28 638 Mensenhandel

Nr. 82 MOTIE VAN HET LID ARIB C.S.

Voorgesteld 12 juni 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat, om misbruik van de verblijfsregeling voor slachtoffers van mensenhandel tegen te gaan, wordt voorgesteld om de bedenktijd voor slachtoffers van mensenhandel niet meer aan te bieden aan slachtoffers die zich al langer dan drie maanden niet meer in een mensenhandelsituatie bevinden;

overwegende dat ook de regering van mening is dat «het niet waarschijnlijk is dat personen die misbruik willen maken van de B9-regeling een beroep zullen doen op de bedenktijd» en dat de bedenktijd onder meer beschouwd dient te worden als een periode waarin het slachtoffer een geïnformeerde en weloverwogen beslissing kan nemen over de meewerking aan de opsporing en vervolging van een mensenhandelaar;

van mening dat de geopperde maatregel op gespannen voet staat met artikel 13 van het verdrag van de Raad van Europa ter bestrijding van mensenhandel;

tevens van mening dat bij de motivering van de voorgestelde aanpassing wordt uitgegaan van een te restrictieve uitleg van de functie van de bedenktijd en dat het tot slot niet duidelijk is voor welk probleem deze maatregel een oplossing biedt;

verzoekt de regering, de bedenktijd voor slachtoffers die zich al langer dan drie maanden niet meer in een mensenhandelsituatie bevinden in stand te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Arib

Schouten

Van Gent

Berndsen

Gesthuizen

Naar boven