8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Anne Mulder tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Remco Dijkstra.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over het bericht dat de zwaardere zzp's in de ggz naar de gemeenten gaan, van de lijst af te voeren.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 28286, nr. 674; 28286, nr. 675; 28286, nr. 676; 28286, nr. 677; 30196, nr. 237; 31288, nr. 380.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Keijzer van het CDA. Zij heeft twee verzoeken.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. De Kamer heeft geregeld gesproken over het goed regelen, of eigenlijk het niet goed regelen, van zorg voor ernstig of meervoudig gehandicapte kinderen. Gisteravond zagen wij de documentaire Een goede plek voor Dex en kwamen tot de conclusie dat het toch nog steeds niet in alle gevallen goed gaat. Daarom verzoek ik om een debat hierover, voorafgegaan door een brief van de staatssecretaris waarin hij helderheid verschaft over hoe het er op dit moment voor staat.

De voorzitter:

Verzoek om steun tot het houden van een debat over de zorg aan ernstig psychiatrisch en verstandelijk gehandicapte kinderen, voorafgegaan door een brief over dit onderwerp.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik vind het enorm schrijnend dat we na al die jaren moeten concluderen dat de zorg voor de ernstig gehandicapte kinderen nog steeds niet geregeld is. Ik hoop dat we er een meerderheidsdebat uit kunnen halen en dat we hier niet pas volgend jaar over spreken.

De voorzitter:

Steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Siderius (SP):

De SP-fractie vindt dit ook een belangrijk onderwerp. Wij willen hier ook graag over spreken, maar wij hebben eerder aangegeven dat er nog heel veel debatten over aanverwante zaken gepland staan. Ons voorstel is om al die debatten gezamenlijk te doen, bijvoorbeeld in een algemeen overleg. Dan kunnen we op korte termijn, misschien zelfs nog voor het zomerreces, inplannen. Dus op dit moment geen steun voor een afzonderlijk plenair debat.

De voorzitter:

En de brief?

Mevrouw Siderius (SP):

Daar kunnen wij mee akkoord gaan.

Mevrouw Bergkamp (D66):

De schrijnende televisiedocumentaire van gisteren heeft veel indruk gemaakt. Daarom lijkt het me goed om dit onderwerp te betrekken bij de discussie over de Wet langdurige zorg, want die wet is juist bedoeld om dit soort schrijnende situaties te voorkomen. Dan kunnen we het debat hopelijk ook wat sneller houden. Wel steun voor de brief.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat, wel voor de brief.

De heer Kuzu (PvdA):

De fractie van de PvdA geeft geen steun voor het debat, wel voor de brief. Die brief kunnen we dan betrekken bij de behandeling van de Wet langdurige zorg.

De heer Van 't Wout (VVD):

Ook de VVD geeft steun voor een brief. Laten we die inderdaad behandelen bij de Wet langdurige zorg, omdat die behandeling nu loopt. Dan kunnen we er snel over praten.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is natuurlijk de vraag of we daar snel over kunnen praten, want we leveren deze week pas de schriftelijke inbreng voor de Wet langdurige zorg. Ik denk dat de snelste route de route is die mevrouw Siderius voorstelt, namelijk om de debatten samen te voegen tot een groot debat. Dus geen steun voor het debat, wel voor de brief.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief en ook voor een debat. Niet, zoals mevrouw Keijzer voorstelde, voor een apart debat, maar om het of te koppelen aan de Wlz of het te doen via de route die de SP-fractie heeft voorgesteld. Dat is mij om het even, als het maar inderdaad voor het zomerreces is.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat over dit onderwerp. Iedereen heeft wel aangegeven er snel over te willen spreken, maar liever op een andere manier. Er is wel brede steun voor de brief.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dank u wel. Ik ga in de procedurevergadering vragen om hier een AO over te plannen. Ik hoop dat er dan wel steun komt van de regeringspartijen. Deze kwestie gaat namelijk niet over de vraag of dit in de Wlz past, ze gaat over de vraag hoe je het goed regelt, want dat deze kinderen onder de Wlz vallen is wel duidelijk.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Uw tweede verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het tweede verzoek gaat over het sluiten van verzorgingshuizen. In Trouw van 26 april stond een artikel waaruit blijkt dat uiteindelijk de Staat verantwoordelijk is voor de financiële strop bij zorginstellingen als er verzorgingshuizen leeg komen te staan vanwege afgegeven garanties. Er zou ook een brief uit 1999 zijn, op basis waarvan de overheid niet zomaar kan besluiten om capaciteit van verzorgingshuizen te verminderen. Dit kan natuurlijk grote financiële consequenties hebben. Daarom is het echt van belang dat we hier een debat over voeren, voorafgegaan door een brief waarin de staatssecretaris reageert op de feiten in het artikel.

De voorzitter:

Het verzoek is: steun voor het houden van een debat over het financiële risico van het sluiten van verzorgingshuizen en voor een brief over dit onderwerp.

Mevrouw Agema (PVV):

Het CDA heeft met het Kunduzakkoord besloten tot het sluiten van verzorgingshuizen, maar omdat we nog steeds hopen dat het CDA die verschrikkelijke beslissing om de verzorgingshuizen te sluiten op enig moment wil terugdraaien, geven we alle steun aan het verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, mag ik een punt van orde maken?

De voorzitter:

Nee. U hebt een verzoek ingediend. Ik wil voorkomen dat dit een debat wordt.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat wil ik ook voorkomen, voorzitter.

De voorzitter:

Daarom is het het beste om er niet op te reageren. Ik geef u zo dadelijk het woord voor een reactie.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Heel graag.

Mevrouw Siderius (SP):

Op 25 april heeft de SP vragen gesteld over dat artikel over dit onderwerp. Wat ons betreft wachten we de antwoorden even af. Die zullen vast op korte termijn komen. Vervolgens kunnen we bekijken hoe we het verder gaan behandelen.

