8 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: de motie-Ouwehand (33400-XVI, nr. 87), de motie-Thieme (26991, nr. 328), de motie-Verhoeven (33400-VIII, nr. 44), de motie-Van Meenen/Smits (33400-VIII, nr. 68), de motie-Verhoeven/Oosenbrug (29838, nr. 57), de motie-Klaver/Dikkers (33400-XIII, nr. 97) en de motie-Schouten (33480, nr. 15).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 33400-XVI-30; 33400-XVI-33; 33400-XVI-51; 33400-XVI-66; 33400-XVI-67; 33400-XVI-74; 33400-XVI-83; 33400-XVI-84; 33400-J-7; 33400-VIII-64; 33400-VIII-66; 33400-VIII-77; 33400-VIII-78; 21501-20-709; 26448-484; 33400-XV-41; 33400-XV-47.

Ik stel voor toe, te voegen aan de agenda:

  • - het VAO Gevangeniswezen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 14 maart, met als eerste spreker mevrouw Helder van de PVV-fractie;

  • - het VAO Discriminatieonderwerpen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 14 maart, met als eerste spreker mevrouw Karabulut van de SP-fractie;

  • - het VAO Handelsmissies en exportpromotie, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 14 maart, met als eerste spreker mevrouw Thieme van de PvdD-fractie;

  • - het VAO Woningcorporaties, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 7 maart, met als eerste spreker de heer Paulus Jansen van de SP-fractie;

  • - het VAO Quickscan volume-effecten gesubsidieerde rechtsbijstand, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 14 maart, met als eerste spreker de heer De Wit van de SP-fractie;

  • - het VAO Voedselfraude, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 14 maart, met als eerste spreker de heer Schouw van D66-fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. In Brussel zijn de lidstaten het niet eens geworden over het voorstel van de Commissie, mede op aandringen van Nederland dankzij een hier aangenomen motie, om neonicotinoïden aan banden te leggen om bijensterfte tegen te gaan. De staatssecretaris heeft gezegd dat als het in Europa niet zou lukken, zij nationale maatregelen zou overwegen. Ik wil daarom een debat aanvragen om zo snel mogelijk helderheid van het kabinet te krijgen over wat wij nationaal gaan inzetten om die neonicotinoïden aan banden te leggen en proberen de bijensterfte te voorkomen.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik snap de strijd van mevrouw Ouwehand. Ik ben het er echter niet mee eens om daar nu hier weer een debat over te voeren. De staatssecretaris strijdt daar in Brussel, met andere landen die haar steunen, nog volop voor. Ik zou het liefst zien dat wij dat op Europees niveau goed afhandelen. Ik vind het niet verstandig om daar doorheen te fietsen. Ik ben het er dus niet mee eens.

De voorzitter:

Dus geen steun voor het debat.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik steun het verzoek om een debat ook niet.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik denk dat de Partij voor de Dieren een beetje te hard van stapel loopt. De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan. Bij mijn weten was er geen gekwalificeerde meerderheid voor of tegen dit voorstel. De Europese Commissie beraadt zich nu op vervolgstappen. Laten wij die nu eerst even afwachten. Ook wat de fractie van de ChristenUnie betreft, heeft het echt de absolute voorkeur om tot een Europese aanpak te komen. Laten wij het Europese traject nu even afwachten en niet hier nu al een nationaal traject in gaan zetten.

De heer Klaver (GroenLinks):

Volgens mij loopt de Partij voor de Dieren helemaal niet hard van stapel. Het gaat om een heel klein beestje met een groot belang voor onze biodiversiteit, voor de natuur. Voluit steun voor het debat.

De heer Van Gerven (SP):

Er is geen steun voor een debat en ook niet voor een dertigledendebat. Dat zou ook heel lang duren. Ik denk dat het goed is om dan maar om brief te vragen aan de staatssecretaris over wat de opstelling in Europa nu betekent en of die haar handelwijze zal doen veranderen. Het doel moet immers volstrekt helder zijn, namelijk een eind aan die neonicotinoïden.

De voorzitter:

Maar geen steun voor het debat.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun, voorzitter.

De voorzitter:

De PVV steunt het verzoek wel, maar daarmee hebt u nog steeds geen meerderheid, mevrouw Ouwehand, ook niet voor een dertigledendebat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik kan ook tellen. Ik weet dat de staatssecretaris op dit moment nog in overleg is in Europa. Het lijkt mij goed als wij het voorstel van de SP volgen om in elk geval een brief te vragen. Daarin kan de staatssecretaris verslag doen van de uitkomsten van het Europees overleg. Ik wil echter ook dat zij in de brief ingaat op wat het kabinet vervolgens doet, op basis van die uitkomsten. Zij heeft namelijk gezegd dat ze nationale maatregelen zou overwegen. Ik ben daar erg benieuwd naar. Ik zie ook graag dat de staatssecretaris de spoedprocedure inzet voor de reeds onderzochte middelen, dat zij de reguliere procedure inzet voor de middelen waarvoor nu nog onvoldoende bewijs is en dat zij in de brief aangeeft hoe ze het particulier gebruik van deze stoffen gaat terugdringen.

De voorzitter:

Dit deel van het stenogram zal ik doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Heerma van het CDA.

De heer Heerma (CDA):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag produceerde RTL Nieuws een onderzoek op basis van recente CPB-cijfers, waaruit blijkt dat 83% van de huishoudens er komend jaar in koopkracht op achteruitgaat. Uit het onderzoek blijkt ook dat vooral gezinnen met kinderen erop achteruitgaan. Op basis hiervan zou ik graag een debat voeren met de minister van Sociale Zaken.

De heer Van Vliet (PVV):

De koopkracht holt gierend achteruit, sneller dan ik ooit op mijn motor kan rijden, dus steun voor het debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij steunen het debat.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Wij hebben onlangs bij een belangrijk onderwerp als de jeugdwerkloosheid besloten om dat via een spoed-AO te doen, omdat we dan waarschijnlijk eerder aan de beurt zijn. Dat zou ik bij dit onderwerp ook willen voorstellen, dus geen steun voor het debat.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is een belangrijk issue, dus van harte steun.

De heer Klein (50PLUS):

Een belangrijk issue. Uit de CPB-cijfers blijkt tevens dat ook ouderen en vooral gepensioneerden er extra op achteruitgaan. Dat element moet worden meegenomen. Steun voor het debat.

De voorzitter:

Steun en uitbreiding van het onderwerp.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

Mevrouw Karabulut (SP):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik herinner mij dat wij hier een paar weken geleden spraken over de jeugdwerkloosheid. Toen stelden wij aanvankelijk voor een spoed-AO te houden, maar via een heel ingewikkelde cirkel zijn we er uiteindelijk uitgekomen. Ik zou zeggen: laten wij die manier van doen nu maar meteen afspreken. We hebben overigens vanmiddag nog een procedurevergadering.

De voorzitter:

Mijnheer Heerma, u hebt geen steun voor een meerderheidsdebat, maar wel steun om er snel over te spreken in de procedurevergadering.

De heer Heerma (CDA):

Ik kan tellen. Ik zal de kwestie aan de orde stellen in de procedurevergadering.

De voorzitter:

Dank. Het woord is aan de heer Van Hijum van het CDA.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Er is de laatste dagen veel te doen over het reddingspakket voor Cyprus. Zojuist hebben wij één onderdeel voorzichtig besproken. We hebben van de minister gehoord dat wij morgen voor 12.00 uur een brief kunnen verwachten over het totale pakket. Ik stel graag voor om daarover bij voorkeur nog deze week een debat te voeren.

De voorzitter:

Het verzoek is: steun voor een debat.

De heer Koolmees (D66):

Van harte steun van D66.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Steun.

De heer Harbers (VVD):

Steun voor het debat. Voor de volledigheid: na ontvangst van de brief die voor morgen is toegezegd.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Steun van de PVV. Ik zou de staatssecretaris er ook graag bij willen hebben, want hij zat namens Nederland bij de eurogroep.

De heer Nijboer (PvdA):

Steun voor het debat en het verzoek om beide bewindslieden daarbij aanwezig te laten zijn.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor beide verzoeken.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek om een debat en de uitnodiging aan de staatssecretaris van Financiën. Er is een brief toegezegd. Ik hoop dat daarin ook wordt ingegaan op de geruchten die nu de ronde doen dat Gazprom in één keer heel veel geld in Cyprus zou willen pompen in ruil voor concessies. Ik ben benieuwd hoe de eurogroep daarnaar kijkt.

De heer Klein (50PLUS):

Steun voor het debat en steun voor het verzoek om het debat nog deze week te houden.

De heer Van Bommel (SP):

Steun voor het debat, graag met minister en staatssecretaris.

De voorzitter:

Mijnheer Van Hijum, ik hoor brede steun voor uw verzoek. Ik ga mijn best doen om het nog voor deze week in te plannen. De spreektijd is vier minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel van de stemmingen onder punt 6 en 7. Het gaat om stemmingen over amendementen, wet en moties inzake curatele enzovoort. Ik ben naar aanleiding van het debat hierover nog heel druk bezig met mijn amendementen.

De heer Oskam (CDA):

Steun voor het verzoek.

De heer Bontes (PVV):

Geen steun voor het verzoek. Dit voorstel ligt er al heel lang. Waarom zouden wij het nog langer uitstellen? Het gaat om mensen die beschermd dienen te worden. En dan zouden wij het nog verder opschorten? Ik zie daartoe geen enkele noodzaak.

De heer Van Oosten (VVD):

Namens de VVD steun voor het verzoek.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De heer De Wit (SP):

Dat geldt ook voor de SP-fractie.

De voorzitter:

Ik hoor brede steun voor het verzoek van de heer Recourt. Ik zal de stemmingen uitstellen en ze voor volgende week opnieuw op de lijst plaatsen.

Het woord is aan de heer Van Klaveren.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. De integratie van Turken is mislukt, zoals wij net al hebben aangegeven tijdens het mondelinge vragenuurtje. Zie de oververtegenwoordiging in criminaliteit of de bijstandsafhankelijkheid. Wij weten dat de meerderheid van de Turken vindt dat homo's hun leven niet mogen leven zoals ze dat willen. Nederlandse vrouwen zouden te veel vrijheden hebben en slechts een heel kleine minderheid voelt zich überhaupt Nederlander. Wij zien dagelijks het imperialisme van de Turkse staat. Praktisch alle Turkse moskeeën staan onder direct gezag van het Turkse Presidium voor Godsdienstzaken.

De voorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, wilt u uw verzoek doen?

De heer Van Klaveren (PVV):

Ik ben bijna klaar. Premier Erdogan roept bovendien op om niet te assimileren. Wij zien de bereidheid van duizenden Turken om te demonstreren tegen de Nederlandse cultuur van vrijheid en gelijkheid. Wij hopen dat de Kamer inmiddels ook de ernst van dit gegeven inziet en daarom vragen wij om een breed debat over de integratie van Turken.

De voorzitter:

Er wordt verzocht om een debat over de integratie van Turken. Ik zie niemand die het verzoek steunt.

De heer Van Klaveren (PVV):

Zo serieus nemen deze mensen de problematische integratie van de Turken in Nederland blijkbaar. Het is een schande.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In 2006 werd het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam overgenomen door een bv. Inmiddels zijn de aandelen verkocht, is niet duidelijk wie de eigenaar van het ziekenhuis is, wat de gevolgen zijn voor de kwaliteit van zorg en voor het personeel en onder welke voorwaarden dit ziekenhuis überhaupt nog verder kan. Ik wil de minister hierover graag interpelleren.

De voorzitter:

Voor degenen die het, net als ik, slechts moeilijk konden verstaan: er wordt gevraagd om steun voor het verzoek om een interpellatiedebat te houden met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Kunnen de leden misschien iets zachter praten met elkaar?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

Mevrouw Klever (PVV):

Wij zien geen reden om opnieuw een debat te voeren. De inspectie doet vandaag een onderzoek naar de kwaliteit van zorg. Vooralsnog hebben wij geen aanwijzingen dat die onder druk staat. Geen steun dus.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt steun voor een interpellatiedebat. Ik zal het onderaan de lijst plaatsen. De fracties die in tweede termijn het woord willen, hebben drie minuten spreektijd.

Het woord is aan de heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Er dreigt opnieuw een tsunami van Oost-Europeanen naar Nederland te komen. Dit keer gaat het om Roemenen en Bulgaren. Wie schetst mijn verbazing? Ik hoorde een collega van de VVD vrijdag bij Nieuwsuur zeggen: de VVD heeft inderdaad grote fouten gemaakt door deze landen toe te laten tot de Europese Unie. Ik verzoek om een debat met het kabinet om te horen of het kabinet ook vindt dat hier enorme fouten mee zijn gemaakt. Ik wil het debat over dat onderwerp natuurlijk ook graag voeren met de brokkenpiloten van de VVD.

De heer Azmani (VVD):

Geen steun voor het debat. Waarom niet? Bij de procedurevergadering vandaag staat al een verzoek om voor mei een AO over arbeidsmigratie te plannen. Dat heeft ook te maken met de aandacht die de VVD daar bij de begrotingsbehandeling aan heeft besteed. Voorzitter, ik weet dat ik kort moet zijn. Ik heb er toen samen met de Partij van de Arbeid veel aandacht voor gevraagd om de arbeidsmigratie van Roemenen en Bulgaren in betere banen te leiden. Er volgt nog een plan van aanpak van minister Asscher. Dat lijkt mij het juiste moment om het debat hierover te voeren.

De voorzitter:

Ik concludeer: geen steun.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik had hierover mondelinge vragen aangemeld, die niet zijn doorgegaan. Dus steun voor het debat.

De heer Madlener (PVV):

Dan wil ik het verzoek graag omzetten in een dertigledendebat. Ik spreek nogmaals mijn verbazing uit over de VVD-collega's. Het is toch niet te geloven dat je je fouten wel toegeeft maar Nederland opzadelt met de gevolgen van die fouten.

De voorzitter:

Bovenaan de lijst van de regeling van werkzaamheden staat dat ik graag wil dat u een kort verzoek doet en een korte reactie geeft. Gezien het feit dat u er met elkaar een debat van maakt, sta ik dit toe – ik kijk ook naar de VVD – maar de volgende keer houden wij de verzoeken en de reacties kort. Het debat komt onderaan de lijst te staan. De spreektijd is drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Oskam van het CDA.

De heer Oskam (CDA):

Voorzitter. Uit gesprekken met de politie, burgers en bewoners is mij de laatste weken gebleken dat er grote zorgen zijn over het aantal woninginbraken. Vandaag kwam het ANP met de cijfers van de Nationale Politie naar buiten. Het aantal woninginbraken is enorm gestegen in 2012 tot ruim 91.000. Het oplossingspercentage ligt rond de 9. Dat betekent dat ieder jaar ruim 80.000 woninginbraken niet worden opgehelderd. Woninginbraken zorgen voor gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Minister Opstelten heeft in het AO over de politie gezegd dat hij er topprioriteit aan geeft en dat de ophelderingspercentages omhoog moeten. Die verbale daadkracht wordt echter niet ondersteund door de criminaliteitscijfers. Er is ook nog een trend …

De voorzitter:

U vraagt een debat aan en bent uw inbreng al aan het leveren. Dat doen we maar even niet. Misschien moeten we de spreektijd in de regeling van werkzaamheden aftrekken van de spreektijd die men later in een eventueel debat krijgt.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Steun voor een debat. Het is een heel zorgelijke ontwikkeling. Het is goed om daarover te spreken.

De heer Bontes (PVV):

Het is inderdaad een zorgelijke situatie. Het moet afgelopen zijn met die woninginbraken, dus steun voor een debat.

De heer Klein (50PLUS):

Ook namens 50PLUS steun voor een debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook de SGP steunt het debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ook steun voor het debat.

De heer Marcouch (PvdA):

Ik denk dat we er sneller over spreken als we er een AO van maken. Van ons dus geen steun voor een debat. Wij ontvangen graag een brief van de minister als reactie op deze cijfers.

De heer Dijkhoff (VVD):

Ik snap inhoudelijk heel goed dat de heer Oskam dit debat aanvraagt. Ik zou het ook graag willen, maar gezien het tempo vraag ik mij toch af of het niet beter in de vorm van een AO kan. Dan hebben we het namelijk sneller besproken, zodat er ook sneller een plan van aanpak kan komen om de stijging van het aantal woninginbraken tegen te gaan.

De voorzitter:

Geen steun voor het verzoek voor een debat.

Mevrouw Kooiman (SP):

Er is sprake van een enorm capaciteitsprobleem bij de politie. Het is dan ook terecht dat de heer Oskam daar nu aandacht voor vraagt. Wij steunen het verzoek dus. Of dat plenair is of in een AO, maakt mij niet uit. We moeten er snel over kunnen praten.

De heer Oskam (CDA):

Er is geen steun. Dan verzoek ik om een dertigledendebat en probeer ik in de tussentijd een AO te regelen, dat ik altijd nog kan intrekken.

De voorzitter:

Drie minuten spreektijd per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, ten behoeve van de schriftelijke reactie waar u om heeft gevraagd.

Dan is het woord aan de heer Van Weyenberg van D66.

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Voor donderdagavond staat er een debat gepland over de kinderopvangtoeslag. Ten behoeve van dat debat heeft de commissie voor SZW heel veel vragen aan de minister gesteld. De minister heeft ons net laten weten dat hij die vragen niet kan beantwoorden voor de datum van het dertigledendebat. Daarom verzoek ik om uitstel van dit debat. Dat doe ik mede namens de leden van het CDA, de PVV, de PvdA, de ChristenUnie, GroenLinks, SP, SGP, 50PLUS, de VVD en de Partij voor de Dieren. Dat is inderdaad Kamerbreed.

De voorzitter:

Mijnheer Van Weyenberg, dit is toch een beetje een herhaling van zetten van vorige week. Dank dat u dat namens iedereen hebt gedaan. Dat maakt het wat korter.

Vorige week heb ik u uitgelegd dat het plannen van een dertigledendebat de exclusieve bevoegdheid is van de Kamervoorzitter. Zo heeft de Kamer dat gewild. Ik memoreer opnieuw wat collega Van der Staaij heeft gezegd: als de Kamer in meerderheid besluit om een dertigledendebat niet te plannen, dan zou een dertigledendebat in theorie tot sint-juttemis op de lijst kunnen blijven staan en niet gepland worden. Dit debat staat al heel lang op de lijst. Ik heb al heel vaak geprobeerd om dit debat te plannen. Elke keer opnieuw heeft de aanvrager van dit debat gezegd: er komt nog een brief, er komt nog een brief. Uiteindelijk komt er in dit huis altijd nog wel een brief. Ik stel voor aan alle verzoekers die dit debat nog niet willen plannen – u mag daar de woordvoerder van zijn – dat we dit van de lijst afhalen, dat we wachten tot de brieven binnenkomen die u graag wilt en dat we dan opnieuw met elkaar gaan bekijken of een debat nodig is. Ik weet dat iedereen nu geïrriteerd is over mijn handelwijze. Als u vindt dat het Reglement van Orde op dit punt moet worden aangepast, dan kunt u daar een voorstel voor doen.

Mijnheer Pechtold, ik weet dat ik een microfoon heb en u niet, maar ik hoor dat u heel luid protesteert. In een huis waar per week 60 activiteiten van commissies gepland staan, is het voor mij onmogelijk om elke keer op deze manier met u in onderhandeling te gaan over dertigledendebatten. U hebt mij gevraagd of ik het als Voorzitter op deze manier wil plannen. Ik doe dat. Als u het daar niet mee eens bent, dan hebt u de mogelijkheid om het dertigledendebat van de lijst af te halen.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik vind deze reactie wel jammer. Ten eerste gaat het hier niet over de meerderheid en de minderheid van de Kamer, want ik doe dit voorstel namens alle fracties. Ten tweede heb ik veel begrip voor uw moeilijke taak. Ik had eerlijk gezegd gehoopt dat u ons dankbaar zou zijn dat wij u als Kamer een gat aanreiken voor het debat over Cyprus.

De voorzitter:

Ik haal het van de lijst af. Dan is het probleem gewoon opgelost. Dank voor het gat.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat was niet mijn verzoek.

De voorzitter:

Nee, maar weet u … Wij hebben een commissie voor de Werkwijze. Ik meen het serieus, want we raken hier allemaal geïrriteerd door. In die commissie praten we over dit soort dingen. Afgelopen week heeft de commissie voor de Werkwijze vergaderd. Maar dan laat u het weer tot de regeling van werkzaamheden komen om het op deze manier te doen. Ik heb u vorige week en zojuist uitgelegd waarom ik er echt niet aan kan beginnen om dertigledendebatten op deze manier van de lijst af te halen. Als u dat van mij vraagt en alles via de regeling van werkzaamheden wilt plannen, dan is het onmogelijk om nog algemene overleggen te plannen in dit huis, want dat loopt er allemaal doorheen.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik doe toch een beroep op u. U maakt het nu heel groot. Ik constateer dat het kabinet ons net een brief heeft gestuurd waarin staat dat het de vragen niet kan beantwoorden. De Kamer wil echter een ordentelijk debat voeren. Dat plaatst deze Kamer voor een ingewikkeld proces. Ik heb alle begrip voor de ingewikkeldheid van de planning en ik heb alle waardering voor de pogingen daartoe. Maar u maakt nu iets politiek wat volgens mij puur een feitelijk verzoek is van elf fracties om een ordentelijk debat te kunnen voeren. Ik heb de beantwoording van het kabinet niet in eigen hand. Die zou ik met liefde willen hebben, maar helaas is die realiteit nog niet ontstaan.

De voorzitter:

De ingewikkeldheid zit in uw eigen antwoord. Het gaat namelijk over een debat dat gepland staat met de staatssecretaris van Financiën.

De heer Van Weyenberg (D66):

En de minister van Sociale Zaken.

De voorzitter:

U hebt aangegeven dat u wacht op de antwoorden van de minister van Sociale Zaken. Dat betreft volgens mij een heel ander debat, wat maar aangeeft hoe ingewikkeld dit geheel is. Maar bij het debat van donderdagavond ging het louter om een debat met de staatssecretaris van Financiën.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik snap dat het ingewikkeld is, maar de staatssecretaris van Financiën kwam op verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, omdat de kinderopvangtoeslag zowel onder de minister van Sociale Zaken als onder de staatssecretaris van Financiën valt. Ik wil u echter iets anders vragen, want ik denk dat we er op deze manier vanmiddag niet uitkomen. Ik verzoek u om het in het Presidium nog eens goed te hebben over de vraag welke regels we hierover hebben. U zei vorige week dat u het debat er niet af wilde halen. U had daarvoor een sterk argument: de meerderheid mag niet de minderheid overtroeven en daarom ligt deze bevoegdheid bij de Voorzitter van de Kamer. Uw punt was zeer terecht. In dit geval echter is zowel de oppositie als de coalitie, dus iedereen, het erover eens dat het debat gevoerd moet worden, maar dat het nu niet gevoerd kán worden omdat we dan een gesprek krijgen dat nergens over gaat vanwege het feit dat de gegevens die nodig zijn, er niet zijn. We kunnen daarover lang en breed praten, maar het heeft heel weinig zin om dat debat te voeren. Ik verzoek u dus om in het Presidium te bespreken wat we voortaan in dit soort gevallen doen. Als we een brief moeten sturen of bellen, is dat ook allemaal goed, maar ik zou het heel verkeerd vinden als dit debat, dat heel de Kamer wil, nu niet meer gevoerd zou kunnen worden doordat het kabinet de informatie niet op tijd levert.

De voorzitter:

Ik heb eerder aangekondigd dat ik een nieuw schema zal rondsturen. Daaruit zal duidelijk worden wat mijn beslissing is.

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat gaat me toch net wat te snel. Ik wil graag horen wat uw plan is. En anders vraag ik hierbij nu een debat aan over de kinderopvang, te houden zo spoedig mogelijk na ontvangst van de brief van het kabinet.

De voorzitter:

Er is een verzoek om steun voor een meerderheidsdebat.

De heer Van Vliet (PVV):

Helaas wordt deze zaak erg opgeblazen. We hadden het debat moeten houden en daarvoor ook de brief moeten hebben. Daarom nu steun voor het nieuwe verzoek.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Steun voor het debat na ontvangst van de brief.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik doe het zeer dringende verzoek aan de regering om, na lezing van dit verslag of na verslaglegging door de staatssecretaris van Justitie, ervoor te zorgen dat die brief hier voor woensdagavond ligt. Dat is een tussenoplossing. De hele Kamer wil die brief hebben. Het is niet wereldschokkend moeilijk.

De voorzitter:

Het verzoek dat voorligt, is het verzoek om steun voor een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor een debat. Als echter kan worden geregeld dat die brief hier voor donderdagavond is, dan zijn we er ook uit.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Steun voor het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Volgens mij kán die informatie juist niet voor donderdagavond worden aangeleverd. Dus steun van GroenLinks voor het debat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Steun voor het debat.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor het debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Weyenberg, u hebt steun voor het debat. Ik zal het onder aan de lijst plaatsen. Er geldt een spreektijd van vier minuten per fractie. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Dijkgraaf.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ik verzoek om een debat óp de agenda te plaatsen. Het betreft een VAO Visserij. Graag deze week op de agenda. Er komt nog een brief over de wolhandkrab. Die willen we graag voor donderdag 17.00 uur hebben, ervan uitgaande dat u in staat bent om dit VAO op de agenda van deze week te zetten. Ik doe dit verzoek mede namens de VVD, het CDA en de PVV.

De voorzitter:

Wilt u dan ook stemmingen op donderdagavond?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Nee, stemmingen kunnen gewoon volgende week dinsdag.

De heer Schouw (D66):

Gezien alle agendaproblemen hecht mijn fractie er niet aan om deze week dat VAO Visserij te hebben. Dat kan makkelijk ook volgende week.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Geen steun voor het verzoek. Dat VAO kan prima volgende week.

De heer Slob (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

U hebt steun voor het plaatsen van het VAO op de agenda. Ook dat zult u terugvinden op het roemruchte nieuwe schema dat ik al heb aangekondigd.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Om kwart voor drie kregen wij het verslag van de Europese top. In dat verslag staat dat, omdat de regering ons het reglement van orde van de eurotop te laat toestuurde, zij een parlementair voorbehoud heeft gemaakt tot eind deze week. Het is lastig om een debat erover in te plannen, dus ik probeer even rekening met uw agenda te houden. Het verzoek is om voor het debat vanavond over het Europees Verdrag een brief aan ons te doen toekomen waarin de regering aangeeft hoe wij daarover kunnen debatteren en besluiten. Immers, het reglement van orde zelf is een geheim document. Wij mogen er zelfs niet uit quoten. Dat geeft ook precies het probleem aan van de Europese Unie, namelijk dat zij zelfs het reglement van orde niet openbaar wil maken. Ik zou ook graag zien dat de regering in die brief ingaat op de richtlijnen om documenten geheim of openbaar te maken, want op deze wijze kunnen wij in de toekomst zeer moeilijk met de regering spreken over belangrijke Europese onderwerpen.

De voorzitter:

Het verzoek is om toezending van een brief over de genoemde onderwerpen voor 19.00 uur vanavond. Ik zal dit gedeelte van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Hiermee is een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden.

Naar boven