Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 102, item 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 102, item 5 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor om dinsdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-Arib (28638, nr. 82). En de moties ingediend bij het notaoverleg over de initiatiefnota van het lid Omtzigt (33195).
Voorts stel ik voor, te stemmen over de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de aanbieding van de standpuntnotitie inzake het Witboek voor houdbare en toereikende pensioenen (32043, nr. 115).
Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q. notaoverleg met een stenografisch verslag op maandag 2 juli 2012 van 13.30 uur tot 15.30 uur van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de Wet aanpassing uitkeringsduur Appa (33298).
Ik stel voor om aan de agenda toe te voegen:
- het VAO EuroPsyche, met als eerste spreker het lid Voortman van de GroenLinks-fractie;
- het VAO export, met als eerste spreker het lid Koopmans van de CDA-fractie;
- het VAO risicobeleid en externe veiligheid, met als eerste spreker het lid Paulus Jansen van de SP-fractie;
- het VAO openbaar vervoer, met als eerste spreker het lid De Jong van de PVV-fractie.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Groot.
De heer Groot (PvdA):
Voorzitter. Eerder deze week heeft collega Arib een debat aangevraagd over de sterfgevallen in Sint Joseph te Heel, een katholieke instelling. Daarop is geantwoord dat er eerst een brief van het kabinet zou komen. Die brief is er nu en ik vraag alsnog om een debat in deze Kamer.
De heer Van der Steur (VVD):
Voorzitter. We hebben de brief gelezen. Het is een ernstige zaak die behandeling in de Kamer behoeft. Het is nu echter een slecht moment voor een debat. Binnenkort verschijnt het monitoringsrapport van de commissie-Deetman. Ik stel voor om deze brief en het monitoringsrapport meteen na het reces te bespreken in een algemeen overleg.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
De CDA-fractie sluit zich daarbij aan.
Mevrouw Berndsen (D66):
Ook de D66-fractie sluit zich daarbij aan.
Mevrouw Helder (PVV):
Het wordt bijna eentonig. Overigens steun ik de aanvraag voor een debat, maar aangezien we het niet op de agenda kunnen krijgen, steun ik uit praktische overwegingen het verzoek van collega Van der Steur.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Dit is een ernstig onderwerp en het is dan ook zeker van belang dat we daarover spreken. Het wordt alleen lastig om dat op korte termijn te doen. Reden waarom ik me aansluit bij de heer Van der Steur.
De voorzitter:
Mevrouw Arib heeft dus geen steun voor een debat, mijnheer Groot.
De heer Groot (PvdA):
Nee, zij heeft geen steun voor een debat. Ik kan me voorstellen dat ook nog in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie gekeken wordt of het niet ondergebracht kan worden in een spoed-AO volgende week. Als dat niet kan, moeten we het doorschuiven tot na het reces.
De voorzitter:
Aldus besloten. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Voorzitter. Mijn eerste verzoek gaat over het onderzoek naar aanleiding van het DigiNotar-debacle. In het rapport worden door de Onderzoeksraad voor Veiligheid heel heldere conclusies getrokken. Ik vraag het kabinet zo spoedig mogelijk en zo zorgvuldig mogelijk op dit onderzoek te reageren. Dit is in het belang van de samenleving maar zeker ook in het belang van alle fracties in de Kamer.
De voorzitter:
U hebt steun voor uw verzoek. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is opnieuw aan mevrouw Gesthuizen.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
De Schrijfgroep Gids Proportionaliteit heeft vandaag laten weten niet meer verantwoordelijk te willen worden gehouden voor de inhoud van deze gids. Deze schrijfgroep heeft meegewerkt aan een onderdeel dat uiteindelijk onderdeel moest gaan uitmaken van de aanbestedingswet. Dat de schrijfgroep hiertoe heeft besloten, is ernstig want daardoor valt het draagvlak voor de gids en de wet in de samenleving weg. De Tweede Kamer heeft al over dit wetsvoorstel gestemd, de Eerste Kamer nog niet, en ik wil op zo kort mogelijke termijn met de minister van Economische Zaken over dit voorval debatteren. Ik vraag dan ook een heel spoedige reactie van de minister van EL&I met het oog op het te voeren debat. Ik wil van de minister weten of de discussie over concrete punten over wat proportioneel is, in de Kamer moet worden gevoerd. Tevens vraag ik de minister of die discussie nu feitelijk in de schrijfgroep is gevoerd. Verder vraag ik de minister nader aandacht te besteden aan de exacte gang van zaken en toe te lichten hoe het heeft kunnen gebeuren dat vijf leden van de schrijfgroep hebben gezegd er niets meer mee te maken willen hebben.
Mevrouw Van Toorenburg (CDA):
Alleen al omdat het zo onduidelijk is, zouden wij een brief willen hebben.
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Ik hoop niet dat mevrouw Van Toorenburg bedoelt dat mijn woorden onduidelijk zijn, maar de woordvoerder van de CDA-fractie zal wel weten waar ik het over heb.
De voorzitter:
Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan de heer Elissen.
De heer Elissen (PVV):
Voorzitter. Ik riep de Nederlandse regering vorige week nog op, een declaratieregister in te richten zodat de Nederlandse burger kan zien waar al het zuurverdiende belastinggeld aan wordt besteed. Er moet meer openheid komen, want daar gaat een preventieve werking van uit. Wij moeten af van het automatisme. Minister Spies vindt niet dat er gegraaid wordt maar mijn gelijk is gisteren eigenlijk bevestigd. Elsevier heeft voor het doen van een onderzoek een beroep gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur. Elsevier heeft in het onderzoek geconstateerd dat, ik citeer: "duizenden bestuurders en ambtenaren van het Rijk, provincies en grotere gemeenten vaak doelloos de wereld over reizen". De afgelopen jaren heeft deze reisdrift naar alleen Brazilië, Rusland, India en China al meer dan 15 mln. aan keiharde belastingpegels gekost. Daarom wil ik graag een debat aanvragen met de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken om paal en perk te stellen aan het declaratie- en reisgedrag binnen alle onderdelen van de Nederlandse overheid. De PVV vindt dat moet worden gekeken of dit gedrag kan worden beteugeld.
De heer Van der Steur (VVD):
De VVD-fractie vindt dat overheidsgeld op een doelmatige manier moet worden besteed. Ik vraag het kabinet een brief te sturen over dit bericht en dan kunnen wij zien of daarover een debat moet worden gevoerd.
Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):
Ook het CDA vindt dat effectiviteit van de inzet van belastinggeld hoogste prioriteit moet krijgen. Ik steun het verzoek om een brief om daarna met elkaar te bekijken of wij een debat willen.
Mevrouw Leijten (SP):
Dat we iedere keer via de Wet openbaarheid van bestuur informatie moeten krijgen en niet via de reguliere route, ligt aan de Kamer. Ik vind dit voldoende reden om niet de brief af te wachten en gewoon het debat te voeren. Wij steunen het verzoek.
De heer Heijnen (PvdA):
In deze tijden moet soberheid worden betracht door overheidsdienaren. Ik steun het verzoek om een brief, waarna wij kunnen kijken of wij daarover ook met de minister moeten gaan praten. Wij zullen zien.
De voorzitter:
Zo te horen is er geen steun voor een debat maar wel voor een brief.
De heer Elissen (PVV):
Ik vind het jammer om dit te constateren. Ik ben blij dat in ieder geval door collega's is aangegeven dat het triest is dat wij iedere keer de Wet openbaarheid van bestuur uit de kast moeten halen om feiten boven tafel te krijgen. Ik vind openheid heel belangrijk. Als de collega's het artikel van Elsevier goed zouden hebben gelezen en de reactie van minister Rosenthal, zouden ze begrijpen dat de zaak volstrekt helder is en zou de brief overbodig zijn. Nu ik onvoldoende steun heb voor het debat, wil ik het graag op de lijst voor een dertigledendebat want daarvoor heb ik wel genoeg steun.
De voorzitter:
Goed. Dan komt het verzoek voor een dertigledendebat op de lijst te staan. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.
De heer Elissen (PVV):
Voorzitter. Ik heb nog een tweede verzoek. Het betreft een motie die de Kamer eind november heeft aangenomen. Alle partijen hebben die gesteund, behoudens de VVD. De motie gaat over het simpele feit dat ambulances in dit land gewoon over de busbaan moeten kunnen rijden. Hoe simpel wil je het hebben? Inmiddels zijn we ruim een halfjaar verder en er is nog niet eens een brief van de minister gekomen. Nu wil ik dus eindelijk eens een brief, waarin zij uitlegt waarom dit in godsnaam zo lang moet duren, en graag voor het reces.
De voorzitter:
We zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is aan mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Op 21 mei stelde ik een serie schriftelijke vragen over een vordering van de eigen bijdrage van bijna € 20.000 op een burger. Er is een uitstelbericht op geweest. Daarna heb ik het punt hier vorige week aan de orde gesteld omdat ik antwoord wil. Het antwoord is nog steeds niet binnen. Als het er dinsdag niet is, zal ik het aanmelden voor het mondelinge vragenuur. Ik geef het ministerie echter nog één kans om de antwoorden te sturen.
De voorzitter:
We zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.
Het woord is als laatste aan de heer Monasch. Ik was u bijna vergeten.
De heer Monasch (PvdA):
Voorzitter. Dank dat u mij niet vergeten bent. Daar zijn zelfs nummers over geschreven.
Ik heb twee verzoeken. Om te beginnen, de heer Lucassen en ondergetekende hebben een motie ingediend die Kamerbreed is aangenomen. In die motie wordt een verruiming van de leencapaciteit op de woningmarkt bepleit voor mensen die een inkomen rond de € 40.000 hebben. Twee weken geleden hebben wij in een rappel gevraagd hoe het staat met de uitvoering van die motie, met een tijdslimiet. Die brief is nog steeds niet binnen. Wij herhalen dus ons verzoek, maar als die dinsdag om 12.00 uur niet is binnengekomen, zullen wij in de regeling van werkzaamheden van die dag een interpellatiedebat aanvragen. De woningmarkt loopt namelijk helemaal vast, juist ook voor deze groep. Het wordt nu wel zaak dat het kabinet aangeeft wat het daaraan doet.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De heer Monasch (PvdA):
Dan kom ik bij mijn tweede verzoek. Ik heb samen met collega Van Dekken een motie ingediend, waarin wij onze grote zorgen uiten over de terugtrekkende bewegingen van corporaties in kleine kernen. In die motie roepen wij corporaties op om een actief beleid te voeren om ook huurhuizen mogelijk te maken in die kleine kernen. Vanochtend berichtte het dagblad Trouw dat goedkope huurhuizen in dorpen dreigen te verdwijnen. Onze motie is aangenomen. In aanloop naar het AO woningcorporaties van aanstaande dinsdag zouden wij graag vóór maandag 17.00 uur van de minister horen hoe zij die motie heeft uitgevoerd. Zo niet, wat is zij dan wel van plan? Dan kunnen wij dat betrekken wij het AO woningcorporaties.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20112012-102-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.