De voorzitter:

Op dit moment geen steun voor een debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

De D66-fractie vindt een brief belangrijk om helderheid te krijgen. Op basis daarvan kunnen we bekijken of een debat nodig is.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek om een brief. Over dit onderwerp van het sluiten van verzorgingshuizen hebben we bij de behandeling van de Wmo uitvoerig gesproken. Zelf heb ik de behoefte om hierover op enig moment een breed AO te plannen. Tijdens de behandeling van de Wmo zijn er toezeggingen gedaan waarvan ik over een aantal maanden de stand van zaken wil weten. Ik zou de brief daar graag bij willen betrekken.

De voorzitter:

Geen steun op dit moment.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het gaat natuurlijk wel om enorme bedragen. Alles wat hieraan wordt besteed, kan niet aan de zorg voor mensen worden besteed. Steun dus van GroenLinks voor dit verzoek.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het lijkt mij ook netjes om eerst de antwoorden op de vragen van de SP af te wachten, zonder iets aan de belangrijkheid van dit onderwerp af te doen. Als we die hebben, kunnen we dit punt wellicht betrekken bij het debat dat wij zullen houden over het rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, dat over huisvesting voor ouderen in den brede gaat. Voordat we daartoe besluiten, lijkt het me, ook vanuit het oogpunt van collegialiteit, netjes om de antwoorden op de vragen van de SP af te wachten.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Over de huisvestingsproblematiek hebben we regelmatig gesproken met elkaar. We hebben mede naar aanleiding van het rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur aan het kabinet gevraagd om een reactie van zowel minister Blok als staatssecretaris Van Rijn over de vraag hoe we hiermee om kunnen gaan. Het lijkt mij verstandig om de vragen van de SP en de reactie van het kabinet te bundelen en daarover vervolgens een debat te voeren.

De voorzitter:

Dus op dit moment geen steun voor een apart debat. Mevrouw Keijzer, u hebt niet de steun van een meerderheid voor het houden van een debat. Wel hebt u steun voor uw verzoek om een brief.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ook niet voor een dertigledendebat? Ik heb niet meegeteld.

De voorzitter:

Nee, ik kom tot 29.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is dan zo. Het is wel van belang dat de Kamer zich realiseert dat ik het in dit geval met name heb over de financiële problematiek die hierachter wegkomt.

De voorzitter:

Dat heb ik iedereen ook wel horen zeggen. Men wil er op dit moment echter niet plenair over spreken. Velen hebben aangegeven dat hiervoor andere podia zijn.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is duidelijk. Ik zei al dat ik nog een punt van orde wilde maken. Als ik hier spreek over verzorgingshuizen, hoor ik vaak mevrouw Agema opmerkingen maken over sluitingen in het verleden. Ik hecht eraan om te zeggen dat de werkelijkheid iets anders in elkaar zit. Dit is echter, zoals u terecht aangaf, niet de plek voor een debat hierover. Ik voer dat debat graag op een ander moment.

De voorzitter:

Deze opmerking staat genoteerd in de Handelingen. Iemand kan een opmerking maken via een punt van orde. Dat wordt dan genoteerd in de Handelingen, mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

U wilt mij nu het woord ontnemen, terwijl u mevrouw Keijzer wel de gelegenheid geeft om een opmerking te maken? Ik vind dat echt niet fair.

De voorzitter:

Ik wilde u het woord helemaal niet ontnemen. Mevrouw Keijzer wilde een opmerking maken over wat u hebt gezegd, niet tegen u maar tegen mij, voor de Handelingen. Dat is genoteerd.

Mevrouw Agema (PVV):

Dan wil ik ook een opmerking voor de Handelingen maken, want ik laat mij dit niet aanwrijven.

De voorzitter:

We gaan niet in debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Het stoppen van de financiering is het extramuraliseren van zzp 1, 2 en 3. Dat is de verantwoordelijkheid van het CDA. Dus ik wil niet horen dat dit niet waar is.

De voorzitter:

U hebt beiden een punt van orde gemaakt. Ik heb u beiden de kans gegeven om er iets over te zeggen. Het staat genoteerd in de Handelingen. Ver nadat wij hier niet meer zijn, kan dat nog worden nagelezen.

Het woord is aan mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Er is heel veel onrust over de bijstandswet van mevrouw Klijnsma. De staatssecretaris wil mantelzorgers beboeten door een korting op hun inkomen die kan oplopen tot €5.000. Deze wet zorgt er ook voor dat mensen met hun inkomen onder het bestaansminimum, onder de beslagvrije voet, terechtkomen. Daar is ontzettend veel onrust over bij ouderenorganisaties. Er zijn recentelijk weer onderzoeken geweest. Het lijkt mij noodzakelijk om deze wet te herzien en aan te passen. Daarover zou ik graag een debat willen voeren met de staatssecretaris van Sociale Zaken.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de Wet werk en bijstand.

De heer Kuzu (PvdA):

Met betrekking tot de beslagvrije voet heeft de fractie van de PvdA voor de procedurevergadering van straks een rondvraagpunt ingediend. Wij willen een reactie van de staatssecretaris op dat bericht en dat rapport. Wij geven dus geen steun aan het debat. Tijdens de procedurevergadering gaan wij op dat punt in.

De heer Potters (VVD):

Geen steun voor het debat. Wij hebben hier in februari uitvoerig met elkaar gesproken over de wet. Die ligt nu bij de Eerste Kamer. Over twee weken is er een AO. Laten we nu de gewone procedure volgen en op dit moment hierover geen debat voeren.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik sluit mij op dit punt aan bij mijn collega. Het is in feite nog een wetsvoorstel. Het is pas een wet als het ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen. De Tweede Kamer heeft hier uitvoerig over kunnen debatteren. Nu ligt de bal echt bij de Eerste Kamer.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ook vanuit D66 geen steun. Deze wet ligt in de senaat, voor de parlementaire behandeling daar. Volgens mij is dat de plek waar het debat nu hoort plaats te vinden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

De partijen van het Herfstakkoord kunnen wel heel stoïcijns zeggen dat het hier allemaal al is vastgesteld, maar als er nieuwe informatie komt en als je ziet wat deze kostendelersnorm betekent voor mensen, ben je als politicus verplicht om hier nogmaals goed naar te kijken. GroenLinks steunt het verzoek dus van harte.

De heer Pieter Heerma (CDA):

De Tweede Kamerfractie van het CDA heeft dit onderdeel van de wet, de kostendelersnorm voor AOW'ers, niet gesteund. De meerderheid van de Tweede Kamer heeft de wet echter wel gesteund en die ligt nu in de Eerste Kamer. Daar moet het debat gevoerd worden. Dus geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij willen nu inderdaad eerst het debat in de Eerste Kamer laten plaatsvinden. Bovendien is hier binnenkort, over een week of twee, een AO over. Dan kunnen we deze punten ook nog aan de orde stellen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik vind het jammer dat de coalitiepartijen, gesteund door de christelijke partijen en D66, de ogen sluiten voor al deze ontwikkelingen. Ik hoop dat de leden van de Eerste Kamer, de senatoren, dit beter zullen overwegen en beter zullen luisteren, zodat deze mantelzorgerboete en de hele wet aangepast zullen worden.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Klaver van GroenLinks. Hij probeert zich nu door de menigte heen te wurmen. Mijnheer Schouw, ik zie u naar het spreekgestoelte lopen, maar mijnheer Klaver is eerst aan de beurt.

De heer Klaver (GroenLinks):

Misschien mede namens mijnheer Schouw ... Dat weet ik niet.

Voorzitter. Morgen is het debat gepland over het sociaal-economisch bestuur van de Europese Unie. Ik wil daar graag ook de minister-president voor uitnodigen, mede gelet op de berichtgeving in het reces in de Volkskrant waaruit zou blijken dat de premier heeft aangegeven zelfs te hebben gedreigd om uit de euro te stappen; ook in de commissie is daarover nog wat contact geweest. Daaruit blijkt duidelijk dat hij opvattingen heeft over het sociaal-economisch bestuur. Ik denk dat het goed is dat we de minister-president hierover horen. Zoals ik hem zojuist in het vragenuurtje zag, is hij ook wel toe aan een debatje.

De voorzitter:

Een verzoek om de premier uit te nodigen voor het debat van morgen, waarvoor in eerste instantie de minister van Financiën door de Kamer is uitgenodigd. Ik neem aan dat hij nog steeds daarvoor is uitgenodigd.

De heer Klaver (GroenLinks):

Zeker.

De heer Omtzigt (CDA):

Van harte steun voor dat verzoek. We zouden ook graag een klein briefje van de premier willen krijgen. Hij zei namelijk wel dat er niet mee gedreigd is om uit de EU te stappen, maar dat was ook niet wat er in de krant stond. In de krant stond dat hij ermee dreigde om uit de euro te stappen. Misschien kan hij voor de vergadering opheldering geven: heeft hij daarmee gedreigd, of niet? Is er ook misschien een geheim onderzoek waaruit blijkt wat voor Nederland de consequenties zouden zijn van het uit de euro stappen? Consequenties zou dat immers zeker hebben.

De voorzitter:

En wanneer wilt u dat briefje hebben?

De heer Omtzigt (CDA):

Voor morgenochtend 9.00 uur.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik steun dit ook. Het is de hoogste tijd om onze minister-president aan de tand te voelen en te ontmaskeren, want het is al langer bekend dat hij met gespleten tong spreekt.

De heer Merkies (SP):

Steun voor het voorstel en ook voor de brief waar de heer Omtzigt om heeft gevraagd.

De heer Harbers (VVD):

Gelet op de inleiding van de heer Klaver zou ik haast zeggen: mooier dan het debat van zonet kan het toch niet worden. Voor de VVD hoeft de minister-president er morgen dus niet bij te zijn.

De heer Nijboer (PvdA):

Daar sluit ik mij bij aan. We hebben zojuist mondelinge vragen gehad met de minister-president en morgen kan het met de minister van Financiën.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik zou juist zeggen: dit smaakt naar meer. Wat ons betreft dus steun voor het verzoek om de minister-president aanwezig te laten zijn.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik sluit me ook graag aan bij het verzoek van de heer Omtzigt voor de brief.

De voorzitter:

Dat staat ook in het stenogram en dat hebt u nu onderstreept, en ook dat staat in het stenogram. En geen punt van orde; dat is dan weer een meevaller!

Het woord is aan de heer Schouw. Hij heeft er zin in; dat hebben we eerder al kunnen zien. De heer Schouw heeft twee punten, of drie zelfs.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Dank voor de introductie en de aankondiging, want die waren heel warm en hoffelijk. Mijn fractie zou aan de collega's van deze Kamer willen voorstellen om de behandeling van de Wgr-plus uit te stellen. U zult zich afvragen: waarom? Er zijn twee redenen. Ten eerste vinden wij dat afschaffing van de Wgr-plus moet passen in een visie. De tweede reden is dat we weten, hopen, dat het kabinet zeer binnenkort gaat bevallen van die visie. We kunnen dan namelijk het ene wetsvoorstel ook met het andere wetsvoorstel vergelijken. Mijn fractie gaat ervan uit dat we, als we dit wetsvoorstel vandaag niet behandelen, het wel voor de zomer met elkaar kunnen behandelen.

De voorzitter:

U doet dit verzoek omdat het onderwerp voor morgenmiddag is geagendeerd en u het van de plenaire agenda wilt afhalen. Dat is uw verzoek.

De heer Schouw (D66):

Alstublieft.

De heer Van Raak (SP):

Ik weet dat de voorzitter het heel vervelend vindt om geplande debatten uit te stellen, maar wij kunnen hier niet een belangrijke wet over de inrichting van ons bestuur behandelen terwijl er ook allerlei andere plannen rondzingen en er visies moeten worden geschreven. Volgens mij is dit dus nog niet het goede moment om de wet te behandelen. Ik ben het er erg mee eens om het uit te stellen om te zien met wat voor visie de regering komt, en met wat voor plannen op andere gebieden.

De voorzitter:

Steun voor het verzoek.

De heer Bisschop (SGP):

In zo'n wetsvoorstel is natuurlijk impliciet al een visie vervat, maar als er een explicieter verhaal kan komen en we het voorstel voor de zomer kunnen behandelen, hebben wij geen bezwaar tegen het uitstellen van het debat van deze week.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Net als de fractie van D66 hecht ook GroenLinks zeer aan een samenhangende visie op de inrichting van het openbaar bestuur van Nederland. Wij steunen het verzoek van de heer Schouw dus van harte.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben getwijfeld, omdat wij eigenlijk helemaal niet zo zitten te wachten op een visie, waarin weer een tekeningetje wordt gemaakt van Nederland. Wij zouden het daarvan ook niet afhankelijk willen maken, maar nu ik hoor dat die visie toch komt, heb ik er geen bezwaar tegen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik hoorde de heer Schouw zeggen dat het dan in ieder geval voor de zomer behandeld moet worden. Dat lijkt me wel belangrijk, want wij willen af van die Wgr-plusregio's. Daar is breed draagvlak voor. Dat moeten we niet eindeloos uitstellen. Het ligt er al een tijdje, dus we moeten daar echt mee doorgaan. Geen eindeloos uitstel dus, maar enig uitstel zou wel kunnen.

De heer Litjens (VVD):

Ik weet dat de heer Schouw er niet over gaat, maar als inderdaad de voorwaarde geldt dat het voor het zomerreces besproken wordt, kunnen ook wij ons vinden in uitstel, zodat de heer Schouw zich nog wat beter een visie kan vormen.

Mevrouw Fokke (PvdA):

Met de voorwaarde dat de behandeling van de Wgr-plus dan inderdaad voor de zomer plaatsvindt — dat is heel belangrijk — kunnen ook wij instemmen met het uitstelverzoek.

De voorzitter:

Ja, nou ja … Ik heb de Kamer gehoord: de meerderheid is ervoor om het van de agenda af te halen. U hebt mij echter niet horen zeggen dat ik op voorhand aan die voorwaarde kan voldoen, zeker niet gezien het feit dat de Kamer zo meteen weer een verzoek gaat doen om iets van de agenda af te halen.

De heer Schouw (D66):

Nou ja …

De voorzitter:

Ik heb geprobeerd om het voor vandaag te plannen, omdat ik wist dat er verzoeken lagen om het voor de zomer te behandelen. Ik kan niet garanderen dat dit opnieuw gaat lukken.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter, ik ben de laatste die van de vertragingen is, maar ik ben wel de eerste die van de logica is.

De voorzitter:

Ja, dat snap ik.

De heer Schouw (D66):

En de logica is toch echt: eerst de visie en dan de maatregelen. En dat …

De voorzitter:

Ik ben de laatste om u van die logica af te houden, maar ik moet wel eerlijk zijn. Als ik mensen hoor zeggen dat er voorwaarden aan verbonden zijn, zeg ik: dat kan ik niet garanderen, maar natuurlijk span ik mij zoals altijd in om de wensen van de Kamer uit te voeren.

De heer Schouw (D66):

Zal ik doorgaan met mijn tweede verzoek, voorzitter?

De voorzitter:

Nou, ik moet nog even zeggen dat er nu een gat in de agenda komt. U moet er dus rekening mee houden dat er andere debatten in dat gat zullen worden ingepland. Daar komt een nieuw schema voor.

Uw tweede verzoek, mijnheer Schouw.

De heer Schouw (D66):

Mijn tweede punt heeft ook met de logica der dingen te maken. Voor vanavond staat er een tweede termijn gepland van het debat over — populair gezegd — het bewaren en de opslag van kentekengegevens. Het kabinet heeft, bij monde van staatssecretaris Teeven, een week of twee geleden nog eens toegezegd om hierover extra advies in te winnen van de Raad van State en het College bescherming persoonsgegevens. Dat advies is er nog niet, en dan dwingt de logica der dingen ons om eerst dat advies af te wachten en dan die tweede termijn met elkaar te houden. Dat is in elk geval de opvatting van mijn fractie en die leg ik voor.

De voorzitter:

Het verzoek is om het debat van hedenavond van de agenda af te halen.

Mevrouw Helder (PVV):

Als het gaat om de logica der dingen heb ik de vorige keer gezegd dat het te maken heeft met het verzamelen van gegevens op basis van een andere titel dan waarover dit wetsvoorstel gaat, dus geen steun voor het uitstel.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ook geen steun voor het uitstel.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dit keer volmondig steun voor het verzoek van de D66-fractie.

Mevrouw Oosenbrug (PvdA):

We hechten aan een zorgvuldige werking van deze wet, dus steun voor dit verzoek.

De heer Van der Steur (VVD):

Mevrouw Helder heeft gelijk als zij zegt dat de uitspraak niet van toepassing is op de ANPR, maar ik denk dat het heel goed is voor het debat als dit nog eens door het kabinet wordt bevestigd, dus steun voor het verzoek.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor het verzoek van de heer Schouw. Het schaliegasdebat zou prima in het gat van de plenaire agenda passen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

U hebt de steun van de meerderheid, mijnheer Schouw. Dus het debat dat voor vanavond gepland stond, gaat van de agenda. U hebt nog een derde verzoek.

De heer Schouw (D66):

Nogmaals mijn excuses voor de wijziging, maar het is de logica die mijn fractie hiertoe bracht.

Het derde verzoek heeft te maken met een dieptepuntje in onze rechtsstaat. Vanmorgen is een belangwekkend onderzoek gepubliceerd dat werd gedaan onder advocaten. Daarin gaf de advocatuur aan het vertrouwen in de rechtsstaat te zijn kwijtgeraakt. Negen van de tien advocaten vinden dat de scheiding der machten absoluut in gevaar is. Mijn fractie legt aan de Kamer voor om daarover spoedig een debat te hebben met zowel minister Opstelten als staatssecretaris Teeven.

De voorzitter:

Het gaat om een verzoek om steun voor het houden van een debat over het vertrouwen van advocaten in het kabinet als het gaat om het justitiebeleid.

De heer Van Nispen (SP):

Volgens advocaten is de rechtsstaat niet in goede handen bij deze minister en deze staatssecretaris. Dat is nogal wat. Ik steun een debat dus.

Ik zou ook binnen een week een brief willen ontvangen, die specifiek ingaat op de gesubsidieerde rechtsbijstand, omdat wij over een week in de procedurevergadering een besluit nemen over het eerste deel van het bezuinigingspakket. Daarom is mijn verzoek om binnen een week hierover een brief te ontvangen.

Mevrouw Helder (PVV):

Ik heb nog niet veel nieuws gelezen in de standpunten van de advocatuur, maar iedere gelegenheid waarbij beide bewindspersonen zich voor hun beleid moeten verantwoorden is een goede. Ik steun dus het verzoek.

De heer Segers (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie heeft grote zorgen over de stapeling van de verschillende maatregelen en de verschillende voorstellen van deze bewindspersonen. Wij delen die zorg dus. Een debat lijkt mij zeer op zijn plaats, dus wij steunen dit verzoek.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Daar sluiten wij ons graag bij aan.

De heer Van der Steur (VVD):

Wij steunen het verzoek om een debat niet. Wij kunnen dit onderwerp bespreken in een van de vele AO's die we binnenkort hebben. De resultaten van het onderzoek zijn ook niet zo verrassend, gegeven de bezuinigingen op onder andere de rechtsbijstand, dat die een apart debat noodzakelijk maken.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook de GroenLinks-fractie maakt zich zorgen over de uitholling van de rechtsstaat en zou dat graag met de minister bespreken naar aanleiding van dit onderzoek. Wij steunen het verzoek dus.

De voorzitter:

Mijnheer Schouw, op dit moment hebt u nog niet de steun van een meerderheid.

De heer Schouw (D66):

De Partij van de Arbeid-fractie heeft zich volgens mij nog niet uitgesproken. En die kan het interessant maken, want dat was de fractie die aan het begin van deze kabinetsperiode zei: wij gaan er ferm voor zorgen dat de rechtsstaat spic en span wordt geregeld.

De voorzitter:

Zij voelen zich niet genoodzaakt om nu een uitspraak te doen. Dat hoeft ook niet.

De heer Schouw (D66):

Ze willen er hun vingers niet aan branden.

De voorzitter:

Ik kan dus niet constateren dat een meerderheid uw verzoek om een debat steunt.

De heer Schouw (D66):

Dan zit er nog maar één ding op. Het punt van de brief zou ik willen arresteren en mijn verzoek om een debat zou ik willen omzetten in een verzoek om een dertigledendebat. Ik zal kijken of de PvdA morgen mijn verzoek om een breed debat misschien wel wil steunen.

De voorzitter:

U kunt ook morgen bij de regeling terugkomen, als u dat gevraagd hebt.

De heer Schouw (D66):

Ik zou het graag voor vandaag bij deze twee conclusies willen laten. Misschien heb ik morgen weer andere dingen.

De voorzitter:

Ik heb u net een paar keer horen zeggen dat u van de weg van de logica bent. Het leek mij dus logisch om dit voorstel te doen, maar wat u wilt kan natuurlijk ook. Ik zal het debat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten met drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet vanwege de gevraagde brief.

Het woord is aan de heer Knops.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. De afgelopen weken zijn wij vergast op een aantal uitspraken van diverse ministers uit dit kabinet — variërend van de minister-president tot de minister van Financiën, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie — over de noodzaak om Defensie-uitgaven te verhogen dan wel bezuinigingen niet uit te sluiten. Ik heb vijf en een halve week geleden schriftelijke vragen ingediend. Die zijn nogal moeilijk te beantwoorden blijkbaar. Daar heb ik nog steeds geen antwoord op gekregen. Er ligt een motie van de Eerste Kamer. Daar is een reactie op gekomen van het kabinet, waaruit blijkt dat het helemaal niets gaat doen, maar ondertussen spreken de bewindslieden wel buiten deze Kamer volop over dit onderwerp. Daarom wil ik graag een debat met de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:

U wilt een debat met de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken over de ontwikkeling van de Defensiebudgetten.

Mevrouw Hachchi (D66):

Misschien is de heer Knops vergeten dat het CDA nog geen twee jaar geleden zelf meegewerkt heeft aan flinke bezuinigingen op Defensie.

De voorzitter:

De vraag is of u een debat steunt.

Mevrouw Hachchi (D66):

Geen steun voor een debat. Sinds de ChristenUnie, de SGP en D66 aan tafel hebben gezeten, is er alleen maar geld bijgekomen. Dus ik zie geen aanleiding voor een debat.

Mevrouw Eijsink (PvdA):

Geen steun voor een debat, maar ik zou wel graag in deze lijn een brief van de ministers hierover krijgen omdat er verschillende geluiden zijn in de beantwoording van de vragen. Daar geef ik de heer Knops gelijk in. Graag een brief.

De heer Segers (ChristenUnie):

Laat ik nog even onderstrepen dat het gaat om een motie van de fractie van de ChristenUnie in de Eerste Kamer; maar dat terzijde. Het lijkt mij inderdaad op zijn plaats om een schriftelijke reactie te vragen, waarin de minister kan uitleggen wat zij precies bedoelt met haar uitspraken en hoe zij die motie denkt uit te voeren. Maar ik geef geen steun voor een debat. Wij kunnen dit later bij een ander debat betrekken.

De heer Vuijk (VVD):

Ook de handtekening van de VVD staat onder de motie waarnaar de heer Knops verwijst. Ik heb ook gezien dat er vragen zijn gesteld. De VVD-fractie wacht de beantwoording van de vragen af en geeft geen steun voor een debat.

De voorzitter:

De heer Knops deed ook een rappel voor de beantwoording van die vragen.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Een brief is prima en een debat kunnen wij ook steunen.

De voorzitter:

Mijnheer Knops, u hebt geen steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Iedereen, inclusief de voorzitter, is het erover eens dat de vragen die gesteld zijn beantwoord moeten worden. Dus dat rappel gaat er sowieso uit. Er is ook steun voor de brief. Dus ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Knops (CDA):

Dank u wel. Het lijkt mij ook goed als het kabinet in die brief ingaat op de eenheid van kabinetsbeleid en dat het de verschillende uitspraken van de vier bewindslieden die niet in lijn zijn met elkaar, meeneemt in de beantwoording van de vragen die al eerder zijn gesteld. Ik hoop wel dat de antwoorden heel snel komen, want vijf en een halve week wachten op antwoord op zulke eenvoudige vragen, lijkt mij niet nodig.

De voorzitter:

Ik herhaal dat ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief het laatste stukje, zal doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Geurts.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Het aantal faillissementen in de land- en tuinbouw neemt helaas weer toe. Boerderij Vandaag schreef er al meerdere artikelen over. Schrijnende berichten hebben ons bereikt van vooral familiebedrijven die het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Dit moet alle leden zorgen baren. De CDA-fractie ontvangt in het bijzonder ernstige signalen uit de groentesector en dan met name uit de sector champignonteelt in Nederland. Het is daar gewoon vijf voor twaalf. Van de champignonbedrijven in Nederland dreigt tussen nu en twee jaar meer dan de helft te verdwijnen. Met de overige groentesectoren is het echt niet veel beter gesteld. Het kabinet zegt te staan voor ondernemers, maar laat het dan ook de daad bij het woord voegen. Het CDA wil graag een debat met de staatssecretaris van Economische Zaken over deze dreigende situatie.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor het houden van een debat over de faillissementen in de groentesector.

De heer Graus (PVV):

Heel graag geef ik steun aan het verzoek van de heer Geurts, maar de PVV-fractie wil het nog breder trekken. Er zijn ook tal van faillissementen in andere branches. Ik ben er dus voor om het breed te trekken en ook de minister van Economische Zaken erbij uit te nodigen.

De voorzitter:

Steun voor een debat inclusief de minister van Economische Zaken.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Graag een reactie van het kabinet op deze problematiek. Natuurlijk willen wij er wel graag een debat over, maar het is de vraag of wij er een plenair debat van moeten maken. Dat gaat maanden duren, want wij zitten met volle agenda's. Dan geven wij er de voorkeur aan om er een algemeen overleg over te voeren.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ja, voorzitter, daar ben ik ook weer eens een keer. Haha, ik houd niet van paddo's maar wel van paddenstoelen. Ik zou graag steun uitspreken voor dit schitterende initiatief.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het debat. Als te zijner tijd blijkt dat we het beter in een AO kunnen afdoen, acht ik de heer Geurts constructief genoeg om zo'n voorstel alsnog in de commissievergadering te doen.

De voorzitter:

Op dit moment steun voor een plenair debat.

De heer De Liefde (VVD):

Gelukkig zijn de cijfers ten opzichte van 2013 aanzienlijk verbeterd. Er gaan minder bedrijven failliet, maar ieder bedrijf dat failliet gaat, is er eigenlijk één te veel. Geen steun voor dit debat. Ik verzoek wel om een brief, zodat de staatssecretaris in staat is om ons uit te leggen wat zij doet om het aantal verder naar beneden te krijgen.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun voor de brief. Mijn voorkeur gaat uit naar een AO omdat wij dat op veel kortere termijn kunnen inplannen en dus eerder onze vragen kunnen stellen aan het kabinet.

De voorzitter:

Mijnheer Geurts, u hebt brede steun voor uw verzoek om een brief. U hebt geen steun voor het houden van een meerderheidsdebat.

De heer Geurts (CDA):

Ik heb wel gezien dat er genoeg steun is voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Die is er ook niet. 28 leden zijn er geen 30.

De heer Geurts (CDA):

Mag ik misschien dan nog een collega …

De voorzitter:

Nee, u hebt uw verzoek gedaan. Daarop is door velen gereageerd. Ik moet vaststellen dat u niet de steun hebt van 30 leden maar wel de steun voor een brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Hijum voor twee verzoeken.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. De aanpak van mensenhandel in Nederland schiet tekort. Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel neemt het probleem toe en zou er veel meer moeten worden geïnvesteerd in de bestrijding van criminele bendes, zou informatie beter benut moeten worden en zouden geldstromen beter in kaart moeten worden gebracht. Gelet op het grote belang dat vanuit deze Kamer herhaaldelijk aan dit onderwerp en een effectieve aanpak ervan wordt toegedicht, stelt mijn fractie voor om mede naar aanleiding van de kabinetsreactie hierover een plenair debat te voeren.

De voorzitter:

Verzoek tot het houden van een plenair debat over de aanpak van mensenhandel.

Mevrouw Helder (PVV):

De reactie van het Openbaar Ministerie is ook binnen. Dat zegt al heel veel te doen. Laten we dat even afwachten en zien of het rapport voldoende aanknopingspunten biedt. Ik zou van de minister graag willen horen wat zijn standpunt is. Dus ik wil eerst een brief waarin staat hoe het er met de huidige aanpak voor staat en of hij dat rapport onderschrijft. Dan kunnen we bekijken of we een debat gaan voeren. Daarvoor geef ik nu geen steun.

De voorzitter:

Geen steun voor het debat.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel heeft ondertussen een persbericht doen uitgaan dat het artikel zeker de lading niet dekt. Daarom geen steun voor een debat. De minister komt altijd met een kabinetsreactie op het rapport van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Vorige week is de commissie voor V en J met name in verband met mensenhandel op bezoek geweest in Roemenië en Bulgarije. Wij zouden dat graag willen betrekken bij het overleg, maar dan wel in een algemeen overleg. Ik mag dit mede namens mijn collega van de VVD zeggen.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik sluit mij daarbij aan. Wij krijgen altijd een reactie van de minister op het rapport, dus die reactie komt eraan. Wij kunnen een aantal andere dingen daarbij betrekken, dus een algemeen overleg lijkt mij inderdaad op zijn plaats.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook GroenLinks sluit zich daarbij aan.

Mevrouw Kooiman (SP):

Steun voor hetgeen mevrouw Berndsen heeft gezegd. Daarbij sluit de SP zich aan, maar ook de PvdA.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP wil hierover graag een debat naar aanleiding van het kabinetsstandpunt. Een algemeen overleg lijkt ons ook de snelste en de beste route.

De voorzitter:

Geen steun voor een plenair debat. Mijnheer Van Hijum, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Hijum (CDA):

Overigens vind ik de suggestie van collega Berndsen om ook de ervaringen van het werkbezoek te betrekken bij het onderwerp een heel zinvolle, maar dat zal dan niet plenair zijn maar helaas in een algemeen overleg. Daarbij leg ik mij uiteraard neer.

De voorzitter:

De kabinetsreactie komt eraan, zoals al eerder is aangegeven, dus daarvoor hoeven wij niet het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Uw volgende verzoek.

De heer Van Hijum (CDA):

Dat betreft de stelling dat het kabinet het laat afweten. Dat vonden wij als CDA-fractie al langer, maar nu komt ook de fractievoorzitter van de PvdA, de heer Samsom, tot deze conclusie. Hij doelt dan wel specifiek, zeg ik er eerlijk bij, op de oprichting van een nationale investeringsinstelling die pensioenfondsen moet verleiden om meer in Nederland te gaan beleggen. Ook de CDA-fractie pleit er al langer voor om een groter deel van het enorme vermogen bijvoorbeeld aan infrastructuur en woningbouw ten goede te laten komen hier in Nederland. Wij zouden graag over dit onderwerp een debat willen.

De voorzitter:

Verzoek om steun voor het houden van een debat over het stimuleren van werkgelegenheid door pensioenfondsen en de wat lakse houding van het kabinet daarbij. Mag ik dat zo formuleren?

De heer Van Hijum (CDA):

Ja, u mag het zo formuleren.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik denk dat wij binnenkort inderdaad wel te spreken komen over die nationale investeringsinstelling. Het lijkt ons ook goed om dat in een AO te doen, gekoppeld aan het plan waaraan gewerkt wordt. Dus geen steun voor een debat.

De heer Madlener (PVV):

De Partij van de Arbeid moet natuurlijk met haar handen afblijven van onze pensioenspaarpotten, dus steun voor het debat.

De heer Klein (50PLUS):

We hebben al een AO gehad over het nationale investeringsfonds. Het lijkt mij heel verstandig dat daarmee pensioenfondsen op een goede wijze met een goed rendement kunnen investeren, juist om zekerheid te hebben voor de gepensioneerden. Een debat over het investeringsfonds, alsmede over de uitspraak van de heer Samsom, is dan extra belangrijk, zodat wij het er goed met elkaar over te kunnen hebben. Steun dus voor het verzoek.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ook GroenLinks steunt het verzoek van de heer Van Hijum.

De heer Van Dam (PvdA):

Het is ontzettend belangrijk om alles op alles te zetten om meer mensen aan het werk te helpen. Daarover willen we graag met het kabinet spreken, maar we hebben een debat op de agenda staan. Dat gaat over het advies van de WRR en de toekomst van de Nederlandse economie en daarmee ook over werkgelegenheid. Wij zouden het graag bij dat debat aan de orde stellen.

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Hijum (CDA):

Met name de reactie van de PvdA verrast mij. Nu wordt er gezegd dat het kabinet niet levert maar is er geen bereidheid om het debat daarover met het kabinet aan te gaan. Nu zie ik dat het kabinet op het ANP al aankondigt dat er voor de zomer misschien toch iets komt. Dan zou ik zeggen: laten we met elkaar afspreken dat we het debat voor de zomer voeren met het kabinet en laten we er alvast een datum voor afspreken. Dan kan men zich erop instellen en kunnen we gewoon een debat voeren over het belangrijke onderwerp van de investeringen, de banen en de werkgelegenheid.

De voorzitter:

Het verheugende nieuws is dat die datum er al is: ergens half juni. Het debat over de WRR en alles wat u daarbij wilt betrekken zal dus inderdaad voor de zomer worden gehouden. U wordt dus op uw wenken bediend, mijnheer Van Hijum.

De heer Van Hijum (CDA):

Maar dat betekent, voorzitter, dat u voorstelt om het debat waartoe ik hier een suggestie doe, te betrekken bij het debat over het onderwerp "het verdienvermogen van Nederland", dat volgens mij toch een iets ander karakter en vertrekpunt heeft dan het onderwerp waarover we het hier hebben.

De voorzitter:

Ik stel dat niet voor; de heer Van Dam stelde dat voor. Ik concludeerde op basis van wat u zei dat u dat goed vindt, als het debat er dan maar voor de zomer is. Als ik dat verkeerd samenvat, kan ik u nog steeds vertellen dat het debat over het verdienvermogen van Nederland en het rapport van de WRR half juni plaatsvindt. Ik laat het dan aan u of u het onderwerp er wel of niet bij wilt betrekken, maar ik meende dat u dat zei.

De heer Van Hijum (CDA):

Mijn conclusie was dat er van de PvdA vooralsnog geen steun was voor mijn verzoek om een debat. Als ik de woorden van collega Van Dam zo mag uitleggen dat hij het debat wel wil, maar het wil samenvoegen met een debat over een ander onderwerp dat wij al gepland hebben, kan ik daar op zichzelf wel mee leven. Ik zou dat dan wel graag bevestigd willen hebben door de heer Van Dam.

De heer Van Dam (PvdA):

Volgens mij was dat precies de conclusie van de voorzitter zojuist. Dat debat gaat over het verdienvermogen van de Nederlandse economie. Ten dienste van wat staat dat verdienvermogen? Ten dienste van de werkgelegenheid, zodat mensen aan het werk komen en een inkomen hebben. Daar gaat dat hele debat over. Laten we er dus geen spelletje van maken: dat debat gaat over de toekomst van de Nederlandse economie en ook over de investeringen die daarvoor nodig zijn. Daarbij willen wij het ook graag hebben over de werkgelegenheid; zeker.

De heer Van Hijum (CDA):

Een klein laatste punt, voorzitter. Als wij dan ook het verzoek aan het kabinet zouden mogen doen om voorafgaand aan dat debat de stellingname en de plannen ten aanzien van de investeringsinstelling aan de Kamer te doen toekomen, dan zijn we er volgens mij.

De voorzitter:

Dat verzoek kunt u altijd doen. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. De geopolitieke ontwikkelingen rond Oekraïne hebben weer eens laten zien hoe belangrijk het is dat onze energieministers gezamenlijk optrekken. Er is binnenkort weer een Energieraad. In het kader hiervan doe ik graag een vooraankondiging van een VSO — ik geloof dat dit de correcte formulering is — nog deze week te houden, met stemmingen.

De voorzitter:

Houd er dan rekening mee dat het VSO vandaag nog wordt gehouden, zodat we er morgen over kunnen stemmen. Het nieuwe schema zal later worden rondgestuurd.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik kan er niet heel erg veel aan doen, maar begin volgende week — maandag en dinsdag — hebben de Europese ministers en staatssecretarissen van Landbouw een overleg. De Kamer heeft morgen een algemeen overleg daarover. Ik doe een vooraankondiging voor moties, inclusief stemmingen, deze week. Misschien wordt dat dan wel donderdag, maar dat laat ik aan u.

De voorzitter:

We gaan proberen die twee dingen samen te voegen, zodat we morgen na afloop van dat VAO kunnen stemmen over beide onderwerpen.

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De gemeente Wageningen is niet alleen voornemens om ouderen uit het verzorgingshuis op straat te zetten, maar ook om oudere echtparen te scheiden. Daarvan zegt de staatssecretaris altijd dat dat echt niet gaat gebeuren. Hij heeft zojuist een persbericht laten uitgaan waarin staat dat hij Wageningen heeft laten weten dat hij ervan uitgaat dat de huidige bewoners daar kunnen blijven wonen. Ik vind dat te mager. Ik zal op dit moment geen debat aanvragen, maar ik vraag wel om een brief met de uitkomst van een gesprek waarin de staatssecretaris van de gemeente Wageningen de bevestiging dient te krijgen dat dit onzalige plan, dat tegen het kabinetsbeleid ingaat, van tafel is.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Uit de berichtgeving heb ik begrepen dat dit te maken heeft met de toch wel vaak voorkomende veel te strenge uitleg van bestemmingsplannen. Op basis daarvan is hier bizar geacteerd, durf ik wel te stellen. Ik ben zeer geïnteresseerd in de uitkomst van het hele verhaal, want dit is natuurlijk ongelofelijk!

Mevrouw Siderius (SP):

Ik ben vorige week in Dennenrust geweest. Ik heb daar vorige week ook vragen over gesteld. Het gaat inderdaad om de interpretatie van het bestemmingsplan. Een brief vinden wij prima. Wij zouden het nog beter vinden als onze vragen deze week worden beantwoord.

De voorzitter:

Dat kunnen we dan ook vragen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een brief. Ik denk dat het hier inderdaad gaat om een te strak bestemmingsplan en dan ook nog eens een verkeerde uitleg daarvan. Bovendien worden de afspraken die zijn gemaakt over continuïteit van zorg, niet nagekomen. Daarom steun ik graag dit verzoek.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Als ik het goed heb begrepen, gaat het inderdaad om een bestemmingsplan. Maar ik deel de verontwaardiging van mevrouw Agema wel. Ik zou dus ook graag een goede brief willen van de staatssecretaris waarin niet alleen wordt uitgelegd hoe het zit. Ik vraag hem ook: fix it, regel dat dit soort dingen niet meer gebeuren.

De heer Van 't Wout (VVD):

Het lijkt mij goed om hier een heel duidelijke brief van de staatssecretaris over te krijgen, want het is een raar verhaal. Mensen die recht hebben op zorg in een instelling, houden dat gewoon. Het kan niet zo zijn dat een bestemmingsplan dat in één keer in de weg staat. Het lijkt mij goed om die brief dan ook te betrekken bij het debat dat we zullen voeren over het rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Dat gaat namelijk precies over dit soort dingen: hoe zit lokale regelgeving of invulling van zaken nieuwe initiatieven rondom wonen voor ouderen in de weg?

Mevrouw Bergkamp (D66):

De fractie van D66 sluit zich helemaal aan bij de woorden van de VVD. We willen een goede brief, te betrekken bij een volgend debat. Ook ik bevestig de verontwaardiging. Het is goed als er een goede brief komt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het is wel een ingewikkelde zaak. Gaat het nou over een bestemmingsplan of over het rijksbeleid? De reactie van de staatssecretaris heeft het wat dat betreft alleen maar warriger gemaakt. Ik kan het verzoek dus steunen.

De heer Klein (50PLUS):

Ik kan het verzoek steunen. Daarnaast vind ik het heel belangrijk dat de staatssecretaris aangeeft of dit ook elders speelt, of de hele problematiek van die bestemmingsplannen en daarmee het uitzetten van ouderen vaker voorkomt of dat het een incident is dat alleen speelt in Wageningen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Er is alle reden voor een verhelderende brief, die we inderdaad spoedig bij een debat kunnen betrekken. Juist omdat er heel veel misverstanden kunnen ontstaan en mensen zich nodeloos zorgen maken, lijkt het mij goed dat er een heldere brief komt over wat hier aan de orde is.

De voorzitter:

Ik constateer dat iedereen in de Kamer, zoals altijd, een heldere, duidelijke en goede brief wil over dit onderwerp. We zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik vergat nog één puntje. Het zou gebaseerd zijn op een gedegen onderzoek. Dat onderzoek wil ik ook graag ontvangen. Het debat dat de heer Monasch had aangevraagd, zouden we eigenlijk voorafgaand aan het Wmo-debat voeren. Daar was een meerderheid voor. Bij dezen vraag ik om het debat spoedig in te plannen.

De voorzitter:

Daar gaan we even naar kijken. Ik dank u voor het verzoek. Het stenogram, inclusief het laatste puntje, wordt doorgeleid naar het kabinet. Dan is er nog een spoedrappel. Daar vraagt de heer Voordewind om in verband met een AO van morgen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Op 1 april heb ik bij de regeling een brief gevraagd, als reactie op het rapport van de Kinderombudsman over vechtscheidingen. Ik heb het vandaag en gisteren nog proberen op te zoeken, maar die brief is nog niet naar de Kamer gestuurd. Ik zou een rappel willen laten uitgaan naar de staatssecretarissen van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid om de brief alsnog vóór het debat van morgenochtend 10.00 uur naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Naar boven