2 Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Fritsma aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht "Turken op ramkoers".

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De multiculturele samenleving is totaal mislukt en daar is de situatie van de honderdduizenden Turken in Nederland geen uitzondering op. Turken die hier al tientallen jaren wonen, hebben vaak nooit de moeite genomen om de Nederlandse taal te leren. Turken zijn zwaar oververtegenwoordigd in criminaliteit, uitkeringsafhankelijkheid, schooluitval en alle andere negatieve lijstjes. Aanpassen aan de Nederlandse samenleving gebeurt vaak niet. Dat komt natuurlijk ook door de achterlijke islamitische cultuur waarin men leeft. Zo vinden de meeste Turken die in ons land wonen vrouwen en homoseksuelen minderwaardig.

Deze vrouwen- of homohaat richt zich de laatste tijd ook tegen adoptieouders van een in een Turks gezin geboren jongetje. Waar dit jongetje door de Turkse ouders werd mishandeld en verwaarloosd, werd hij juist liefdevol opgenomen door een Nederlands lesbisch stel. Zij zitten nu ondergedoken, vanwege de woede van vele Turken die eerder partij kiezen voor een demonische moeder dan voor uitstekende pleegouders. Woedende Turken protesteren inmiddels massaal tegen de plaatsing van Turkse kinderen bij homoseksuele of christelijke gezinnen. Voor de PVV is het duidelijk: al deze mensen horen niet in Nederland thuis, omdat zij onze normen, waarden en vrijheden duidelijk niet waarderen. Mijn eerste vraag aan de minister is daarom of hij al deze Turken vandaag nog op wil roepen, Nederland te verlaten. Zij keren zich immers tegen onze samenleving en zijn dus beter op hun plek in Turkije.

Het kan nog gekker worden, want ook de Turkse politiek bemoeit zich met de manier waarop wij in hier in Nederland met pleegkinderen omgaan. Dat is natuurlijk onacceptabel. Daarom roep ik het kabinet op om de Turkse premier Erdogan hier niet te ontvangen. Zeg zijn bezoek, dat overmorgen moet beginnen, dus gewoon maar af. Dat is het enige juiste signaal dat het kabinet kan geven.

Ik rond af met de boodschap dat de boodschap van het kabinet aan Turkije glashelder moet zijn, namelijk dat het deze belachelijke bemoeienis met Nederlandse aangelegenheden voor eens en voor altijd achterwege moet laten.

Minister Asscher:

Voorzitter. Het is goed om ons te realiseren dat kinderen in Nederland niet zomaar bij de biologische ouders worden weggehaald. Daar moet een aanleiding voor zijn en een rechter moet zich erover buigen. Ook in het geval dat nu wordt besproken rond het jongetje Yunus is dat aan de orde geweest. Vervolgens wordt in Nederland zeer zorgvuldig gekeken waar zo'n kind kan worden ondergebracht. De voorkeur gaat meestal uit naar pleegouders, een pleeggezin, in plaats van een residentiële instelling of een instituut, omdat dit voor het kind beter is. Op grond van de Nederlandse wet wordt daarbij altijd gekeken op welke plek het kind het beste tot zijn recht kan komen. Als er een crisis is, moet het snel. Het is een verplichting om bij de opvoeding rekening te houden met de eventuele religieuze overtuiging van het kind. Het is in Nederland niet zo dat pleegouders kunnen worden afgewezen op grond van het simpele feit dat ze een godsdienstige overtuiging hebben of een bepaalde seksuele geaardheid. Dat valt onder de grondrechten die wij in Nederland hebben. Dat is de kern van onze rechtsstaat. In die zin is dat niet onderhandelbaar.

Om die reden heb ik afgelopen vrijdag bij de persconferentie aangegeven dat bemoeienis van een buitenlandse mogendheid met dat aspect van onze plaatsingsbeleid ongepast is. Dat blijft ook zo. Vervolgens is het ook onderdeel van onze vrije samenleving dat mensen mogen demonstreren en hun mening mogen uiten, ook als die mening je op zichzelf niet bevalt. Dat geldt ook voor de aangekondigde demonstraties voor en tegen het Nederlandse systeem van pleegzorg.

Is er reden om het aangekondigde bezoek van de Turkse premier af te zeggen? Integendeel, de Nederlandse regering gaat ervan uit dat juist na een gesprek de premier van Turkije volstrekt gerustgesteld zal zijn over de zorgvuldige manier waarop in Nederland wordt omgegaan met het tere onderwerp van de pleegzorg, inclusief het feit dat daar een selectie aan ten grondslag ligt en dat geslacht, seksuele geaardheid of godsdienstige overtuiging geen afwijzingsgrond voor de ouders is. Er wordt wel degelijk gekeken naar wat goed is voor de toekomst van het kind. Dank u wel.

De heer Fritsma (PVV):

Ik weet eerlijk gezegd niet goed wat ik hoor. Het kabinet gaat alles uitleggen in een gesprek. Wij hoeven verdorie toch geen verantwoording af te leggen aan de Turken over hoe onze pleegzorg functioneert? Waarom zegt de minister niet gewoon dat Turkije zich hier niet mee moet bemoeien? Wat hebben wij in hemelsnaam uit te leggen? Dat alleen al is een capitulatie voor de Turkse bemoeizucht. Ik vraag de minister echt om een andere koers te varen. Zeg gewoon tegen Turkije dat wij ons niet laten schofferen en dat Erdogan hier niet welkom is. Dat is de enige boodschap. Dat is echter wat anders dan iets tegen journalisten zeggen na een persconferentie. De minister hoort deze boodschap gewoon in de richting van de Turkse autoriteiten te sturen, maar dat is tot op heden tragisch genoeg niet gebeurd. Mensen hebben inderdaad het recht om te demonstreren, maar hier wordt gedemonstreerd voor Turkije en tegen Nederland. Deze mensen wonen in Nederland, maar keren zich tegen de Nederlandse samenleving. De minister is ook minister voor integratie. Waarom zegt hij niet tegen die mensen dat ze zich moeten aanpassen, of anders maar gewoon moeten vertrekken? Stuur de Dienst toezicht en terugkeer naar die demonstraties om dat vertrek zo snel mogelijk te regelen.

Minister Asscher:

De reden dat ik toch even inging op dit specifieke geval, is dat deze situatie schrijnend is. Het schrijnende is dat het gezin waar het jongetje liefdevol is opgevangen als gevolg van de commotie is ondergedoken. De Nederlandse regering kiest partij voor degenen die onbaatzuchtig het kind van een ander willen opvoeden en een toekomst willen geven. Dat zijn de mensen waar wij respect voor hebben en waar wij bewondering voor hebben. Het zou goed zijn als meer mensen in Nederland bereid zijn om pleegouder te worden. Bemoeienis daarmee beschouwt de Nederlandse regering als ongepast. Als die bemoeienis wordt gemotiveerd vanwege de godsdienst of de seksuele geaardheid van de pleegouders, dan is dat ongepast. Daar is de Nederlandse regering volstrekt helder over en dat zullen wij ook blijven, ook in gesprek met Erdogan.

Over de vraag of mensen het recht hebben om te demonstreren, ook als ze een mening vertegenwoordigen waar de heer Fritsma of ik het niet mee eens zijn, merk ik het volgende op. Dat is nu één van de mooie dingen, want dat recht hebben mensen, ongeacht wie het daarmee eens is. De derde vraag betreft een breder integratieonderwerp. Hoe gaat het met de culturele integratie in Nederland? Zijn wij daar tevreden over? Die culturele integratie hapert op heel veel punten. Daar hebben wij debatten over. Daar doen wij van alles aan, maar het jongetje Yunus verdient het om gewoon door zijn liefdevolle ouders verder te worden opgevoed. Dat heeft de rechter zo besloten. Dat moeten wij vooral zo laten.

De heer Fritsma (PVV):

Ik herhaal dat, als het kabinet dit zorgvuldig uit wil leggen aan de Turkse autoriteiten, dit capitulatie voor bemoeizucht is. De minister hoort gewoon te zeggen dat de Turken zich hier niet mee moeten bemoeien. Inderdaad, dat duizenden Turken hier lopen te demonstreren tegen de gelijke behandeling van vrouwen en homo's, is hun recht, maar de minister hoort daar wel iets over te zeggen. U hoort wel de Nederlandse normen, waarden en vrijheden te verdedigen. Dat u dat hier niet doet, is schandalig.

Minister Asscher:

Dat is meer een teken van het feit dat de heer Fritsma niet luistert of niet wenst te luisteren naar wat de regering daarover heeft gezegd. Afgelopen vrijdag heb ik gezegd – ik heb dat hier herhaald – dat bemoeienis met de plaatsing van dat jongetje niet gepast is en aanmatigend is. De bemoeienis richt zich immers niet op de zorgvuldigheid van de procedure, maar op de geaardheid van de ouders. Ik heb dit nu drie keer geantwoord en ik heb het vrijdag gezegd. Als de heer Fritsma dat niet wenst te verstaan, is dat zijn probleem. Het gaat niet aan om daar vervolgens de conclusie aan te verbinden die de heer Fritsma eraan verbond. Mijn doel is: het jongetje rustig zijn leven te laten leiden met zijn liefdevolle ouders. Dat hoort uw doel ook te zijn, mijnheer Fritsma.

De heer Van Klaveren (PVV):

Wij horen hier het PvdA-lidmaatschap van de minister van afdruipen: een hele hoop woorden, maar als puntje bij paaltje komt, gebeurt er helemaal niets. Wij hoorden de minister net zeggen dat hij de Turken gerust wil stellen. Wanneer stopt hij met dat onderdanige buigen voor de Turken?

Minister Asscher:

Dit is allemaal een interpretatie van de heer Van Klaveren die meer over hem zegt dan over mij.

Mevrouw Agema (PVV):

Wij horen het al: de vicepremier van Nederland komt met een aaneenschakeling van slappe antwoorden. Het gaat om een zaak waarin een jongetje uit huis werd geplaatst toen hij nog maar vier maanden oud was. Het werd een voogdijzaak. Een jongetje dat nooit meer teruggaat naar zijn mishandelende moeder. En dan moeten wij ons vervolgens verantwoorden? In Turkije leeft van de kinderen in eenzelfde situatie zo'n 98% op straat of zit in weeshuizen, vastgebonden aan bed. Ik wil de vicepremier oproepen om dat hele bezoek van die Erdogan te annuleren en hem thuis, in eigen land, orde op zaken te laten stellen.

Minister Asscher:

De PVV maakt een karikatuur van dit debat. Ik heb in het begin antwoord gegeven op de vraag hoe het in dit geval gegaan is. Ik ben ingegaan op de pleegzorg. Ik heb uitgelegd dat wij daar in Nederland zorgvuldige procedures voor hebben. Vervolgens luistert u niet en krijg ik de hele tijd dezelfde vraag terug. In mijn ogen gaat het om de volgende kwestie. Er is zorgvuldig opgetreden met dit jongetje. Dat hoort bij de Nederlandse manier waarop wij hiermee omgaan. Dat is niet onderhandelbaar; wij doen dat op een heel goede manier. De heer Erdogan heeft zich in het geheel nog niet uitgelaten over de zaak. Minister-president Rutte zal in het gesprek aangeven hoe wij tegen deze zaak aankijken.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, ik neem aan dat u een persoonlijk feit wilt laten noteren?

Mevrouw Agema (PVV):

Ik hoop dat de vicepremier het woord "karikatuur" terug wil nemen. Ik vind dit aanmatigend. Het betreft een serieuze zaak. Wij hopen dat de vicepremier zijn slappe woorden terugneemt.

De voorzitter:

Het is genoteerd. Ik dank de minister van Sociale Zaken voor zijn komst naar de Kamer.

Naar boven