4 Vragenuur

Vragen van het lid Dijkstra aan de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, bij afwezigheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht dat het kabinet treuzelt met het advies van de Raad van State over weigerambtenaren.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Vorig jaar vroeg een ruime Kamermeerderheid het kabinet-Rutte om een einde te maken aan het fenomeen van de weigerambtenaar. Alleen een kleine blokkerende conservatieve minderheid van de SGP, het CDA, de ChristenUnie en de VVD stemde tegen. Ondanks die brede steun weigerde het kabinet de motie uit te voeren. Daardoor kunnen ambtenaren nog steeds weigeren om homoparen te huwen. In plaats van zijn werk te doen, stopte het kabinet-Rutte dit onderwerp in de doofpot en parkeerde het dit onderwerp bij de Raad van State. Na zeven maanden wachten kwamen wij erachter dat er al een maand lang een advies lag. Het kabinet koos ervoor om dit in de onderste bureaula te doen verdwijnen. Dat is het kabinet van een liberale premier onwaardig.

Volgens de Raad van State mogen weigerambtenaren gewoon blijven en nieuw worden aangenomen. De voorzitter van het COC zei het treffend: "Dat is het goedpraten van discriminatie". In 2008 stelde een ander adviesorgaan, de Commissie Gelijke Behandeling, precies het tegenovergestelde voor van het advies van de Raad van State. Adviesorganen oordelen dus verschillend, maar gelukkig hebben wij een volksvertegenwoordiging. De volksvertegenwoordiging heeft in meerderheid besloten om de weigerambtenaar onwenselijk te vinden. Zeker in een tijd met een demissionair kabinet behoort de wens van de Tweede Kamer geëerbiedigd te worden.

Het kabinet-Rutte heeft vandaag de kans om voor eens en altijd af te rekenen met deze kwestie. Ik roep het kabinet er daarom toe op om niet langer te treuzelen en zo snel mogelijk met een wettelijke regeling te komen die een einde maakt aan het fenomeen van de weigerambtenaar. Daarop krijg ik graag een reactie van de minister.

Minister Leers:

Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigde mevrouw Dijkstra. De kern van haar vraag betreft de procedurele gang van zaken met betrekking tot het advies van de Raad van State inzake gewetensbezwaarde ambtenaren. De vraag is waarom het allemaal zolang heeft geduurd. Ik denk dat het goed is als ik heel kort in hoofdlijnen de achtergrond schets, hoewel mevrouw Dijkstra die op onderdelen beter kent dan ik. De Commissie Gelijke Behandeling gaf in 2008 advies over de gewetensbezwaarde trouwambtenaar. Daar is vervolgens indringend over gesproken met de Kamer. Op 23 juni 2011 heeft de minister van OCW toegezegd dat het kabinet voor 31 oktober met een nadere reactie zou komen. Dat is ook gebeurd. In een brief van 8 november heeft de minister van BZK aangekondigd voorlichting te vragen aan de Afdeling advisering van de Raad van State, omdat er juridische vragen waren over de reikwijdte en de verhoudingen van de grondrechten. Op 15 november heeft de Kamer de motie-Van Gent aangenomen, met als verzoek om nader gehoor te geven aan de aanbevelingen van de Commissie Gelijke Behandeling. Op 9 december heeft het kabinet als reactie op deze motie laten weten dat het na ommekomst zou reageren op die aangenomen motie.

Het kabinet heeft op 9 mei jongstleden de voorlichting ontvangen en die is op 8 juni aan de Tweede Kamer gezonden. Dat is dus binnen vier weken gebeurd en de informatie is dus niet in de onderste la beland. Een dergelijk advies moet vanzelfsprekend aan de ministerraad worden voorgelegd en ook langs de ambtelijke lijnen worden gevoerd. Het zal de Kamer duidelijk zijn dat het kabinet van mening is dat, gelet op het principiële karakter van deze zaak, een inhoudelijke standpuntbepaling voorbehouden moet zijn aan een missionair kabinet. Om die reden hebben wij het doorgestuurd.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Ik kan alleen maar vaststellen dat het voor kabinet eigenlijk niet uitmaakt hoe groot de Kamermeerderheid is. Het doet uiteindelijk wat het zelf wil en dat is een conservatieve koers varen. Dat stelt mij al D66'er echt teleur. Ik zal dan ook samen met de andere partijen die deze motie hebben ondertekend, overleggen hoe wij de druk zo groot mogelijk kunnen maken. Ik zie geen beweging. Ik zie alleen maar bewegingen die vooral zijn gericht op uitstel om ervoor te zorgen dat dit kabinet zich niet meer hierover hoeft te buigen.

Minister Leers:

Ik heb al gezegd dat het mij niet verstandig lijkt om inhoudelijk te reageren, omdat dit een principiële zaak is. Het kabinet heeft wel besloten dat iedereen in iedere gemeente moet kunnen trouwen. Met andere woorden: elk huwelijk moet in elke gemeente kunnen worden gesloten. Dat is staand beleid.

Ik kan alleen maar herhalen dat een missionair kabinet een antwoord moet geven op de motie-Van Gent. De voorlichting van de Raad van State daarover is aan de Kamer gestuurd. Wij hebben besloten hierover nu verder geen besluit te nemen.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Om alle ruis van de lijn te halen: de VVD was, is en blijft tegen de gewetensbezwaarde ambtenaar. De minister zegt in feite dat hij voorstander is van een collectieve regeling voor gewetensbezwaren. Hoe worden andere gewetensbezwaren gehonoreerd die ten minste net zo zwaar wegend zijn?

Namens de VVD kondig ik alvast een amendement aan op het initiatiefvoorstel van D66 voor de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren waarmee wij het heft in eigen hand houden en voor eens en altijd de problematiek van de gewetensbezwaarde ambtenaar regelen.

Minister Leers:

In antwoord op de opmerking van mevrouw Hennis herhaal ik dat ik geen inhoudelijke opmerkingen zal maken, noch over de inhoud van deze regeling, noch over de inhoud van andere regelingen. Ik zeg juist dat het kabinet vanwege het principiële karakter besloten heeft dit over te laten aan een missionair kabinet.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

De oplossing van de VVD lijkt mij niet zo handig, want die kan nog stranden in de Eerste Kamer. Naar mijn mening moet de motie-Van Gent waarin de regering wordt gevraagd, iets te doen aan het fenomeen weigerambtenaar, zo snel mogelijk worden uitgevoerd. De VVD schaart zich daar nu ook achter waardoor de meerderheid alleen maar groter wordt.

Is dit nu een besluit van het gehele kabinet, dus van de VVD en het CDA? Ik zal een spoed-AO aanvragen om zo snel mogelijk een uitspraak van de Kamer te vragen. Ik hoor echter graag van de minister of het VVD-smaldeel het hiermee eens is.

Minister Leers:

Ik kan volstaan met een simpel antwoord: ja.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij hebben een belangrijk advies ontvangen van de Raad van State. De Raad van State heeft eigenlijk hetzelfde gezegd als het kabinet eerder heeft gedaan, namelijk dat er geen voorbeelden bekend zijn van mensen die zich in een gemeente hebben gemeld om te trouwen en daarbij last hebben ondervonden van een weigerambtenaar. Toch krijgen wij daarover af en toe berichten. Als de minister nu even de tijd nodig heeft om dit over te laten aan een volgend kabinet, kan die tijd wel worden gebruikt om ervoor te zorgen dat wij zeker weten dat het nooit is voorgekomen dat iemand ergens niet heeft kunnen trouwen of zelfs aan een balie heeft gemerkt dat de ambtenaar daarmee moeite had.

Minister Leers:

Ik heb net al gezegd dat dit staand beleid is. In iedere gemeente moet iedereen kunnen trouwen. Ieder huwelijk moet overal kunnen worden gesloten. Dat is de lijn van het kabinet en daaraan verandert niets.

De heer Schouw (D66):

Het kabinet is te laf om er wat aan te doen. De VVD had geen rechte rug om er iets aan te doen op het moment dat er wat aan gedaan kon worden. Wij zijn tegen het amendement dat de VVD net heeft aangekondigd omdat dit het niet haalt in de Eerste Kamer. De fractie van D66 zal een initiatiefwetsvoorstel indienen om dit voor eens en altijd goed te regelen. Daar heeft het kabinet het dan maar mee te doen.

Minister Leers:

Ik deel de mening van de heer Schouw niet. Het kabinet realiseert zich zijn positie. Het is demissionair. Als de Kamer per se zelf het initiatief wil nemen, dan is dat aan haar. Die afweging moet de Kamer zelf maken.

Naar boven