42 Zelfstandigen in de zorg

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een schriftelijk overleg over contracteren zelfstandigen in de zorg (32642, nr. 3).

De beraadslaging wordt geopend.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, ik dien één motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het voor zowel het zorgkantoor, zzp'ers als cliënten wenselijk kan zijn dat zzp'ers in coöperatieverband of in groepsverband zorg contracteren;

van mening dat hiervoor van tevoren heldere regels moeten zijn, zodat de contractering soepel verloopt en tevens de zzp'ers ook voor de fiscaliteit als zelfstandigen worden aangemerkt op van tevoren heldere criteria;

verzoekt de regering vanaf het zorgjaar 2012 bij ten minste drie zorgkantoren een proef te doen met coöperaties die zorg in natura contracteren of andere vormen van verenigingen en samenwerkingsverbanden van zzp'ers, waarbij zorgkantoor en Belastingdienst nauw samenwerken, zodat het zelfstandigheidscriterium in de zorg en in de fiscaliteit synchroon loopt;

en verzoekt de regering in het najaar van 2012 aan de Kamer te rapporten over de uitkomst van deze proef,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Voortman, Uitslag, Harbers en Lodders.

Zij krijgt nr. 4 (32642).

Staatssecretaris Weekers:

Voorzitter. Ik heb de motie gehoord. Tot de indieners zeg ik dat ik bereid ben mogelijk te maken dat vooroverleg plaatsvindt tussen corporaties, de Belastingdienst en het ministerie van VWS om te bezien of er enkele proeven mogelijk zijn. Daarmee is overigens staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner samen met het veld ook bezig. Ik kan echter niet op voorhand regels geven die 100% zekerheid bieden. Bij een zzp-constructie komt het uiteindelijk altijd aan op feiten en omstandigheden. Als de heer Omtzigt en de anderen dit laatste van mij vragen, moet ik de motie ontraden. Als het het eerste is, wil ik dat gaarne toezeggen en zou dit wat mij betreft bij deze afgesproken kunnen zijn met de Kamer.

De voorzitter:

Daarmee zijn wij gekomen aan het eind van dit VSO. Pardon?

Staatssecretaris Weekers:

Voorzitter. Ik heb geprobeerd om duiding te vragen aan de Kamer. Wanneer zij geen genoegen neemt met mijn toezegging en de motie in stemming brengt, ga ik ervan uit dat zij van mij het onmogelijke vraagt, namelijk dat ik vooraf 100% zekerheid ga bieden. Dat kan ik in de fiscaliteit niet, omdat de inspecteur moet uitgaan van de feiten en omstandigheden. Ik houd het maar bij het oordeel: ontraden. Dat is omwille van de duidelijkheid voor de Kamer het best.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb een vraag ter verduidelijking.

De voorzitter:

Nee, mevrouw Leijten. U bent in staat om uw oordeel op basis van dit antwoord vast te stellen. De enige die aanleiding zou hebben iets te zeggen, is de heer Omtzigt als indiener van de motie. Hij kan aangeven of hij deze handhaaft of niet. Mevrouw Leijten, de regels gelden ook voor u. Het zijn regels die de Kamer zelf vaststelt. Ik heb niet geschorst, mevrouw Leijten.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven