8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Sterk zich heeft afgemeld.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Ouwehand/Thieme (32372, nr. 60).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Kortenoeven tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Lodders tot lid in plaats van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink.

Het woord is aan de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Defence for Children is met een rapport gekomen over de positie van kinderen in de voorfase van het strafrecht. Dat is vrijdag aan de orde geweest in het VARA-programma De Ombudsman. Deze positie blijkt wettelijk zeer slecht verankerd te zijn. Defence for Children heeft 60 aanbevelingen gedaan en ik wil het rapport graag Kamerbreed bediscussiëren. De staatssecretaris heeft gezegd dat hij dit zelf gaat uitzoeken. Ik verzoek om een debat met daaraan voorafgaand een brief waarin de staatssecretaris beschrijft wat het resultaat is van dat uitzoeken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun voor de brief en het debat. Wij zouden graag zien dat in die brief met name wordt ingegaan op de mogelijkheid om jeugdigen in politiecellen via een wettelijke regeling toch zo snel mogelijk in een JJI op te nemen.

Mevrouw Helder (PVV):

Steun voor de brief, maar ik verzoek de heer Recourt dringend om het bij het AO adolescentenstrafrecht voor volgende week te betrekken.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Steun voor de brief met een kabinetsreactie op het rapport. Daarna moeten we maar bekijken of een debat nog nodig is.

Mevrouw Kooiman (SP):

Steun voor een debat, en zeker ook steun voor een brief waarin de staatssecretaris wat de SP betreft moet ingaan op alle aanbevelingen die in het rapport van Defence for Children staan.

De heer Dibi (GroenLinks):

Steun voor zowel een brief als een debat.

De heer Slob (ChristenUnie):

Het lijkt ons niet meer dan terecht dat er een reactie op de aanbevelingen komt. Als de brief er is, kunnen we met elkaar bepalen op welke wijze we dit punt zullen behandelen.

De voorzitter:

Mijnheer Recourt, wilt u eerst op de brief wachten of wilt u het debat meteen op de lijst plaatsen?

De heer Recourt (PvdA):

Ik ben hard aan het tellen. Volgens mij was er wel een meerderheid voor het debat ....

De voorzitter:

Ja, inderdaad.

De heer Recourt (PvdA):

… en ik weet dat de justitieagenda zeer vol zit. Ik zou dus toch willen vragen om het debat op de agenda te plaatsen, zodat het niet heel ver weg loopt. Dan heeft de staatssecretaris alle tijd om de brief te sturen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. De spreektijd is vier minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Als gevolg van de bezuinigingen van dit kabinet op het openbaar vervoer dreigen in de drie grote steden 3000 mensen hun baan te verliezen. De minister van Infrastructuur en Milieu noemt deze mensen doof en hun bezwaren tegen de ontslagen een schande. Het liefst wil de minister deze mensen blijkbaar monddood maken. Dat is pas schandalig, en daarom verzoek ik om een dertigledendebat over deze uitspraken.

De heer Monasch (PvdA):

Het is een terecht verzoek, dat wij steunen.

De voorzitter:

Dan hebt u voldoende steun.

De heer Aptroot (VVD):

Er is voldoende steun, maar zou het niet verstandiger zijn om het wetsvoorstel Wijziging van de wet personenvervoer dat hierover gaat, snel in behandeling te nemen? Dan praten we erover. Ik breng ook een correctie aan. De minister heeft niet gezegd dat de bezwaren een schande zijn maar dat het steeds platleggen van het openbaar vervoer in de drie grote steden een schande is. Dat ben ik met de minister eens.

De heer Verhoeven (D66):

Ook van onze kant geen steun voor een debat over deze uitspraak. Ik sluit mij aan bij het voorstel van de heer Aptroot van de VVD.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Dat wetsvoorstel gaat over het verplicht aanbesteden van het openbaar vervoer. Dit gaat echter over de bezuinigingen op het openbaar vervoer. Dat zijn twee verschillende dingen. Het valt mij overigens op dat de PVV blijft zitten, terwijl ze vroeger nog wel aan de kant van de werkers in het openbaar vervoer stond. Nu laat zij de mensen gewoon …

De voorzitter:

Nee, nee, de regeling van werkzaamheden is geen politiek. De spreektijd is overigens drie minuten.

Ik zie dat de heer De Jong nog iets wil zeggen over dit punt.

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Ik word hier direct op aangesproken. Ik wil de heer Bashir erop wijzen dat er bijvoorbeeld in de gemeenteraad van Den Haag een motie is ingediend die ervoor moet zorgen dat er 50 mln. richting openbaar vervoer gaat. Daar is de SP ook vaak stil over. Er is geen reden om hierover een debat te voeren. Op een later moment kunnen we dat met het wetsvoorstel gewoon in behandeling nemen.

De voorzitter:

Goed.

Het woord is aan de heer Van Klaveren.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. Wij hebben helaas kennis mogen nemen van het zoveelste weggepeste homostel. Na Amsterdam en Utrecht hebben we het nu in Den Haag gezien. De PVV wil middels een interpellatiedebat van de minister van BZK weten hoe wij deze structurele problemen gaan oplossen.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Steun van de VVD, maar wel in de vorm van een dertigledendebat. En zo breed mogelijk, zodat we niet aan de hand van casuïstiek het debat met elkaar aangaan maar ingaan op de trend die is ingezet.

De heer Çörüz (CDA):

Ik sluit mij daar gemakshalve bij aan.

Mevrouw Berndsen (D66):

Wat mij betreft geen steun voor het debat, omdat dit een aangelegenheid is van de Haagse gemeenteraad. Daarin zijn door de PVV ook schriftelijke vragen gesteld over dit punt. Ik vind het dus overdreven om hierover een interpellatiedebat te voeren.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik zou een brief steunen, als dat verzoek er is, om er dan mogelijk in een AO verder over te praten.

De heer Marcouch (PvdA):

Wij hebben geen problemen met een debat, maar wij willen eerst een brief krijgen om te bekijken wat er echt aan de hand is.

De heer Van Raak (SP):

Een brief is prima, en dan zou het zomaar kunnen dat we daarna een debat, een interpellatie of wat dan ook gaan houden.

De voorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, u deed een voorstel voor een interpellatie. Er ligt een alternatief voorstel voor een dertigledendebat en een verzoek om een brief.

De heer Van Klaveren (PVV):

Een dertigledendebat lijkt ons prima.

De voorzitter:

Als u de brief wilt hebben voor het debat, moet u terugkomen. Als u het debat kunt voeren zonder brief, zet ik het op de lijst.

De heer Van Klaveren (PVV):

Wij kunnen het debat in principe wel voeren zonder brief.

De voorzitter:

Dan zet ik het op de lijst, met drie minuten spreektijd per fractie.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Aanstaande donderdag staat er op onze drukbezette Kameragenda een spoeddebat gepland op initiatief van de PVV, mede gesteund door de fractie van GroenLinks, naar aanleiding van een voorpagina-artikel in De Telegraaf waarin stond: sharia al in Nederland. Er werd gesproken over een onderzoek waaruit grootscheeps gebruik van shariarechtspraak door Nederlandse rechters bleek. Dat onderzoek blijkt er niet te zijn; het is in ieder geval in geen velden of wegen te bekennen. Ik vraag u daarom om het debat uit te stellen tot dat onderzoek van de PVV eindelijk boven tafel komt, tenzij het natuurlijk een broodjeaapverhaal is.

De heer Van Klaveren (PVV):

Voorzitter. De PVV persisteert. Wij gaan ervan uit dat het debat aankomende donderdag gewoon plaatsvindt. Misschien is het een idee dat Tofik Dibi wat minder bezig is met Twitter en wat meer met zijn werk. Dan had hij gewoon een mailtje kunnen sturen met het verzoek om de stukken te ontvangen. Die heb ik ook gestuurd naar de VVD en naar de Partij van de Arbeid. Als u de uitspraken die wij bij elkaar hebben gezocht geen onderzoek vindt, wil ik best een nietje erdoorheen slaan en een kaftje eromheen gooien. Dan hebt u een onderzoek.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. De heer Van Klaveren is inderdaad zo vriendelijk geweest om mij het onderzoek van de PVV toe te sturen. Dat bestond uit acht losse documenten zonder nietje; dat is prima. Maar in geen van de uitspraken die mij zijn toegestuurd, verwees een Nederlandse rechter naar de sharia, niet een. Mijn grote vraag is nu: waar gaat dit hele debat donderdag dan nog over?

De voorzitter:

Die moet u elders stellen. Wij hebben nu een debat op de lijst van dertigledendebatten. Daar is steun aan verleend en iemand verzoekt om het uit te stellen. Ik wil kijken of er steun is voor dat uitstel. Ik wil geen inhoudelijk debat, maar ik vind de aanvrager van het debat wel leidend bij het bepalen van het moment waarop een debat wordt gehouden.

De heer Van Dam (PvdA):

Laat dat debat dan donderdag maar plaatsvinden. Want als dat alles is wat de PVV heeft, wil ik er wel eens een hartig woordje met ze over spreken.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik heb die losse A4'tjes niet gekregen, dus dat is toch een beetje een omissie, zeg ik in de richting van de PVV. Wij hebben wel een brief gehad van de regering waarin staat: niks aan de hand. Met andere woorden, ik steun het verzoek van de heer Dibi om het debat uit te stellen. Laten wij het in de procedurevergadering goed bespreken, want wij moeten hier niet de Kamer een avond belasten met niks.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik steun de heer Dibi in zijn voorstel. Wij moeten inderdaad een stuk hebben waarover wij kunnen debatteren. Ik heb niets ontvangen.

De heer Knops (CDA):

Voorzitter. Ik heb ook niets ontvangen, dus ik steun het voorstel van de heer Dibi.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. Er ligt een duidelijke brief van de staatssecretaris over het onderwerp, die ook reageert op de opmerkingen bij de aanvraag, die gesteund wordt door GroenLinks, van dit debat. Wat de VVD-fractie betreft, kan het debat plaatsvinden tenzij wij er in de procedurevergadering andere afspraken over maken.

De voorzitter:

Mijnheer Dibi, ik geef u het woord nadat ik het volgende heb opgemerkt. In het Reglement van Orde is aangegeven dat de voorzitter het moment van een spoeddebat bepaalt. Als de heer Van Klaveren persisteert in het houden van het spoeddebat, houd ik het gewoon op dat moment.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Dat begrijp ik. Ik vind het wel jammer, omdat mensen snakken naar een debat over echte problemen, niet over broodjeaapverhalen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Op verzoek van meerdere fracties vraag ik uitstel van de stemmingen over wetsvoorstel 31452, de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek.

De voorzitter:

Daar gaan wij als regel wel mee akkoord, tenzij er problemen mee zijn. Ik zie dat daar geen problemen mee zijn. Dan worden deze stemmingen afgevoerd van de stemmingslijst van heden.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Als het goed is, spreekt de Kamer volgende week over de problemen op ICT-gebied naar aanleiding van het DigiNotardebacle. Vandaag kwam mij ter ore dat er ook wat betreft het notariaat een groot probleem ligt. Ik zie graag een kabinetsreactie tegemoet voor het debat van volgende week over het volgende.

De digitale certificaten, uitgegeven door DigiNotar voor het Kadaster, worden ingetrokken. Op dit moment is er helaas geen overeenstemming – hiervoor citeer ik uit een brief van de KNB – bereikt over passende maatregelen om het digitaal verkeer tussen het Kadaster, de gerechtsdeurwaarders en notarissen ook na 26 september nog enige tijd mogelijk te houden. Ik hoor graag van het kabinet op korte termijn wat het zal doen om deze problematiek zo snel mogelijk te verhelpen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wij gaan nu stemmen.

Naar boven