20 Ouderbetrokkenheid bij de school

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een algemeen overleg over ouderbetrokkenheid bij de school (31293, nr. 141).

De voorzitter:

Ik kondig aan dat ik niet meer zo veel interrupties zal toestaan, eigenlijk geen.

De beraadslaging wordt geopend.

De heer Çelik (PvdA):

Voorzitter. Ik heb drie korte moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van oordeel dat de verbeterpunten uit de brief van de minister van 30 maart 2012 over de evaluatie van de WMS moeten worden meegenomen door de sectoren in de horizontale dialoog die ze voeren via Vensters voor verantwoording (voor het voortgezet onderwijs) en via Vensters PO (wat thans in ontwikkeling is);

verzoekt de minister, de sectororganisaties ter overweging mee te geven, indicatoren over medezeggenschap op te nemen in Vensters voor verantwoording en Vensters PO en aan de Kamer te rapporteren wat de acties dienaangaande zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Çelik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 199 (33000-VIII).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er grote verschillen bestaan in de mate waarin scholen erin slagen om ouders te betrekken bij hun onderwijs;

overwegende dat de raden van toezicht hun toezicht niet dienen te beperken tot de financiële huishouding en bedrijfsvoering alleen, maar ook specifiek aandacht dienen te besteden aan de wijze waarop scholen inspanningen leveren voor en gestalte weten te geven aan ouderbetrokkenheid;

verzoekt de regering om de raden van toezicht te wijzen op hun toezichthoudende taak bij de wijze waarop het bestuur en de school gestalte geven aan ouderbetrokkenheid op alle niveaus van de onderwijsorganisatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Çelik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 200 (33000-VIII).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de evaluatie van de WMS blijkt dat deelnemers aan de medezeggenschap de gezamenlijke ambitie hebben zich in te zetten voor de kwaliteit van het onderwijs;

voorts constaterende dat kwaliteit als zodanig niet opgenomen is in de WMS;

van oordeel dat het belangrijk is dat binnen de medezeggenschap structureel gesproken wordt over onderwijskwaliteit en dat dit gerelateerd wordt aan beleid en middelen;

verzoekt de minister, te specificeren hoe de bepalingen van de WMS, met name de bepalingen met betrekking tot de informatierechten, gelezen kunnen worden om ruimte te geven aan de kwaliteitsambities zonder dat een wetswijziging noodzakelijk is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Çelik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 201 (33000-VIII).

De heer Elias (VVD):

Voorzitter. De minister wil een appel doen op ouders om meer aandacht te schenken aan de ontwikkeling en opvoeding van hun kinderen en heeft daarvoor verschillende activiteiten aangekondigd. Tijdens het eerdere debat zijn alle standpunten gewisseld. Het is al even geleden. Ik heb namens de VVD steun uitgesproken voor de voornemens sec van de minister, maar ik maak nog even publiekelijk de aantekening dat de CDA-saus die daar aanvankelijk door de minister overheen gegoten werd, ons als liberalen zeer zwaar op de maag lag. Wij nemen afstand van dit alles wat de minister wil, als slechts de indruk zou ontstaan – en die ontstond heel even, ten onrechte, dat weten we – dat moeders nu zouden moeten stoppen met werken om thuis klaar te zitten, hun kinderen te overhoren, huiswerkbegeleiding te doen of als een soort verplichte schoolpleinwacht te opereren. Steun voor de plannen, de ideeën en de inzet om ouders te betrekken bij de school en bij de pedagogische opvoeding van de kinderen, maar niet terug naar de jaren vijftig.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Voor het CDA is de betrokkenheid tussen ouders en scholen absolute voorwaarde voor een succesvolle schoolcarrière. Een goede band tussen school en ouders levert drievoudige winst op: winst voor het kind, winst voor de ouders en winst voor de school.

Dat betekent natuurlijk niet dat de ouder het werk van de school moet overnemen en vice versa. Ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid werkt aan de ontwikkeling van het kind. Dat die betrokkenheid geen vanzelfsprekendheid is, weten we allemaal. Daarom is het goed dat de minister hier expliciet aandacht voor heeft gevraagd op een tijdig moment. Daarbij heeft ze ingeroeste misverstanden uit de weg geruimd, zoals dat allochtone ouders minder geïnteresseerd en dus minder betrokken zouden zijn dan autochtone ouders. Niets is minder waar. We hebben gezien dat bij de kwalitatieve vooruitgang van het islamitisch onderwijs de toegenomen ouderbetrokkenheid een rol speelt. Ook de gedachte dat het vooral lager opgeleide ouders zijn die weinig tijd aan school besteden, heeft de minister doorbroken, door te wijzen op de tweeverdienende, immer druk-druk-druk ouders, die nauwelijks tijd vrij kunnen of willen maken voor hun kinderen. Ouderbetrokkenheid is geen vanzelfsprekendheid, maar vergt inspanning. Je kunt deze in wetten vastleggen, zoals wij bij passend onderwijs hebben gedaan, maar de werkelijke kracht moet komen uit een cultuuromslag.

Daarom is het belangrijk dat ouders thuis werken aan school met hun kinderen. In het AO heb ik begrepen dat de nodige informatie om dat op een goede manier te doen er al is, maar vaak weten ouders dat niet. Wij roepen de minister op om scholen erop te wijzen dat zij de ouders ook de nodige informatie moeten geven.

De voorzitter:

Mevrouw Ferrier, hebt u een motie?

Mevrouw Ferrier (CDA):

Nee, dank u wel voor uw goede zorgen.

Wij zijn blij met de toezegging van de minister om de kennis en expertise op dit gebied, bijvoorbeeld van Forum, er veel meer bij te betrekken. Dat begint al bij de vorming van onze docenten. Kan de minister aangeven hoe zij dat gaat doen?

Het CDA ziet de relatie tussen school en ouders als die van reisgenoten. Reisgenoten op weg naar een succesvolle toekomst van het kind, dat uiteindelijk altijd centraal moet staan. Samen bepaal je een einddoel en eventuele tussendoelen en zet je het pad uit hoe je daar wilt komen. Vanuit de eigen verantwoordelijkheid werk je samen om van die reis een groot succes te maken.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter. De PVV-fractie dient drie moties in. De eerste heeft betrekking op de voorschoolse en vroegschoolse programma's en de betrokkenheid van ouders daarbij.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de effectiviteit van voorschoolse en vroegschoolse programma's voor kinderen met een taalachterstand sterk samenhangt met de inzet van ouders;

overwegende dat het bestrijden van taalachterstand alleen effectief is als de ouders van deze kinderen in hun thuisomgeving het geleerde in praktijk brengen;

overwegende dat het van wezenlijk belang is dat de vve-programma's deze ouderbetrokkenheid integreren in het programma;

verzoekt de regering, te stimuleren dat gemeenten alleen nog vve-instellingen bekostigen die gebruikmaken van vve-programma's waarbij ouderbetrokkenheid is opgenomen als verplicht onderdeel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beertema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 202 (33000-VIII).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat allochtone ouders die ervoor kiezen, hun kinderen geen Nederlands te leren, zich bewuster zullen inspannen voor de vve (voorschoolse en vroegschoolse opvang) van hun kind als die niet gratis wordt aangeboden;

overwegende dat vve die ouders het voordeel biedt van gelijktijdige kinderopvang en taalontwikkeling;

verzoekt de regering, te stimuleren dat gemeenten alleen nog vve-instellingen bekostigen die tarieven hanteren, gelijk aan de tarieven van de kinderopvang (nu € 6,67 per uur),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beertema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 203 (33000-VIII).

De heer Beertema (PVV):

Ouderbetrokkenheid kan soms doorslaan naar iets heel negatiefs, namelijk als ouders in een school komen om hun verhaal te halen omdat zij het niet eens zijn met het beleid van de school en daarbij verbale agressie enzovoorts tentoonspreiden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verbale agressie, bedreiging en geweld tegen onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel regelmatig voorkomen;

overwegende dat door angst voor represailles tegen betrokkenen en door vrees voor reputatieschade van de school vaak geen aangifte wordt gedaan;

overwegende dat het niet doen van aangifte het gezag van onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel en de veiligheid binnen de school ondermijnt;

verzoekt de regering om in alle gevallen van fysieke agressie en bedreiging binnen scholen aangifte te laten doen, waarbij de school in zijn hoedanigheid van werkgever de rol van aangevende partij op zich neemt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Beertema. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 204 (33000-VIII).

U moet wel proberen om korter te zijn met uw inbreng. De tijd vliegt, mijnheer Beertema.

De heer Beertema (PVV):

Ik had drie moties en ik heb daar niet veel omheen gesproken.

De voorzitter:

Het was toch te veel.

De heer Beertema (PVV):

Toch iets te veel? Voorzitter, mea culpa.

De voorzitter:

Ja, het is helemaal uw schuld.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigden hartelijk voor hun reactie. Er zijn een paar vragen gesteld en een paar statements gemaakt. Vervolgens zijn enkele moties ingediend. Daar ga ik natuurlijk graag op in.

Het betoog van de heer Elias was vooral ondersteunend. Ik dank hem daar zeer voor. Ik blijf hem die heerlijke saus aanbevelen, maar hij maakt zijn eigen keuzes. Saus is niet goed voor een mens; dat ben ik met de heer Elias eens, maar deze saus wel. Ik houd mij echter bij mijn leest. Een goede ouderbetrokkenheid is belangrijk en wordt ook door de heer Elias onderstreept. Dat vind ik alleen maar heel plezierig, mits et cetera.

Ook mevrouw Ferrier hield een zeer betrokken betoog. Zij gaf aan dat ouders ook geïnformeerd moeten worden. Dat punt neem ik altijd mee wanneer ik met scholen spreek. Het gaat erom dat ouders betrokken zijn, maar it takes two to tango. De school moet dus ook informatie geven aan de ouder. Dat is inderdaad een heel belangrijk punt.

Ik kom bij de moties, allereerst bij de motie van de heer Ҫelik. In zijn motie op stuk nr. 195 wordt de minister verzocht de sectororganisaties ter overweging mee te geven, indicatoren over medezeggenschap op te nemen in Vensters voor verantwoording en Vensters PO en aan de Kamer te rapporteren wat de acties dienaangaande zijn. Dit is een prima motie. Ik laat het oordeel graag aan de Kamer over. Ik geef dit mee aan de sectororganisaties als de Kamer dat zo wil. Overigens kan de medezeggenschap ook zijn voordeel doen met de indicatoren uit de Vensters. Zij zullen er ook plezier van hebben als zij die goed gebruiken.,

De heer Elias (VVD):

Als de minister toezegt dat zij dit doet, waarom trekken wij die motie dan niet in? Zij heeft het nu toch gezegd. Dan kan er weer een motie van de lijst af.

Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart:

Dat laat ik over aan de heer Çelik.

In zijn tweede motie, de motie op stuk nr. 200, wordt de regering verzocht om de raden van toezicht te wijzen op hun toezichthoudende taak bij de wijze waarop het bestuur en de school gestalte geven aan ouderbetrokkenheid op alle niveaus. Dit is ondersteuning van het beleid. Ik laat het oordeel over aan de Kamer. In de brief van 10 april ben ik hierop al ingegaan. De raad van toezicht kan dit gesprek aangaan.

In zijn derde motie, de motie op stuk nr. 201, wordt de minister verzocht te specificeren hoe de bepalingen van de WMS, met name de bepalingen met betrekking tot de informatierechten, gelezen kunnen worden om ruimte te geven aan de kwaliteitsambities zonder dat een wetswijziging noodzakelijk is. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer. Als zij dat wil, zal ik hieraan vorm en inhoud geven.

In de motie op stuk nr. 202 van de heer Beertema wordt de regering verzocht te stimuleren dat gemeenten alleen nog vve-instellingen bekostigen die gebruikmaken van vve-programma's waarbij ouderbetrokkenheid is opgenomen als verplicht onderdeel. Ik laat het oordeel aan de Kamer over. Dit is ondersteuning van het beleid. Ik ben hiermee al begonnen met de 39 grote gemeenten. Met deze motie in de rug zal ik dat ook bij andere gemeenten doen.

In de volgende motie van de heer Beertema, de motie op stuk nr. 203, wordt de regering verzocht te stimuleren dat gemeenten alleen nog vve-instellingen bekostigen die tarieven hanteren die gelijk zijn aan de tarieven van de kinderopvang. Ik ontraad deze motie. De doelstelling van het vve-beleid is de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone achterstandgroepen te stimuleren. De meeste kinderen die vve nodig hebben, komen uit gezinnen met een laag inkomen. Ik wil dat de gemeente de ruimte heeft om te kijken welk tarief daarbij past. Dat is lokaal beleid. Ik kom wel met een wet om een maximumtarief voor de doelgroep in te stellen. Dat is de Kamer bekend. Ik zal echter geen minimumtarief stellen.

Hetzelfde oordeel geef ik over de motie op stuk nr. 204, waarin de regering wordt verzocht om in alle gevallen van fysieke agressie en bedreiging binnen scholen aangifte te laten te doen, waarbij de school in haar hoedanigheid van werkgever de rol van aangevende partij op zich neemt. Net als alle andere wetgevers in Nederland zijn scholen verantwoordelijk voor een veilige werkomgeving. De regering heeft op dit punt al actie ondernomen om dit eenvoudiger en beter af te handelen. Zo kunnen werkgevers namens de werknemer aangifte doen. Het is niet wenselijk om scholen in een uitzonderingspositie te plaatsen voor wat betreft de plicht tot het doen van aangifte. In de wet is bepaald dat burgers in geval van ernstige misdrijven verplicht zijn tot het doen van aangifte. Daarnaast heb ik in de recente veiligheidsbrief geschreven welke handreikingen ik nog zal doen in de richting van de scholen om dit op een goede manier op te pakken. Deze motie gaat mij echter net een stap te ver. Daarom ontraad ik haar.

Hiermee heb ik alle punten afgehandeld.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen volgende week dinsdag over de moties stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven