzorgen;

verzoekt de regering, in overleg met de telecomsector af te spreken hoe de wettelijke verplichting voor de papieren telefoongids zal worden uitgefaseerd en de Kamer daarover in de zomer van 2014 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Liefde en Jan Vos. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 366 (24095).

Minister Kamp:

Voorzitter. De heer De Liefde vroeg of ik wilde reageren op de uitspraak inzake Google waarin het gaat om privacy en het recht om vergeten te worden. Dat is een ingewikkelde zaak. De heer De Liefde wil natuurlijk ook weten welke beleidsconsequenties wij daar al dan niet aan verbinden. Ik heb daar even wat tijd voor nodig. Ik ben echter graag bereid om de heer De Liefde en de Kamer toe te zeggen dat we nog voor het zomerreces met een reactie op dit punt zullen komen, zodat de Kamer zich daar desgewenst ook over kan buigen.

Wat betreft het tweede punt heeft de heer De Liefde denk ik recht van spreken. Er is namelijk iets aan de hand. Er worden 5,4 miljoen telefoongidsen verspreid. Dat is een verplichting: in de wet staat dat ze verspreid moeten worden. Wij hebben een nationale kop bovenop de Europese richtlijn. De Europese richtlijn zegt dat er een abonnee-informatiedienst moet zijn en dat je ofwel een elektronische gids moet hebben, ofwel een papieren gids. Wij hebben in onze wet een abonnee-informatiedienst, een elektronische gids en een papieren gids opgenomen. De heer De Liefde zegt dat we eigenlijk terug moeten naar die Europese richtlijn, en dat we de elektronische gids in stand moeten houden en de papieren gids moeten laten verdwijnen.

Van die papieren gidsen worden er op dit moment 5,4 miljoen per jaar verspreid. Dat gaat niet helemaal ongecontroleerd. Dat gebeurt met een systeem waarbij er een relatie is met het ja/ja, nee/nee of ja/nee dat je op je voordeur plakt. Er is een mogelijkheid om zelf aan te geven dat je die gids wilt hebben. Ook zijn er gebieden waar de gids sowieso huis aan huis wordt verspreid, met de restrictie die ik net noemde. Dat leidt er al met al toe dat er, zoals ik zei, 5,4 miljoen gidsen worden verspreid, terwijl er "maar" 2,5 miljoen unieke gebruikers van die gidsen zijn. 2,5 Miljoen is niet niks, maar dat betekent ook dat 2,9 miljoen gidsen helemaal niet worden gebruikt. Het lijkt me dus redelijk dat de Kamer daarover als medewetgever een opvatting heeft. Dat probeert de heer De Liefde uit te lokken.

Ik heb geen principieel bezwaar tegen het teruggaan naar de Europese richtlijn, integendeel. Als de verplichting eraf zou gaan om ook een papieren gids uit te geven, acht ik het heel goed mogelijk dat de papieren gids voorlopig wel uitgegeven blijft worden. Het bedrijf dat het nu doet, De Telefoongids, in opdracht van KPN, zou daarmee kunnen doorgaan. Het kan ook een ander bedrijf zijn. De telecomaanbieders zijn bereid om hun gegevens beschikbaar te blijven stellen. Als een bedrijf denkt geld te kunnen verdienen met het uitgeven van een papieren gids, moet het dat vooral doen. Dan komt de gids alleen daar waar hij nodig is, waar hij gewenst is. Via advertentie-inkomsten kunnen dan de kosten worden gedekt. Daartegen zal niemand bezwaar hebben. Ook de heer De Liefde niet, schat ik in.

Als de Kamer deze uitspraak zou doen, zouden we bij een volgende wijziging van de Telecommunicatiewet dit punt kunnen meenemen. Dan zou het kabinet ernaartoe kunnen werken dat men daartoe in de gelegenheid wordt gesteld zolang er commercieel belangstelling bestaat om die gids te blijven uitgeven. Dat de Kamer daarover een uitspraak doet, is van belang. Ik wacht af wat de Kamer doet. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Mulder, u bent geen indiener van deze motie, maar gezien de tijd geef ik u toch de ruimte voor een verhelderende vraag.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ontzettend veel mensen maken gebruik van internet en kunnen prima via internet zien hoe het zit met telefoonnummers et cetera, maar er is ook een heel aantal mensen dat er wat meer moeite mee heeft. Stel dat het commercieel niet interessant is om zo'n gids uit te geven, hoe komen die mensen dan aan de informatie?

Minister Kamp:

In de motie lees ik dat de heer De Liefde en de heer Vos zeggen dat de regering met de telecomsector moet afspreken hoe die wettelijke verplichting zal worden uitgefaseerd. Dat betekent overleg met de sector. Dat geeft de ruimte om te bekijken hoe we daarmee moeten omgaan. Een belangrijk element is dat een bedrijf er brood in ziet, er geld mee denkt te kunnen verdienen en dus heel gericht de gidsen beschikbaar zal stellen aan wie dat wil. Als er een bedrijf is dat dit wil doen, is er geen probleem voor de doelgroep waarop mevrouw Mulder doelt. Mocht er geen bedrijf zijn dat er brood in ziet, dan zal extra aandacht moeten worden gegeven aan de groep waarop mevrouw Mulder wijst. Ik zal die aandacht er ook aan geven.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemming over de motie is aanstaande dinsdag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven