Vragen van het lid De Roon aan de staatssecretaris van Justitie over het bericht "tbs'er plotseling op straat".

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ik moet steeds opnieuw constateren dat de tbs een bron van problemen blijft. Later deze week houden wij nog een spoeddebat over de toegangspoort tot de tbs, het Pieter Baan Centrum. Vandaag gaat het over een bericht dat een tbs'er ineens, geheel onvoorbereid door de rechter op vrije voeten werd gesteld. De Van Mesdagkliniek vond dat niet verantwoord en adviseerde om het niet te doen, maar de rechter deed het toch.

Dat betreft niet één uniek geval. Het is de afgelopen drie jaar gemiddeld 32 keer per jaar gebeurd; er wordt dus vaker dan eens per twee weken een tbs'er op vrije voeten gesteld, terwijl de kliniek dat niet verantwoord vindt. Wij praten niet over kleine criminelen die kleine criminaliteit hebben begaan, maar over daders van moord, doodslag, verkrachting, brandstichting enzovoorts.

De PVV-fractie vindt dat dit niet deugt. Daders van ernstige, zware misdrijven behoren alleen op vrije voeten te kunnen komen als wij zeker weten dat zij niet meer gevaarlijk zullen zijn. Hier geldt: bij twijfel niet oversteken. Neem geen risico's met daders van zware misdrijven; beveilig de samenleving tegen deze levensgevaarlijke criminelen. Deze mensen hebben er geen recht op dat de samenleving voor een tweede keer wordt blootgesteld aan de kans dat zij nog eens een zwaar misdrijf zullen plegen; dat recht hebben zij niet en zij kunnen er geen aanspraak op maken.

Staatssecretaris, waarom doet u het de samenleving keer op keer aan dat er mensen in onze maatschappij, in het bijzonder de zwakkeren, worden blootgesteld aan de aanwezigheid van mensen die al hebben gemoord of verkracht? En als zo'n vrijgelaten tbs'er opnieuw een ernstig misdrijf pleegt, hoe verklaart u dan aan het slachtoffer of de nabestaanden dat dit risico mocht en moest worden genomen? Stop met dit systeem van tbs, dat erop gericht is om de daders van zware misdrijven in de samenleving te laten terugkeren. De huidige tbs houdt in dat deze mensen vrij moeten komen tenzij men er zeker van is dat zij voor altijd gevaarlijk blijven. Keer dit om, maak ervan dat daders van zware misdrijven gevangen blijven tot men er zeker van is dat zij niet meer gevaarlijk zijn. Schaf het huidige systeem van tbs af en vervang het door maximale beveiliging. Kom op voor de slachtoffers en de toekomstige slachtoffers van zware misdrijven, niet voor de daders!

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. Ik dacht even dat de vragen van de heer De Roon specifiek over de contraire beëindiging van tbs door de rechter gingen, maar hij verbreedt het onderwerp door het hele tbs-stelsel ter discussie te stellen. Het is mij bekend dat hij er een voorstander van is om dit te doen. Laat ik nogmaals zeggen dat tbs als maatregel bovenop gevangenisstraf echt tot doel heeft, mensen te resocialiseren en hen weer veilig in de samenleving te brengen. Dit is een uitgangspunt dat ik onderschrijf en voor zover er verbeteringen mogelijk zijn, zal ik zeker niet nalaten om het tbs-stelsel nog veiliger te maken. Dit heb ik in eerdere debatten ook gezegd en ik kan dan ook kort zijn over het plan van aanpak waarmee ik de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie, de commissie-Visser, uitvoer. Ik zal er kort op ingaan, omdat de heer De Roon nu het beeld schetst dat deze contraire beëindiging ook onlosmakelijk verbonden is met zijn stelling dat het hele stelsel niet deugt.

Over de individuele zaak kan ik niets zeggen; de rechter heeft besloten tot beëindiging van de tbs-maatregel. Het principe is dat de rechter besluit over een verzoek om de tbs-maatregel te verlengen. Deskundigen beoordelen of de tbs-maatregel moet worden verlengd en vervolgens vordert het Openbaar Ministerie verlenging van de maatregel. Daarna is het echt aan de rechter – en dat is goed – om alle belangen tegen elkaar af te wegen en om te bezien of de tbs-maatregel nog langer geïndiceerd is voor de persoon in kwestie. Ik vind het een onderdeel van onze democratische rechtsstaat dat dit is voorbehouden aan de rechter en dat die ook kan besluiten tot contraire beëindiging, een beëindiging die ingaat tegen het advies van de deskundigen. Wel vind ik het mijn uitdrukkelijke taak om het risico zo veel mogelijk te verkleinen dat de zorgen van de heer De Roon over de mogelijke gevolgen van zo'n contraire beëindiging bewaarheid zouden worden. De kern van mijn beleid waarmee ik dat risico beoog te verkleinen, is het verbreden van het keuzepalet van de rechter. Rechters beëindigen immers contrair omdat zij op dit moment vrijwel niets anders kunnen dan een digitale keuze maken: resocialisatie of longstay. Ik vind dat rechters meer mogelijkheden moeten hebben als het gaat om resocialisatie. Ook vind ik dat zij een tbs-maatregel vaker voorwaardelijk zouden moeten beëindigen. De rechters zijn daarin terughoudend omdat zij tot dusver in het keuzemenu niet de mogelijkheden hebben gehad om een dergelijke beslissing met vertrouwen te kunnen nemen. Ik vind het belangrijk dat de rechters een tbs-maatregel voorwaardelijk kunnen beëindigen, maar ook dat zij er daarbij op kunnen vertrouwen dat er toezicht is. Alle maatregelen die gericht zijn op het forensisch-psychiatrisch toezicht, zijn met dat doel ontworpen. Deze voorstellen zijn bekend, maar ook het onlangs aangenomen wetsvoorstel om de voorwaardelijke beëindiging te verlengen van drie jaar naar negen jaar. Wij proberen rechters dus aan alle kanten meer ruimte te geven voor een bredere keuze dan alleen doorgaan op de weg van resocialisatie of beëindigen. Ik weet dat het langs die weg niet alleen zal lukken om rechters dat keuzemenu te bieden, maar ook om te bewerkstelligen dat zij daarvan gebruik gaan maken.

Tot slot nog twee ontwikkelingen die ook relevant zijn. Reeds in 2005 heeft het WODC het verschijnsel van de contraire beëindiging, het risico en de achtergrond ervan onderzocht. Naar aanleiding daarvan proberen wij te bewerkstelligen dat de deskundigenrapporten op een meer eenduidige wijze tot stand komen. Een van de redenen waarom rechters contrair beëindigen, heeft te maken met het feit dat zij tegenstrijdige berichten van deskundigen over het recidivegevaar, dus over het inschatten van het risico, krijgen.

Voorzitter. Kunt u mij nog verstaan? Er is namelijk zoveel rumoer in de zaal dat ik bijna mijzelf niet meer kan horen.

De voorzitter:

Ik vind het goed dat u dit zegt. U neemt mij de woorden uit de mond. Kunnen de leden wat rustiger zijn?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik wil er nog op wijzen dat twee maatregelen genomen worden om ervoor te zorgen dat de contraire beëindiging op een transparante manier tot stand komt. Daarvoor moeten de deskundigenrapporten op een meer uniforme manier tot stand komen. Daarnaast willen wij de rechters op een meer inzichtelijke manier hun vonnissen laten motiveren.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De staatssecretaris wil de rechter bij de behandeling van dit onderwerp meer ruimte geven. Ik wil de rechter juist minder ruimte geven. De staatssecretaris wil beredeneerde risico's nemen met daders van zware misdrijven. Als het misgaat, is de verantwoordelijkheidsverdeling zeer diffuus. Niemand blijkt dan verantwoordelijk te zijn. Niemand hoeft blijkbaar verantwoordelijk te zijn voor de consequenties als een tbs'er opnieuw in de fout gaat. Het volgende slachtoffer en zijn nabestaanden zijn dan de dupe. Daarom nogmaals de vraag aan de staatssecretaris: waaraan ontleent u de legitimatie om willekeurig wie dan ook in de samenleving aan deze risico's bloot te stellen?

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. Ik ben begonnen met uit te leggen waarvoor het stelsel van tbs in Nederland is bedoeld. Dat is er niet om het risico voor de samenleving te vergroten, maar om dat te verkleinen. Het is niet gericht op het onveiliger maken van de samenleving, maar op het veiliger maken ervan. Daartoe passen wij behandeling toe. In heel veel gevallen is die behandeling succesvol. Het systeem brengt een verhoogd risico voor de samenleving met zich mee in het geval van onttrekkingen of ontsnappingen. Ik heb al gezegd welke lijn ik volg om dat risico zo klein mogelijk te maken. Die succesvolle weg kan op instemming van de Kamer rekenen. Sterker, die aanpak is gestoeld op een onderzoek van de parlementaire commissie. Het is goed dat wij deze lijn vasthouden, want elk risico dat wij kunnen wegnemen, moeten wij wegnemen. Ik ben geneigd om nogmaals te zeggen dat wij in de afgelopen twee jaar forse stappen hebben gezet.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden nogmaals zich wat rustiger te gedragen. Zij onderschatten de akoestiek van deze zaal. Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie vraagt zich af of de staatssecretaris alles goed op een rijtje heeft. In ongeveer 32 zaken per jaar gaat de rechter contrair. Stel nu dat een rechter in een bepaalde zaak contrair wil gaan terwijl de kliniek, die onder toezicht van de staatssecretaris staat en die maximale veiligheid wil, van mening is dat de desbetreffende persoon niet op vrije voeten kan komen. Zou het dan niet verstandig zijn om, als de rechter het dus niet met de kliniek eens is, hem of haar te verplichten om tegenonderzoek te laten verrichten? Zouden wij die waarborg niet moeten inbouwen? Daarvoor is wel een kleine wetswijziging nodig, maar er ontstaat meer veiligheid, terwijl de rechter nog de nodige vrijheid behoudt. Ik zie de staatssecretaris al nee schudden. Zij heeft er dus al over nagedacht. Tegenwoordig is zij vrij snel met antwoorden.

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. Ik wil over deze mogelijkheid nog wel nadenken. De heer Teeven wil de rechter zo min mogelijk aanleiding geven om van bedoelde bevoegdheid gebruik te maken. Ik meen dat de maatregelen die in de pijpleiding zitten, effect zullen sorteren. De heer Teeven wil de rechter verplichten om in voorkomende gevallen een tegenonderzoek te laten doen. In principe hebben de rechters de vrijheid om de deskundigen om advies te vragen. Als er dus twijfel is, is er nu al de mogelijkheid van verdieping. Ik zal nagaan of de rechter nog meer mogelijkheden kunnen worden geboden, maar nu meen ik dat het voorstel van de heer Teven niet veel toevoegt aan hetgeen al kan en aan de uitbreiding die ik zojuist aankondigde.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Een jaar geleden heeft het CDA al aangegeven dat bij beëindiging van de tbs-periode altijd sprake moet zijn van verplicht toezicht. Dat is onderstreept met een uitspraak van de Kamer. Wij hebben aangegeven hoe dat verplichte toezicht gestalte kan krijgen, namelijk via een machtiging op grond van de wet op de gedwongen opname in psychiatrische ziekenhuizen. Hebt u deze uitspraak van de Kamer al uitgevoerd en, zo nee, wanneer gaat u dat doen?

Staatssecretaris Albayrak:

Op dit moment maak ik samen met de minister van Justitie en de minister van VWS twee wetten: een wet op de forensische zorg en een wet op de psychische zorg. In deze twee wetten zullen de civiele component, de BOPZ-machtiging, en de justitiële component op elkaar moeten aansluiten. De discussie hierover zal bij de behandeling daarvan terugkomen, maar mijn voornemen op dit gebied is bekend. Nazorg is altijd vrijwillig. Als er geen justitiële titel meer is, ben je afhankelijk van de wil van de patiënt om mee te werken.

Mevrouw Joldersma (CDA):

En daarom heb je de BOPZ.

Staatssecretaris Albayrak:

Dat is een vanzelfsprekendheid die wij graag willen doorbreken voor de mensen voor wie dat nodig is. De discussie daarover zal worden gevoerd bij de behandeling van de genoemde wetten.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Dit artikel leidde bij mij tot vele vragen, maar daarvoor zullen er andere debatten zijn. Ik heb nu wel één prangende vraag: hoe is het mogelijk dat een kliniek een rechterlijk oordeel, namelijk resocialisatie, naast zich neerlegt en iemand de straat op stuurt zonder dat hij daarop is voorbereid? Hoe is het mogelijk dat hieraan geen consequenties verbonden kunnen worden?

Staatssecretaris Albayrak:

Het lijkt mij goed te herhalen dat ik in de onderhavige individuele zaak niet kan treden in de gronden van de rechter voor beëindiging. Als ik op deze vraag over een individuele zaak in ga, doe ik dat echter wel. Daarom beperk ik nu mijn antwoord. Er komen nog momenten waarop wij de problematiek breed zullen bespreken.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Als een tbs'er gebruik wil maken van de mogelijkheid tot resocialisatie, is de tbs-kliniek dan volgens de staatssecretaris verplicht om die verantwoordelijkheid te nemen?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik weet niet of je dat zo kunt zeggen. Het hangt af van hetgeen de tbs'er opgelegd heeft gekregen, van de omstandigheden, van het verloop van de behandeling. Als de rechters overgaan tot een contraire beëindiging, gebeurt dat bijna altijd in de laatste fase van een behandeling. Dat gebeurt nooit in het begin. Dan zal men dus al weten wat iemand die vrij komt, nodig heeft om te kunnen overleven. Het gaat hierbij vooral om mensen die bijvoorbeeld nog geen tijd hebben gehad om via verlof te laten zien of zij het aankunnen. Als nazorg voor iemand niet verplicht is maar die persoon wel nazorg wenst nadat hij is vrijgekomen, dan lijkt mij dat het uitgangspunt moet zijn dat hij dan alle zorg krijgt. Alles wat wij in het kader van de nazorg in het algemeen nu aan het regelen zijn, ook via de gemeentelijke bevoegdheden en mogelijkheden, zal daarop gericht moeten zijn.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik heb twee vragen, voorzitter. Om te beginnen een vraag over tbs'ers die door de rechter resocialisatie opgelegd hebben gekregen. In hoeverre valt bij een kliniek af te dwingen dat deze uitvoering geeft aan deze uitspraak van de rechter? In hoeverre wil de staatssecretaris zich ervoor inzetten dat dit gebeurt?

Staatssecretaris Albayrak:

Ik ga ervan uit dat rechterlijke uitspraken opgevolgd worden. Klinieken die een tbs-patiënt behandelen, hebben een grote verantwoordelijkheid om te bezien of de juiste behandeling wordt geboden. Zo'n rechterlijke uitspraak zal daarbij ondersteunend kunnen zijn. Om een concreet antwoord te kunnen geven, zou ik de casus moeten bespreken en moeten aangeven op welke gronden de kliniek heeft geweigerd om het vonnis van de rechter op dit punt uit te voeren. Ik snap de behoefte om hierover in algemene termen te praten, maar dat kan bijna niet.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mijn tweede vraag betreft het feit dat op dit moment een op de drie vrijlatingen van tbs'ers gebeurt tegen het advies van de behandelende kliniek in. Dat is een hoog percentage. Je ziet...

De voorzitter:

De staatssecretaris weet het alweer.

Mevrouw Van Velzen (SP):

...dan ook dat de recidive in die groep hoger is. Ik verzoek de staatssecretaris om contact op te nemen met de Raad voor de Rechtspraak om te spreken over deze grote aantallen beëindigingen en na te gaan of dit probleem niet op te lossen valt.

De voorzitter:

Mevrouw Van Velzen, u houdt u niet aan de afspraken. Dit is een nieuwe vraag. Dat is niet de bedoeling. De andere leden mogen niet twee vragen stellen, u dus ook niet.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb net aangegeven dat ik twee vragen wilde stellen. U reageerde daar niet op. Ik denk altijd: zwijgen is instemmen. Vandaar.

Staatssecretaris Albayrak:

Het bestaan van de mogelijkheid om contrair te beëindigen, is een onderdeel van de rechtsbescherming van tbs'ers. Ik verzet mij dus niet tegen die mogelijkheid. Ik heb gezegd dat ik het tot mijn taak reken om de risico's daarvan te minimaliseren. Dat is de weg die ik nu bewandel. Ik weet dat voor de rechters de noodzaak om contrair te beëindigen zal afnemen door het brede keuzepalet van alle maatregelen die wij hebben afgesproken en de maatregelen die nog komen,.

De voorzitter:

Wij zijn hiermee gekomen aan het einde van dit mondelinge vragenuur. Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan in verband met de mededeling die ik ga doen.

Geachte medeleden. Vrijdag 18 april jongstleden zijn de eerste luitenant Dennis van Uhm en soldaat der eerste klasse Mark Schouwink, beiden van het 45ste pantserinfanteriebataljon te Ermelo, tijdens een operatie in de omgeving van Kamp Holland in het gebied Deh Reshan in Afghanistan om het leven gekomen.

De Kamer heeft diep respect voor beide militairen die tijdens de uitoefening van hun vredestaak voor het landsbelang zijn gesneuveld. Onze gevoelens van deelneming gaan uit naar hen die hen dierbaar waren, familieleden en vrienden.

Ik heb samen met de voorzitter van de vaste commissie voor Defensie aan de familie namens ons allen onze deelneming betuigd.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Soms is de overgang van het heel verdrietige naar prettige gebeurtenissen vrij abrupt, maar zo gaat het in het leven ook.

Ik geef het woord aan de heer Van de Camp tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Van de Camp:

voorzitter der commissie

De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op mevrouw M. Smits te Groningen. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat zij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om haar toe te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient zij wel eerst de eden of de verklaringen en de beloften af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120.

De commissie verzoekt u tot slot, de Kamer voor te stellen, het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Mevrouw Smits is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven verklaringen en beloften af te leggen.

Ik verzoek de griffier, haar binnen te leiden, en de leden, voor zover zij daartoe in staat zijn, te gaan staan.

Nadat mevrouw Smits door de griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Het is mij een genoegen, u als eerste te mogen feliciteren met uw benoeming. Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en in ons midden plaats te nemen. Na de regeling van werkzaamheden en de stemmingen is er gelegenheid tot felicitaties. Ik verzoek u allen te gaan zitten.

(applaus van de SP-fractie)

De voorzitter:

Dit applaus is namens ons allen. De handen krijgt mevrouw Smits straks geschud.

Ik deel aan de Kamer mede dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Roemer;

Peters, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven