Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het verslag van de Europese Top (21501-20, nr. 362),

te weten:

- de motie-Ten Broeke/Ormel over vrije mededinging (21501-20, nr. 363);

- de motie-Pechtold over het ontwerpen van een vlaginstructie (21501-20, nr. 364);

- de motie-Ouwehand over aanpassing van artikel 33 van het Verdrag van Amsterdam (21501-20, nr. 365);

- de motie-Ouwehand over aanpassing van het protocol in het Verdrag van Amsterdam (21501-20, nr. 366).

(Zie vergadering van 27 juni 2007.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Pechtold stel ik voor, zijn motie op stuk nr. 364 van de agenda af te voeren.

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar moties op stuk nrs. 365 en 366 aanstaande donderdag in stemming te brengen.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Ten Broeke/Ormel (21501-20, nr. 363).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven