Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 16 april 2008 over het stopzetten van de ontwikkeling van een bedrijventerrein in Venray na acties van radicale dierenactivisten.

De heer Kamp (VVD):

Mevrouw de voorzitter. De VVD-fractie vindt dat ondanks de dierenactivisten er toch bioscienceparken in Nederland moeten komen. Vandaar dat ik de volgende motie indien.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bioscienceonderzoek een belangrijke bijdrage levert aan de innovatieve kracht van Nederland;

van oordeel dat niet acceptabel is dat radicale dierenactivisten door bedreigingen de ontwikkeling van een hoogwaardig bedrijvenpark als Science Link in Venray kunnen blokkeren;

verzoekt de regering, concrete initiatieven tot ontwikkeling van bioscienceparken te ondersteunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 133(31200 VI).

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik dien twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het een verlies voor de rechtsstaat is indien de Staat zich erbij neerlegt dat dierenrechtenterroristen in strijd met democratische besluitvorming de vestiging van een bedrijventerrein effectief kunnen verhinderen;

verzoekt de regering om een stevige, repressieve aanpak van het dierenrechtenterrorisme door:

  • - infiltratie in extremistische dierenactivistenorganisaties mogelijk te maken en frontstores op te zetten om hen in de val te laten lopen;

  • - het invoeren van forse minimumstraffen en fors verhoogde maximumstraffen voor misdrijven gepleegd met terroristisch oogmerk,

De Roon

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 134(31200 VI).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het verlies voor de rechtsstaat is, indien de Staat zich erbij neerlegt dat dierenrechtenterroristen in strijd met de democratische besluitvorming de vestiging van een bedrijventerrein effectief kunnen verhinderen;

verzoekt de regering om in contact te treden met de investeerder die zich heeft teruggetrokken uit het project van het bedrijventerrein Science Link teneinde alles in het werk te stellen om deze te bewegen alsnog weer in dat project te investeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 135(31200 VI).

Minister Ter Horst:

Voorzitter. Ik begin met de motie van de heer Kamp. Ik heb in het AO gezegd dat het van het allergrootste belang is dat alle mogelijke maatregelen worden genomen om activiteiten tegen te gaan van dierenrechtenactivisten die proberen om ontwikkelingen zoals het bioscienceonderzoek te blokkeren. De vraag is hoe je dat op de meest effectieve manier doet. Het betreft vaak activiteiten die zich nog net binnen de grens van het strafrecht bewegen; ik kom daarover later te spreken. Ik wil proberen via de wetgeving iets te doen aan extreme overlast.

De heer Kamp raakt in zijn motie een ander punt. Hij verzoekt de regering om concreet initiatieven tot de ontwikkeling van bioscienceparken te ondersteunen. Ik heb in het AO gezegd dat ik contact opneem met mijn collega van Economische Zaken. Als bedrijven die in deze richting activiteiten willen ontwikkelen, een vestiging willen openen of een bedrijventerrein willen realiseren, of als gemeenten een dergelijke ontwikkeling willen propageren, dan moeten wij niet alleen vanuit economische invalshoek, maar ook vanuit het oogpunt van veiligheid alles in het werk stellen om een dergelijk project tot een succes te maken. Ik zal haar dat voorstel doen. Ik heb ook gezegd dat de grenzen van de staatssteun buitengewoon nauw moeten worden bewaakt. Of ik positief kan reageren op de motie hangt af van de wijze waarop dat gebeurt. Als de Kamer mijn interpretatie van de motie accepteert in de zin dat ik samen met de minister van Economische Zaken zal bezien welke maatregelen genomen moeten worden om een project tot een succes te maken, dan heb ik geen bezwaar tegen de motie. Als de heer Kamp van mening is, zoals hij in het algemeen overleg was, dat wij zelf het initiatief moeten nemen tot een dergelijke ontwikkeling of dat wij een dergelijke ontwikkeling financieel moeten ondersteunen, dan moet ik het aannemen van de motie ten sterkste ontraden.

De heer Kamp (VVD):

Ik interpreteer de motie nu zoals de minister dat doet.

Minister Ter Horst:

In dat geval laat ik het oordeel over de motie over aan de Kamer.

De heer De Roon vraagt de regering bij motie om een stevige repressieve aanpak van het dierenrechtenterrorisme door infiltratie et cetera. Ik heb al aangegeven dat het de regering ernst is met het optreden tegen dierenrechtenactivisten. Wij zijn echter van mening dat de term "terrorisme" daar niet op van toepassing is. Er zou een situatie kunnen ontstaan waarvan je zegt dat het in hetzelfde vlak valt, maar dat is nu niet het geval. Dan moeten wij het naar de mening van de regering ook niet doen. Wij ondernemen allerlei activiteiten om ervoor te zorgen dat het het dierenrechtenactivisten zo moeilijk mogelijk wordt gemaakt als zij andere dan wettelijke mogelijkheden kiezen om hun opvattingen helder te maken. Wij hebben ook al eerder naar aanleiding van een motie van het CDA afgesproken dat wij in de wet Extreme overlast die binnenkort naar de Kamer gaat, zullen aangeven dat die wet ook van toepassing is op dierenrechtenactivisten. De regering heeft daarom geen behoefte aan deze motie en is het bovendien niet eens met de terminologie.

In zijn tweede motie vraagt de heer Van Roon in contact te treden met de investeerder die zich heeft teruggetrokken uit het project in Venray. Dat gaat de regering absoluut te ver. Ik heb net in reactie op de motie van de heer Kamp al aangegeven waar onze grenzen liggen. Dit ligt daarbuiten, dus moet ik ook aanneming van deze motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar beantwoording.

Naar boven